UIT HET BUITENLAND
Koning Albert's laatste gang.
DE NIJENRODEZAAK.
VRIJDAG 23 FEBRUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Samenwerking in Centraal-Europa. - Italië, Oosten
rijk en Hongarije wenschen een uniforme buiten
landsche politiek te v;.r sn. - Plan voor een tolunie.
Hongarije.
Nauw contact tusschen Italië,
Oostenrijk en Hongarije.
De Italiaansche onderstaatssecretaris van
Buitenlandsche Zaken Suvich, heeft te Boe
dapest belangrijke politieke en economische
kwesties met den Hongaarschen premier
Goemboes en zijn medewerkers besproken.
De grondslag van alle verdere besluiten zal
naar Reuter verluidt zijn. dat abso
luut wordt vastgehouden aan de voorgeno
men Italiaansche-Hongaarsch-Oostenrijksche
tol-unie. Gezien de huidige technische, doch
vooral economische en politieke moeilijkhe
den zou echter de definitieve verwezenlijking
der tolunie tot een later tijdstip worden uit
gesteld.
Daartegenover zullen de wederzijdsche eco
nomische relaties aanzienlijk versterkt wor
den, hetgeen ook in een overeenkomst zal
worden neergelegd. In de eerste plaats echter
worden de productie-mogelijkheden van de
drie staten nauwkeurig onderzocht, opdat zij
aan de wederzijdsche behoeften kunnen wor
den aangepast, zoodat de verhouding tus
schen de drie landen later gemakkelijk in een
tol-unie kan worden omgezet. Ook over den
politieken toestand, de Oostenrijksche kwes
tie en de houding der Kleine Entente jegens
het tol-unie-plan is gesproken. Een definitief
besluit over de hangende kwesties zal zoo
spoedig mogelijk te Rome worden genomen.
Nader wordt uit Boedapest gemeld:
Op den voorgrond der besprekingen van
heden tusschen staatssecretaris Suvich en de
Hongaarsche staatslieden stond de kwestie
der nadere vaststelling van de buitenlandsche
politieke lijn der tot samenwerking bereid
zijnde drie staten, Italië, Oostenrijk en Hon
garije. Besloten werd, een organisatiestatuut
in het leven te roepen ter vaststelling van
een uniforme buitenlandsch-politieke lijn op
dezelfde wijze als de Kleine Entente indertijd
wederzijds bindende richtlijnen heeft vastge
legd in een organisatiestatuut. Daar de Kleine
Entente door dit statuut de beteekenis heeft
bereikt van een groote mogendheid, moet daar
met gelijke middelen tegenover getreden wor
den. De voorbereidende besprekingen zijn be
ëindigd. De onderteekening van het organi
satiestatuut zal te Rome plaats vinden.
Dmtschland.
Duitsche partijen in het
Memelgebied verboden.
Het Littausche telegraafagentschap meldt:
De rechter van onderzoek heeft den beiden
Duitschen partijen in het Memelgebied, nl. de-
Socialistische Volksgemeenschap en de Chr.
sociale Arbeidersgemeenschap, iedere ver
dere actie verboden en wel met het motief
dat beide partijen er naar streefden, het Me
melgebied langs den weg van een gewapen-
den opstand aan Littauen te ontrukken.
Oostenrijk.
Nog een doodvonnis
voltrokken.
Het standgerecht te Linz heeft gisteravond
drie leden van den Schutzbund, die bij den
opstand een luitenant en 2 Alpenjagers heb
ben gedood, veroordeeld tot den dood door den
strop. Nu het standrecht is opgeheven, is het
vonnis gewezen op grond van de regeerings-
verordening, volgens welke moord, brand en
openlijke gewelddaden met den dood kunnen
worden gestraft.
Een der veroordeelden is reeds terecht
gesteld. De beide anderen zijn begenadigd;
hun straf is veranderd in levenslange gevan
genisstraf.
Chr.-Socialen tegen de
Heimwehren.
Uit toonaangevende Ohr. sociale kringen
verluidt, ter zake van de hangende onder
handelingen over de opheffing der politieke
partijen en de reorganisatie van den staat,
dat de Chr.-sociale partij ontbinding
slechts zou kunnen aanvaarden onder voor
waarde. dat tegelijkertijd de automatische
ontbinding der Heimwehren geschieden zou.
De Heimwehren aldus de opvatting zijn
als politiek-militaire organisatie evenzeer
een politieke partij als de Chr. socialen. An
ders zou slechts een enkele politieke partij,
de Heimwehren. blijven bestaan en deze zou
dan de uitsluitende macht in den staat uit
oefenen.
Argentinië.
Opstand in San Juan eischt
15 dooden.
In de provincie San Juan is een op
stand uitgebroken tegen den gouverneur
Canboni. Er heeft een hevige schietpartij
plaats gehad, het regeeringspaleis is door
brand vernield. 15 personen zijn omgekomen
o.w. de broeder van den gouverneur en het
hoofd der politie. De gouverneur zelf zou
gewond zijn. Volgens een officieel commu
niqué is zijn verblijfplaats onbekend.
Aan generaal Jones is opgedragen het
gouverneurschap op zich te nemen cn de
orde te herstellen. Hij wordt gesteund door
de federale troepen.
WEER INCIDENTEN IN DE
BELGISCHE KAMER.
EEN COMMUNIST EN EEN VLAAMSCH-
NATIONALIST VERWEKKEN TUMULT.
BRUSSEL, 22 Febr. (V.D.) De Kamer is
hedenavond in geheime zitting bijeengekomen
om te beraadslagen over den tekst van een
huldigingsadres aan den nieuwen koning.
Reeds onmiddellijk bij het begin van de zitting
eischte de Vlaamsche nationalist Borginon
openbaarheid der zitting, daar kwesties be
handeld werden, die voor de openbaarheid
van belang waren. De persoon van den koning
zoo vervolgde hij is ons onverschillig,
maar dit debat eischt openbaarheid. Toen hij
betoogde, dat geen der Belgische koningen het
initiatief had genomen ten gunste van de
rechten van het Vlaamsche volk, ontstond er
een storm van verontwaardiging en minister
Van Cauwelaert bestreed de uiting van den
afgevaardigde fel.
Toen daarna de communistische afgevaar
digde Motte een toespeling maakte op geruch
ten, volgens welke Koning Albert de hand
aan zichzelf zou hebben geslagen, kwam het
tot heftige incidenten. Een der communisten
wilde zich op een soc.-democraat storten.
Slechts met moeite kon hij door de zaal
knechts bedwongen worden.
De voorzitter zag zich tenslotte genoodzaakt,
de zitting op te heffen.
Naar nader wordt medegedeeld over deze
kamerzitting, hebben de uiteenzettingen van
den Vlaamschen nationalist Borginon niet al
leen bij de afgevaardigden van de andere
partijen, maar ook bij de overige Vlaamsche
afgevaardigden scherp protest gewekt. Gelijk
uit het zittingsprotocol gebleken is, heeft de
communistische afgevaardigde Motte bij de
vermelding van den dood van koning Albert
alleen gesproken over „merkwaardige omstan
digheden". Wat de kwestie van dei doods
oorzaak betreft verluidt overigens nog. dat
deze waarschijnlijk nog door de justitie onder
zocht zal worden. De minister van justitie zal
binnenkort met de procureur-generaal bespre
kingen daarover openen.
Adres van hulde aangenomen.
BRUSSEL, 22 Febr. (V.D.) In een nieuwe
Kamerzitting is het adres van hulde aan den
nieuwen Koning aangenomen. Zeven soc.-
democraten, drie communisten en de
Vlaamsch-nationalen stemden tegen.
(Van onzen Correspondent)
22 Februari.
Het was een donkergrijze morgen. Van tijd
tot tijd een trage motregen, welke echter
nooit lang aanhield. De menigte, die met
een bovenmenschelijk geduld den ganschen
nacht achter de hekken had doorgebracht,
zag er bleek van vermoeienis en gemelijk
uit. Het trottoir was allerwegen bezaaid met
vette papieren en sinaasappelschillen. Enkele
hadden stoelen meegebracht en hier en daar
zag men zelfs matrassen op straat. Toen het
vaag begon te dagen en de eerste groepen
voor het défilé zich bij de Halsche Poort be
gonnen te verzamelen, was nog het eind van
dit lange moeilijke wachten niet te voorzien.
De stoet van oudstrijders, welke van half
acht af voor de baar zou defileeren. vertrok
een klein half uur te laat van het begin
punt. In het druilige. vochtige ochtendlicht
liepen ze in breede rijen van zestien, in ge
strekte pas over het plein voor het paleis.
Alle vaandels met zwart krip bevloersd,
negen diep en de mannen, het gelaat strak en
ernstig naar de katafalk gericht, hervonden
in weerwil van hun burgerzondagspakken
iets terug van hun oude militaire stramheid.
Deze stille hulde van de oud soldaten aan
hun vorst en opperbevelhebbers duurde tot
bij half elf ononderbroken voort. In het ge
heel trokken een tachtigduizend deelnemers
aan den wereldoorlog langs het koninklijk
paleis. Hun défilé dat geopend werd door de
zware invaliden in hun wagentjes, vond zijn
bekroning in de indrukwekkende groep van
de ..fraternelles", de grootste organisatie van
frontsoldaten in den lande. Betrekkelijk laat
in het leven geroepen, hebben deze ..frater
nelles". welke voor het eerst de oudstrijders
per regiment groepeerden, al heel spoedig een
overwegende beteekenis en een niet te on
derschatten invloed gekregen. Hun delegatie
bestond uit niet minder dan twintigduizend
man. welke vele honderdtallen vlaggen en
vaandels met zich voerden. Als bijzonderheid
moet verder vermeld worden, dat dit maal
voor het eerst de Vlaamsche Oud Strijders
(de V.O.S.). hun oppositioneele houding op
gevende. aan een officieele optocht deel
namen. Ook vele Fransche groepen waren
vertegenwoordigd. Deze passeerden in twee
afdeelingen, ieder met een hondertal vaan
dels. De afgevaardigden van de kantons
Eupen en Malmedy trokken in het bijzonder
de aandacht. Zij droegen de typisch Duitsche
sjerpen en voerden ook hun oude Duitsche
oorlogsvaandels mede, waarop later in het
midden een Belgische wapenstilstand was
aangebracht.
De kist met het stoffelijk overschot van
Koning Albert I was. bedekt met het natio
nale zwart-goud-rood. op een affuit midden
voor het paleis geplaatst voor de kolonnade.
Het brpede terras ervoor was in een weelde-
rigen bloementuin herschapen. Naast de
kist stonden de ordonnansen des konings met
getrokken sabel, alsmede de minister-presi-
POLITIEKE MOORDEN IN
NICARAGUA.
Generaal Sandinozijn broer en vier
aanhangers gedood.
Generaal Sandino.
LONDEN, 22 Februari (V. D.) Naar uit
Managua wordt gemeld, ls volgens een re-
geeringsmededeeling generaal Sandino. lei
der van den opstand van 1932/33, vermoord.
Ook de broer van Sandino, Socrates, alsmede
twee zijner vrienden zijn in den afgeloopen
nacht door leden van de nationale garde
voor de poorten van Managua gedood. Verder
verluidt, dat ook de generaals Umanzor en
Estrada, die aan de zijde van Sandino hebben
gevochten, op gewelddadige wijze om het
leven zouden zijn gekomen.
In geheel Nicaragua is de censuur inge
steld.
De president heeft bevolen, dat de gebeur
tenissen direct moeten worden onderzocht en
het congres om volmachte nverzocht, opdat de
openbare veiligheid en orde kunnen blijven
gehandhaafd.
PRINCE EEN LASTIGE
GETUIGE.
HOOGE AUTORITEITEN AAN
STICHTERS TOT DEN MOORD?
Uit Parijs: De zoon van den vermoorden
gerechtelijken ambtenaar Prince heeft tegen
over een medewerker van de „Echo de Paris"
verklaard, dat zijn vader vaak tegenover hem
er over gesproken heeft, dat in de door hem
behandelde aangelegenheid hooge politieke
persoonlijkheden betrokken zijn, waaronder
dent graaf de Broqueville en dr. Albert
Devèze, minister van defensie. De achter
grond werd gevormd door een breede rij van
hofdlgnitarissen in groot tenue.
Volgens het protocol der plechtigheid had
de stoet zich om tien uur in beweging moeten
zetten. Toen dan ook om bij half elf nog
niet het eind te zien was van de onafzienbare
afdeelingen oudstrijders, werd noodgedwon
gen het défilé afgebroken. Daarna vormde
zich, betrekkelijk snel en volgens een nauw
keurig uitgewerkt plan, de groote stoet welke
geopend werd door een corps marechaussee
te paard, gevolgd door de muziek van de
guides, welke echter niet speelde, eveneens
te paard. Daarna had men de detachemen
ten van vreemde troepen tusschengevoegd.
De Italianen, de Fransche matrozen en de
Engelschen. die met hun kleurrijke uniform
en het witte lederwerk, bijzonder de aan
dacht trokken. Dan artillerie en lanciers.
De regimentsvaandels waren tot een impo
sante groep samengevoegd, welke gevolgd
werd door de volledige generale staf. waar
achter op hun beurt de delegaties der regi
menten volgden. Deze bestonden uit een
officier van iederen rang. een onderluite
nant, een sergeant, een korporaal en een
soldaat, welke allen naast elkaar op één
breeden rij liepen. Achter deze uitgebreide
vertegenwoordiging van het leger had men
wederom een groep vaandels opgesteld. Het
waren ditmaal de roemrijke symbolen, welke
in het oorlogsmuseum in de Cinquantenaire
bewaard worden.
In purper en wit, rijk met kanten en goud
borduursel bezet, begeleidde langzaam de
hooge geestelijkheid van België 's konings
laatste gang. Dan. geheel alleen te paard,
een officier die de koninklijke standaard
draagt en daarop de kist onder de vlag ge
trokken door zes zwarte paarden. De koorden
worden vastgehouden door de voorzitters van
Senaat en Kamer, de eerste minister, de
minister van justitie en binnenlandsche za
ken. door de generaals De Keuninck. Biebuick
en Termonia. Naast deze koordendragers
loopen de hooge dignatarissen. Vlak achter
de kist, hinkend, 's konings lievelingspaard
dat op het kerkplein uit de stoet geleid wordt.
Even een leege ruimte dan de prinsen en de
delegaties.
Wanneer de stoet op het ploi*1 voor de
kathedraal van Ste. Goedele is aangekomen
klaart het weer iets op. De zon breekt niet
door, maar de geheele atmosfeer krijgt een
zilveren tinteling waarin de honderden va
riaties der uniformen bont en warm leven:
uniformen van alle legers, afgewisseld met
de statiegewaden van gezanten en ministers
naast de rood-bekruïste witte mantels der
Malthezer ridders en het felle ruimer dat de
leden der hooge rechterlijke colleges dragen
Het indrukwekkendste moment van de
plechtige optocht, beleven we wanneer de
zelfs eenige ministers. Ook de vroegere proc.-
generaal Pressard op wien de rechtsche bla
den in verband met de Stavisky-affaire felle
aanvallen hebben gedaan, is in de documenten
van zijn vader beticht van ambtelijke over
tredingen. De familie van den vermoorde ver
moedt. dat Prince is omgebracht op aanstich
ting van diegenen, die een lastigen getuige
kwijt wilden zijn.
Prijs voor aanwijzing omtrent de
moordenaars.
PARIJS. 22 Febr. (V.D.) Naar aanleiding
van de besprekingen, die Doumergue met den
minister van justitie Chéron en den minis
ter van binnenlandsche zaken Sarraut heeft
gevoerd over de zaak-Prince, is besloten met
alle ter beschikking staande middelen de ach
tervolging op te nemen van de moordenaars
en hun eventueeele lastgevers. Een belooning
van 100.000 francs is uitgeloofd voor aengene
die nadere inlichtingen kan verschaffen over
de daders.
EEN ZWEEDSCHE FILMMAATSCHAPPIJ
ONDER PRINS SIGVARD?
Prins Sigvard van Zweden, die 8 Maart
te Londen in het huwelijk zal treden met
Erika Patzek, heeft naar Reuter uit Stock
holm verneemt, eerst getracht zijn huwelijk
in Berlijn te doen voltrekken.
Hij was er evenwel niet in geslaagd in het
bezit te komen van alle documenten, die een
vreemdeling noodig heeft om in Duitschland
te trouwen. Daarom besloot hij naar Enge
land te gaan, waar huwelijken gemakkelijker
gesloten kunnen worden.
Prins Sigvard heeft te Upsala gestudeerd
?n promoveerde in 1929 tot doctor in de filo
sofie. Daarna volgde hij de kunstacademie,
hij toonde grooten aanleg voor tooneelspeler
Verwacht wordt, dat de prins in Zweden
een eigen filmmaatschappij zal oprichten.
De toekomstige schoonvader van den prins,
Anton Patzek, heeft talrijke bezittingen in
het noorden en westen van Berlijn. Hij is
van eenvoudige afkomst en heeft zichzelf
opgewerkt.
5e dag.
DE KASTEELHEER.
Als men zoo hoort uitweiden over een kas
teel met slotgrachten, ophaalbruggen en poor
ten, denkt men zich een burchtheer in 't har
nas of, minder strijdlustig, in een kleurig ge
waad met een gevederde baret.
Helaas, de tijden der romantiek zijn voorbij:
een burchtheer van tegenwoordig kan iemand
zijn zonder blazoen en zonder aangemeten
harnas. Als je hem ziet heeft hij een aangeme
ten colbertpakje, 't kan zelfs confectie zijn en
hij onderscheidt zich uiterlijk in niets van ons,
gewone burgers.
Heden onderscheidde de kasteelheer zich
echter van den gewonen rustigen burger, door
dat hij in de beklaagdenbank zat en zich had
te verantwoorden, omdat hij zich schuldig ge-
geestelijkheid gegroepeerd rond de kardi
naal-aartsbisschop-primaat van België, mon
seigneur Van Roey, uit de Koloniënstraat de
breede Kanselarij straat indraait en lang
zaam vol wijding op het kerkgebouw toe-
schrijdt, gevolgd door de kist.
De Hertog van Brabant, morgen Koning
Leopold ni, zag er zichtbaar vermoeid en
verslagen uit. Hij had roode, gezwollen oogen
en met een diep doorgroefd gelaat naar be
neden gewend, liep hij tusschen zijn broeder,
de graaf van Vlaanderen en zijn zwager de
prins van Piëmont. De president van de
Fransche Republiek, de prins van Wales,
prins Hendrik, prins Felix van Luxemburg
en de andere vorstelijke personen en staats
hoofden omgeven door hun delegaties liepen
in een nauwkeurig door het protokool vast
gestelde rangorde achter de prinsen. Het
trok algemeen de aandacht dat. om te be
wijzen hoezeer Albert I in alle kringen ge
liefd was, de socialistische vertegenwoordi
gers is groote getale opgekomen waren. On
der de groep van staatsministers, welke vlak
achter de regeering liep. viel de ietwat ge
bogen gestalte en de karakteristieke kop van
Emile Vandervelde sterk op.
Tijdens de kerkdienst die, gelijk trouwens
de gansche plechtigheid, door-de radio uitge
zonden werd, begaven de journalisten zich
naar Laeken om daar nogmaals het défilé te
zien voorbetrekken. De Staatshoofden en vor
sten die het traject van het paleis naar de
kathedraal te voet hadden afgelegd, bestegen
na den kerkdienst hun rijtuigen.
Gehoorzaam aan de wensch van de konin
gin en de prinsen werd nooh bij het defile
der oudstrijders, noch bij de begrafenisstoet
muziek gemaakt: de gansche plechtigheid
voltrok zich in een volmaakte, beangstigende
stilte. Het publiek, dat in dichte massa's
langs den geheelen zeskilometerlangen weg
samengepakt was, toonde een diepe en op-
rechte ontroering en gedroeg zich. in weer
wil van het enerveerende wachten, op zeer
waardige wijze. Geen wanklank werd ge
hoord. slechts hier en daar een snerpende,
hartverscheurende gil wanneer, hetgeen nog
al eens gebeurde, een vrouw in het gedrang
beklemd en bang geworden, in zwijm viel.
Voor het overige: rust. gedempte stemmen
en het zware, haast dreigende gebeier der
klokken. Wie dit niet gezien heeft, kan zich
moeilijk een voorstelling vormen van den
omvang en de compactheid der menschen-
menigte. Op het vrije gedeelte der straat,
achter de hekken en de troepen, was geen
vierkante centimeter onbezet. Alle daken,
alle goten, alle balkons zagen zwart van
nieuwsgierigen, die voor gevaar en duizeling
niet bevreesd bleken te zijn. Overal, op de
ongewoonste plaatsen zaten, stonden hin
gen menschen: op de hekken van het park.
bij de boomen en op de steenen pilaren bij de
ingang. Politie, gendarmerie en leger heb
ben op een zeer voldoende wijze en daarbij
gemoedelijk, zonder één oogenblik geweld te
gebruiken, de orde weten te handhaven Op
dit oogenblik heb ik nog geen enkel bericht
ontvangen van ongeregeldheden, van het
doorbreken der cordons of van ernstige on
gelukken. Voor zoover ik kan nagaan is er
geen seconde sprake geweest van chaos of
van pogingen tot manifesteeren. De commu
nisten, die inzagen, dat er voor hen geen
kans was. hebben zich volkomen onthouden.
Deze nationale plechtigheid, grootsch en
eenvoudig, is van begin tot het eind verloo-
pen in een onaangetaste sfeer van ingeto
genheid, nationaal gemeenschapsgevoel en
oprechte rouw.
JAN GRESHOFF.
maakt zou hebben aan oplichting, door listig
en bedriegelijk aan de verzekeringsmaatschap
pijen. die zijne, in het van slotgrachten en op
haalbruggen voorziene kasteel aanwezige goe
deren tegen diefstal hadden verzekerd, te
hebben medegedeeld, dat eenige van die goe
deren waren gestolen, terwijl hij zou hebben
geweten, dat dit niet zoo was. Hij zou name
lijk in overleg met iemand, dien men gevoege
lijk een ridder te voet zou kunnen noemen,
een plan hebben opgesteld om die goederen
uit het kasteel te doen weghalen.
Dit alles weten we reeds uit de vorige, met
deze zaak samenhangende processen, die eerst
behandeld zijn om de verdachten hierin thans
als getuigen tegen den kasteelheer te kunnen
voorbrengen.
De hoofdgetuige in dezen is natuurlijk de
bovenbedoelde ridder te voet, want. zooals uit
de vorige processen is gebleken, zou de kasteel
heer er angstvallig voor gewaakt hebben, met
geen der overige medespelenden in het drama,
dat wel eens de allures van een kluchtspel
aanneemt, in kennis te komen, en zooals een
hunner indertijd verklaarde, was de lust om
kennis te maken hunnerzijds ook niet bijzon
der groot, want hij had vernomen, dat ieder,
die het terrein van het kasteel ongevraagd
betrad, werd doodgeschoten, wat levendige
herinneringen opwekte aan de oude roof
ridders.
Eerlijk gezegd, hebben we nooit gehoord,
dat de heer van Nijenrode die oude roofridder
manieren heeft gehad en we willen dan ook
aannemen, dat de burchtheer zich aan de ge
bruiken van den tegenwoordigen tijd heeft
aangepast.
Nu ter zake. De verklaringen van den secre
tarie-ambtenaar te Breukelen. die thans voor
de zooveelste maal kwam verzekeren, dat hij na
den diefstal door den heer van Nijenrode was
opgebeld, zoomede de verklaringen van de
rechercheurs, die ook niet veel licht in de zaak
brachten, kunnen we stilzwijgend voorbijgaan,
terwijl we het verhaal van den vriend ook niet
in bizonderheden behoeven te vermelden, aan
gezien hij alles reeds als verdachte heeft mee
gedeeld. Nu kwam echter het duet tusschen de
beide heeren. De kasteelheer ontkende den
ander opdracht te hebben gegeven en was van
oordeel rechtmatig het geld van de verzekering
te hebben ontvangen.
Eenigen tijd na de inbraak had de vriend,
dien hij meermalen financieel had gesteund,
zich echter ontpopt als een schavuit, want hij
was bij den kasteelheer gekomen en had ge
zegd ..Hoor eens. ik weet van de zaak af en er
is een combinatie, die bereid is te verklaren,
dat u de inbraak zelf heeft doen plegen. U
moet geld geven om dat te voorkomen". Dat
was dus reine chantage. De president drukte er
zijn verwondering over uit. dat de kasteel
heer niet dadelijk de politie had opgebeld om
dat te vertellen, want dat had toch in de lijn
gelegen van iemand, die bestolen is.
Waarom hij het niet gedaan had of liever,
waarom hij eerst met dat verhaal was aange
komen, toen de zaak aan 't rollen was en de
heeren reeds in arrest zaten?
De kasteelheer erkende dom geweest te zijn
door niet dadelijk naar de politie te gaan,
maar hij had overwogen, dat zijn tegenpartij
wel eens geloof zou kunnen vinden en dan
zijn naam in opspraak gebracht zou worden.
Ik begrijp niet. zegt de president, waarom U
in brieven, die U na dien tijd aan den getuige
hebt geschreven, dezen aanspreekt als „Ge
achte Heer" en hem op het adres noemt: „Den
Weledelgeboren Heer", terwijl de brieven ein
digen met: „Hoogachtend". Zoo spreek ie
toch gewoonlijk niet tegen iemand, die er op
uit is je te chanteeren.
Och ja. dat kwam, omdat hij nu eenmaal
den weg had gekozen zoete broodjes te bakken
in stede van naar de politie te gaan.
Voorts blijkt uit de verhooren, dat de kas
teelheer den ander vóór de zoogezegde
chantage een juweelen broche had gege
ven om te beleenen voor f 1000 en dat geld
had de ander mogen houden te leen dan
omdat de vriend in de penarie zat. En ook had
hij later pogingen aangewend om den vriend
door middel van wissels en beleening van
schilderijen f 8000 te verschaffen, wat echter
niet is doorgegaan. Die f 1000 en die f 8000
kloppen wonderwel met de bedragen, waarvan
sprake is geweest als belooning voor de ver
huizers, maar de kasteelheer zegt, dat de
ander f 8000 noodig had om een faillissement
te voorkomen en dat ze daarvoor werden ge
geven. Waarom die broche moest beleend wor
den? Had de kasteelheer dan geen duizend
gulden? Och. ja wel, maar die broche lag er
toch maar voor niets en de vriend behoefde
niet te weten over hoeveel contanten de kas
teelheer de beschikking had.
De vriend zegt. dat hij. toen de jongens het
beloofde geld niet kregen, heen en weer ge-
loopen heeft van de jongens naar den kas
teelheer en omgekeerd, tot de laatste hem
ten slotte de deur wees, nadat gebleken was,
dat de jongens de goederen, geheel of ten deele
aan de verzekering hadden gebracht. Dit zou
den kasteelheer woedend gemaakt hebben en
die wilde toen geen cent meer geven.
Later had de vriend den ander nog eens een
brief over een tabakshandel geschreven, welke
bedoeld was om de relaties weer aan te knoo-
pen. maar zoover was het niet gekomen.
Uit de in beslag genomen correspondentie
zou blijken, dat de kasteelheer met den vriend
in onderhandeling was geweest over bftleenen
van schilderijen: de vriend zegt, dat dit alles
maar camouflage was en dat het in andere
bewoordingen ging over de inbraak, hetgeen
de kasteelheer ontkent, er was wel degelijk
sprake geweest van beleening van schilderijen
en over expertise dier kunstwerken door een
professor.
Tenslotte werden beiden gearresteerd en
eerst toen volgde de aanklacht van den kas
teelheer, wiens naam toen toch in opspraak
was. De vriend beantwoordde die aanklacht
met de bekende onthullingen.
De president vroeg aan den vriend-getuige:
Volgens het systeem van den verdachte zou
U dus de inbraak op touw hebben gezet en
zou U duizend gulden voorschot aan de ver
huizers hebben moeten geven? Hoe kwam U
aan die duizend gulden?
Maar meneer de president, ik had toch geen
duizend gulden.
Na alles wat we zoo omtrent de financieele
omstandigheden van den getuige gehoord
hebben, die echt. wat men noemt, gedallest
was. is dat zeer zeker vreemd, want vast staat
toch wel. dat de personen, bij het weghalen
der goederen rechtstreeks of zijdelings betrok
ken. duizend gulden ontvangen hebben en
duizend gulden te krijgen, als je op zwart
zaad zit. is lang niet gemakkelijk. De duizend
gulden van de broche konden het niet zijn
want die is eerst later beleend, trouwens de
vriend zegt. dat hij daarvan maar twee of
driehonderd heeft gekregen voor gemaakte
onkosten tijdens de onderhandelingen; de
rest hield de kasteelheer.
We kunnen niet bepaald zeggen, dat na den
vijfden dag de zaak in kannen en kruiken is;
mogelijk zullen de zestig getuige a charge en
a décharge, welke nog voor het hekje moeten
verschijnen, het gewenschte licht verschaffen.
In allen gevalle bezorgen zij de rechtbank nog
een paar dagen werk.
Zaterdag 6e étappe,
Grootsche en eenvoudige plechtigheid.