Uit de wereld van. HET HAARLEMSCHE STADSBEELD. Een kwijnende zeventigjarige. Handel, de blind geworden componist. GRAAF CUTELLI, ZATERDAG 24 FEBRUARI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 8 Hoe het eens was. Hoe het geworden is. Gezicht van het Zuider Buiten Spaarne tiaar de Zomervaart. De levensgeschiedenis van de speelbank in Monte Carlo. Men heeft in den laatsten tijd alarmeeren- de berichten vernomen omtrent den toestand van de beroemde speelbank in Monte Carlo: in het begin van het vorig jaar al kon de directie, voor het eerst sinds de oprichting van de bank, geen dividend uitkeeren, en dat feit wekte begrijpelijkerwijze onrust en bezorgd heid in het. kleine staatje Monaco, dat in alle mogelijke opzichten, maar vooral in finan cieel, in zoo nauw verband staat met het be kende Casino, dat sinds jaar en dag op de rots des Spelugues staat en uit alle landen van de wereld de speellustigen trekt of beter: trok. "Want in het afgeloopen jaar is het aantal be zoekers van de bank weer zoo achteruit ge gaan, dat de directie tot verschillende nood maatregelen heeft moeten overgaan om haar zalen toch nog zooveel mogelijk gevuld te krijgen; zoo heeft men o.a. bij het baccarat- spel één der bepalingen opgeheven, waaraan de bank tot nu toe hoofdzakelijk haar winsten dankte, en bovendien heeft de staat Monaco moeten verklaren, dat het te bezien staat of zij. nu haar voornaamste bron van inkomsten praktisch gesproken niet meer vloeit, haar staatsburgers en de vreemdelingen, die haar gastvrijheid genieten, in de toekomst nog be lastingvrijheid zal kunnen garandeeren. En daarmee zal dan het geval zich in den vicieu- zen cirkel gaan bewegen, die in deze wereld al zooveel narigheid op zijn geweten heeft, want de mogelijkheid is natuurlijk groot, dat een aanmerkelijk deel van het groote aantal vreemdelingen, dat Monaco en vooral Monte Carlo bevolkt juist om die belastingvrijheid, een goed heenkomen zal zoeken naar één van de weinige in Europa nog overgebleven landen waar het door de lage valuta voor buitenlan ders goedkoop wonen is: Spanje misschien, of het vooral het laatste jaar steeds meer op komende Dalmatië. dat een, zoo het kan, nog beter klimaat heeft dan de Riviera. En waar schijnlijk zal dat dan het slot zijn van de bijna ongeloofelijke periode van welvaart, die het kleine sprookjesstaatje aan de Middel- landsche Zee achter den rug heeft, en of er op die eerste ooit nog een tweede zal volgen is een groote vraag. Het is waarschijnlijk, dat deze slechts financieele toestand van de bank nog verscherpt wordt door het feit. dat zij in een zelfden tijd, waarin de crisis begon, be sloot schuin tegenover het oude casino een nieuw gebouw te laten zetten, waar en dat zou, zoo dacht men, voor de ware gokkers de aantrekkelijkheid van Monte Carlo nog aan zienlijk verhoogen geen limiet aan de hoog te van de inzetten gesteld zou worden, in tegenstelling met de oude bank, waar in de „cuisine" de gewone speelzaal iedere in zet de 1000 francs niet te boven mag gaan. De bouw van het nieuwe casino heeft een tijd lang scil gelegen, maar ten slotte is het toch voltooid en verleden jaar, precies zeventig jaar na de opening van hst oude casino aan zee, is het opengesteld voor het publiek dat toen al lang niet meer zoo druk kwam als vroeger en dat bovendien ook op veel kleinere schaal speelde dan vroeger, zoodat er van de per missie om onbegrensd hoog in te zetten maar betrekkelijk weinig gebruik werd gemaakt-. En Monte Carlo zit met zijn niet rendeerende nieuwe en zijn geen noemenswaardige winsten meer .makende oude casino: waar moet nu het geld vandaan komen om het sprookjes achtige vorstendommetje met zijn volmaakte wegen en straten, zijn feeërieke verlichting, zijn parken en fonteinen, zijn politie en leger met zijn prachtige operette-uniformen, en de hofhouding van zijn prins in stand te hou den? Op de laag bij de grondsche wijze van alle niet-sprookje-sachtige staten: uit de zak ken zijner belastingbetalers: en dan zal er spoedig aan Monaco weinig sprookjesachtigs meer zijn, want ook de Monegaskische belas tingbetalers zullen er voor passen om voor hun geld fonteinen te laten spuiten en een heele stad avond aan avond te doen baden in licht en parken te onderhouden, die vroe ger terecht bijna de allermooiste ter wereld heettenomdat er fabelachtige sommen aan ten koste gelegd werden de fluweelige gras velden. waarop de tuinlieden liepen met plankjes onder hun schoenen geboden, omdat het profanatie was om zulke grasvelden met schoenen te betredende prachtige bed den en perken met bloemen, waarin nooit een enkel verdord bloempje aan de vergankelijk heid van aardsche dingen herinnerde alles uit! Wie ooit al die sprookjespracht in en om Monte Carlo's casino gezien heeft, en nu tracht te bedenken, dat dit alles in de toe komst mogelijk en zelfs waarschijnlijk tot achteruitgang en verval gedoemd is, zal zich ook moeilijk kunnen voorstellen, dat nog maar zeventig jaar geleden Monaco een armoedig en weinig bevolkt landje was, en het stadje Monaco op den bekenden rots van Monaco een triest, vuil en pover stadje, terwijl Monte Carlo, dat nu zoo blank en frank op de rotsen ligt. nog niet bestond. De rots des Spélugues was een kaal, troosteloos en onbewoond brok graniet. Wie is het geweest, die dit alles ge maakt heeft tot wat het tegenwoordig Is. en tot wat het misschien in de toekomst niet meer zal kunnen blijven? Men hoort vaak zeggen, dat een Duitscher het kleine, armelijke staatje, dat in die jaren niet, zooals tegenwoordig, op de grens van Frankrijk en Italië lag, maar dat een onaf hankelijk vorstendommetje midden in het koninkrijk Sardinië was, dat zich toentertijd tot verder dan Nice uitstrekte, zoo omhoog hielp en waarschijnlijk komi dat omdat de man. die den eersten grooten stoot gaf tot het ontstaan van het tegenwoordige Monte Carlo, vóór dien tijd al zijn sporen in Duitschland verdiend had met het exploitee- ren van de beroemde speelbank in Homburg; maar hij was een rasechte Provencal, met name Louis Blanc, die, nadat hij zich in Eor- deaux en Parijs een tijdlang bezig had ge houden met financieele speculaties en bank zaken, op het idee kwam om in Duitschland een badplaats met speelgelegenheid in het leven te roepen. Hij riep de hulp van den landgraaf van Hessen in, kreeg van hem een concessie, en stichtte in 1840 in Homburg een casino met bijbehoorende parken, hotels en villa's, dat vrijwel onmiddellijk een reusach- tise vlucht nam, en waaraan Blanc millioenen verdiende. Hij begreep, dat het voor hem van buitengewoon groot belang was, dat Homburg geen concurrenten zou krijgen, en toen dan ook eenige jaren later de stad Nice ernstig overwoog om ook een speelbank op te richten, bewoog Blanc, die niet de eerste de beste was, en bovendien een Provengal, hemel en aarde om dat plan te verhinderen. Hij ging naar Turijn, de hoofdstad van Sardinië, waartoe Nice toen nog behoorde, en kreeg gedaan, dat de regeering weigerde de vereischte con cessie te geven. Toen niet lang daarna het stadsbestuur van Nice zijn poging nog eens hernieuwde, begon Blanc in Nice met behulp van brochures en krantenartikelen een hef tige campagne tegen dat onzedelijkste aller snelen; het hazardspel! En toen hij meende, dat hij wel voldoenden indruk gemaakt had. reisde hij nog eens naar Turijn en wist daar in het parlement een interpellatie te doen indienen, die den minister de uitdrukkelijke verklaring deed afleggen, dat er in Sardinië nimmer gelegenheid zou worden gegeven tot het- beoefenen van hazardspelen. Blanc was daarmee tevreden, hoewel het naburige on afhankelijke staatje Monaco, dat. nog een zachter klimaat en een nog beter beschutte ligging had dan Nice, hem eenigszins een doorn in het oog bleef En wat hij gevreesd had werd dan ook be waarheid; prins Florestan I en zijn gemalin prinses Caroline, een vooruitstrevend en energiek vorstenpaar, waren door Nice op een idee gebracht, en deden alle mogelijke moeite om tot oprichting van een speelbank in hun land te komen; na eenige mislukte pogingen werd dan ook in 1856 aan twee Franschen een concessie van 35 jaar voor den bouw en de exploitatie van een badplaats en speel- inrichting verleend de baden heetten de hoofdzaak te zijn, maar men speculeerde na tuurlijk op de attractie, die van een specl- inrichting uit zou gaan en hoopte, dat bin nen niet al te langen tijd het armelijke Mona co tot een bloeiend en welvarend „station d'hiver" zou groeien. Twee maanden na het verleenen van de concessie stierf de vorst; maar nog in December van 1856 woonden prinses Caroline en haar zoon, prins Charles I, de opening van de eerste speelzaal in hun vorstendom bij: het was weliswaar een speel zaal van bescheiden afmetingen in een villa aan de haven van Monaco, maar men had alle hoop binnenkort tot den bouw van een pom peuzer inrichting te kunnen overgaan. Dat bleek een misrekening te zijn, en vooral de slechte verbinding met Nice was daar oorzaak van: er was een stoombootje, dat éénmaal per dag op en neer voer, en er was een oude om nibus, die vier uur over den tocht deed. Maar hoewel het aantal bezoekers ver beneden de verwachtingen bleef, werd toch op den 18en Mei 1858 de eerste steen gelegd voor een defi nitief casino op den rots des Spélugues, waar de exploitanten 100.000 vierkante meter grond hadden kunnen koopen tegen 22 centimes per vierkanten meter. Dat is dezelfde grond, waarop tegenwoordig het casino nog steeds staat, en men kan dus moeilijk zeggen, dat dat een slechte geldbelegging is geweest: maar in het begin moeten de exploitanten daar wel eens anders over gedacht hebben: noch het nieuwe casino, noch het oude, in de villa Bel- levue. floreerde. Toen de Fransche regeering in 1360, na de inlijving var. Nice, besloot de spoorlijn tot Monaco door te trekken en bo vendien een nieuwen weg langs de kust aan te leggen, beloofde de toestand iets beter te worden, maar hoewel de concessie al verschei dene malen van eigenaar was veranderd, het gebrek aan voldoende geld om aan de exploi tatie ten koste te leggen bleef één van de groote hinderpalen, en het was te voorzien, dat alleen een exploitant met voldoende mid delen om de zaak op veel grootscheepscher voel dan tot nu toe in te richten en exploitee- ren. succes zou hebben. En de man, die dat ook begreep en in April 1863 dan ook de concessie overnam, was Louis Blanc. de oprichter van Homburg, en de agi tator tegen het onzedelijke hazardspel van veertien jaar geleden in Nice. Homburg had hem schatrijk gemaakt, en bedrijfskapitaal ZUIDER BUITEN SPAARNE BIJ DE ZOMERVAART De oude toestand was, ook hier weer, hoewel op deze plaats niet heel veel veranderd is, mooier dan de tegenwoordige. Er zijn evenwel in de toekomst als de geldmiddelen dei- stad het weer toelaten veranderingen te verwachten. Er moet op die plaats een breede weg en flinke brug komen. bezat hij dus genoeg: hij zag op geen kosten, en herschiep in minder dan geen tijd het casino op den rots der Spélugues en zijn om geving in een waar sprookjesparadijs dat, dank zij een flinke reclamecampagne in het buitenland, meteen siroomen bezoekers trok. De op die manier ontstane stad, voorname lijk bestaande uit hotels, restaurants en luxueuse winkels, kreeg naar prins Charles II den naam van Monte Carlo, en Blanc's schepping floreerde zoo, dat hij na zijn dood, in 1877, hoewel hij voortdurend groot sommen bleef besteden aan Monte Carlo en zijn casi no, een vermogen van 88 mlllioen naliet aan zijn twee dochters, die er een berooiden prins Radziwill en een even berooiden prins Bona parte mee veroverden, en aan zijn eenigen zoon Camille Blanc. Die zoon zette de exploi tatie van Monte Carlo voort, bouwde in 1878 het tegenwoordige casino en voer er even wel bij als zijn vader. Maar Monaco zelf voer er, door de voorwaarden van de concessie, ook lang niet slecht bij tot op het huidig oogen- blik. Wat de toekomst zal brengen, is nooit met zekerheid te voorspellen; maar dat het een vraag is of Monte Carlo Monte Carlo zal kun nen blijven is een vaststaand feit. In Monaco zelf heerscht de bezorgde overtuiging, dat het met de bloeiperiode, die zeventig jaar ge leden begon, afgeloopen is. WILLY VAN DER TAK Het zal binnenkort 175 jaar geleden zijn, dat Handel, de groote toondichter, stierf. Deze beroemde toonkunstenaar wérd 23 Februari 1685 te Halle aan de Saaie geboren. Reeds op. zijn zevende jaar had hij een buitengewone vaardigheid in het pianospelen en hij trof in Zachau, den organist van de domkerk te Halle, een bekwaam leermeester, onder wiens leiding hij zulke bewonderenswaardige vor deringen maakte, dat hij op zijn negende jaar reeds een uitstekende compositie ver vaardigde. Te Berlijn kreeg hij les van Attilio en ver volgens toog hij naar Hamburg, waar hij or kestmeester werd. Hij was toen nog geen 15 jaar oud. Zijn eerste opera, die hij compo neerde, was „Almira", die 30 avonden achter elkaar werd gespeeld; ook zijn „Florinde" en „Nero" maakten veel opgang. Na vijf jaar verliet hij Hamburg en reisde naar Florence, Venetië en Rome, waar hij luisterrijk werd ontvangen. Te Rome schreef hij zijn beroemde serenade „Alcide en Gala tea". Na zes jaar keerde hij naar zijn vader land terug om kapelmeester te worden van den Keurvorst van Hannover. Korten tijd later stak hij over naar Enge land. Hier vervaardigde hij zijn beroemde opera's „Rinaldo". „Amadis" en .Theseus", waarmee hij geweldige successen oogstte. Ongelukkigerwijze kreeg hij twist met den zanger Venesino, den lieveling des volks. Handel gaf Venesino zijn ontslag, verbond zich met Heideger en engageerde nieuwe zangers uit Italië. Doch na drie jaar moest hij het „Hay Market Theater" aan de Italianen overlaten. Handel legde zich toe op de orato ria, die echter niet als zangstukken, maar als concerten werken gegeven. Zijn „Messias" ontmoette uit dien hoofde eerst slechts een koel onthaal, doch werd te Dublin geestdrif tig ontvangen; eenige maanden later werd hij ook te Londen toegejuicht. Andere groote oratoria zijn „Samson", „Judas Macabaeus" en „Japhta". Ofschoon hij later blind werd, zette Handel zijn werk voort. Hij stierf den 14den April 1759. Tegenwoordige toestand. DE CELUIDSPECIALIST UIT HOLLYWOOD HET MAKEN VAN LAWAAI EEN WETENSCHAP!! DUITSCHE TREINEN GAAN SNELLER RIJDEN. NIEUWE REMMETHODES IN ONDERZOEK. De Duiitsohe spoorwegen hebben groote plannen tot het vergrooten van snelheid en veiligheid van het treinverkeer. Men hoopt deze plannen reeds in 1934 en 1935 geheel te verwezenlij ken Allereerst wordt gestreefd naar een ver dubbeling van de thans bestaande snelheid. Op de langzaamste trajecten zullen de trei nen met een snelheid van 80 tot 100 K.M. loopen; het locaaiverkeer zal worden onder houden door treinen met een snelheid tot 120 K.M. en op de groote trajecten zal de snelheid tot 150 a 180 K.M. worden opge voerd. Bij de nieuwe locomotieven zal evenals bij de wagens het stroomlij nprin cipe worden toe gepast, dat op de proeftrajecten, zooals op BerlijnHamburg, goede resultaten heeft gehad. Dat de vorm der voertuigen bij groote snelheden een groote rol speelt, blijkt wel uit het feit, dat een locomotief van de nieuwe soort zevecn achtste van zijn kracht gebruikt voer het overwinnen van den tegenstand der lucht en één aohtete voor het overwinnen van den tegenstand der rails. Bij de plannen der Duitsche spoorwegen heeft men zich gehouden aan de stelling: goed remmen is belangrijker dan snel rijden. De treinen, die thans in gebruik zijn en die een snelheid van 144 K.M. kunnen bereiken, kunnen na 840 meter tot stilstand worden gebracht. Die remsnelheid zou voor de toe komst onvoldoende zijn en daarom worden op het oogenblik nieuwe methodes onder zocht, die bij een snelheid van 180 K.M. den trein na 500 Meter tot staan moeten 'bren gen. Thans beschikken de Diiatscthe spoorwegen over een stelsel van 100.000 signalen, d.i. één oer 575 meter spoorbaan De 17.000 seinhui zen bezitten 300.000 handles. Een moderni seering van dit veiligheidssysteem zal voor afgaan aan de verhooging der snelheid. (Van onzen Weenschen correspondent). „Mein Bruder macht im Tonfilm die Ge- rauscheDat is een lied, dat een paar jaar geleden buitengewoon populair is gewor den. Het maken van lawaai voor de geluidsfilm is mettertijd tot een wetenschap gegroeid. Te Weenen houdt zich op het oogenblik een van de bekendste lawaaimakers uit de filmwereld op, een van de bestbetaalde specialisten van de ateliers van Hollywood. Hij is een Italiaan en een heuschelijke graaf, die vroeger officier bij de koninklijke Italiaansche marine is ge weest. Het is graaf Cutelli, die de Oude Wereld na den grooten oorlog vaarwel gezegd heeft om zich naar Amerika te begeven teneinde daar op de een of andere manier zijn geluk te beproeven. Hij kreeg al vrij spoedig een en gagement als filmacteur er werden toen in de groote Amerikaansche studios alleen nog maar „stomme" rolprenten vervaardigd en hij had succes, want hij werd algemeen ..de Italiaansche Lon Chaney" genoemd. Later werd hij regisseur en het kwam ook wel eens af en toe voor, dat hij scenarios schreef. In het jaar 1925. toen de geluidsfilm zegevierde, brak er in Hollywood een groote crisis uit. Tal van beroemde acteurs en actrices, die voor het nieuwe genre niet geschikt waren, werden ont slagen en ook graaf Cutelli werd op straat ge zet. Vier maanden lang was hij werkloos. Hij had vroeger wel eens cither gespeeld en hij slaagde er nu in af en toe met zulk een instru ment als solist op radio-concerten te mogen spelen. Door zijn contact met de radiowereld was hij in de gelegenheid nu en dan opvoerin gen van „hoorspelen" bij te wonen en daarbij zag hij met wat voor moeilijkheden men soms te kampen had bij het weergeven van gelui den, die een bepaalden indruk moesten te voorschijn roepen. Wanneer bij het opvoeren van het een of andere misdadïgersstuk een re volverschot gelost moest worden en men schoot werkelijk een pistool af, dan kwam het geluid in de ontvangtoestellen meestal dof over, dat heelemaal niets op een pistoolschot leek. Wanneer er in een stuk een champagne- flesch ontkurkt moest worden, dan leek het knallen van de prop in de radio in het geheel niet op het oorspronkelijke en bedoelde geluid, doch dan was het net, alsof er ergens gesist werd. Wanneer ergens met lepels en vorken gerammeld moest worden, dan was het, alsof men het wapengekletter van een heele leger macht hoorde. Wanneer men voor een micro foon een stuk papier verfrommelde, was het geluid, dat overkwam, veel en veel te sterk. De snuggere Italiaan begreep dus, dat hier een uitgestrekt arbeidsveld braak lag. En hij begon verschillende experimenten te maken. Hij oefende zich om zelfs alle mogelijke die rengeluiden na te bootsen. Hij brulde als een leeuw, d.w.z. als een radio-leeuw, hij loeide als een draadlooze koe, en hij blaatte als een schaap. Hij wist verschillende instrumenten te construeeren, waarmede hij het rollen van den donder, het huilen van den wind en tal van andere geluiden kon weergeven. Hij werd de geluiden-specialist in het radio-studio van Warner Brothers van den zender „K.F.W.B." in Hollywood. Al spoedig werd hij nu ook in geluidsfilm-ateliers geroepen. Zijn eerste ho norarium bedroeg vijftig dollars per dag. Dat was bij het draaien van het filmwerk „Tree passer" met Gloria Swanson. Dan volgden films met Greta Garbo, Douglas Fairbanks, Mary Pickford, Maurice Chevalier (de zingen de hond in de Liefdesparade) en Emil Jan- nings in de hoofdrollen, bij welke opnemingen Cutelli een belangrijke factor was. Hij wijdde zich nu geheel aan de nieuwe wetenschap van de techniek der geluiden, hij richtte zelf een laboratorium op, waarin hij alle geluiden, die in de wereld voorkomen, netjes construeerde. Hij maakte er een karto- theek van met een uit ettelijke duizenden nummers bestaanden catalogus en telkens weer deed hij nieuwe uitvindingen. Zijn sy steem wordt tegenwoordig in Amerika bij de radio en bij het vervaardigen van geluidsfilms en gramofoonplaten toegepast. Hij maakte ook „geluids-sprookjes" voor kinderen, welke geregeld voor de radio opgé- voerd worden. De twee hoofdpersonen in deze sprookjes zijn de poppen Jou-jou en Jouette, die tezamen alle mogelijke avonturen beleven. Graaf Cutelli vervaardigt op het oogenblik een paar geluidsmachines en een paar gramo foonplaten voor de „Ravag", de Oostenrijk- sche radio-omroepmaatschappij. Hij heeft daarmede enkele experimenten ten beste ge geven en daarbij zelf voor de micriofoon het woord gevoerd. W. M. BEKAAR STUDIO SNUFJES. De tien beste films voor 1933? The Film Daily heeft den uitslag gepubliceerd van een stemming over deze vraag. En die luidt: Cavalvade komt bovenaaan met verreweg de meeste stemmen. 42nd Street bezet de tweede plaats en dan komen in volgorde The Rivate Life of Henry 8, Lady for a day, State Fair, Farewell to Arms, She done him wrong, I am a fugitive, Madchen in Uniform, Raspoetin en de Kei zerin. Er zou o.i. wel iets aan te merken zijn op deze volgorde en deze keus. Zou bijv. Extase niet genoemd moeten worden? De meest films, die aangehaald worden, hebben al in Haarlem gedraaid, en van de anderen zullen er hier nog worden vertoond. Dat er voor de journaals snel gewerkt moet worden, illustreert het volgende. De Mel bourne Cuprennen werden opgenomen door een Fox operateur. Het negatief is van Mel bourne naar Sydney gebracht per vliegtuig door Sir Charles Kingsford Smith en 6 uur nadat de rennen gehouden waren, draaide 't journaal reeds in de theaters in Sydney. Smith vloog den afstand van Melbourne naar Sydney '590 mijl) in drie uur en vijf en veer tig minuten in de Miss Southern Cross. Harold Lloyd is thans bezig met een nieuwe film, de Cats Paw, naar een feuilleton in de Saturday Evening Post van Clarence Buding- ton Kelland. Sam Taylor regisseert deze film. Hij maakte zes jaar geleden veel Lloyd's films. Fox zal de film uitbrengen. Thelima Todd, bekend uit Fra Diavola en talrijke kluchten met Zasu Pitts, is geënga geerd voor een rol in B. G. De Sylva's musi cal voor Fox „Bottom's Up". In „Bottom's up", geschreven dcor Budy De Sylva, Sid Silvers en David Butler, worden de belang rijkste rollen vervuld door Spencer Tracy, John Boles, Sid Silvers, Herbert Mundin, Pat Paiterson en Harry Green. De film Onder VaLsche Vlag met Gustav Fröhlioh wordt in Amerika bij de Universal opnieuw opgenomen met Amerikaansche ar tiesten en uitgebracht onder den naam Ma dame Spy. „Als wij trouwen, lieveling, dan krijg je een vrouw in huis die uitmuntend kan koken." „Dat doet me zeer veel genoegen, schat, maar ik wist niet, dat je in het geheim hebt leeren koken!!" „Nee, maar mama komt toch bij ons wonen, niet?" „Kijk, dat is toch werkelijk een mooie hoed. Wil je dien hebben?" „Welnee, Frits, zooiets da-aagt tegenwoor dig geen vrouw meer!" uEn die andere, daar achter?" Och, schei toch uit! Dat draagt tegenwoor dig iedere vrouw" Menigeen ziet op reizen om de wereld min der dan anderen op voetreizen. Over menige zaak kan daarom geen gras groeien, wijl er te lang op getreden wordt. Over den slechten tijd wordt het meest ge klaagd in de koffiehuizen en kroegen. Als men een goede uitvlucht vindt-, wan neer men een plicht verzuimt, gevoelt men schier de voldaanheid, als had men dien vervuld. Tengevolge van groote droogte staan Venetië's kanalen ongeveer droog. Men heeft dus thans geen gondels noodig.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 14