Historische Vrouwenfiguren. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Uit de wereld van defilm VINCE BARNETT, over De Onzichtbare Man, ZATERDAG 3 MAART 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 7 Meestal weet men niet. of denkt er niet over na. omdat zoo iets maar een onderge schikte kleinigheid is. dat Disraeli, de bril- lante Engelsche staatsman van Italiaansch- joodsche afkomst, getrouwd was; maar komt men door een toeval eens achter dat feit. dan vraagt men zich af, hoe het kan. dat de vrouw van Engeland's beroemdsten eersten minister een zoo volkomen in het vergeet boek geraakte figuur is; en aangezien men niet meer van haar weet dan dat zij bestaan heeft, gaat men trachten zich voor te stellen hoe de vrouw was, die een zoo romanti sche, on-Engelsche, zwierige persoonlijkheid als Disraeli zich tot vrouw koos. Dan heeft men spoedig bepaald in welke richting men zijn gissingen zal moeten sturen; een Engel sche zal zij vermoedelijk niet geweest zijn >en kille, koele, gelijkmatige Engelsche zou Baast een man van zijn temperament, van zijn allure niet gepast hebben. Geen Duitsche een nuchter, misschien sentimenteele zelden verfijning of distinctie bezittende Ger- mania hoorde evenmin naast den bijna Oos- terschen Disraeli, met zijn zwaarmoedigen aard, zijn exuberantie in woord en gebaar zijn overgevoeligheid, die hem juist senti mentaliteit deed haten met alle felheid, waartoe hij in staat was. Misschien een Fransche, een Italiaansche, een vrouw van zijn ras of zeker éen van een zelfden aard en temperament, die hem aijn eenzaamheid te midden van de hem meest verkeerd begrij pende Engelschen minder deed voelen; een eclatante verschijning, die haar sleep en haar sociale plichten beide kon dragen met de gra tie en in den grooten stijl, die hij zijn leven lang bewonderd heeft; een vrouw met geest en verstand bovendien, om een man als hij blijvend te kunnen boeien: één van die „femmes spirituelles", waarvan een Fransche schrijver eens heeft gezegd, dat zij de ideale vrouw zijn, omdat zij tien vrouwen in één vertegenwoordigen. Men spint aan die gis singen voort, en beleeft al bijna vreugde aan het paar, dat men in zijn verbeelding voor zich ziet: een knappe man, een knappe vrouw, een man van geest, een vrouw van geest. Men voelt haast spijt, dat men niet eerder ge leefd heeft.... Daar komt u op een dag een portret in handen; Mary Ann Disraeli, door haar vrien den en in den volksmond (met een half spot tend, half toegeeflijk glimlachje meestal) kortweg Mary Ann genoemd. Een oude vrouw, leelijk, smakeloos gekleed bijna toegeta keld, wel vriendelijke, maar zeker niet bij zonder klare oogen, een lachje dat bijna dwaas aandoet. Mary Ann Disraeli, de vrouw van den roman tischen knappen eersten mi nister Disraeli! Men vindt bovendien uit dat ze twaalf jaar ouder was dan hij. Dan herinnert men zich een paar zinnen, die men eens van Disraeli ergens las, en men meent de situatie plotseling te begrijpen: een „mariage de convenance", een verstandshu welijk, een huwelijk om geld! „Wat betreft de liefde, al mijn vrienden, die huwelijken uit liefde gesloten hebben slaan hun vrouwen of zijn van ze gescheiden. Dat is werkelijk waar. Ik zal misschien veel dwaasheden in mijn leven begaan, maar ik zal nooit uit liefde trouwen, want ik ben er zeker van dat dat een verzekering tegen het geluk afsluiten is." Redeneerend in dien trant heeft dus Disraeli zijn hand aan Mary Ann aangeboden, terwijl zijn hart volkomen buiten het geding bleef, en terwijl hij waarschijnlijk Disraeli, die altijd in de schulden zat! eerst van te vo ren degelijk had onderzocht, hoeveel ponden er van haar kant vóór het sluiten van de transactie spraken. Dat was dan ook precies waar Mary Ann's vrienden haar voor waarschuwden, toen zij hen vertelde dat Disraeli haar ten huwelijk had gevraagd; en Mary Ann, die niet veel wist en voor dom doorging, maar wel zelfken nis en een betrekkelijk groote mate van ge zond verstand bezat, was niet ongeneigd "hen te gelooven. Ze was twaalf jaar ouder dan hij. buitengewoon onwetend en werd zelfs over het algemeen een beetje dwaas gevonden: ze praatte ontzettend veel en vlug en bijna altijd over onbelangrijke dingen; ze had een abo minabele smaak en kleedde zich afschuwelijk. Maar haar eerste echtgenoot, het parlements lid Wyndham Lewis, had haar vierduizend pond rente per jaar nagelaten dat kon niet anders dan de eenige attractie zijn! Ze hied van Disraeli, bewonderde en vereerde hem maar ze wilde geen dupe zijn. Zoo dacht ze en dat zei ze hem. Er was tusschen de logica van haar vrien den en haar geen speld te krijgen, behalve deze eene: Disraeli had werkelijk over haar geld niet nagedacht, en hij wilde een huwe lijk met haar alleen uit liefde. Hij vond Mary Ann noch dwaas, noch dom, noch belachelijk; en ze vertegenwoordigde voor hem alles, wat hij bij een vrouw zocht: begrip, teederheid, toewijding, kameraadschap, troost in zijn vele gedeprimeerde oogenblikken, bewonde ring, een rotsvast vertrouwen en geloof in hem. Hij was verliefd als nog nooit te voren; een klein meeningsverschil bracht na een tijd Mary Ann op afdoende en gezonde wijze over haar laatsten twijfel heen. en het besef, dat het haar moeite zou kosten het in de toe komst zonder hem te stellen deed haar beslui ten zich dan maar op de beste wijze te verze keren van zijn voortdurende nabijheid: op den 28en Augustus 1839 trouwden ze. Mary Ann schreef op dien datum kort maar krachtig in haar notitieboekje: „Handschoe nen twee en een halve shilling. In kas drie honderd pond. Vandaag getrouwd. Dizzy (zoo als zij, en vele anderen hem plachten te noe men), wordt mijn man." Disraeli, van nature, exuberanter, schreef haar brief na brief: „De gedachte aan liefde en die aan eenige scheiding, welke ook, hoe kort ook, zijn voor Mary Ann Disraeli. koel in zijn vriend mij onvereenigbaar. Mijn idee van liefde is voortdurend genieten van het gezelschap van haar. die ik toegewijd ben. met haar al mijn gedachten en al mijn fantasieën deelen, al mijn geluk en al mijn zorgen.... Wat ik wil is met je zijn, bij je zijn. nooit van je geschei den zijn het doet er niet toe Waar, op aarde of in den hemel". En vlak voor hun huwelijk: ..Ik weet dat nooit twee menschelijke we zens een betere en durender kans op geluk hebben gehad. Ik denk aan den dag van ons huwelijk als aan een tijdstip in mijn leven, dat mijn loopbaan zal bezegelen. Niets dat ooit kan gebeuren zal mij nu meer kunnen verontrusten, want ik zal altijd in jouw hart BENJAMIN DISRAELI. Zeer kalm. Een sombere en bijna treurige manier van doen. Nooit prikkelbaar. Dikwijls somber. Vurig in de liefde, schappen. Zeer geduldig. Zeer werkzaam. Zeer edelmoedig. Zegt nooit iets wat hij niet denkt. Het is onmogelijk te raden van wie hij' houdt of niet. Hij toont zijn gevoelens niet. Tevreden over zichzelf. Niet egoïst. Weinig amuseert hem. Hij is een genie. Tot op zekere hoogte kan men op hem re kenen. Zijn geheele ziel is gewijd aan de eerzucht en aan de politiek. Maar er waren overigens gelegenheden te over, waarbij Mary Ann de geest, waarvan ze hier blijk geeft, in den steek liet; 'n ongeloof lijke onwetendheid, een wonderlijke naïvi teit, een kolossaal gebrek aan tact, benevens haar voor anderen bijna komieke vereering voor haar man deden haar in vol gezelschap soms de dwaaste dingen zeggen. Men zei van haar, dat ze nooit had kunnen leeren onthou den of de Romeinen er eerder dan de Grieken of de Grieken er eerder dan de Romeinen wa ren geweest; en eens, na een gesprek over den sinds lang gestorven schrijver Jonathan Swift, schrijver van „Gulliver's Reizen", vroeg ze zijn adres, omdat ze hem te eten wilde vra gen. Tegen een paar dames, die het over de schoonheid van een paar Grieksche beelden hadden, zei ze eens: „O, maar u moest mijn man eens in zijn bad zien!" en tegen een andere: „Ik vind, dat uw huis vol onfatsoen lijke schilderijen hangt. In onze kamer is ook zoo iets afschuwelijks. Dizzy zegt dat het Venus en Adonis voorstelt. Ik heb den halven nacht wakker moeten blijven om te verhin deren dat hij er naar keek." Disraeli, overi gens toch overgevoelig bij het overdrevene af, nam aan dergelijke dingen niet de minste aanstoot; hij bleef de trouw en toewijding zelve en niemand durfde om haar te lachen in tegenwoordigheid van den echtgenoot, die haar met een felle loyauteit placht te verde digen. Het eerste boek, dat hij in zijn huwe lijk schreef, „Sybil, or the Two Nations" droeg hij aan Mary Ann op: „Ik wilde dit boek wij den aan een vrouw, wier schoone ziel en no bel karakter haar steeds hebben doen sympa- thiseeren met alles wat lijdt; wier zachte stem den schrijver dezer bladzijden dikwijls aange moedigd heeft, wier smaak en juist oordeel hem steeds geleid hebben; aan de strengste aller critici aan de volmaakste aller echt- genooten." In de vijftig was zij, in de veertig hij. Zij werden nog steeds dikwijls- belachelijk ge vonden: men vindt zoo iets gauw belachelijk. Het is jammer, dat zulke belachelijkheden niet veel te vinden zijn op deze wereld; en zij in allen gevalle stoorden zich niet aan het oordeel van anderen. Mary Ann zorgde voor Disraeli als een prefecte kameraad, als een koesterende moeder, als een liefhebbende echtgenoote. als een volmaakte huisvrouw; Disraeli bleef bij haar alles zoeken wat hij noodig had. Zij werd een oude vrouw; men begon hem leelijk te gaan vinden. ..De men- schen vinden hem leelijk". zei Mary Ann, .maar dat is hij niet. Hij is mooi. Ik zou hem wel eens aan hen willen laten zien als hij slaapt" Zijn successen, en het feit, dat zooveel meer menschen door zijn cynisme, door zijn sarcasme's heen begonnen te zien en er den werkelijken mensch achter vonden, waren voor Mary Ann een bron van vreugde en trots; Disraeli's vriendschap met de Ko ningin, die hem eerst zoozeer gewantrouwd had en die nu aan zijn vrouw primula's uit 't park van Windsor stuurde en haar tot Lady Beaconsfield verhief hem niet tot Lord. op zijn verzoek was de kroon op haar liefde, haar vereering voor hem. Sinds 1866 wist Mary Ann dat ze maagkanker had, maar ze verborg het voor hem; hij wist dat zij het had en verborg het voor haar; en steeds zag men ze samen, haar in haar poney- wagentje. toen ze ouder werd ze is tachtig geworden en hem er naast. „Mijn leven is dank zij hem een lang geluk geweest." zei zij tegen haar vrienden. ..Wij zijn dertig jaar ge trouw geweest en ik heb me met haar nooit verveeld", antwoordde hij. Als een korte af wezigheid van hem hen verhinderde elkan der te zien schreven ze elkaar ontelbare briefjes. „Ik heb je niets te zeggen, dan dat ik van je houd, wat je, vrees ik, wel erg alle- daagsch zult vinden", scheef hij. En zij schreef terug: „My own dearest, ik mis je erg. en ik ben je zoo dankbaar voor je voortdu rende goedheid en teederheid." Zij probeerden op duizend manieren gene- een schuilplaats voor teleurstellingen en zor gen kunnen vinden, en jouw gezond ver stand hebben om me in voorspoed en bij over winningen te leiden." Daar is veel merkwaardigs in zoo'n brief: het feit dat hij werd geschreven aan een lee- lijke onaantrekkelijke vrouw met een repu tatie van domheid en zqtheid: die bovendien twaalf jaar ouder was dan de bruidegom maar meer nog de voorspelling van een lang en volmaakt geluk er in, die volmaakt be waarheid worden zou. Drie en dertig jaar lang duurde hun hu welijk en al die drie-en-dertig jaar hebben die twee wonderlijk ongelijksoortige menschen. die overal waar ze samen kwamen een ver baasden glimlach opwekten, in de volmaakt ste harmonie en het volkomenste geluk ge leefd, dat men zich voor kan stellen. Onge lijksoortig inderdaad! Aan Mary Ann dan ken we de kostelijk, dubbele beschrijving, die ze niet lang na hun huwelijk van hen beiden maakte en te oordeelen naar den geest en den humor, waarvan ze daarin blijk geeft, had haar man, die zoo bouwde op haar gezond verstand, meer gelijk dan haar tijdgenooten en vrienden die haar dom en dwaas vonden: MARY ANN DISRAELI. Zeer uitbundig. Vroolijk en gelukkig als hij praat. Licht prikkelbaar. Een goed humeur. Koel in de liefde, vurig in haar vriend schappen. Geen geduld. Zeer lui. Alleen edelmoedig voor hen van wie ze houdt. Zegt dikwijls wat ze niet denkt. Zij toont haar gevoelens aan hen van wie ze houdt. Ontevreden over zichzelf. Zeer egoïst. Alles amuseert haar. Zij is een uil. Men kan niet op haar rekenen. Zij heeft geen eerzucht tiek. en haat de poli- zing voor haar te vinden, maar niets hielp. Op 15 December 1872 stierf ze, en liet hem achter, eenzamer dan de eenzaamste mensch ter wereld, Dat had ze voorzien en tusschen haar nagelaten papieren vond hij den volgen den brief: „My own dear husband, als ik dit leven voor jou verlaat, laat ons dan in het zelfde graf begraven. Dat God je zegene, mijn liefste, mijn beste; je bent een volmaakte echtgenoot voor me geweest. Adieu, blijf niet alleen leven, dearest, ik hoop van ganseher harte dat je iemand zult vinden, die even veel van je zal houden als je toegewijde Mary Ann." Die heeft hij natuurlijk niet gevonden. WILLY VAN DER TAK. EEN OMROEPER-BUIKSPREKER Luisteraars naar Barcelona zullen hebben opgemerkt, dat uitzendingen van reclame- berichten van dat station door een korte dialoog worden onderbroken. Deze dialoog wordt uitgesproken door één man, nl. den omroeper, die tegelijk een knap buikspreken is. Ook Warschau zendt, om zijn inkomsten te vergrooten, recla-meberichten uit, die heel vernuftig zijn ingekleed in een gesprek tus schen twee functionarissen van den omroep Een nieuwe Janningsfilm. Emil Jannings als kastelein Peter Petersen en Margarete Kupfer als vrouw Jürgens in de nieuwe film .,Der schivarze Waljisch". DIE DE STERREN BELEEDICT door Margaret Chute. Vince Barnett. STUDIO SNUFJES. Erik Oharell, de regisseur o.a. van Het Congres danst en die lm Weiszen Rössel ver filmde. met Reinhardt samen werkte aan The Miracle en in het Grosze Schauspiel- haus in Berlijn bekende stukken ten tooneele voerde, zal voor de Fox gaan werken. Char les Boyer zal de hoofdrol vervullen in 'Cha re U's eerste Amerikaansche film. Boyer speelde o.a. in de Fransche versies van Erich Pomer's jLiliom en in F.P. 1 ant woordt niet. Alles bij elkaar genomen zou men denken, dat er veel voor noodig is om een filmster zenuwachtig te maken. De langdurige praktijk om allerlei tegenslagen te ontwijken of te bo ven te komen hebben bijna alle sterren vrij dikhuidig gemaakt en ze kunnen lof of be- leedigingen. geluk en tegenspoed met hetzelf de gemak doorstaan. Maar er is één man in Hollywood, die de sterren kwaad kan krijgen en die dat ook vaak doet. Hij is niet groot van gestalte, maar ver oorzaakt meer onrust dan tien reuzen. Zijn naam is Vin ce Barnett. de kaal» hoofdige, onnoozel uitziende komiek uit Universalshorts en o.a. uit de Die rentemmer bekend, de man met de Chevalierlip, de donkere oogen met een half treurige uitdrukking en een niet te beschrijven snorretje. Toen het eenige jaien geleden duidelijk werd, dat het ettelijke filmsterren geen kwaad zou doen, ze eens iets bescheidener gemaakt werden, wierp Barnett zich op als onofficieel algemeen beleediger in de studios. Als hij een beroemd heid kan plagen, dan doet hij het en dan weet hij, dat hij een goeden dag heeft gehad. En toch ziet hij er zoo hulpeloos uit en zoo on schuldig met dat dwaze snorretje boven zijn dikke onderlip. Als men hem op straat tegen kwam ,zou hij misschien heelemaal niet op vallen, of misschien zou men hem zien en even onmerkbaar lachen. Maar hij heeft al zoovelen kwaad gemaakt, dat het een wonder ls, dat hij nog leeft! Ongeveer drie jaar geleden begon hij met zijn zelf gekozen werk, door Jack Wamer, een der directeuren van Warner Bros Filmcom- pany, te vertellen, dat hij maar eens eerst iets te weten moest komen van de meest elemen taire vereischten voor filmproductie, voor hij nog meer ongenietbare films liet maken. Een poosje later kreeg hij een rol in de film Scarface, en van dat oogsnblik af combineert hij beleedigen met filmspelen. Barnett is een Ier, die bizonder goed Ameri- kaansch met een vreemd accent kan spreken, en daarom ook vaak optreedt als een wat sjofele Duitsche of Zwitsersche kellner. Douglas Fairbanks engageerde hem eens voor j een partij op Pickfair, zonder te vertellen, wie die vreemde man was. Hij stelde hem voor als een Duitsch filmdeskundige en Barnett kwam j op die manier in aanraking met vele beroemd- heden. Hij zei aan Elsie Janis, dat ze in den oorlog alleen naar Frankrijk was gegaan uit reclame-oogpunt. Tegen Charlie Chaplin zei hij. dat zijn manier van optreden heelemaal niet grappig was, en dat Charlie alleen maar zoo gek deed om de aandacht te trekken. Toen Mary Pickford tenslotte den tijd gekomen achtte om Barnett te doen ophouden, vroeg ze hem even mee te gaan in den tuin. waar ze hoopte hem het een en ander te kunnen zeggen en hem weg te zenden .Doch Barnett antwoordde onverstoorbaar, dat hij nooit een partij met getrouwde vrouwen verliet. Toen helderde Doug zijn identiteit op! Bij een bezoek aan Norma Shearer kwam het gesprek op zaken doen en Norma plaatste daarover een opmerking. Barnett viel haar in de rede met de woorden: „Een huisvrouw moet niet over zaken mee praten, maar moet zich bezighouden met het huishouden. Als jij dat gedaan had, zou het hier nou niet zoo'n rommeltje zijn". Eenige oogenblikken later lag Vince op straat, uit het huis gegooid door bedienden en enkele gasten. Richard Barthelmess kreeg van Barnett, die zich voordeed als een sound-expert, den raad, om onmiddellijk het witte doek vaar wel te zeggen of anders spreeklessen te ne men van.... Mae West! Clark Gable moest het een en ander van hem hooren wat hij allerminst op prijs stelde. Gable draaide zich meteen om en gaf Barnett een geslaagden klap op zijn kin. Barnett kijkt zijn slachtoffers van te vo ren wel aan. d.w.z, hij zal de menschen aan tasten in. hun fouten en dan nog alleen hen, die het noodig hebben. In de Metro Studios zeiden ze eens tegen hem, dat hij absoluut geen vat zou hebben op Greta Garbo. „Zoo?" kwam Barnett. „Ik wil wedden om honderd dollar, dat ik Garbo kwaad heb, vóór deze film. The Prizefighter and the Lady, waaraan ik nu meewerk, vol tooid zal zijn". Drie dagen later stond hij in de buurt van Garbo's kleedkamer, en wachtte tot zijn kans kwam. Toen Garbo naar buiten trad om zich te begeven naar haar studio, stapte Bar nett naar voren. Midden op haar weg staande zei hij luidop: „Goeden morgen, Mariene Dietrich!" Barnett heeft zijn weddenschap gewonnen. Mariene Dietrich als Keizerin Catharina van Rusland. Een scènekiek uit de nieuwste Dietrich-film, die in het Amerikaansch den titel draagt van: Scarlet Empress. Hij protesteert o.a. tegen de liefde in deze film. Het bekende boek van den Engelschen schrijver H. G. Wells. The Invisible Man, is verfilmd door de Universal. Het heeft onge looflijke moeite gekost het zoover te krijgen, dat op het doek iemand aanwezig is. die men niet kan zien. De hoofdrol, en dus de rol van de Onzichtbare Man wordt vervuld door Claude Rains, de eenige acteur dus. die actief deel heeft aan het spel op het witte doek en die deson danks door niemand gezien kan worden en dus niet daardoor op valt, behalve dan ten slotte. als hij sterft. Het is daarom niet onaardig hierbij een foto van dezen film speler af te drukken. James Whale, die o.a. de Kus voor den Spiegel en Franken stein geregisseerd heeft, heeft deze film vervaardigd naar het scenario, dat R. C. Sheriff heeft geschreven uit Well's boek. Wells heeft deze film gezien en maakte er, als zijnde de verfilming van eigen werk, zijn compliment over. Zijn critiek erop was deze, dat het middel om den man onzichtbaar te maken hem tevens gek had gemaakt. „Als men hem normaal van geest had ge laten", zei hü aan de News Chronicle", zou hij al monsterachtig geweest zijn. In deze film heeft men niet te doen met een onzichtbaren man, maar een onzichtbaren gek". Hij vond, dat de filmproducenten ten aan zien van de fantastische geschiedenis nog wel iets te leeren hadden. Een liefdesaffaire en een conflict waren irrelevant en deden afbreuk aan een dergelijke geschiedenis en ook aan een dergelijke film. Af en toe had hij het voorrecht gehad de verfilmingsrechten van verschillende zijner verhalen te verkoopen. Soms werd er een rol prent uit geboren, soms hoorde hij er niets meer van. Maar wat hem bij de meeste was opgevallen, was, dat de oorspronkelijke ge schiedenis was veranderd ten gunste van de gewone liefdeshistorie in het belang van een bepaalde ster en van de „sexual passion". Hij is daarom van plan actief deel te nemen aan de productie van de film, die gemaakt wordt van zijn „The Shape of things to come", Claude Rains.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 13