STAATSGEHEIMEN.
Lerroux, de Spaansche minister-president, omringd door journalisten bij bet verlaten van het paleis van presi
dent Zamora te Madrid tijdens de dagen der jongste regeeringscrisis.
De Amerikaansche gezant Laurits S. Swenson heeft Maandag ons land verlaten. Op het station Staatsspoor te
den Haag werd de gezant uitgeleide gedaan door verschillende hooggeplaatste autoriteiten.
De kleinste ponny op de ponny-tentoonstelling in
Agricultural Hall te Londen is 31 Vs inches hoog.
De ex-kroon^rins van Duilschland was op de Avus-
baan tegenwoordig met rijn wagen bij de inspectie
der deelnemende auto's aan de Brandenburger Win-
territ
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt
door
THEA BLOEMERS
(Nadruk verboden)
36
Plotseling flitste een inspireerende ge
dachte door zijn geest; hij wist thans, wat de
beste manier was om Mary te helpen, haar
uit haar doodelijke apathie los te rukken. En
hij sprak: „Liefde tusschen die twee? Als
u weten wilt, wat werkelijke liefde is, luistert
dan naar het volgende. Na den moord kwam
ik aan Revis' bed en onderzocht de wond,
die een eind aan zijn leven had gemaakt. Miss
Haskell en Malloy bevonden zich achter mij.
Ik had rondgekeken om de revolver te vin
den, waarmee de daad gepleegd was, doch
het wapen niet gevonden. Ik weet nu, dat
het zóó op den grond was gevallen, dat ik
het. van de plaats waar ik stond, door een
plooi in het vloerkleed niet kon zien. Malloy
zag de revolver, raapte haar, bliksemsnel en
geruischloos, op en liet haar ongemerkt in
Miss Haskell's zak glijden. Hij had het wa
pen onmiddellijk als haar eigendom herkend.
Zooals ik al te kennen heb gegeven, dacht hij
toen, dat zij Revis had gedood hij ver
onderstelde. dat ze misschien gedwongen was
geweest uit zelfverdediging op hem te
schieten. En de heele week heeft deze jonge
man. opdat geen schaduw van verdenking
zou vallen op de vrouw, die hij liefheeft en
hoogacht, het zich zonder één woord laten
welgevallen, dat de verdenking in haar volle
zwaarte op hem rustte; hij heeft er zelfs be
wust naar gestreefd om in de oogen der auto
riteiten zoo verdacht mogelijk te schijnen!
Om de vrouw, die hij liefheeft te redden,
heeft hij..,.,,."
De stem van Miss Haskell deed hem abrupt
den zin afbreken.
„Hij hoeft nu niet langer meer onder die
verdenking gebukt te gaan", zei ze.
Darden deed een stap achteruit; zijn armen
vielen slap langs zijn lichaam. Het succes
van zijn laatste psychologischen zet overwel
digde hem de verschrikkelijke tooverband
om Mary was gebroken.
„Het oogenblik is nu gekomen om een ver
klaring af te leggen", vervolgde ze. Ze sprak
afgemeten, beslist, maar zonder een enkel
gebaar. Haar lichaam scheen nog niet uit
de verstarring van het lijden opgewek.t haar
woorden kwamen met die diepe, onnatuur
lijke alt, die Darden al eens eerder gehoord
had. In het vertrek heerschte een haast tast
bare stilte; de atmosfeer was als met elec-
triciteit geladen.
„Ik kan zeggen, wie de schuldige is. Ik
zal u vertellen hoe ik het ontdekt heb. Ik
had het al veel eerder moeten doen, maar.,
ik verkeerde in de meening, dat het uit zelf
verdediging gedaan was, als gevolg van een
bedreiging. Ik ben bedrogen en ont
goocheld: ik ben al heel lang bedrogen!"
Een uitdrukking alsof ze lichamelijke pijn
had. kwam op haar gezicht.
„Het ongeluk was. dat ik voor iedereen,
van wie ik kon aannemen, dat die zich tegen
hem keerde, sympathie moest koesteren
hij was wreed, onbeschrijfelijk wreed, en
laag. Dat had hij mij maar al te duidelijk
bewezen. Maar nu nu er van liefde ge
sproken wordt
Ze ging overeind zitten, keerde langzaam
haar hoofd naar Miss Colvin en boorde haar
blik in Addie's onrustige knipperende oogen
„Jij", er klonk peillooze smart in haar
stem „jij hebt hem gedood! En jij was
zijn handlangster".
Addie Colvin verroerde zich niet en gaf
geen antwoord. Alleen haar gezicht vertrok
krampachtig. Mary wendde het hoofd weer
af, als vervulde de aanblik van haar huisge-
noote haar met afkeer.
„U had gelijk, Mr. Darden. Ik ging naar het
huis, vastbesloten den man te weerstaan, hem
aan het verstand te brengen, dat hij mij er
onder geen voorwaarde toe zóu krijgen aan
zijn eisch te gehoorzamen. Ik was voornemens
geweest mijn revolver mee te nemen, maar
ten slotte deed ik het toch niet ik was
bang, dat ik hem misschien zou dooden.
Dus ging ik ongewapend de revolver liet
ik in een la van mijn kleerenkast achter.
Toen ik bij het huis kwam, brandden de
lichten. Maar het ontbrak me aan den moed
om binnen te gaan het was me eenvoudig
niet mogelijk. Maar ik kon toch niet terug-
keeren zonder hem mijn besluit te hebben
medegedeeld! Ik liep het blok huizen om.
Toen ik aan den achterkant van de woning
was, dicht bij de dwarslaan, zag ik een vrouw
uit die laan komen rennen, in de richting,
waar ik mij bevond. Ik wist direct dat ze
uit het huis van Revis kwam het moet een
soort intuïtie zijn geweest. Het volgende
oogenblik herkende ik de vrouw: het was
Addie Colvin".
Eindelijk kwam er beweging in haar. Hef
tig, bijna woest, sprong ze op, legde haar
hand op de leuning van een leegen stoel,
zoodat ze het heele gezelschap, behalve Buck-
ner, kon zien.
„Haar gezicht", ging ze voort, „was lijk
bleek. Ik dacht toen, dat dit het gevolg was
van een hevigen schrik en strekte mijn hand
uit om haar bij de mouw te grijpen. Ze
hijgde naar lucht; in haar verbijstering had
ze me niet herkend. Toen ik haar beetpakte,
week ze achteruit, tot ze tegen het hek kon
leunen.a Daar zonk ze half in elkaar en het
duurde geruimen tijd eer ze in staat was
iets te zeggen. Ik vroeg haar, wat er ge
beurd was."
„Vraag me niets", fluisterde ze ontzet.
Ik vroeg verder, waar ze geweest was.
kwam. Tenslotte hijgde ze: Ik wilde je redden.
Ik wild® dien man den mond snoeren". i
Daarop kwam ze vlak bij mij staan en
sprak verder, nog steeds gejaagd fluisterend:
„Ik moest het doen, Mary. Ik moest het doen!
Hij dwong me er toe!"
Toen ik aandrong, dat ze alles zou ver
klaren, klemde ze zich aan mijn arm vast
en trok me mee. Het was heel koud, zooals
u zich herinnert; er woei een scherpe wind.
Maar bij het schijnsel van 'n straatlantaarn
zag ik, dat het zweet in dikke droppels langs
haar gezicht stroomde. Toen we de drie-en-
dertigste straat bereikt hadden, bleef ik staan
en vroeg haar nogmaals wat ze gedaan had".
Mary Haskell zweeg even, als iemand, die
het hoogste punt van zijn verhaal nadert. „Ik
weet 't niet", zei ze; ,maar misschien heb ik
hem wel gedood. Ik schoot op hem
Dat bracht me op de gedachte, dat het
gevaarlijk kon zijn als we daar samen ge
zien werden en dat het beter was, dat ze
heenging. Dat deed ze ook; precies om elf
uur kwam ze thuis, alsof ze naar den
schouwburg was geweest. Elf uur was ook
de tijd, waarop die man mij besteld had;
in mijn opwinding was ik vroeger gegaan.
Het huis had nu opeens een onweerstaanbare
aantrekkingskracht voor mij. Ik ging terug
ik wilde mij vergewissen of hij werkelijk
dood was. Maar ik kon het toch niet van
mezelf verkrijgen om binnen te gaan. Het
huis lag nu in duister; 't zag er afschrikwek
kend, onheilspellend uit. Maar weggaan wilde
ik niet. Ik wachtte. Toen zag ik u den voor
tuin inkomen, Mr. Darden; ik herkende u.
Ook Mr. Malloy verscheen ik wist onmid-
delijk dat hij naar Revis wilde. Nu kon ik
niet langer op een afstand werkeloos af
wachten ik moest zekerheid hebben over
wat over wat in dat huis gebeurd was".
Haar oogen sloten zich, haar hoofd zakte
langzaam op haar schouder. Met al haar
geestkracht vocht ze tegen de machtelooze
moeheid, die haar besloop het gelukte haar
den stoel een weinig naar zich toe te trekken
en uitgeput zonk ze er in neer.
Moeilijk, met klanklooze stem, zette ze
haar relaas voort. Toen ik op de flat terug
kwam, vertelde Addie. dat ze alleen naar
hem was toegegaan om hem te verhinderen
het mij lastig te maken. Ze herhaalde, dat hij
haar, er toe gedwongen had te schieten
hij had haar geslagen en zij had in
doodsangst verkeerd, dat hij haar zou ver
moorden. En ik geloofde haar", er kwam
een bittere, schampere klank in Mary's stem
„ze had me, voor zoover ik wist, nog nooit
bedrogen. Maar nu begrijp ik, dat ik me
daarin vergiste; allerlei kleinigheden, oogen-
schijnlijk onbelangrijke dingen, d.ie doen
mijn argwaan niet opwekten, zie ik nu in een
ander licht. Hij is mij duidelijk geworden,
dat zij hem gedood heeft, omdat het haar
niet gelukte door haar verraad aan mij zijn
zijn liefde te koopen". Ze sprak het woord
op een toon van afschuw uit, afschuw over
zooveel laagheid. „En ik had er toen geen
flauw vermoeden van, dat zij het geheime
stuk gestolen had. Vóór vanavond zou het
niet bij mij opgekomen zijn ook maar één
seconde aan 'n dergelijke laffe gemeenheid te
denken".
Haar woorden, die wegstierven in een ge
fluister, werden oogenblikkelijk gevolgd door
Addie's schril, venijnig protest.
„Ik ben nooit in het huis van dien man
geweest! U legt mij den moord ten laste
op de leugenpraatjes van twee vrouwen, die
allebei heel wat meer rden hadden om hem
te dooden. Die twee staan onder verdenking.
Ik zeg u, dat- ik nooit in dat huis ben ge
weest nooit!"
Haar aschgrauw. broodmager gezicht was
een verwrongen masker van angst haar
oogen, glazig in hun starheid, gloeiden en
brandden achter de zenuwachtig-knipperende
wimpers.
„Nooit, zeg ik u!" herhaalde ze. ,Nooit ben
ik daar geweest!"
„Ik heb een bewijs van het tegendeel", ver
klaarde Darden kalm. ,(§lot volgt).
Exterieur van het nieuwe gebouw van den Raad van Arbeid te Rotterdam, dat binnenkort in gebruik zal
worden genomen.
©e aarfcomst van 2?. ff. W. PfTns Hemfcflc en H. K. H. Prinses Juliana Bij Butze Anjema te
den Haag, alwaar Maandag een diner gegeven werd voor de leden van den Raad van State,
renbaan van het sportterrein Woudensteyn te Rotterdam wordt geheel
verbeterd in verband met de draverijen in het a.s. seizoen.