■phi STAATSGEHEIMEN. FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door THEA BLOEMERS (Nadruk verboden) 27 „Ik zeg u nog eens, mijnheer Darden", als die ontzettende, sloopende zenuwspanning niet spoedig ophoudt, wordt ze gek. Ze slaapt niet meer. ze eet niet meer, ze lacht niet meer geen schaduw van een glimlach komt meer op haar gezicht. En als zij, of Malloy, denkt, dat ik nog langer aan dat spelletje meedoe en werkloos aanzie hoe zij zich opoffert om dien kwajongen te beschermen, dan hebben zij het mis. Het kan me niet schelen wat er van komt, maar ik pas ik heb er genoeg van Haar oogen gloeiden nu van opgewonden heid haar vuisten waren gebald haar heeie houding drukte grimmige, vastbesloten energie uit. Met een plotselinge, onwillige be weging van de schouders rukte zij zich los van het gesprek met den detective en keerde haastig naar de flat terug. Terwijl hij langzaam de trappen afliep, be gon George Darden het nieuwe materiaal in zijn altijd-bezigen geest te verwerken. Wan neer Malloy Revis zeven jaar geleden ge kend had. overwoog hij, dan werd daardoor de waarschijnlijkheid grooter dan ditzelfde ook voor Mary Haskell gold. zooals hij van den aanvang af had vermoed. Maar wanneer dit inderdaad zoo was, zou Malloy dit na tuurlijk thans stijf en strak ontkennen. En ook Miss Haskell zou volharden in haar ont kenning. Op welke manier kon hij een beetje schot in de zaak krijgen, die nu min of meer op het doode punt was, peinsde de detect've. Buckner? Neen, Mary Haskell zou Buckner zeker niets vertellen al hing haar leven er van af. Wacht hij was er Buckner's moeder die was de geknipte persoon om uit het meisje, met wie haar zoon wilde trou wen, een geheim los te wringen; de geknipte persoon er was eenvoudig geen betere denkbaar! Mevrouw Buckner zou een bezoek krijgen van Mr. George Darden van de Cen trale Recherche XIX. De duistere gangen van een senator. George Darden had een conferentie met Mr. Fleming .een der kopstukken van den geheimen dienst van het Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken en zeker niet de minst in telligente onder zijn collega's. Inderdaad, de zaak-Revis was eenigszins op het doode punt geraakt en Darden had ingezien, dat hij geen hulp, die hij bij mogelijkheid kon krijgen, on gebruikt mocht laten. Van alle kanten werd steeds luider op een arrestatie aangedrongen. Nash en de hoofdcommissaris hielden den detective telkens voor, dat hij het beloofde, be slissende bewijs blijkbaar niet leveren kon en kondigden hun voornemen aan om Malloy als verdacht voor moord in verzekerde bewaring te stellen. „Wacht u nog tot morgenmiddag", had hij gepleit en met tegenzin was hem dit uitstel nog toegestaan. Dat was Zaterdag geweest. Twee uur later zat hij in Flemings^ kamer en ging met dezen schranderen en duchtig georienteerden speur der systematisch de feiten na, die hun beiden bekend waren. ..Het is een gecompliceerde geschiedenis" stemde Fleming toe. „Hier aan het departe ment hebben jullie den heelen tijd aan de mo gelijkheid vastgehouden, dat Buckner zelf het document uit handen gegeven heeft,niet waar?" merkte de detective op. „We hebben tenminste de mogelijkheid niet buiten beschouwing gelaten'. „Waarom?" Fleming lachte veelbeteekenend. „Kom je nu ook tot dit Inzicht?" „Buitengesloten is het niet", stemde Darden aarzelend toe. „Dat wil zeggen, hij is in ieder geval zoo danig in de zaak verwikkeld, dat het abso luut noodzakelijk is te weten waarin zijn aan deel bestaat, voordat kan worden vastgesteld wat anderen deden of niet deden". „En je wilde van mij weten wat eigen lijk?" „Alles wat je me vertellen kunt! Ik wil je wel eerlijk bekennen, Fleming, dat ik in den aanvang een fout heb gemaakt. Ik ging van de veronderstelling uit. dat Buckner een man is, die niets met vrouwen uitstaande heeft." „Een mooie jongen !Ik had verwacht, dat je een beter menschenkenner zoudt zijn, maar enfin, jij kent onze politieke grootheden niet zoo als wij hier aan het departement Er zijn meer van die heerenwaarover we een aardig boekje kunnen opendoen." „Ja. ja". Darden knikte peinzend. Toen; .Ik heb de zaak niet van dien kant bekeken, in de overtuiging, dat hij tot over zijn ooren op Miss Haskell verliefd is. En ik kon me4 vooral met het oog daarop niet voorstellen, dat hij iets te maken zou hebben met een vrouw uit de omgeving van Revis. Maar alle getheore tiseer daargelaten, ik wilde wel graag een paar bijzonderheden van je hooren over Miss Conner, Martha Conner.' „Dus je hebt van haar gehoord" „Ja. Ik ben ten slotte tot dezelfde overtui ging als jullie gekomen, dat het verstandig was aandacht te wijden aan alle dames, die zich in de vriendschap van Revis of Buckner kunnen hebben verheugd. En ik heb mij ook. evenals de geheime dienst, laten inlich ten over de telefoongesprekken die dien Zon dagavond van den moord uit het huis van Revis gevoerd zijn Miss Martha Corner en Mis Patton zijn uit zijn buis ongeb^'d". „En", voegde Fleming erbij, „en Senator Buckner'. „Ja hij ook". „Wat we over Miss Conner weten", hernam Fleming, „komt hier po neer dat ze een mooie kleine brunette van 'n jaar of dertig is, die op het Ministerie van Buitenlandsche Zaken werkt. Meestal heeft ze een of anderen aan bidder maar ze leeft heel kalm". „En Zondagavond is ze bij Revis geweest, nietwaar?" „Dat wras een hoogst-belangrijk punt. waar omtrent de autoriteiten in het duister tastten. De dame in kwestie hield hardnekkig vol dien avond niet te zijn uitgegaan. Ze gaf toe het telefoongesprek gevoerd te hebben en maakte zelfs geen bezwaar tegenover de poli tie den inhoud daarvan te herhalen. Revis had haar eerst uitgenoodigd toen dringend verzocht, 's avonds om tien uur bij hem te komen. Maar ze ontkende beslist gegaan te zijn en evenmin had ze Zondagavond bezoek gehad neen ze had geen sterveling gesproken. Miss Conner's verklaring was een getrouwe copie van die van Lucy Patton. „Ik voor mij geloof, dat ze er wel geweest is" beantwoordde Fleming Dardens's laatste vraag. „Ik geloof het maar zeker weten doe ik het niet. Er is geen bewijs". „Wat brengt je ertoe het te gelooven?" „Dat zal ik je uitleggen. Na het gesprek met Miss Conner heeft Revis niet meer getelefo neerd. Lucy Patton blijft erbij dat ze ge- weigerd heeft te komen en uit het feit dat hii Miss Conner opgebeld heeft, leid ik af. dat Miss Patton de waarheid zegt. Als nu Miss Conner evenesens geweigerd had. zou Revis de volgende op zijn lijstje hebben opgebeld. Er zijn nog minstens twee vrouwen, die zoowel Revis als Buckner hebben gekend". .Die redeneering sluit als een bus", erken de Darden. „En", vroeg hij verder, „is het juist dat zij, zooals ik gehoord heb. vertelde dat Buckner 'n dag of tien voor den moord bij haar is geweest? En dat dit alleen maar een beleefdheidsbezoek was, waarbij de naam Revis niet is genoemd". „Dat heeft ze inderdaad verteld. Ze beweer de nooit een liefdesverhouding met Buckner te hebben gehad. Ze kende hem overigens goed zei ze; ongeveer 'n jaar was hij begon nen nogal notitie van haar te nemen en se dert dien had hij haar met lange tusschen- poozen opgezocht, maar altijd in eer en deugd!" „Het is natuurlijk evenmin met zekerheid te zeggen, of Buckner den avond van den moord bij Revis in huis is geweest", opperde Darden. „Natuurlijk niet. Als we dat konden. George zouden we hem direct onder verdenking van moord in voorloopige hechtenis laten nemen. Dat zou niet meer dan zijn verdiende loon zijn omdat hij het document in handen heeft gegeven voor Hij zweeg even en Darden vulde aan: .Voor geld of om een schandaal te vermij den, dat Revis zou hebben ontketend door zijn heimelijke liefdeshistories aan de groote klok te hangen. Dat bedoelde je toch, niet waar?" Fleming staarde een oogenblik nadenkend voor zich uit. ,.Ja", gaf hij daarop ietwat aarzelend toe. „Wat denk je eigenlijk van Buckner?" vroeg Darden na een lange pauze. „Zooals ik daar net al zei, er loopen hier in Washington meer van dat soort heeren rond. Een man in hooggeplaatste positie, in het bezit van een meer dan gewone dosis ij delheid en zich verbergend achter een mas ker van waardigheid en ernst, schept er be hagen in voor Sultan te spelen en zijn ooren te laten streelen door de zoetste stem die er voor hem op de wereld bestaat: die der vrou welijke vleierij! Hij voelt zich wat je noemt kiplekker in de heldenrol van den grooten mijnheer, die zich verwaardigt tot korte amourettes met eenvoudige meisjes en die overeenkomstig bewierookt wordt. Zooiets is aangenaam, gemakkelijk en kalmeerend voor de gespannen zenuwen, na een dag van har den arbeid voor 't heil van het vaderland, nietwaar, vooral als deze bloemen der liefde in 't verborgene bloeien (Wordt vervolgd) HONDERDDUIZENDEN waren getuigen ran den taatsten tocht van het stoffelijk overschot door Brussel - Een detail van da dichte menigte. ONDER OVERWELDIGENDE BELANGSTELLING en in tegenwoordigheid van talrijke buitenlandsche vorstelijke r personen vond Donderdag te Brussel de begrafenis plaats van wijlen Z. M Koning Albert van België. Een schitterend overzicht van den stoet voor de St. Gudule. EEN IMPOSANTE GROEP uit den treurigen stoet die het stoHelij'k overschot van den beminden vorst naar de laatste rustplaats begeleidde. VERSCHILLENDE BUITENl ANDSCHE REGIMENTEN waren bq da plechtigheid tegenwoordig Een detachement Fransche matrozen in den begrafenisstoet.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9