De inhuldiging en
eedsaflegging van Z. M. Koning Leopold III
STAATSGEHEIMEN.
GEEN DER DUIZENDEN TOE-
SCHOUWERS wilde den in
tocht van den nieuwen Koning
missen. Tot zelfs in de tram
palen klom men, om beter te
kunnen zien.
HET HOOGTEPUNT VAN DEN STOET vormde de plechtigheid bi] het graf van den Onbekenden
Soldaat, waarvan hierboven een schitterend overzicht.
Z. M. KONING LEOPOLD III, de nieuwe regee-
rende vorst van België.
..VIVE LE ROl LEOPOLD",
een suggestieve hulde langs
den weg, dien de Koning
volgde.
DE PLECHTIGHEID DER EEDSAFLEGGING door den nieuwen Koning in het Parlementsgebouw.
Op den achtergrond de Koningin in rouwkleeding met Kroonprins Boudewijn en Prinses Elisabeth.
H. M. KONINGIN ASTRID, de echtgenoote van
Z. M. Koning Leopold III van België.
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt
door
THEA BLOEMERS
(Nadruk verboden)
28
„Juist, ik snap het volkomen", lachte Dar
den „Ik maak je wel m'n compliment voor
je discrete uiteenzetting. Maar laten we ern
stig blijven Je stelt je den gang van zaken
waarschijnlijk aldus voor, Revis, die als agent
van die Middel-Amerikaansche samenzweer
ders een middel zocht om den tekst van het
ontwerp-verdrag in handen te krijgen, wist
dat zich een afschrift daarvan in Buckner's
bezit bevond. Het origineel uit de kluis van
het departement stelen ging natuurlijk niet.
dus onze Senator was zijn man. Hij bespion-
neerde hem om van zijn doen en laten op de
hoogte te komen en ontdekte wel, zijn
„visitelijstje" zullen we maar zeggen, dat hem
voor zijn doel erg gelegen kwam".
„Precies", beaamde neming, „en de ont
knooping van het drama kan als volgt zijn
geweest. Revis verkeerde den laatsten dag
van zijn leven in een wanhopige, vertwijfelde
stemming. De tijd drong: hij had nog geen
resultaat bereikt en besloot daarom zijn laat
ste troef uit te spelen Hij wilde trachten
Buckner naar zijn huis te lokken, hem van
aangezicht tot aangezicht brengen met een
van zijn „vlammen" en met schandaal drei
gen, wanneer hij niet goedschiks toegaf. Het
was niet weinig wat voor Grimes Buckner oo
het spel stond: zijn naam. zijn positie als
politicus, zijn verloving met Miss Haskell.
Nadat Martha Conner beloofd had te ko
men. zag Revis op de een of andere manier
misschien door bedekte dreigementen
kans den Senator aan de telefoon te krijgen
en kreeg van hem gedaan dat hij naar zijn
huis kwam. Doodgewone afpersing, anders
■niet. Het oude liedje: „Geeft u mij het do
cument, Mr. Buckner, anders ziet juffrouw
die en die zich genoodzaakt, enkele voor u
onaangename feiten openbaar te maken".
Toen Darden het departementsgebouw ver
liet, stelde hij zich de vraag of hij niet van
den beginne af op den verkeerden weg was
geweest en Mary Haskell's angst geheel ver
keerd had uitgelegd. Misschien vreesde ze al
leen maar dat Buckner iets omtrent haar
verleden kon ontdekken en wist ze absoluut
niets van den moordenaar. Wat een belache
lijk .onvergeeflijke vergissing zou dat zijn.
Maar voor alles had hij zich thans met
Grimes Buckner bezig te houden. Want Fle
ming. die hem alleen in verband bracht met
de verdwijning van het geheime stuk. wist
nog niet alles! Het schijnheilig heerschap,
dat zoo uitnemend de kunst verstond den
man met hoogstaande principes te spelen,
diende om te beginnen maar eens ophelde
ring te geven hoe die gouden handschoenen-
knoopenhaak in Revis' kamer beland was!
En dan was er nog een heele serie andere
punten, waarover hij aan den tand moest
worden gevoeld
XX.
Mrs. Buckner gaat op visite.
Grimes Buckner verliet de koffiekamer van
den Senaat, waar hij geluncht had en keek
op ziin horloge. Het, was half drie en op dat
tijdstip zou zijn moeder haar aanstaande
schoondochter bezoeken.
„Ik zal alleen gaan", had de oude dame
toornig beslist. „Ik geef er de voorkeur aan
alleen te gaan".
Het was een stormachtig onderhoud ge
weest tusschen moeder en zoon. Met vlijm
scherpe vinnigheid hoonde ze hem om zijn
„asschepoesteravontuur", schold hem voor
een ouden verliefden dwaas, die alle gevoel
voor betamelijkheid verloren had. Waarom
moest hij, man van rijpe jaren en aanzien,
zich verslingeren aan zoo'n piepjong ding?
Was er in zijn eigen kringen geen dame van
..standing' en iets meer geposeerden leeftijd
die hij tot vrouw kon nemen?"
Maar al haar argumenten, al haar hate
lijke heftigheid stuitten af op het pantser
van Grimes' koppige vastberadenheid en het
einde was, dat ze toestemde Mary een offi
cieel bezoek te brengen, „om zelf eens pools
hoogte te nemen, hoe het in het kippenhok
van de jongedame wel uitzag", zooals ze
haar besluit weinig minzaam toelichtte.
Grimes Buckner voelde zich bepaald onbe
haaglijk bij de gedachte aan de ontmoeting
tusschen de beide vrouwen. Hij kende zijn
moeder maar al te goed; die was een alles
behalve aangename tegenpartij wanneer ze
gedwarsboomd werd en hij was overtuigd,
dat Mary niet opgewassen zou zijn tegen
haar bitsen hoogmoed.
In zijn werkkamer teruggekomen, slaagde
hij er niet in zijn bezorgdheid van zich af
te zetten en hij besloot de ontstemming van
de oude dame te riskeeren en naar het Arle-
wood-gebouw te gaan om Mary te secon
deeren bij het duel op leven en dood.
Toen hij de flat binnenkwam, bleef hij
als versteend op den drempel van de zitka
mer staan. Het tooneel dat zich aan zijn
oogen opdeed, overtrof zijn ergste verwach
tingen. Zijn moeder stond rechtop, in de
houding van een heerscheres die hem van
jongs af aan zoo goed bekend was, midden
in het vertrek naast de tafel en haar ge
laatstrekken drukten triomf uit. Mary had
zich bij het venster teruggetrokken, en hield
de handen krampachtig op den rug; haar
vingers speelden met de koorden der
gordijnen. Er was iets van den angst van een
opgejaagd dier in haar wijd-open oogen.
„Wat heeft dat te beteekenen?" wendde de
senator zich geprikkeld tot zijn moeder, zon
der zich van zijn plaats te bewegen.
„Maak je niet belachelijk, Gimes", ant
woordde de oude dame over haar schouder.
Haar toon klonk minachtend en haar oogen
bleven strak gericht op het meisje bij het
raam.
Mary stond roerloos nu.
Grimes Buckner liep verder de kamer in
en keek zijn moeder aan.
„Wat hebt u haar gedaan?"
Er waren harde lijnen om den mond van
Mrs. Buckner. Haar spierwit haar, in een
ouderwetsch, hoog kapsel opgemaakt, gaf
iets gebiedends aan haar uiterlijk; in scherp
gesneden trekken lag een onmiskenbare
wreedheid.
„Wat ik haar gedaan heb? Niets. Ik heb
haar alleen een vraag gesteld, waarop ze
tot mijn verbazing uit haar stoel opsprong
en naar het venster wankelde".
„Wat was dat voor een vraag?"
„Ik vroeg haar", antwoordde zijn moeder
met kennelijk leedvermaak, „naar haar
relaties eenige jaren geleden zeven jaar
geleden om precies te zijn met Mr. Ed
ward Revis. Ik zinspeelde op zekere gebeur
tenissen in een plaatsje in Noord-Carolina;
Bolewood heet het".
„Met Revis?" Grimes Buckner stiet de
woorden uit. „Haar relaties met Revis?"
Mrs. Buckner ging zitten en met een steke-
ligen glimlach naar haar zoon, leunde ze met
de ellebogen op tafel. Mary zakte in den
dichtsbijzijnden leunstoel, een zielige, vorme-
looze figuur.
„Toen je binnenkwam", ging Mrs. Buckner
onmeedoogenloos voort, „was ze juist op het
punt mij een verklaring te geven. Misschien
geeft ze die nu liever aan jou".
Gretig ging Mary op deze opmerking in.
„Ik wil het jou wel vertellen", zei ze
heesch; „jouals we alleen zijn".
Voor de Senator iets kon zeggen, klonk
voor de deur een besliste stem. Tom Malloy
was ongemerkt binnengekomen.
„Als zij het niet doet ik doe het met
het grootste genoegen. Het is heusch heel
eenvoudig". Tenminsteals Mary het
goedvindt". Daarop ging hy op de oude dame
toe en vervolgde met een eerbiedige buiging:
..Mrs. Buckner, nietwaar? Mag ik zoo vrij zijn
mijzelf voor te stellen: Malloy, Thomas Mal
loy".
Een lichte hoofdbeweging, de schaduw van
een knikje, hield haar genadige vergunning
in dat hij bleef.
Toen richtte hij zich weer tot Mary:
„Wat was u op het punt te zeggen?" drong
ze aan.
„Wat verlangt u dat ik zeggen zal, Mrs.
Buckner?"
Niets!" kwam Grimes bruusk tusschen-
beiden. „Niets! Als jij mij wat vertellen wilt,
is het wat anders. Maar ik wensch niet, dat
iemand mij terwille van een of ander misse
lijk gerucht voorschrijft, wat ik te doen of
te laten heb".
„Wat jij een misselijk gerucht gelieft te
noemen", pareerde Mrs. Buckner. „is een
gemeene. schandelijke geschiedenis, een
„Toe. Grimes", viel Mary haar bedroefd in
de rede. „vraag het aan Mr. Malloy. Die weet
alles: hij hij was destijds in Bolewood".
„Ja, ik was daar destijds", bevestigde Tom.
Buckner keek van hem naar het meisje en
er was scherp verv/ijt in zijn stem toen hij
vroeg:
„Dus je hebt Revis vroeger gekend?"
„Ja maar niet op de manier zooals jij
schijnt te denken. Grimes. Ik heb je er niet
over gesproken, omdat ik het zonder beteeke-
nis vond, absoluut zonder beteekenis".
(Wordt vervolgd).