Uit de wereld van.
HET HAARLEMSCHE STADSBEELD.
Een kwijnende zeventigjarige.
Handel, de blind
geworden componist.
GRAAF CUTELLI,
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
8
Hoe het eens was.
Hoe het geworden is.
Gezicht van het Zuider Buiten Spaarne tiaar de Zomervaart.
De levensgeschiedenis van de speelbank
in Monte Carlo.
Men heeft in den laatsten tijd alarmeeren-
de berichten vernomen omtrent den toestand
van de beroemde speelbank in Monte Carlo:
in het begin van het vorig jaar al kon de
directie, voor het eerst sinds de oprichting van
de bank, geen dividend uitkeeren, en dat feit
wekte begrijpelijkerwijze onrust en bezorgd
heid in het. kleine staatje Monaco, dat in alle
mogelijke opzichten, maar vooral in finan
cieel, in zoo nauw verband staat met het be
kende Casino, dat sinds jaar en dag op de rots
des Spelugues staat en uit alle landen van de
wereld de speellustigen trekt of beter: trok.
"Want in het afgeloopen jaar is het aantal be
zoekers van de bank weer zoo achteruit ge
gaan, dat de directie tot verschillende nood
maatregelen heeft moeten overgaan om haar
zalen toch nog zooveel mogelijk gevuld te
krijgen; zoo heeft men o.a. bij het baccarat-
spel één der bepalingen opgeheven, waaraan
de bank tot nu toe hoofdzakelijk haar winsten
dankte, en bovendien heeft de staat Monaco
moeten verklaren, dat het te bezien staat of
zij. nu haar voornaamste bron van inkomsten
praktisch gesproken niet meer vloeit, haar
staatsburgers en de vreemdelingen, die haar
gastvrijheid genieten, in de toekomst nog be
lastingvrijheid zal kunnen garandeeren. En
daarmee zal dan het geval zich in den vicieu-
zen cirkel gaan bewegen, die in deze wereld al
zooveel narigheid op zijn geweten heeft, want
de mogelijkheid is natuurlijk groot, dat een
aanmerkelijk deel van het groote aantal
vreemdelingen, dat Monaco en vooral Monte
Carlo bevolkt juist om die belastingvrijheid,
een goed heenkomen zal zoeken naar één van
de weinige in Europa nog overgebleven landen
waar het door de lage valuta voor buitenlan
ders goedkoop wonen is: Spanje misschien, of
het vooral het laatste jaar steeds meer op
komende Dalmatië. dat een, zoo het kan, nog
beter klimaat heeft dan de Riviera. En waar
schijnlijk zal dat dan het slot zijn van de
bijna ongeloofelijke periode van welvaart, die
het kleine sprookjesstaatje aan de Middel-
landsche Zee achter den rug heeft, en of er
op die eerste ooit nog een tweede zal volgen
is een groote vraag. Het is waarschijnlijk, dat
deze slechts financieele toestand van de bank
nog verscherpt wordt door het feit. dat zij in
een zelfden tijd, waarin de crisis begon, be
sloot schuin tegenover het oude casino een
nieuw gebouw te laten zetten, waar en dat
zou, zoo dacht men, voor de ware gokkers de
aantrekkelijkheid van Monte Carlo nog aan
zienlijk verhoogen geen limiet aan de hoog
te van de inzetten gesteld zou worden, in
tegenstelling met de oude bank, waar in de
„cuisine" de gewone speelzaal iedere in
zet de 1000 francs niet te boven mag gaan. De
bouw van het nieuwe casino heeft een tijd
lang scil gelegen, maar ten slotte is het toch
voltooid en verleden jaar, precies zeventig jaar
na de opening van hst oude casino aan zee, is
het opengesteld voor het publiek dat toen
al lang niet meer zoo druk kwam als vroeger
en dat bovendien ook op veel kleinere schaal
speelde dan vroeger, zoodat er van de per
missie om onbegrensd hoog in te zetten maar
betrekkelijk weinig gebruik werd gemaakt-. En
Monte Carlo zit met zijn niet rendeerende
nieuwe en zijn geen noemenswaardige winsten
meer .makende oude casino: waar moet nu
het geld vandaan komen om het sprookjes
achtige vorstendommetje met zijn volmaakte
wegen en straten, zijn feeërieke verlichting,
zijn parken en fonteinen, zijn politie en leger
met zijn prachtige operette-uniformen, en de
hofhouding van zijn prins in stand te hou
den? Op de laag bij de grondsche wijze van
alle niet-sprookje-sachtige staten: uit de zak
ken zijner belastingbetalers: en dan zal er
spoedig aan Monaco weinig sprookjesachtigs
meer zijn, want ook de Monegaskische belas
tingbetalers zullen er voor passen om voor
hun geld fonteinen te laten spuiten en een
heele stad avond aan avond te doen baden
in licht en parken te onderhouden, die vroe
ger terecht bijna de allermooiste ter wereld
heettenomdat er fabelachtige sommen aan
ten koste gelegd werden de fluweelige gras
velden. waarop de tuinlieden liepen met
plankjes onder hun schoenen geboden, omdat
het profanatie was om zulke grasvelden met
schoenen te betredende prachtige bed
den en perken met bloemen, waarin nooit een
enkel verdord bloempje aan de vergankelijk
heid van aardsche dingen herinnerde
alles uit!
Wie ooit al die sprookjespracht in en om
Monte Carlo's casino gezien heeft, en nu
tracht te bedenken, dat dit alles in de toe
komst mogelijk en zelfs waarschijnlijk tot
achteruitgang en verval gedoemd is, zal zich
ook moeilijk kunnen voorstellen, dat nog maar
zeventig jaar geleden Monaco een armoedig
en weinig bevolkt landje was, en het stadje
Monaco op den bekenden rots van Monaco
een triest, vuil en pover stadje, terwijl Monte
Carlo, dat nu zoo blank en frank op de rotsen
ligt. nog niet bestond. De rots des Spélugues
was een kaal, troosteloos en onbewoond brok
graniet. Wie is het geweest, die dit alles ge
maakt heeft tot wat het tegenwoordig Is. en
tot wat het misschien in de toekomst niet
meer zal kunnen blijven?
Men hoort vaak zeggen, dat een Duitscher
het kleine, armelijke staatje, dat in die jaren
niet, zooals tegenwoordig, op de grens van
Frankrijk en Italië lag, maar dat een onaf
hankelijk vorstendommetje midden in het
koninkrijk Sardinië was, dat zich toentertijd
tot verder dan Nice uitstrekte, zoo omhoog
hielp en waarschijnlijk komi dat omdat de
man. die den eersten grooten stoot gaf tot het
ontstaan van het tegenwoordige Monte
Carlo, vóór dien tijd al zijn sporen in
Duitschland verdiend had met het exploitee-
ren van de beroemde speelbank in Homburg;
maar hij was een rasechte Provencal, met
name Louis Blanc, die, nadat hij zich in Eor-
deaux en Parijs een tijdlang bezig had ge
houden met financieele speculaties en bank
zaken, op het idee kwam om in Duitschland
een badplaats met speelgelegenheid in het
leven te roepen. Hij riep de hulp van den
landgraaf van Hessen in, kreeg van hem een
concessie, en stichtte in 1840 in Homburg een
casino met bijbehoorende parken, hotels en
villa's, dat vrijwel onmiddellijk een reusach-
tise vlucht nam, en waaraan Blanc millioenen
verdiende. Hij begreep, dat het voor hem van
buitengewoon groot belang was, dat Homburg
geen concurrenten zou krijgen, en toen dan
ook eenige jaren later de stad Nice ernstig
overwoog om ook een speelbank op te richten,
bewoog Blanc, die niet de eerste de beste was,
en bovendien een Provengal, hemel en aarde
om dat plan te verhinderen. Hij ging naar
Turijn, de hoofdstad van Sardinië, waartoe
Nice toen nog behoorde, en kreeg gedaan,
dat de regeering weigerde de vereischte con
cessie te geven. Toen niet lang daarna het
stadsbestuur van Nice zijn poging nog eens
hernieuwde, begon Blanc in Nice met behulp
van brochures en krantenartikelen een hef
tige campagne tegen dat onzedelijkste aller
snelen; het hazardspel! En toen hij meende,
dat hij wel voldoenden indruk gemaakt had.
reisde hij nog eens naar Turijn en wist daar
in het parlement een interpellatie te doen
indienen, die den minister de uitdrukkelijke
verklaring deed afleggen, dat er in Sardinië
nimmer gelegenheid zou worden gegeven tot
het- beoefenen van hazardspelen. Blanc was
daarmee tevreden, hoewel het naburige on
afhankelijke staatje Monaco, dat. nog een
zachter klimaat en een nog beter beschutte
ligging had dan Nice, hem eenigszins een
doorn in het oog bleef
En wat hij gevreesd had werd dan ook be
waarheid; prins Florestan I en zijn gemalin
prinses Caroline, een vooruitstrevend en
energiek vorstenpaar, waren door Nice op een
idee gebracht, en deden alle mogelijke moeite
om tot oprichting van een speelbank in hun
land te komen; na eenige mislukte pogingen
werd dan ook in 1856 aan twee Franschen
een concessie van 35 jaar voor den bouw en
de exploitatie van een badplaats en speel-
inrichting verleend de baden heetten de
hoofdzaak te zijn, maar men speculeerde na
tuurlijk op de attractie, die van een specl-
inrichting uit zou gaan en hoopte, dat bin
nen niet al te langen tijd het armelijke Mona
co tot een bloeiend en welvarend „station
d'hiver" zou groeien. Twee maanden na het
verleenen van de concessie stierf de vorst;
maar nog in December van 1856 woonden
prinses Caroline en haar zoon, prins Charles
I, de opening van de eerste speelzaal in hun
vorstendom bij: het was weliswaar een speel
zaal van bescheiden afmetingen in een villa
aan de haven van Monaco, maar men had alle
hoop binnenkort tot den bouw van een pom
peuzer inrichting te kunnen overgaan. Dat
bleek een misrekening te zijn, en vooral de
slechte verbinding met Nice was daar oorzaak
van: er was een stoombootje, dat éénmaal per
dag op en neer voer, en er was een oude om
nibus, die vier uur over den tocht deed. Maar
hoewel het aantal bezoekers ver beneden de
verwachtingen bleef, werd toch op den 18en
Mei 1858 de eerste steen gelegd voor een defi
nitief casino op den rots des Spélugues, waar
de exploitanten 100.000 vierkante meter grond
hadden kunnen koopen tegen 22 centimes per
vierkanten meter. Dat is dezelfde grond,
waarop tegenwoordig het casino nog steeds
staat, en men kan dus moeilijk zeggen, dat
dat een slechte geldbelegging is geweest: maar
in het begin moeten de exploitanten daar wel
eens anders over gedacht hebben: noch het
nieuwe casino, noch het oude, in de villa Bel-
levue. floreerde. Toen de Fransche regeering
in 1360, na de inlijving var. Nice, besloot de
spoorlijn tot Monaco door te trekken en bo
vendien een nieuwen weg langs de kust aan
te leggen, beloofde de toestand iets beter te
worden, maar hoewel de concessie al verschei
dene malen van eigenaar was veranderd, het
gebrek aan voldoende geld om aan de exploi
tatie ten koste te leggen bleef één van de
groote hinderpalen, en het was te voorzien,
dat alleen een exploitant met voldoende mid
delen om de zaak op veel grootscheepscher
voel dan tot nu toe in te richten en exploitee-
ren. succes zou hebben.
En de man, die dat ook begreep en in April
1863 dan ook de concessie overnam, was Louis
Blanc. de oprichter van Homburg, en de agi
tator tegen het onzedelijke hazardspel van
veertien jaar geleden in Nice. Homburg had
hem schatrijk gemaakt, en bedrijfskapitaal
ZUIDER BUITEN SPAARNE
BIJ DE ZOMERVAART
De oude toestand was, ook hier weer, hoewel
op deze plaats niet heel veel veranderd is,
mooier dan de tegenwoordige. Er zijn evenwel
in de toekomst als de geldmiddelen dei-
stad het weer toelaten veranderingen te
verwachten. Er moet op die plaats een breede
weg en flinke brug komen.
bezat hij dus genoeg: hij zag op geen kosten,
en herschiep in minder dan geen tijd het
casino op den rots der Spélugues en zijn om
geving in een waar sprookjesparadijs dat,
dank zij een flinke reclamecampagne in het
buitenland, meteen siroomen bezoekers trok.
De op die manier ontstane stad, voorname
lijk bestaande uit hotels, restaurants en
luxueuse winkels, kreeg naar prins Charles
II den naam van Monte Carlo, en Blanc's
schepping floreerde zoo, dat hij na zijn dood,
in 1877, hoewel hij voortdurend groot sommen
bleef besteden aan Monte Carlo en zijn casi
no, een vermogen van 88 mlllioen naliet aan
zijn twee dochters, die er een berooiden prins
Radziwill en een even berooiden prins Bona
parte mee veroverden, en aan zijn eenigen
zoon Camille Blanc. Die zoon zette de exploi
tatie van Monte Carlo voort, bouwde in 1878
het tegenwoordige casino en voer er even wel
bij als zijn vader. Maar Monaco zelf voer er,
door de voorwaarden van de concessie, ook
lang niet slecht bij tot op het huidig oogen-
blik.
Wat de toekomst zal brengen, is nooit met
zekerheid te voorspellen; maar dat het een
vraag is of Monte Carlo Monte Carlo zal kun
nen blijven is een vaststaand feit. In Monaco
zelf heerscht de bezorgde overtuiging, dat
het met de bloeiperiode, die zeventig jaar ge
leden begon, afgeloopen is.
WILLY VAN DER TAK
Het zal binnenkort 175 jaar geleden zijn,
dat Handel, de groote toondichter, stierf. Deze
beroemde toonkunstenaar wérd 23 Februari
1685 te Halle aan de Saaie geboren. Reeds op.
zijn zevende jaar had hij een buitengewone
vaardigheid in het pianospelen en hij trof in
Zachau, den organist van de domkerk te
Halle, een bekwaam leermeester, onder wiens
leiding hij zulke bewonderenswaardige vor
deringen maakte, dat hij op zijn negende
jaar reeds een uitstekende compositie ver
vaardigde.
Te Berlijn kreeg hij les van Attilio en ver
volgens toog hij naar Hamburg, waar hij or
kestmeester werd. Hij was toen nog geen 15
jaar oud. Zijn eerste opera, die hij compo
neerde, was „Almira", die 30 avonden achter
elkaar werd gespeeld; ook zijn „Florinde" en
„Nero" maakten veel opgang.
Na vijf jaar verliet hij Hamburg en reisde
naar Florence, Venetië en Rome, waar hij
luisterrijk werd ontvangen. Te Rome schreef
hij zijn beroemde serenade „Alcide en Gala
tea". Na zes jaar keerde hij naar zijn vader
land terug om kapelmeester te worden van
den Keurvorst van Hannover.
Korten tijd later stak hij over naar Enge
land. Hier vervaardigde hij zijn beroemde
opera's „Rinaldo". „Amadis" en .Theseus",
waarmee hij geweldige successen oogstte.
Ongelukkigerwijze kreeg hij twist met den
zanger Venesino, den lieveling des volks.
Handel gaf Venesino zijn ontslag, verbond
zich met Heideger en engageerde nieuwe
zangers uit Italië. Doch na drie jaar moest hij
het „Hay Market Theater" aan de Italianen
overlaten. Handel legde zich toe op de orato
ria, die echter niet als zangstukken, maar als
concerten werken gegeven. Zijn „Messias"
ontmoette uit dien hoofde eerst slechts een
koel onthaal, doch werd te Dublin geestdrif
tig ontvangen; eenige maanden later werd hij
ook te Londen toegejuicht. Andere groote
oratoria zijn „Samson", „Judas Macabaeus"
en „Japhta".
Ofschoon hij later blind werd, zette Handel
zijn werk voort. Hij stierf den 14den April 1759.
Tegenwoordige toestand.
DE CELUIDSPECIALIST UIT HOLLYWOOD
HET MAKEN VAN LAWAAI
EEN WETENSCHAP!!
DUITSCHE TREINEN GAAN
SNELLER RIJDEN.
NIEUWE REMMETHODES IN ONDERZOEK.
De Duiitsohe spoorwegen hebben groote
plannen tot het vergrooten van snelheid en
veiligheid van het treinverkeer. Men hoopt
deze plannen reeds in 1934 en 1935 geheel te
verwezenlij ken
Allereerst wordt gestreefd naar een ver
dubbeling van de thans bestaande snelheid.
Op de langzaamste trajecten zullen de trei
nen met een snelheid van 80 tot 100 K.M.
loopen; het locaaiverkeer zal worden onder
houden door treinen met een snelheid tot
120 K.M. en op de groote trajecten zal de
snelheid tot 150 a 180 K.M. worden opge
voerd.
Bij de nieuwe locomotieven zal evenals bij
de wagens het stroomlij nprin cipe worden toe
gepast, dat op de proeftrajecten, zooals op
BerlijnHamburg, goede resultaten heeft
gehad. Dat de vorm der voertuigen bij groote
snelheden een groote rol speelt, blijkt wel uit
het feit, dat een locomotief van de nieuwe
soort zevecn achtste van zijn kracht gebruikt
voer het overwinnen van den tegenstand der
lucht en één aohtete voor het overwinnen
van den tegenstand der rails.
Bij de plannen der Duitsche spoorwegen
heeft men zich gehouden aan de stelling:
goed remmen is belangrijker dan snel rijden.
De treinen, die thans in gebruik zijn en die
een snelheid van 144 K.M. kunnen bereiken,
kunnen na 840 meter tot stilstand worden
gebracht. Die remsnelheid zou voor de toe
komst onvoldoende zijn en daarom worden
op het oogenblik nieuwe methodes onder
zocht, die bij een snelheid van 180 K.M. den
trein na 500 Meter tot staan moeten 'bren
gen.
Thans beschikken de Diiatscthe spoorwegen
over een stelsel van 100.000 signalen, d.i. één
oer 575 meter spoorbaan De 17.000 seinhui
zen bezitten 300.000 handles. Een moderni
seering van dit veiligheidssysteem zal voor
afgaan aan de verhooging der snelheid.
(Van onzen Weenschen correspondent).
„Mein Bruder macht im Tonfilm die Ge-
rauscheDat is een lied, dat een paar
jaar geleden buitengewoon populair is gewor
den. Het maken van lawaai voor de geluidsfilm
is mettertijd tot een wetenschap gegroeid. Te
Weenen houdt zich op het oogenblik een van
de bekendste lawaaimakers uit de filmwereld
op, een van de bestbetaalde specialisten van
de ateliers van Hollywood. Hij is een Italiaan
en een heuschelijke graaf, die vroeger officier
bij de koninklijke Italiaansche marine is ge
weest. Het is graaf Cutelli, die de Oude Wereld
na den grooten oorlog vaarwel gezegd heeft
om zich naar Amerika te begeven teneinde
daar op de een of andere manier zijn geluk te
beproeven. Hij kreeg al vrij spoedig een en
gagement als filmacteur er werden toen in
de groote Amerikaansche studios alleen nog
maar „stomme" rolprenten vervaardigd en
hij had succes, want hij werd algemeen ..de
Italiaansche Lon Chaney" genoemd. Later
werd hij regisseur en het kwam ook wel eens
af en toe voor, dat hij scenarios schreef. In
het jaar 1925. toen de geluidsfilm zegevierde,
brak er in Hollywood een groote crisis uit. Tal
van beroemde acteurs en actrices, die voor het
nieuwe genre niet geschikt waren, werden ont
slagen en ook graaf Cutelli werd op straat ge
zet. Vier maanden lang was hij werkloos. Hij
had vroeger wel eens cither gespeeld en hij
slaagde er nu in af en toe met zulk een instru
ment als solist op radio-concerten te mogen
spelen. Door zijn contact met de radiowereld
was hij in de gelegenheid nu en dan opvoerin
gen van „hoorspelen" bij te wonen en daarbij
zag hij met wat voor moeilijkheden men soms
te kampen had bij het weergeven van gelui
den, die een bepaalden indruk moesten te
voorschijn roepen. Wanneer bij het opvoeren
van het een of andere misdadïgersstuk een re
volverschot gelost moest worden en men
schoot werkelijk een pistool af, dan kwam het
geluid in de ontvangtoestellen meestal dof
over, dat heelemaal niets op een pistoolschot
leek. Wanneer er in een stuk een champagne-
flesch ontkurkt moest worden, dan leek het
knallen van de prop in de radio in het geheel
niet op het oorspronkelijke en bedoelde geluid,
doch dan was het net, alsof er ergens gesist
werd. Wanneer ergens met lepels en vorken
gerammeld moest worden, dan was het, alsof
men het wapengekletter van een heele leger
macht hoorde. Wanneer men voor een micro
foon een stuk papier verfrommelde, was het
geluid, dat overkwam, veel en veel te sterk.
De snuggere Italiaan begreep dus, dat hier
een uitgestrekt arbeidsveld braak lag. En hij
begon verschillende experimenten te maken.
Hij oefende zich om zelfs alle mogelijke die
rengeluiden na te bootsen. Hij brulde als een
leeuw, d.w.z. als een radio-leeuw, hij loeide
als een draadlooze koe, en hij blaatte als een
schaap. Hij wist verschillende instrumenten
te construeeren, waarmede hij het rollen van
den donder, het huilen van den wind en tal
van andere geluiden kon weergeven. Hij werd
de geluiden-specialist in het radio-studio van
Warner Brothers van den zender „K.F.W.B."
in Hollywood. Al spoedig werd hij nu ook in
geluidsfilm-ateliers geroepen. Zijn eerste ho
norarium bedroeg vijftig dollars per dag. Dat
was bij het draaien van het filmwerk „Tree
passer" met Gloria Swanson. Dan volgden
films met Greta Garbo, Douglas Fairbanks,
Mary Pickford, Maurice Chevalier (de zingen
de hond in de Liefdesparade) en Emil Jan-
nings in de hoofdrollen, bij welke opnemingen
Cutelli een belangrijke factor was.
Hij wijdde zich nu geheel aan de nieuwe
wetenschap van de techniek der geluiden, hij
richtte zelf een laboratorium op, waarin hij
alle geluiden, die in de wereld voorkomen,
netjes construeerde. Hij maakte er een karto-
theek van met een uit ettelijke duizenden
nummers bestaanden catalogus en telkens
weer deed hij nieuwe uitvindingen. Zijn sy
steem wordt tegenwoordig in Amerika bij de
radio en bij het vervaardigen van geluidsfilms
en gramofoonplaten toegepast.
Hij maakte ook „geluids-sprookjes" voor
kinderen, welke geregeld voor de radio opgé-
voerd worden. De twee hoofdpersonen in deze
sprookjes zijn de poppen Jou-jou en Jouette,
die tezamen alle mogelijke avonturen beleven.
Graaf Cutelli vervaardigt op het oogenblik
een paar geluidsmachines en een paar gramo
foonplaten voor de „Ravag", de Oostenrijk-
sche radio-omroepmaatschappij. Hij heeft
daarmede enkele experimenten ten beste ge
geven en daarbij zelf voor de micriofoon het
woord gevoerd.
W. M. BEKAAR
STUDIO SNUFJES.
De tien beste films voor 1933? The Film
Daily heeft den uitslag gepubliceerd van
een stemming over deze vraag. En die luidt:
Cavalvade komt bovenaaan met verreweg de
meeste stemmen.
42nd Street bezet de tweede plaats en dan
komen in volgorde The Rivate Life of Henry 8,
Lady for a day, State Fair, Farewell to Arms,
She done him wrong, I am a fugitive,
Madchen in Uniform, Raspoetin en de Kei
zerin.
Er zou o.i. wel iets aan te merken zijn op
deze volgorde en deze keus. Zou bijv. Extase
niet genoemd moeten worden?
De meest films, die aangehaald worden,
hebben al in Haarlem gedraaid, en van de
anderen zullen er hier nog worden vertoond.
Dat er voor de journaals snel gewerkt moet
worden, illustreert het volgende. De Mel
bourne Cuprennen werden opgenomen door
een Fox operateur. Het negatief is van Mel
bourne naar Sydney gebracht per vliegtuig
door Sir Charles Kingsford Smith en 6 uur
nadat de rennen gehouden waren, draaide 't
journaal reeds in de theaters in Sydney.
Smith vloog den afstand van Melbourne naar
Sydney '590 mijl) in drie uur en vijf en veer
tig minuten in de Miss Southern Cross.
Harold Lloyd is thans bezig met een nieuwe
film, de Cats Paw, naar een feuilleton in de
Saturday Evening Post van Clarence Buding-
ton Kelland. Sam Taylor regisseert deze film.
Hij maakte zes jaar geleden veel Lloyd's films.
Fox zal de film uitbrengen.
Thelima Todd, bekend uit Fra Diavola en
talrijke kluchten met Zasu Pitts, is geënga
geerd voor een rol in B. G. De Sylva's musi
cal voor Fox „Bottom's Up". In „Bottom's
up", geschreven dcor Budy De Sylva, Sid
Silvers en David Butler, worden de belang
rijkste rollen vervuld door Spencer Tracy,
John Boles, Sid Silvers, Herbert Mundin, Pat
Paiterson en Harry Green.
De film Onder VaLsche Vlag met Gustav
Fröhlioh wordt in Amerika bij de Universal
opnieuw opgenomen met Amerikaansche ar
tiesten en uitgebracht onder den naam Ma
dame Spy.
„Als wij trouwen, lieveling, dan krijg je een
vrouw in huis die uitmuntend kan koken."
„Dat doet me zeer veel genoegen, schat,
maar ik wist niet, dat je in het geheim hebt
leeren koken!!"
„Nee, maar mama komt toch bij ons wonen,
niet?"
„Kijk, dat is toch werkelijk een mooie hoed.
Wil je dien hebben?"
„Welnee, Frits, zooiets da-aagt tegenwoor
dig geen vrouw meer!"
uEn die andere, daar achter?"
Och, schei toch uit! Dat draagt tegenwoor
dig iedere vrouw"
Menigeen ziet op reizen om de wereld min
der dan anderen op voetreizen.
Over menige zaak kan daarom geen gras
groeien, wijl er te lang op getreden wordt.
Over den slechten tijd wordt het meest ge
klaagd in de koffiehuizen en kroegen.
Als men een goede uitvlucht vindt-, wan
neer men een plicht verzuimt, gevoelt men
schier de voldaanheid, als had men dien
vervuld.
Tengevolge van groote droogte staan Venetië's
kanalen ongeveer droog. Men heeft dus thans
geen gondels noodig.