STA TEN- GENERAAL Conversie van de Indische dollar-leeningen. DONDERDAG 22 FEBRUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 10 HET TOONEEL. Vereeniging voor Huisvrouwen Amsterdamsche Tooneelvereeniging. PHAEA. Men zou nu eindelijk eens moeten ophou den met zooals weer pas Weremeus Buning in De Gids heeft gedaan telkens te be weren, dat er zoo veel aan de leiding van ons tooneel ontbreekt en wij bij het buitenland zoo zeer ten achter staan. Wanneer wij in een voorstelling van Phaea zien, wat daar be reikt is met een gezelschap, dat voor een groot deel uit nog jonge krachten bestaat, aan zou ik zeggen, dat er geen reden tot dat voortdurend klagen is. De Amsterdamsche Tooneelvereeniging heeft in de laatste 2 sei zoenen zoo veel vootreffelijks gegeven ik noem maar De Groene Papagaai. Circus Knie. De reis van Noach over de Wateren, Eind examen, Schuld en Boete en nu weer Phaea dat zij de vergelijking met de voorstellin gen van Royaards en met die van het bui tenland in alle opzichten kan doorstaan. Waarlijk, het is met ons tooneel niet zoo slecht gesteld, als sommige critici maar tel kens weer doen voorkomen en het is niet in het belang van het tooneelleven in Neder land om den schijn te wekken, dat wij totaal in de put zitten. En er is ook nog wel degelijk belangstel ling voor goed tooneel. Wij hebben het nu weer aan Phaea gezien. Reeds weken te voren waren bijna alle plaatsen voor de voorstelling genomen en de toeloop was zoo groot, dat de vereeniging voor huisvrouwen, die de or ganisatie in handen had, een tweede opvoe ring op 2 Maart voor haar leden kan laten geven, al zijn dan ook zooals een dei- bestuursleden mij mededeelde nog niet alle plaatsen voor die tweede voorstelling ge nomen. Het succes, dat dit stuk van Fritz von Unrich ook hier bij zijn eerste opvoering heeft gehad, was zooals ik voorspeld heb overweldigend. In tijden heb ik niet een zoo geestdriftige stemming in onzen Stads schouwburg bijgewoond als gisteren aan het slot van Phaea. Wanneer ik zeg. dat het doek 10 maal omhoog moest, overdrijf ik niet. Dit spel uit de filmwereld, van zoo sterke spanning en zoo boeiende handeling, dat door zijn voortdurende mengeling van techniek, kunst en leven, zijn afwisseling van film en tooneel en zijn moderne problemen midden in dezen tijd staat, heeft ook hier het publiek sterk gepakt. En het is een voordeel van dit stuk, dat het dank ook Defresne's wijzigin gen tot het slot toe geen moment verslapt, ja zelfs in het laatste tafereel zijn climax bereikt en aldoor gelegenheid biedt tot sterk, krachtig spel. Ik geloof wel te mogen zeggen, dat het grootste succes hier gisteren was voor Geor gette Hagedoorn. Misschien was er bij velen ook 'n beetje provinciale trots bij. althans vreugde, dat het juist onze „Georgetje" was. die Tonie met zoo'n verblijdend groot talent speelde. Want niet waar? wij zien in Georgette Hagedoorn altijd nog het Haarlem- sche meisje. En dan verheugen wij ons in haar neg maar korte doch al zoo rijke carrière. Er is na haar Tonie in Phaea wel geen twijfel meer aan, dat zij van onze jonge actrices ver reweg bovenaan staat, zoowel in veelzijdigheid als in temperament. Zij heeft het meeste r a s. Deze Tonie van Georgette Hagedoorn is prach tig levend. Geen accent is er valsch van haar, het is alles even zuiver en doorvoeld. Zij is volkomen de „witte bloem op het vuile binnen plein" de vergelijking is van Tonie zelf en ook technisch speelt zij deze zware rol vol maakt. In de onbevangenheid van haar Tonie is alles even raak en hoe ontroerend teer ik denk bijvoorbeeld aan dat tooneeltje, wan neer zij den conferencier vraagt om te trou wen is zij op sommige momenten. Welk een brandend temperament is er in dat kleine, frêle persoontje, welk fel-dramatïsche kracht ock ontwikkelt zij aan het slot! En dan te be-< denken, dat zij zoo van haar ziekbed was op gestaan! ..In Haarlem speel ik, wat er ook gebeurt!" had zij reeds te voren gezegd en zij heeft gespeeld met zoo'n warmte, gloed en in nerlijk vuur, dat niemand heeft kunnen zien, dat zij feitelijk nog niet geheel beter was. Daaraan ook herkennen wij de ras-kunstena res. die Georgette Hagedoorn is. Naai- haar gingen de toejuichingen van het publiek, toen zij daar met haar bloemen in haar armen stond, wel het meest en met bijzonder warme genegenheid uit. Maar ook voor de anderen was het succes zonder eenige reserve. Want dat is wel het verheugende in deze voorstel ling. dat alle rollen zoo voortreffelijk bezet zijn. Van Dalsum heeft in Samuel Morris, die hij met een geen moment verslappende span ning en met een verbijsterende stuwkracht speelt, een zijner beste rollen gevonden. En Carpentier Alting zal misschien nooit meer zijn Orloff overtreffen. Ondanks zijn diepen val blijft deze Orloff aldoor prins. Een waar lijk aangrijpende creatie. Hoe prachtig is ook Cruys Voorbergh als de „conferencier. Welk een veelzijdigheid bij dezen jongen acteur. En altijd is hij weer verrassend goed. Ik zou hem het voorbeeld van den modernen kunstenaar kunnen noemen. Uitstekend al is het dan min of meer in het carricaturale ook het trio der officieren. waarin thans Ben Royaards en Paul Storm aan Van Gasteren niets meer toegeven. Zij zijn meer dan 3 personen, zij zijn gezamenlijk eer. ..kaste". En Ben Groenïer geeft hun als de bolsjewistische kapper volkomen „partij." In een enkel tooneel slechts treedt hij op, maar hoe fel staat daarin deze man met zijn fana tisme. Twee levensrichtingen, die daar in dit toch al zoo rijke werk tegen elkaar bot sen. Zeer geestig typeert Jules Verstraete den nract'"ccben regisseur en wat is de rol van de film-diva ook uitstekend bezet door Nell Knoon Adam Uhle is niet de sterkste rol in het stuk. Eigenlijk is hij te weinig partij en maakt hii ook op ons nu en dan min of meer den indruk van een warhoofd. Dat de wereld er zoo veel aan verliest, dat het woord van dezen pacfiist niet In 29 talen over de wereld gaat, gelooven wij niet. Maar tragisch is deze zielige figuur, die met zijn idealisme botst tegen de harde, materialistische werkelijkheid wel en dat tragische wordt door Sternheim mooi geaccentueerd. In de gasten van het cabaret herkenden wij vele H. T. C.'ers, die met een opmerkelijke los heid en natuurlijkheid figureerden. De Veree niging voor Huisvrouwen heeft na haar voor stellingen voor haar leden van De Getemde Feeks en Elisabeth van Engelaand, een nieuw groot succes daaraan toegevoegd. Een bewijs van durf en kunstzinnigheid, die niet genoeg op prijs gesteld kan worden. Ook om deze vereeniging verheugen wij ons in den overwel digenden bijval, dien de opvoering van Phaea gisteren in deze stampvolle zaal heeft gehad. J. B. SCHUIL. MUZIEK. GECOMBINEERD CONCERT. ...Haarlem's Luistervinkenkoor", dir. W. Hespe en „Mannenkoor Proza en Poëzie", dir. J. Booda concerteerden Woensdagavond in de Gein. Concertzaal; Hélène TreepCals, Emmy van Eden en mevr. J. NeumanLeef lang werk ten mede: de eerste als sopraansolist, de beide anderen als begeleidsters. Al was dus al het ten gehoore gebrachte in hoofdzaak vocale muziek, afwisseling kon ex- genoeg zijn en die was er ook. 't Begon nog al zoetig. „Mijn Hof' schijnt me niet een der sterkste van Ph. Loots' com posities: 't valt moeilijk eenig verband tus- schen den tekst van Bects en de muziek te vinden. Hespe's „Dag van Toorn" is al even tam als Wiexts' „Waar de hei te bloeien staat". Maar als koorzang was de uitvoering zeer bevredigend; de beschaafde klank en de zuivere intonatie vielen te prijzen. Hélène Cals bracht de eerste welkome af wisseling door de geestige muziek van Scar latti en Bach, die op zoo goed als volmaakte wijze door haar vertolkt werd. Ook P. en P." zong over 't algemeen goed, op een enkel unisono aan 't slot van Hegar's „Die beiden Sarge". Dit werk bracht wat pittigheid in de rij der koornummers, maar met „Gloria" van A. B. H. Verhey verzonken we weer in de zoe tigheid. die door de falsetpartijen der eerste tenoren nog een bijzonder aroma verkreeg. Hiermede was het eerste gedeelte van het programma beëindigd. „Zondagmorgen" van Corn. Dopper volgde na de pauze en gaf aar dige klankeffecten in verbinding met den door mevr. Neuman bespeelden vleugel te hooren. Bij het ..Nieuw Liedje" van den Hertog was in den a-capella-zang eenige neiging tot rijzen aanwezig, die bij „Het Kwezelken" aanhield, maar overigens werd dit nummertje zeer aar dig gezongen: het laatste couplet werd op ver zoek herhaald. Na het gemengde koor bracht Hélène Cals ernstige kunst: mooie en karakteristieke lie deren van Jongen. St. Saëns en WolfFerrari, en haar stem glansde in het forte en bekoorde in het mezza voce als steeds. Emmy van Eden begeleidde prachtig m het applaus was van dien aard dat aan een toegift niet te ontko men viel en een lied van G. van Brucken Fock extra geschonken werd. Toen kwam de muzikale champagne in den vorm van Johann Strauss' „Geschichten aus dem Wiener Wald". Deze wals moge oorspron kelijk niet voor mannenkoor geschreven zijn: de bewerking van Keldorfer klinkt goed en de champagne smaakt in dezen beker er niet minder cm. „P. en P." liet de bekers rondgaan en hoofden en harten werden vervuld dooi den geest van den wijn en zoo werd het slot van het concert nog een heerlijke verkwikking. Emmy van Eden nam de honneurs aan den vleugel waar. K. DE JONG DE TAXI-TARIEVEN. ZIJN TAXAMETERS GEWENSCHT? Men schrijft ons: We hebben nu in onze gemeente een eigenaardigen toestand in het taxi-bedrijf voor zoover het de tarieven betreft, wat het publiek vooi-al bemerkt bij het nemen van een taxi aan het station. Voor eenzelfde rit met hetzelfde aantal personen moest den eenen keer 30 cent be taald worden en precies twee dagen later 60 cent. Nu kan het niet andei-s of dit moet tot moeilijkheden aanleiding geven, vooral met met het oog op het vreemdelingenverkeer en de drukte in den tijd van de bollenvel den. Nu is het ons bekend dat B. en W. alleen het maximum tarief kunnen vaststellen en dat iedere ondernemer gerechtigd is daar beneden te rijden, maar wij stellen ons toch de vraag of er nu niet een behoorlijke tariefregeling gevonden kan worden waarbij dan tevens het tarief op klokken (taxa- meters) wondt aangegeven, zooals ook in de andere plaatsen van ons land geschiedt. In Amsterdam bijv. waar toch een heel wat grooter taxibedrijf is dan hier ter stede, betaalt de passagier één en hetzelfde tarief 'indien hij een taxi van een standplaats, huurt, warbij men ook tevens den prijs op den taxa-meter kan zien. We hebben in Haarlem nu zoogenaamd het goedkooper taxitarief, maar in vele ge vallen (als er drié passagiers zijn) betaalt men meer dan in Amsterdam. Nu hebben de ondernemers in Amsterdam bij B. en W. dier gemeente een verzoek in gediend tot herziening van het tarief n.l. aanslag 25 cent voor 1750 meter met 10 ct. oploopend per 1250 meter tot 45 cent voor voor een onafgebroken stadsrit. Maar zelfs met dit nieuwe tarief betaalt men in Amsterdam, indien er 3 personen zijn (en zelfs ook wel met 2 personen) minder dan in Haarlem, war een eind zal moeten worden gemaakt aan de verschillende ta rieven en taxameters zullen moeten worden ingevoerd. Tot zoover dit. ons gezonden stuk. Ten Stadhuize deelde men ons hieromtrent het volgende mede. De stationneerende taxi's hebben een vast tarief: alleen met particulieren taxi's kan het voorkomen, dat méér gerekend wordt. Het door inzender bedoelde geval kan zich dus met particuliere taxi's hebben voorge daan. Taxameters 100 pet. zekerheid geven die eók niet! zullen de stadsritten onge twijfeld duurder maken. Voor 3 passagiers betaelt men te Haarlem 30 en voor 2 passagiers 20 cent (d.w.z. wan neer men rijdt met Stationneerende auto's); te Amsterdam 40 cent per rit binnen een bepaalde grens. Overigens gaim vergelijkingen tusschen Haai-lem en Amsterdam in 't geheel niet op, daar het verkeer en de toestanden te Am sterdam zoo geheel anders zijn dan te Haar lem. HET JUBILEUM VAN DS. P. W. FOEKEN. Ook in het verdere gedeelte van den dag heeft Ds. P. W. Foeken, predikant bij de Ned. Herv. Gemeente, die gisteren zijn 25- jarig predikambt herdacht, tal van ondubbel zinnige en hartelijke bewijzen van belang stelling en vriendschap ontvangen, vooral van öe Haarlemsche gemeente. Een ontelbaar aantal personen kwam den jubilaris geluk- wenschen. onder wie leden van den Kerke- raad, pi-eaikanten. ouderlingen, diakenen, ca techisanten en oud-catechisanten. Ook leden van den Kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente te Meppel kwamen hun gelukwenschen aan bieden, alsmede belangstellenden uit Ernst, de eex-ste gemeente van Ds. Foeken. Het aan tal bloemstukken is ook heel groot, zoowel van vereenigingen als van particuliere per sonen. Het was voor Ds. Foeken en zijn ge zin een mooie dag. TERAARDEBESTELLING MR. J. B. VAN HOUTEN. Ter aanvulling van het verslag der ter aardebestelling van Mr. J. B. van Houten, in ons nummer van Woensdag zij nog ver meld, dat behalve de genoemden ook op de begraafplaats aanwezig waren de heeren C. W. E. Wilde, penningmeester van de afd. Haarlem van den Bond van Forensen; Mr. H. J. Bool vorzitter der afd. Hilversum en de heer C. van Vliet, voorzitter der afdeeling Bussum van genoemden Bond. WERKVERSCHAFFING IN HET CENTRUM DES LANDS. Het 60 millioen-plan der regeering. In de Eerste Kamer heeft de minister-pre sident kortelings de beteekenis van werkver ruiming andermaal in het licht gesteld en aangekondigd, dat zoo spoedig mogelijk met de uitvoering van verschillende werken een begin zal worden gemaakt. Zooals men weet ligt bet in de bedoeling der regeering om voorloopig 60 millioen gul den hiervoor te besteden. Het plan omvat de vervroegde en versnelde uitvoering van wer ken welke in de toekomst noodig zullen zijn als den aanleg van kanalen en havens, de normalisaties van rivieren, wegen- en brug genbouw, aanleg van vliegvelden enz. Tot de werkzaamheden waarmede nu naar wij gisteren nog in een deel onzea oplage konden melden. spoedig een begin zal worden gemaakt, böhoort een afwateringskanaal in de Geldersohe vallei en het Amsterdam-Rijnkanaal. Hier mee wordt niet alleen bereikt dat ter bestrij ding van de nog altijd voortdurende omvangrijke werkloosheid werkgelegen heden worden geschapen, maar tevens, dat het graven van het eei'stgenoem- de afwateringskanaal de oplossing brengt van een eeuwenoud probleem Aan de gelukkige samenwerking van het rijk en de provincies Gelderland en Utrecht op de basis van het rapport der bekende commis sie Rutgers van Rozenburg is het te danken, dat thans een afwateringskanaal zal worden aangelegd, hetwelk vele en voorname belan gen dient. Het andere groote werk. dat spoe dig staat aangevat te worden is het allerwege bekende Amsterdam-Rijnkanaal. Van den aanvang af heeft vastgestaan dat dit werk niet geheel door het Rijk zou bekostigd kunnen worden; belanghebbenden dat zijn: Amsterdamsen de provincie Noord- Holland, Utrecht en Gelderland) moeten voor een derde der kosten in het werk bijdragen. Amsterdam, Noord-Holland en Gelderland deden bereids toezegging om hun deel mede te dragen in de lasten. Het wachten is nog alleen op de centrum-provincie. Maar ook hier zijn de uitzichten gunstig: Gedeputeer den zijn bereid gebleken ook voor het Am sterdam-Rijnkanaal een subsidie-voorstel in te dienen, dat in de vergadering der Provin ciale Staten van 27 Februari a.s. aan de orde wordt gesteld. Werkverruiming en werkverschaffing is het doel der bespoediging. Vermoedelijk zullen groote gedeelten van den aanleg van het AmsterdamRijnkanaal in de omgeving van Utrecht technisch ge schikt blijken voor werkverschaffing, wanneer machinale arbeid door handenarbeid wordt vervangen. Een voordeel zal dit, wegens den geringen afstand voor de Utreehtsche werk lieden opleveren. Uiteraard geldt hetzelfde voor Amsterdamsche en voor Geldersche werklieden voor de overige deelen van het kanaal. Ten aanzien van de provincie Utrecht koes tert men de verwachting dat van de in werk verschaffing te werk te stellen arbeiders al leen reeds voor de stad Utrecht te rekenen valt op 40 pet. De aanwijzing der werkloozen zal dan over de districtarbeidsbeurs van Utrecht loopen. Heeft alles voortgang zooals de Departe menten van Sociale Zaken en Waterstaat het zich voorstellen, dan zal nog in den loop van den zomer een aanvang met de werken worden gemaakt. En zullen vele honderden werkloozen aan loonend werk kunnen worden geholpen TWEEDE KAMER. De Indische Begrooting. Verschillende sprekers. z.i. een gevaar, waartegen krachtiger moet worden opgetreden, wijl de volksgeest zoo wordt vergiftigd. Ook hij voelde niet veel voor de kolonisatie naar Nieuw-Guinea. Hij had speciaal lof voor de voorzieningen in de voedselschaarschte door de regeeringsmaat- regelen. Deze spreker oefende eenige critiek op enkele onderdeelen der bezuinigingsplan nen en betuigde zijn instemming met het plan om de Marinekosten voor Indië gunsti ger te verdeelen en ook meende hij, dat de kosten voor den Gouv.-Generaal op de Ne- dei-landsche begroobing kunnen worden ge bracht. De schuld van Indië dient vermin derd te worden. De heer Rutgers, die zijn blijdschap uitsprak over den a.s. vliegtocht van den Min. naar Indië meende, dat Indië er feitelijk beter bij staat dan Nederland, omdat men zich daar veel beter aanpast. Over de defensiebezuinigingen bleek hij niet geheel gerust en tevens zag hij gevaar, dat door de materieele zorgen de zedelijke en geestelijke belangen in het gedrang kunnen komen. Dat moet niet. Ook had hij vrees, dat de vrijheid van het bijzonder onderwijs in den druk komt en daartegen waarschuwde hij. Ook bepleitte hij vrijheid voor de predi king van het Evangelie. Waarheen hij voor Indië ook zag, overal vond hij. vooral finan cieel, het perspeotief zeer somber. Een geheel ander geluid deed de heer Roestam Effenda (comm.) hooren. Hij zag de ellende van de bevolking in Indië als een gevolg van het kapitalisme. In de dessa komt men om van armoede en leeft op crediet. En de regeering denkt aan niets anders dan aan de belangen van het koloniale kapitaal. Zij doet niets om den nood te lenigen. Deze spie ker wilde de rente der Indische Staatsschuld annuleeren. Dat zal tenminste iets helpen. Hij riep ten slotte op tot den strijd éegen het kapitalisme, in verband met de arbeiders en boeren in Nederland. Mr. Wesberman (Nat. Herstel) kwam me: een uitvoerige critiek op het Indische beleid, speciaal op dat van den tegenwoordigen Gouverneur-Generaal, die Indië niet kende. 21 Februari. Eerst behandelde de Kamer het ontwerp inzake de conversie van de Indische dollar- leeningen, waarvan op 2 Januari 1934 nog totaal uitstond ruim 122 millioen dollars en ruim 80 pet. in Nederlandsohe handen is. De rente is 6 of 5 12 pot. Onder garantie van het Moederland komen hiervoor in de plaats nu leeningen tegen lager rente, waardoor Indië per jaar reeds rond 15 millioen aan rente minder heeft te betalen Het wetsontwerp, dat dit mogelijk maakt, is door de Kamer zonder debat en zonder stemming aangenomen. Vrijdag zal de Eerste Kamer wel hetzelfde doen. De Kamer is nu weer rustig verder gegaan met de behandeling van de Algean. Beschou wingen der Indische begrooting. De heer Cramer (s.-d.) heeft zich hierbij uitgesproken ten gunste van een sluitende begrooting voor Indië, maar de bezuinigin gen der Regeering vond hij te kras. Hij wilde wel met den Minister meegaan, maar alleen tot de eerste „pleisterplaats". Bezuiniging kan niet uitblijven, maar men moet daarbij zooveel mogelijk sparen de diensten, die de volkskracht sterken. Het bestuurs-appax-aat kan z.i. zeker op eenvoudiger leest worden geschoeid. En bij de belastingverhoogingen is veel te weinig gerekend met de draagkracht der bevolking. Deze spieker voelt voor een eigen industrie in Indië, terwijl ook meer voor de bestrijding der werkloosheid gedaan moeit worden, dan de Regeering wil doen. Voor kolonisaties naar Nieuw-Guinea wil hij geen financieeien steun geboden zien. Wat de vrije meeningsuiting in Indië betreft, gaat men in de beperking daarvan veel te ver, critiek is bijna niet meer geoorloofd. De spi'eker meende, dat de regeering den in vloed van het fascisme in Indië ondei'schat. Dr. Rutgers (a.-r.) wilde opgetreden zien tegen uitingen in de Neder Ia ndsctoe pers, die in Indië wantrouwen en haat zaaien. Dat is De oosterling vraagt gerechtigheid en faitsoen van de regeering en deze spreker betoogde, dat de Gouv.-Generaal twee jaar lang een veel te slappe politiek heeft gevoerd tegen over de extremisten. Men heeft gewetenloozs opruiers de gelegenheid rustig gelaten om de massa op te stoken en is niet tijdig tegen hen opgetreden. Spr. noemde den heer Soe- karno een door en door gevaarlijk demagoog. De heer Schaper, die tijdelijk den voorzit terszetel innam, vond dat woord toch wel een beetje te kras. Mr. Westerman meende, dat de „Leidsche richting" ambtenaren in Indië gebracht heeft, die vriendschap sloten met de op ruiers. Hij meende, dat er een conflict in bet verre Oosten op komst is en hoe wij daar door heen zullen komen, hangt veel af van de orde in eigen huis. De spr. had als giaef tegen den tegenwoordigen Gouverneur-Gene raal. dat hij Indië niet kende en hij be schouwde diens adviseurs als staatsgevaar lijk. Tegen Minister Colijn richtte hij het ver wijt. dat hij nog socialistische en communis tische adviseurs heeft. Laatste spreker van den dag was de heer Van Kempen (lib.) Ook deze vond, dat men langen tijd in Indië te tolerant is geweest. In Indië moet men andere maatregelen ne men dan hier; het gezag moet met rustige kraoht woiden gehandhaafd en eventueel met straffe hand worden ingegrepen. Wilde Dr. Rutgers niets van een rubber-restriotie weten, deze spreker juist wel. Hij vi-oeg meer wexvkloosheidszorg en ook een billijker ver deel ïng der lasten tusschen Indië en het Moederland wat de defensie betreft. Voorts klaagde hij over het kwaad der overplaatsin gen van ambtenaren en militairen in Indië en over de verspilling van geld. Het beleid van Minister Colijn heeft zijn volle vertrouwen en hij vroeg dezen, of hij nu nog naar Indië vliegt of niet? Gaat het door, dan wenscht hij hem goede reis. Overigens gaf spr. wenken over verschil lende onderdeelen der plannen. De belangstelling der Kamer voor de ver schillende redevoeringen op dezen dag was niet groot. Donderdag hooren wij nog enkele sprekers als de heeren Sneevliet (rev. soc.) en Mr. Joekes (v.-d.) En dan komt ook Minister Colijn aan het woord. OBSERVATOR. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet geplaatstwordt de kopij den inzender niet teruggegeven. GEDRANG BIJ VESTIAIRES. Geachte redactie. Telkens na een bezoek aan schouwburg of concertzaal, is het gescharrel bij de vestiaires mij opnieuw een ergernis geweest en meer malen heeft het mij verwonderd, dat aan zoo'n vóór-historischen toestand nog steeds geen einde is gemaakt. Ik kan het daarom niet langer voor mij houden en hoop, dat door dit stukje de respectieve theaterdirecties haar gedachten eens over deze quaestie zullen laten gaan. Het lijkt mij toch zoo eenvoudig, een ver betering aan te brengen. Thans dringt bij het uitgaan der zaal iedereen naar de vestiaire en zoodra heeft iemand zich van een armvol klee- ren meester gemaakt of hij zet „volle kracht achteruit" en dringt zich zoo door de achter hem saamgepakte menigte. Zou het nu niet mogelijk zijn, dat vóór de vestiaire met twee palen en een dik koord een afgesloten pad wordt gevormd? Desnoods wordt bij den éénen kant van dit pad, waar de menschen „in" moeten gaan, een portier geplant, die er op heeft te letten, dat men Zonder dringen-of verdringen, dit pad in gaat. Men geeft .nu in het voorbijgaan de juffrouw zijn of haar kaartje, ontvangt zijn kleeren en verlaat het pad rustig aan den tegenovergestelden kant. Mij dunkt, dat op deze manier, op eenvou dige wijze, aan het onaangename en onbe schaafde dringen een einde zal komen. EEN ABONNé. Haarlem, 18 Februari 1934. DE ASSOCIATIE VOOR LIJKBEZORGING. Geachte Redactie, In Uw blad van Dinsdag 13 dezer kwam een artikeltje voor met den volgenden titel en onderschrift: „Voor den Politierechter". „Een geanimeerde vergadering". Bij lezing van dit stuk bleek mij alras, dat verschillende van de daarin vermelde feiten niet tot hun recht komen en daax-door een onjuist licht op de in het bewuste artikeltje bedoelde zaak werpen, hetgeen ik minder ge- wenscht acht. Het zij mij dan ook vergund enkele feiten „recht" te zetten. In bedoeld artikeltje dan wordt vermeld, dat ik mij verbeeldde door den Penningmees ter van de Coöp. Vereeniging U. A. „Associatie voor Lijkbezorging" te worden gezocht, omdat ik geen fooien meer gaf. Hier is geen sprake van verbeelding, maar van waar heid. De leden van de Associatie, die zich van dé waax-heid op dit punt wenschen te overtuigen, kunnen bij mij twee „Open brieven" in ont vangst nemen, zoomede een afdruk van het Rapport der Commissie van Onderzoek (voor zitter Jhr. Dr. J. C. Mollerus), in welk rap port het „bestuursbeleid" danig wordt becri- tiseerd. Voorts vermeldt het bewuste artikeltje, dat ik vermoedelijk geen candidaat voor den Le denraad der Associatie was en daai'om te rade ging ook candidaten te stellen. Hieromtrent merk ik op, dat de Statuten der Associatie den leveranciers verbieden deel van dien Raad uit te. maken. Wat het stellen van andere, niet door het Bestuur voorgestelde, candidaten betreft, wijs ik er op, dat die tegen-candidaten door het Bestuur tijdens de vergadering aan de leden werden opgegeven. Het was op die vergadering on doenlijk de namen der tegen-candidaten bij te houden, terwijl ook vele leden wegens ge mis aan schrijfmateriaal de namen der te gen-candidaten niet konden noteeren. Daaren tegen had het Bestuur de namen zijner can didaten gedrukt op een vel papier aan de vergadering uitgedeeld, terwijl zooals hierbo ven reeds gezegd de namen der. tegen-candi daten niet behoorlijk konden worden geno teerd. De ledenraad van de Associatie draagt als gevolg van een en ander dan ook een een zijdig karakter en bestaat vrijwel u i t- sluitend uit het Bestuur goed gezinde personen, die straks over het wel en wee der Vereeniging zullen hebben te beslissen. Ten slotte wil ik nog onder de aandacht van de leden bx-engen, dat bij mij diverse schrif telijke stukken beschikbaar zijn. waarin „be stuursbeleid" en „bestuurspolitiek" van het huidige Bestuur der Associatie uitvoerig be sproken worden. Het is inderdaad de moeite waard!!! U, mijnheer de Redacteur, beleefd dankzeg gend voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, B. J. VAN FRANKEN DE LIGHAL-UITVOERING. Jongelui! Door B. en W. van Haarlem, Bloemen'daal en Heemstede is toestemming verleend om met inteekenlijsten te werken om het voor- deelig saldo der uitvoering, hetwelk, dadelijk en in zijn geheel wordt overgedragen aan het Ligiha'lfonds, zoo groot mogelijk te maken. Hiervoor is echter jelui hulp noodig, eexr hulp die ik vele jaren achtereen van de jeugd te Haarlem, Bloemendaal en Heemstede mocht ontvangen. Laten jelui mij, nu ik dooi' het verlaten der scholen geen contact meer met jelui heb, niet in den steek. De tuber culose heeft ons ook nog niet in den steek gelaten en als wij niiet heel erg oppassen, zal de tuberculose zeker weer hetzelfde aantal slachtoffers gaan eisohen gelijk dit voorheen het geval was. Dit kan mag en zal ook nieit gebeuren, als allen spontaan medewerken. Geef jelui daarom nog heden op aan het adres van ondergeteekende, Cruquiusstraat 10 en mocht dat moeilijk zijn, komen jelui dan Zaterdagmiddag a.s. om half twee even aan het Consultatiebureau Ged. Oude Gracht 41, dan kunnen jelui tegelijkertijd een wijk in ontvangst nemen. Ook op de ouderen, die over eenigen vrijen tijd beschikken, doe ik het dringend verzoek te helpen aan het nobele werk, de tubercu- iose-bestrijding. Neemt ook een wijk ter hand; lederen dag een uurtje .en voor die uit voering plaats vindt, is uw wijk afgewerkt. Het zal u zeker een groote voldoening schen ken eenige vrije uren besteed te hebben in het belang der lijdende mensehheid. Vertrouwende dat velen aan bovenstaande oproeping gehoor zullen geven en u, geachte redactie, hartelijk dank betuigeirde voor de plaatsing, teeken ik A. J. MEIJERINK.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 14