VROUWE JUSTITIA.
BIOSCOOP.
HAAR STRAFRECHTSPRAAK.
Radiomuziek der week
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
PAUL WEGENER
CINEMA PALACE.
Brigitte Helm, Paul Wegener e.a.
in „Deviezen-Smokkelaars".
Het was te verwach
ten, dat we deze week
in de bioscopen in
het Journaal, de be
grafenisplechtigheid
van Albert den eer
sten van België zou
den te zien krijgen.
Het Profil ti Holl.
.Nieuws heeft het ont
roerende gebeuren
in Brussel opgeno
men. waardoor men
eemgszins een idee
kan krijgen van de
nationale rouw die onze Zuidelijke buren
getroffen heeft en van de wijze, waarop ze
hun liefde voor hun overleden koning tot
uiting hebben gebracht.
In de hoofdfilm ..Deviezen-Smokkelaars" of
..Inge und die Millionen", is Brigitte Helm, In
ge, de secretaresse van bankier Seemann
(Paul Wegener). Inge is de vertrouwde van
Seemann, haar patroon. Hij misbruikt het
meisje, door haar baar geld over de grens te
laten smokkelen. Zonder veel gewetensbe
zwaar heeft zij dat reeds een paar maal ge
daan. Op haar laatste reis maakt zij in Con-
stanz op een eenigszins origineele wijze ken
nis met een vlotten jongen man Walter Brink
(Willy Eichberger) met wien zij eenige uren
allergenoeglijkst doorbrengt. Wanneer zij het
gesmokkelde geld ter bestemder plaatse heeft
afgegeven, reist ze, mèt Walter Brink terug
naar Berlijn. Walter heeft zich hals over kop
verliefd op Inge en Inge verkeert ten opzich
te van Walter in hetzelfde geval, maar te
genover den eerlijken braven jongen wordt
haar pas goed duidelijk wat zij eigenlijk voor
slechte handlangersprakt.ijken uitvoert voor
haar patroon, die het geld zooveel mogelijk
aan den Duit-schen handel onttrekt, en alleen
zijn eigen belangen op het oog heeft en dient.
Seemann kent geen genade voor zijn schul
denaren, het crediet wordt aan vele fabrie
ken opgezegd, waardoor verscheidene failliet
gaan en in hun val natuurlijk honderden
werklui meesleuren. Dat alles laat Seemann
koud, als hij zijn geld maar binnen krijgt.
Eén van zijn slachtoffers is ook Walter's pa
troon, die zelfmoord pleegt. Inge kan de
schurkerij niet langer verdragen, ze besluit de
geheele geschiedenis aan te geven, en daar zij
zelf ook het geld over de grens heeft ge
bracht, wordt ze als medeplichtige mèt See
mann gearresteerd. Dank zij haar vrijwilli
ge bekentenis wordt zij weer spoedig vrijge
laten en voorloopig op vrije voeten gesteld.
Hoewel Brigitta's spel uitstekend is en. levend
en waar, komt het toch een beetje onwaar
schijnlijk voor, dat een spontane, jonge le
vensblije jongen als Walter op den duur be
koord kan 'blijven door het weliswaar wonder
mooie, maar toch altijd steenen, treurwilg-
achtige masker dat Brigitte bijna de geheele
film door, vertoont. Over haar heele wezen
ligt een zwaarmoedige, berustende afwerende
geslotenheid, die het voor Walter onmogelijk
maakt, haar innerlijk te loeren kennen.
Zou Brigitte Helm wel eens jong en vroo-
lijk kunnen zijn en doen? Dat moet een
openbaring zijn haar zóó eens te zien!
Op het tooneel de Pransche exentriek Ray
mond Hyé een grappenmaker, eerste klas, die
den indruk maakt, de geheele wereld en zich
zelf in de eerste plaats, voor den gek te hou
den. Een alleraardigst nummer, dat veel suc
ces heeft.
Zondagmorgen. Terug naar het Bagno.
Morgenochtend wordt de reeks Zondagmor
gen voorstellingen in het Cinema Palace
voortgezet met Terug naar het Bagno, die on
der de regie van Jean Gremmillon is tot stand
gekomen.
Het is jammer dat men geen anderen titel
heeft gekozen voor deze film. daar de weten
schap-vooruit dat de ontslagen gevangene uit
Cayenne, het bagno der Franschen. er weer
zal terugkeeren, de spanning voor een groot
deel te niet doet. ofschoon er nog genoeg
overblijft om te boeien van begin tot eind.
Met eenvoudige middelen, zonder Ameri
kaanse h lawaai, wordt datgene bereikt, wat
diep treft en juist hierin is deze film zoo
sterk: in het kleine, het precies afgewerkte.
Elk tafreel is: stemming wekken, steeds
wisselende stemmingen: Eerst in het bagno
dan in Parijs, de woningkazerne, de fabriek,
het huis van den woekeraar en toch loopt
door al deze wisselende stemmingen een draad
niet alleen die van de roman, maar ook die
van de opofferingsgezindheid. Zij begint
reeds in het kamp van het gemeenschappe
lijk lijden, zij toont zich bij de liefde van de
dochter van den ex-gevangene voor haar ver
loofde en tenslotte als de vader een moord
op zich neemt, die zijn dochter heeft gepleegd
waardoor de weg naar Cayenne weer voor
hem is geopend.
Ofschoon sommige scènes wel eens te lang
schijnen, zooals bijvoorbeeld in het begin,
wordt daardoor wel bereikt, dat de plotselinge
overgang naar een andere des te treffender
en verrassender is.
Bijzonder mooi is het stille spel in de ka
mer van den woekeraar en enkele close ups
van Nadia Sibirskaja (de dochter) na het ple
gen van haar daad. waarbij een meesterlijke
wijze van grimeeren veel bijdraagt tot het ef
fect.
Donker is het in het politiebureau, zoowel
figuurlijk als letterlijk, waarmede vrij on
verwacht een einde komt aan een film van
hooge kwaliteiten.
SIR EDWARD ELGAR. t
Op 76-jarigen leeftijd is gisteren de bekende
Engelsche componist Sir Edward Elgar over
leden.
Elgar begon zijn loopbaan als lid van het
stedelijk orkest te Birmingham en volgde in
1885 zijn vader op als organist van de St.
Georgekerk te Londen. Na zijn huwelijk,
eenige jaren later, met de dochter van den
vermaarden generaal Sir Henry Roberts, legde
hij zich toe op het componeeren.
Van zijn composities is „Gerontius" de be
kendste. Ter gelegenheid van de Elgarfeesten
in Covent Garden (1904) werd hij in den adel
stand verheven.
LUXOR THEATER.
De gunst van generaal Yen.
Het is maar goed.
dat we hier onze Pin-
d amanne tj es hebben
de vriendelijke en ge
dienstige straattypen,
die ons overtuigen,
dat Chineezen toch
ook iets anders kun
nen dan onderling
vechten en elkaar met
een cynische koelheid
op wreede manier af
maken. Als wij zoo'n
film hebben gezien als
deze week in het
Luxor Theater draait, zouden we anders ln
een der telkens in aantal toenemende Chi-
neesche eethuizen van Amsterdam geen
voet durven zetten. Wat een enge toestanden
daar ginds in het verre Oosten! En de Ame
rikaan Frank Capra, die de film De gunst
van generaal Yen heeft gemaakt, is al even
weinig medelijdend als de hoofdpersoon uit
zijn schepping; hij spaart de zenuwen van
de toeschouwersallerminst en het is zijn
geluk, dat we zoo langzamerhand aan het
nachtmerrie-achtig tumult van elkaar be
schietende pantsertreinen, huizen opblazen
de troepen, ineenstortende muren en door
schoten paneelen gewend zijn geraakt, zoo
dat het gillen van de gewonden en sterven
den op het doek geen weerklank meer wekt
in de zaal.
Niet alleen de dames in de zaal gedragen
zich dapper, maar ook de heldin op het doek,
Megan Davis, is een moedig meisje. Zij door
staat al de verschrikkingen, welke haar de
eerste vier dagen, welke zij in China door
brengt, reeds in ruime mate ten deel vallen,
zonder zichtbare ontroering. Alleenals zij.
door den bandieten-generaal Yen uit de hel
van Shanghai verlost, in zijn vorstelijk paleis
ontwaakt- en uit haar slaapkamer het neer
schieten van gevangenen door de soldaten
op het binnenplein aanschouwt, wordt het
haar te machtig.
Ze huivert, wanneer haar gastheer ver
klaart, dat zulk een schietpartij eigenlijk
een goede daad is, want in zijn provincie
heerscht hongersnood en het is toch beter,
die arme menschen met één schot af te
maken dan ze langzaam te laten uithonge
ren?
Ondanks haar hachelijke positie temidden
van deze afschuwelijke omgeving wijst zij
kordaat elke toenadering van den generaal
af, die voor haar als Amerikaansche toch
maar een vieze, gele Chinees blijft. Doch
haar droomen, welke de film reproduceert,
verraden, dat haar hart ondanks alles den
hardvochtigen krijgsman met zijn raadsel
achtig maskeT de voorkeur geeft boven haar
bruidegom, den welwillenden zendeling-arts.
dien zij in het strijdgewoel te Shanghai
kwijt is geraakt bij een poging om eenige
Christelijke weeskindertjes in veiligheid te
stellen.
Wanneer generaal Yen zijn favoriete Mak-
Li wegens verraad wil laten terechtstellen,
waagt Megan zich in zijn slaapkamer om
gratie voor het meisje te pleiten. En inder
daad gelukt het haar, het hart van den
wreedaard te vermurwen. En, deze behandelt
haar ondanks zijn begeerte met eerbied en
laat haar ongedeerd vertrekken.
Allengs begrijnen wij. dat de man met het
strakke en slechts door een raadselachtiger,
glimlach bewogen gelaat toch zoo slecht niet
is als we aanvankelijk hadden gedacht. De
thee. waarin hij vergif druppelt, bliikt niet
voor zijn bekoorlijke gevangene bestemd te
zijn, maar voor hemzelf. Juist wanneer
Megan haar liefde voor hem zich bewust is
geworden en hem snikkend komt troosten, nu
hij. verraden en verkocht in het groote Da-leis
is achtergelaten drinkt hij den gifbeker,
omdat hij begrijpt, dat een Chinees, al is hij
dan generaal, een Amerikaansch meisje toch
niet' gelukkig kan maken.
Nils Asther speelt den Chineeschen gene
raal met een goed volgehouden karakteristiek
Het Amerikaansche meisje wordt vertolkt
door Barbara Stanwyck, een nieuwe film
ster, die eigenlijk Ruby Stevens heet en die
inderdaad een mooie vrouw is, gelijk haar
rol dit ook vergt. Men zou haar nog eens in
een paar andere rollen dienen te ontmoeten
om over het talenten een oordeel te kunnen
vellen.
Barbara Stanwyck is een merkwaardig
voorbeeld van de mogelijkheid, dat men in de
maatschappij op een heel andere plaats kan
terechtkomen dan waarvoor men aanvanke
lijk bestemd was. Zij zou n.l. eerst zende
linge worden, maar toen de studie daarvoor
haar te kostbaar werd, verwisselde zij de
zendingschool met het cabaret en werd dan
seres in een revue. Via het tooneel is ze aan
de film gekomen, waar ze reeds een paar
hoofdrollen o.a. in De blonde engel en Voor
eeuwig de jouwe, met succes heeft ge
speeld.
Behalve een paar Amerikaansche comedie-
flims brengt Luxor een aardig stukje reclame
in ons land opgenomen en de aandacht
vragend voor een Nederlandsch fabrikaat.
Bij het nieuws van de week paradeert oa.
een leeuw op schoenen. Zoo valt er toch
altijd maar weer wat nieuws te beleven!
H. G. CANNEGIETER.
ZONDAGMIDDAGCONCERT
DER H. O. V.
JO GOUDSMIT, SOLIST.
Onze Haarle-msche muziekliefhebbers zullen
Zondagmiddag' a.s. in de gelegenheid gesteld
worden kennis te maken met Jo Goudsmit.
een jongen kunstenaar die in verschillende
plaatsen van ons land het publiek door zijn
spel in verrukking wist te brengen. De
Utrechtsche bladen schreven vol lof en de
Tel. noemt hem „meer dan een veelbelovend
instrumentalist".
Het instituut van den Politierechter heeft
eigenlijk zijn ontstaan te danken aan de
Wet tot vereenvoudiging van de rechts
pleging; in lichte; strafzaken, ingevoerd 1
September 1922. Reeds lang was het bezwaar
naar voren gekomen, dat de strafrechtproce
dure hier te lande een te langzaam verloop
had en vooral was dat het geval bij minder
belangrijke zaken.
De voordeelen van een snelle rechtspleging
liggen voor de hand; hoe spoediger aan den
eenen kant veroordeeling en straf, aan den
anderen kant vrijspraak of ontslag van
rechtsvervolging op het telastegelegde feit
volgen, des te grooter zal daarvan de psycho
logische uitwerking zijn. Van groot belang
is vooral ook, dat tusschen de veroordeeling
en de ten uitvoerlegging van de straf een
niet te lange tijdsruimte ligt. Afgezien van
de vraag welke andere uitwerking de opge
legde straf kan hebben, moet deze toch door
den veroordeelde gevoeld worden als een
leed direct verband houdend met het vergrijp
door hem tegenover de rechtsorde gepleegd.
In vele gevallen zal dan de straf gemakkelij
ker gedragen worden en bovendien meer uit
werking hebben, dan wanneer deze zou wor
den ten uitvoergelegd op een tijdstip waarop
bij den verdachte het door hem begane mis
drijf niet meer zoo versch in het geheugen
ligt.
Om practische redenen zal echter het ide
aal van velen n.l. de berechting en bij schul
digverklaring de bestraffing van den ver
dachte onmiddellijk op het gepleegde feit te
laten volgen, wel nooit bereikt kunnen wor
den. En misschien is dit ook maar goed, om
dat wellicht dan de kans bestond dat „goed
recht", wat toch een eerste vereischte is. zou
worden opgeofferd aan „snel recht".
Hoe het zij, het verlangen naar een snel
lere berechting van sommige delicten heeft
ten zeerste meegewerkt tot de invoering van
de alleen-rechtspraak in strafzaken bij de
Arrondissements-Rechtbanken. hoewel niet
direct met algemeene instemming. Velen
toch zagen er een bezwaar in om aan één
rechter een te groote macht in handen te
leggen, doch terecht werd daartegenover aan
gevoerd de meening dat de alleen-recht
sprekende rechter zich nog meer bewust zou
zijn van zijn groote verantwoordelijkheid,
waardoor een zorgvuldig onderzoek en nauw
gezette overweging gewaarborgd zou zijn.
Bovendien zou het hooger beroep van
zaken, berecht door den Politierechter, blij
ven bij het Gerechtshof bestaande uit „drie"
Raadsheer en en de mogelijkheid van ver
wijzing naar de „volle" Rechtbank zou steeds
open blijven. Een voordeel van economischen
aard iets wat bij rechtspraak echter
steeds in de laatste plaats moet komen
kwam daarbij, n.l. dat de nieuwe regeling een
besparing vormde aan rechterlijke krachten.
Toch is men bij de invoering van het in
stituut van den Politierechter voorzichtig te
werk gegaan. Eerst werd n.l. daarmede een
pref genomen bij het meest met strafzaken
overladen rechtbanken, doch al spoedig deed
de Politierechter zijn entree in alle recht
banken van het rijk.
Deaanwijzing van den Politierechter bij
iedere rechtbank geschiedt door den minister
van Justitie, een zeer juist voorschrift, daar
voor de vervulling van dat ambt niet iedere
persoonlijkheid geschikt is.
Men heeft mij wel eens gevraagd: „Zoo'n
alleen-rechtsprekend Politierechter moet
toch wel heel knap zijn, om al die zaken al-
De Politierechter.
leen te beoordeelen en op te lossen?" Het zou
gebrek aan eerbied verraden, wanneer deze
vraag zoomaar ontkennend zou worden be
antwoord, maar toch ben ik van oordeel dat
voor de uitoefening van het ambt van Po
litierechter groote geleerdheid geen ver
eischte behoeft te zijn. Trouwens in het al
gemeen is het bij de beoordeeling van per
sonen die hun kennis in practijk moeten
brengen vaak niet de voornaamste vraag: wie
heeft de beste hersens, maar wie gebruikt
zijn hersens zoo goed mogelijk en het doel
matigst voor de hem opgedragen taak!
En zoo is het ook gesteld met het ambt
van Politierechter, waarvoor natuurlijk
naast behoorlijke kennis van de Strafwetten
verschillende kwaliteiten vereischt zijn,
als een zekere mate van ondervinding, veel
menschenkennis, doch ook en vooral de gave
en ik zou het willen noemen een zekere prac
tische durf om op een gegeven moment de
knoop door te hakken en snel een beslissing
te nemen. Want om een snelle berechting is
het juist te doen geweest, en mocht hij zich
een enkele maal vergissen, het recht van
appèl staat voor den verdachte steeds open.
De benoeming tot Politierechter geschiedt
voor een termijn van twee jaren althans
voorloopig en het spreekt van zelf dat de
Minister daarbij in overleg zal treden met
den President der Rechtbank en den Officier
van Justitie om de keuze uit de rechters
zoo juist mogelijk te doen zijn.
Welke zijn nu de voornaamste afwijkingen
van den z.g.n. collegiale x-echtspraak, die de
vereenvoudiging en bespoediging van een
behandeling voor den Politierechter moeten
brengen?
In de eerste plaats dan bepaalt de Mi
nister van Justitie het aantal der gewone
terechtzittingen van den Politierechter. Bij
rechtbanken in gemeenten met honderd
duizend of meer inwoners, waarbij uit den
aard der zaak meer dan één Politierechter
werkzaam kan zijn, zal dit volgens de wet
ten minste driemaal per week moeten zijn en
bij de overige rechtbanken minstens éénmaal
per week. Zoo kan bij de rechtbank te Am
sterdam naar ik meen, iederen dag der week
een Politierechterzitting gehouden worden,
wat voor 'n groote stad zeer practisch is. Eeix
tweede afwijking is dat de Politierechter
alleen die strafzaken mag berechten, die naar
het aanvankelijk oordeel van den Officier
van Justitie van eenvoudigen aard zijn ten
aanzien van het bewijs en de toepassing der
wet en waarin bovendien geen zwaardere
hoofdstraf dient te worden opgelegd dan een
gevangenisstraf van ten hoogste zes maan
den. Dit „aanvankelijk oordeel" kan natuur
lijk zeer subjectief zijn, maar de Politierech
ter, die toch meestal de aan te brengen
zaken eerst te beoordeelen krijgt, kan daarom
steeds de zaak verwijzen naar de „meer
voudige kamer" der Rechtbank, indien hij
met de meening van den Officier van Justitie
niet accoord gaat. Als eenvoudige misdrijven
zullen in den regel beschouwd worden: mis
handeling, diefstal, vernieling, bedelarij
eigenlijk een „overtreding") en dergelijke,
doch daarmede is nog lang niet gezegd dat
het bewijs van iedere mishandeling of van
iedere diefstal eenvoudig zal zijn; en ook dan
wanneer direct of ook later op de terecht
zitting mocht blijken, dat het bewijs niet ge
makkelijk te leveren zal zijn. zal de Politie
rechter kunnen weigeren de zaak alleen af te
doen.
Bij de behandeling van „de dagvaarding"
zagen wij dat tusschen den dag der terecht
zitting, en den dag waarop deze aan den
verdachte is beteekend geworden, een ter
mijn van tenminste tien dagen moest ver-
loopen. Voor de zaken aangebracht bij den
Politierechter is deze termijn verkort tot
tenminste 5 dagen en voorzoover betreft
rechtbanken in gemeenten met honderd
duizend of meer inwoners zelfs tot tenminste
drie dagen. Ook kan de zaak nog meer be
spoedigd worden indien de verdachte op
heeterdaad wordt betrapt en direct voor den
Officier van Justitie wordt geleid, zooals wel
gebeurt met landloopers; in dat geval kan
de verdachte, zoo daartoe de gelegenheid
aanwezig is, nog op denzelfden dag voor den
Politierechter worden gebracht. Hier zou
men het een bezwaar kunnen noemen, dat
in een dergelijk geval de verdachte niet de
gelegenheid heeft gehad om gebruik te ma
ken van het recht dat iedere verdachte heeft,
n.l. zich een raadsman te kiezen, waartoe
men hem zooveel mogelijk de gelegenheid
zal dienen te verschaffen. Doch ook aan dit
bezwaar komt de wet tegemoet door den
verdachte het recht te geven bij zijn eerste
verschijning uitstel te verzoeken in het be
lang zijner verdediging, waarop de Politie
rechter het onderzoek voor een bepaalden
tijd zal moeten schorsen. Hier zij echter ge
constateerd dat deze directe geleiding voor
den Politierechter, van welke maatregel men
in den beginne, vooral voorzoover betreft
de groote steden, groote verwachtingen had.
zeer zelden wordt toegepast. Hier is reeds ge
bleken dat „te" haastigen spoed zelden goed
kon werken.
Een belangrijk verschil met de behandeling
voor de „volle" rechtbank is. dat de Politie
rechter onmiddellijk na de sluiting van het
onderzoek op de terechtzitting mondeling
vonnis wijst, m.a.w. het vonnis behoeft niet
eerst op schrift gesteld te worden doch
wordt slechts in het door den griffier opge
maakte proces-verbaal der terechtzitting op
beknopte wijze aangeteekend.
Dit kan natuurlijk een groote bespoediging
geven, doch hierdoor krijgt het vonnis zelf
ook meer waarde dan wanneer het na een
week of veertien dagen wordt uitgesproken,
meestal voor ander publiek en terwijl de
getuigen en mogelijk de verdachte niet daar
bij tegenwoordig zijn.
In twijfelachtige gevallen echter kan de
Politierechter ook bepalen, dat schriftelijk
vonnis zal worden gewezen en hij is daartoe
zelfs verplicht indien dit door den Officier
van Justitie wordt gevorderd en ook op ver
zoek van den verdachte. De uitspraak zal
dan echter in geen geval later mogen plaats
vinden, dan op den zevenden dag na de slui
ting van het onderzoek.
Als laatste afwijking wil ik dan nog noe
men dat zoowel het Openbaar Ministerie als
de verdachte het recht hebben afstand te
doeix van het rechtsmiddel om tegen het
vonnis van den Politierechter hooger beroep of
cassatie aan te teekenen. op welk recht de
verdachte steeds opmerkzaam moet worden
gemaakt. Indien van dat recht door beide
partijen gebruik gemaakt wordt, dan is dus
het gevolg daarvan dat de veroordeeling da
delijk onherroepelijk wordt, en geeft dit weel
een bespoediging met het oog op de executie
van de straf. In den tijd dat de crisis nog niet
zoo had doorgewerkt kwam het dan ook meer
dan tegenwoordig voor dat een verdachte
direct na het vernemen van zijn veroordee
ling tot geldboete zijn beurs te voorschijn
haalde om met breed gebaar zijn schuld aan
den griffier ter hand te stellen.
Over het algemeen heeft de practijk uitge
wezen dat het instituut van den Politierech
ter uitstekend voldoet: het noodige contact
met den verdachte wordt in deze meer ge
moedelijke sfeer in den regel eerder ver
kregen dan voor een college van drie rech
ters. en ook met het oog op de op te leggen
straffen, in verband met voorwaardelijke
veroordeeling en reclacseerine, scheot de be
handeling van stafzaken voor den Politie
rechter meestal vele mogelijkheden.
EEN JURIST, i
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONG
Het lijkt eenigszins verwonderlijk in het
Zondagprogramma van Hilversum een gramo-
foonopname van de Sonate in Es van Haydn,
gespeeld door Wladimir Horowitz aan te tref
fen, niet om het stuk, ook niet om den naam
van den speler, maar wel om de combinatie
van beide. De naam van Horowitz is voor ons
gevoel verbonden aan magistrale vertolkingen
van het eerste pianoconcert van Tchalkowsky
en vooral van het derde pianoconcert van
Rachmaninow, dat wel als een specialiteit van
Horowitz mag gelden. En deze geweldige, ex
plosieve pianistische krachtmensen, deze sou-
vereine vorst der techniek heeft zijn enorme
potentie aangewend voor de vertolking van
een sonate van Haydn! Het resultaat kan ons
interesseeren. Waixt Haydn's Sonate ln Es
(No. 1 der Peters-uitgave, maar chronologisch
een der laatste die de oude meester schreef)
moge ae kenmerken van den klavierstijl van
den tijd. waarin zij ontstaan is, dragen: zij
laat den vertolker toch in menig opzicht de
vrije hand, veel meer dan Mozart's piano
sonates dat doen. De grillen, geestige Inval
len. en verrassingen, waaraan de symphonieén
van Haydn zoo rijk zijn en die men ook in zijn
strijkkwartetten aantreft, ontbreken ook in
zijn sonates niet geheel. Het Presto der Sonate'
in Es is een echte Haydn. vol humor en rijk
aan de voor hem zoo karakteristieke plotse
linge afbrekingen. Het eerste Allegro bevat in
de doorwerking een hai-monische verrassing,
welker gedurfdheid aan Beethoven herinnert.
De Duitsche programma's voor Zondag we
melen van helden- en treurmuziek. Dat een
der meest grootsche, en tot voor kort ook der
meest algemeen erkende, bewonderde en ge
speelde treurmuzieken. n.l. het eerste hoofd
deel van Mahler's 2de of ..Auferstehungs"-
symphonie niet daaronder voorkomt is een ge
volg van de tegenwoordig heerschende menta
liteit in Duitschland, die de werken van
Gustav Mahler verbannen heeft. Dit zou
ons koud kunnen laten, indien we in ons land
genoegzaam orkesten en koi-en en vooral be
schikbare geldmiddelen hadden om de uitvoe
ring van dergelijke veeleischende werken als
eenige van Mahler's symphonieén zijn tot
meer dan een exceptie te maken. Maar dat is
niet zoo. Vóór het tegenwoordige daar heer
schende i-egime waren we voor het beluisteren
van zulke werken grootendeels op Duitsch
land aangewezen. Nu zullen we ons zelf moeten
helpen. Misschien geeft dc komende radio
belasting aan sommigen hoopvolle perspectie
ven ook in die richting.
Een symphonie van Alex Borodine zal Zon-
dagnam. dcor Huizen uitgezonden worden.
Borodine (18351885), wiens „Steppenschets"'
uit Midden-Azië en Balletmuziek uit zijn
opera .Prince Igor" vrij algemeen bekend zijn,
was bejxalve componist eerst officier van ge
zondheid, later professor ixx de geneeskunde.
Het behoorde ln het toenmalige RusJand niet
tot den goeden toon om van de muziek een
vak te maken. Een combinatie van zeer uit-
eenloopende werkkringen is dan ook bij hoofd
vertegenwoordigers der Russische toonkunst
niets ongewoons. Rimsky Korsakow was eerst
zeeofficier, later inspecteur-generaal van de
muziekkorpsen der Russische vloot. César Cui,
ook een bekend Russisch componist uit die
dagen, was vestingbouwkundige en hoogleer
aar in dat vak aan de hoogere krijgsschool.
Borodine heeft slechts één symphonie, de
eerste in Es gr. t. zelf geheel voltooid. Zijn
tweede, in b kl. t„ was een opus post humum,
dat door Rimsky Korsakow en Glazounow in de
nalatenschap van Borodini gevonden en voor
de uitvoering geschikt gemaakt werd. In die
zelfde nalatenschap werd ook een brokstuk
van een 3de symphonie, in a kl. t. gevonden
en door Glazounow uitgegeven.
Kretschmar vindt het werk onevenwichtig,
eigenlijk inconsequent. Het stelt, zeg hij,
ideeën en doeleinden op. waarvan men later
niets meer bemerkt. Een held treedt op en
vei-dwijnt spoorloos in de wouden: zij begint
met wereldbeelden en zielsschilderingen van
een geweldig karakter en verloopt dan geheel
in dorpshistorietjes. Het eerste hoofddeel be
vat heroïsche elementen, het tweede (Scherzo)
groteskeix humor, het derde biedt punten van
vergelijking met het Adagio uit Dvorak's sym
phonie „Aus der neuen Welf', het vierde wordt
als een voornaam voorbeeld van vroolijke Rus
sische symphonische kunst geroemd. Ik heb
zelf deze symphonie nooit hooren uitvoeren en
moet dus afgaan op musicologische uiteenzet
tingen, doch deze zijn opwekkend genoeg om
de uitzending met belangstelling tegemoet te
zien.
De naam der Lodronisehe Nachtmuziek
heeft betrekking op dien van een voorname
Salzburgsche familie Von Lodron. een der vele
adellijke huizen aldaar, waar de jonge Mozart
geïntroduceerd was en waar hij onderricht
gaf. Meer dan een dedicatie heeft men dtis
niet achter den titel van het werk te zoeken.
De uitzending van Busoni's bewerking van
Bach's Vioolchaconne voor piano (Straatsburg,
Vrijdagavond) zal wel weer protesten doen op
gaan in het kamp der puristen, die een der
gelijke bewerking verfoeien. Ik heb er even-
we! al eens aan herinnerd dat Bach zelf vele
werken van zich zeiven en van anderen arran
geerde en kan er dan ook het kwaadaardige
niet van inzien, mits zulk een arrangement
met de benoodigde hoeveelheid stijlgevoel, in
strumentale en technische kennis gemaakt is.
En daaraan behoeft men in 't geval-Busoni
niet te twijfelen. De Chaconne heeft door de
bewerking een ander coloriet gekregen; zij
heeft verloren maar ook gewonnen, ge
wonnen door de diepere tonen van het kla
vier. die bij de viool slechts denkbeeldig blij
ven, gewonnen ook door de interessante con-
trapuntische meerstemmigheid, die de be
werker aangebracht heeft. Men luistere en
oordeele
LEZING PROF. DR. A. H. DE HARTOG.
Ten vervolge op het destijds door ons mee
gedeelde inzake de lezing van prof. dr. A.
H. de Hartog onderwerp: ..Noodlot. Toeval
en Godsbeleid" op Dinsdag 27 dezer, kun
nen wij thans nog berichten dat zij gehouden
zal worden in het kerkgebouw der Doopsge
zinde gemeente; ingang Groote Houtstraat.
Voorts zijn Cor Igesz (zang) en Jacob
Bijster (orgel) bereid gevonden hun mede
werking te verleenen.
De avond gaat uit van het Comité voor
Winterbijeenkomsten uit de Geref. Kerk in
Hersteld Verband alhier.