van een ^3 Quito, de hoofdstad van Ecuador BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD IETS OVER LOVE-TEAMS, ZATERDAG 17 MAART 1934 HAARLEM'S DAGBLAD Dl Een interessante wandeling. Kerk van San Francisco in Quito. Riobamba en Quito liggen beide in de in- terandino, op de groote hoogvlakte tusschen twee bergketenen met toppen van zes en zeven duizend meter. Net als Bolivia, maar een kleine duizend meter lager en onder den evenaar, zoodat er soort eeuwige lente heescht: zoo'n drie maisoogsten per jaar. Riobamba is een handels-markt-provincie- stad, Quito is een wereldstad in het klein. Flinke regeeringsgebouwen en een groote Kathedraal liggen rondom de met subtropi sche plantenweelde prijkende Plaza, luxe auto's, autobussen en electrische trams rijden af en aan. Nette heeren, keurige dametjes! En een straatvger! Maar was voor één. Bloote voeten, witte pantalon, wit Norfolkjacket, en daarover een roode wollen poncho, weer zoo'n vierkante lap met een spleet om hem over het hoofd te kunnen werpen. En dan een vilten hoed. Maar daaronder. Een forsche Indianenkop, een beetje roodhuidtype, met lang krullend zwart haar, dat deels los op de schouders hangt, deels als een dikke zware vlecht, meest met een rood bandje er door op den rug afhangt! Een schilderachtig type, dat is de eerste verrassing van Quito. De vrouwen uit het volk vormen de tweede. Weer flinke gezichten, maar wat minder verzorgd haar, soms een witachtige blouse, aardig rood geborduurd, maar als het echt is slechts witte wollen lappen, die voor de schouders met twee zilveren spelden bijeen worden ge houden (net als bij mijn Himalayavrouwtjes) en die dus de armen vrijlaten. Een roode om slagdoek en een oranje draagsjaal, waarin zeer zware lasten worden vervoerd. Deze wollen sjaal wordt met een paar groote ezelsooren voor het voorhoofd vastgeknoopt en daarop hangt dan weer de vilten hoed. Ik zag een jonge dame wegwandelen met twee zakken meel, honderd kilo. Heusch waar. Mijn Bell en and Howell zag het ook! Maar het algemeen ziet ge niet zoo heel veel In dianen in hun typische kleederdracht. Op marktdag ja, en op de marktplaatsen, dat zijn de beste plekjes voor den fotograaf. En altijd zijn op den hoek van de straat een paar Indiaansche sjouwerlui of sjouwvrou- wen beschikbaar, maar ze verdwijnen haast in de vroolijke drukke menigte. De boertjes en vrouwtjes van Buuten vallen natuurlijk dadelijk op door het rood en oranje, daarom lijkt hun aantal grooter dan het is. En ik zie ze altijd graag met hun frissche kleuren, de reeksen van rood kralen kettingen, groote oorhangers en twee of drie pakken op den rug. waarvan één altijd een kind bevat vaak ingewikkeld, in het pak zouden wij zeggen, maar ook met alle denkbare lichaams deeïen er buiten uitstekend. Dat ze nooit zoo'n'n wurm verliezen begrijp je niet. Ik heb er één op een helling zien struikelen en finaal over den kon gaan en het wurm wuifde noa met zijn handje. En ik heb ze met het kind in een doek op den rug langs den weg zien liggen slapen ook. Vandaag zag ik zoo'n mooie Indianenman met zijn lange vlecht en een kind op den rug. En ik geloof, dat het zijn vrouw was. die die 2 meelzakken droeg. Maar ik kom telkens weer op die leuke Indianen al vertel ik dat er weinig zijn. De meeste bezoekers van Quito kijken ook meer naar de flinke asfaltstraten, het mooie post kantoor en de prachtige oude kerken. Veel mooier van die van Cuzco. maar hier zijn ook Vlaamsche meesters aan het werk ge weest! Van Cuzco gesproken, dat wordt vaak met Quito in één adem genoemd, maar ze hebben heel weinig gemeen. Cuzco is een en al Inkaruine en in Quito vindt ge daar niets van. Cuzco zit vol Indianen en leeft van zijn kerken; Quito is een wereldstad. Cuzco is stinkend vuil en Quito is schoon. Heeft rio- leerine tot ver in zijn buitenwijken. Hygië nisch zijn de zaken hier aardig in orde. Niet voor niets is een medicus hier zes jaar lang President geweest, twee jaar langer dan de wetTeU'ke tiid. Pr. Avora heeft van ©uito een stad en van Ecuador een Staat gemaakt met Guyaquil als flinke havenplaats. Quito ligt prachtig, door heuvelruggen om geven te midden van een aantal vulkaan reuzen in een bloemrijke omgeving. Het is er zalig wandelen al is het wel eens lastig uit te maken waar je eigenlijk heen wil. Zondag 16 Juli bijv. was ik vrij en stond om half zeven op straat met een zware ruggak met reflexcamera en Movex 30 met telelenzen enz. Twee minuten later hing de rugzak op den rug van een Indiaan. Ik had.de zaak al eens zoo'n beetje aangekeken en gezien, dat één der heuvelruggen, die tot tegen de stad aanliep regelmatig omhoog voortzette in de richting van een ouden vulkaan, de Pichin- cha. Quito ligt op 2852 Meter, de top van den Pinchincha op 4775, dus ruimte genoeg om de beenen eens uit te strekken! Eerst gaat het omhoog door Eucalyptusbosch, dan langs een met struikgewas begroeide ravijnrand, waar onder vele onbekenden, de berberis de aan dacht trekt. In een prachtige grashelling staat witte klaver in groote hoeveelhedan en de lupine groeit hier als houtige struik. Zou die ook uit Amerika afkomstig zijn? Maar daar staat nog een oude bekende. Der tig jaar geleden, neen warachies al veertig, als ik aan de hand van mijn moeder naar de luilakmarkt ging, kwam ik altijd thuis met een leeuwenbek. Zoo'n kogelrond bloempje. En die staat hier overal. En ze noemen hem hier ook bocca de leon. Dan ben je ineens weer wat minder alleen. Vervelend sjouwen anders door die ravijnen. Alles is hier vul- kaanasch en puimsteen en dus zijn de paden door water, menschen en muilezels soms drie meter diep uitgesleten, zoodat je ten eerste niets ziet en ten tweede geen zuchtje wind krijgt, met het zonnetjes recht boven je bol. Jasje uit, das uit, nog een stuk ondergoed in den rugzak en vooruit maar weer. Wij stijgen boven den ravijnwand uit. Mais', gerst, aardappelen en tuinboonen tusschen groote weilandstukken, maar daar heb ik voorloopig geen oog voor. De eerste heldere dag van deze week! Daar liggen ze in breede rij langs den horizon, de vulkanen van Ecu ador met als piece de Milieu den Cotopari, een ideaal mooien kegelvulkaan van bijna 6000 meter hoog! En de bovenste 11 >2 dui zend met sneeuw en gletschers bedekt. Wat verder omhoog, als het bouwland achter ons ligt. wordt ook de Chimborazza in de verte zichtbaar en de Ilinazi en nog vele meer. Op een gegeven ©ogenblik tel ik tien prachtige, met sneeuw bedekte, vulkaan- en bergtoppen rondom de prachtige begroeide vruchtbare vlakte, die al diep onder ons ligt. Mijn Indi aan krijgt er ook pleizier in. Hooger en hooger gaat het. steeds door hellende weilanden met hoog gras. Hier kan heel wat vee gehouden worden. Het observatorium ligt al naast ons. maar daar links is zoo'n mooie rotswand, dus daar eens heen. Weer nieuwe vergezich ten. Nog hooger. 't Gaat lastiger. In kan mijn mond niet meer dichthouden. Dat is het na deel van een mooien kleinen neus, dat je zoo omstreeks 4000 M. door den mond moet gaan ademen. Zouden wij al zoo hoog zijn? Ja. daar ligt sneeuw. Het is ook niet warm; al loop ik al den heelen dag in minimum- kleeding. Prachtige gentianen komen er nu en van die kussenvormende alpenplanten. Steilaria en Sieneachtigen. En als wij weer een glooiend weiland opgezeuld zijn loeit daar plotseling de wind om hooge rotswan den. Wij zijn nog maar een paar honderd meter onder den top. Grashellingen wisselen nog steeds af met sneeuwplekjes, hier en daar steile stukjes rots. waar handen en voeten beide dienst moet doen, maar waar heb je die anders voor? E om half drie zijn wij boven 4775 M., een paar meter onder den Mont Blanc. Maar wij zijn niet alleen De Club Andino maakt een excursie en wij tref fen twaalf leden boven, die den vorigen om 12 uur vertrokken en half weg overnacht hebben. In één dag heen en terug doet nie mand en ik word meteen tot Ëerelid be noemd. terwijl ik alle kleeren aantrek, die ik bij mij heb. want nu voel ik ineens de kou. De thermometer van de heeren wijstéén graad boven nul. in de schaduw, want een dikke wolk vormt zich boven den top. Zooeven in de zon was het nog zes graden, maar toch eigenlijk ook geen temperatuur om alleen in je hemmetje te wandelen. De voorzitter was een Italiaan uit Aosta: leuk. dat hii er wat fut in weet te brengen. Dat kan blijkbaar in Ecuador. In Guyaquil is ook een jachtclub, die heel aardig werk doet en zoo wordt de sport hier onder den evenaar niet verwaarloosd. Wat tegenwoordig toch beschouwd' moet wor den als een der eerste vereischten voor een krachtig opgroeiend ras. Wij gingen gezamenlijk omlaag. In kalmen draf. Drie uur lang. Ik had mijn zin gehad, 'n Stevige wandeling voor een vrijen Zondag, bovendien dertig meter film en twee en een half dozijn foto's. Er morgen verder want al wat oud is ligt hier onder 2 tot 20 M. asch en puimsteen bedolven. Niks te doen voor mij in Quito, maar het was een mooie wan deling. VAN DER SLEEN. UIT DE WERELD VAN DE FILM Vooral over Eilers en Dunn. Het doet goed in verschillende films steeds hetzelfde Love-team aan te treffen, de jon geman en het meisje, die elkaar meestal na bijzonder onaangename avonturen, tenslotte vinden en gezamenlijk het huwelijksbootje gaan bemannen. Het maakt op mij ten min ste een veel prettiger indruk, dan als meneer A. in elke film op een andere actrice afste vent, en mej. B. in iedere film weer door een anderen acteur het hof gemaakt wordt. Hierbij komt nog, dat het team-work op het samenspel een zeer gunstigen invloed heeft. De spelers worden geheel op elkaar afgestemd en vormen een prachtig ensem ble. De bekendste voorbeelden hiervan zijn wel Janet Gaynor en Charles Farrell, die in Zijn Terugkomst, De Reis naar het Geluk, Kus me Goedennacht, Lach en Vergeet, om maar enkele films te noemen, samenspeel den. Voorts (vroeger) Willy Fritsch en Li lian Harvey, en last not least Sally Eilers en James Dunn. Het Love Team Sally EilersJames Dunn. Deze begonnen in Bad Girl, zetten het team work voort in Moeder (Over the Hill) en ko men nu tezamen in Sailor's Luck (Met Jan maat op stap). Sally Eilers had als zoovele harer kunst zusters en -broeders in den beginne veel te genkanting van de zijde harer ouders in haar verlangen filmster te worden. Ze bezocht de school in New York, daarna (na 1926) de Fairfax High School in Californië en poogde toen het filmdorado binnen te komen. Met Carole Lombard samen klopte ze bij de Mack Sennett studios aan en ziet, daar kreeg ze een kans. Ze moest de rol van Alice Day, die de haar toegedachte rol afwees, om dat ze mannenkleeren moest dragen, overne men en had daarmee den eersten stap gedaan op den weg naar roem. Dat haar eerste film The Goodbye Kiss een groot succes was, kan niet beweerd wor den. Op advies van Sennett speelde ze daar om vele twee-acters als oefening, en daarna een zestal grootere films. Met Buster Keaton speelde ze voorts in Sailor's Holiday'' en „Parlor, bedroom and bath", met Marie Dressier in ..Reducing'' (de vermagerings kuur), met Norma Shearer in „Let us be gay' Na nog enkele andere films werd ze met Dunn in Bad Girl geplaatst en toen volgden spoedig andere groote successen James Dunn begon als kantoorbediende, zocht zijn heil voorts in het auto-vak. doch slaagde er niet in ook maar één auto te ver- koopen. Toen kwam hij op het idee met luxe lunch-auto's door New York te gaan rijden, waarbij men staande, goedkoope luncheons kon gebruiken. En hiermee spaarde hij eenige duizenden dollars bij elkaar, die hij, na een „goedetip van een vriend bij specu- leeren weer kwijtraakte. Filmfigurant? Nie mand lette op hem. Een reizend tooneelge- zelschap kon hem voor kleine rolletjes ge bruiken en toen hij op Broadway in het suc cesstuk Sweet Adeline optrad begon hij pas weer aan de film te denken. En toen kreeg hij als eerste film „Bad Girl" te spelen. Het is niet de laatste geweest! STUDIO SNUFJES. Zooals men weet verfilmt de Ufa de Czar- dasfürstin, operette van Emmerich Kalman. De hoofdrollen worden vervuld door Martha Eggerth. Hans Soehnker, Paul HÖrbiger, Paul Kemp en Ida Wüst. Georg Jacoby heeft de regie, de muzikale bewerking i s van Theo Mackeben en Hans Otto Borgmann. Er zal eveneens een Fransche versie van gemaakt worden. Films van vorstelijke personen zijn tegen woordig zeer in trek. De Metro verfilmde een episode van Koningin Christina met Greta Garbo, in Engeland speelde Elisabeth Berg- ner voor Catharina van Rusland. Von Stern berg regisseerde voor de Paramount Mariene Dietrich in The Scarlet Pageant, ook over keizerin Catharina thans zal Universal een rolprent vervaardigen over de koninginnen Elisabeth en Mary van Engeland. De titel rollen zullen gespeeld worden door Leslie Vroolijk bezoek. In mijn vorigen brief eindigde ik met het bericht dat een Belgisch plezierjacht zijn an ker had laten vallen op Soembawa. Ik zal u daarvan nu een trouw verslag geven. Ik begon met mijn aspirant naar de La boen te sturen om eens te kijken wat het was. Ik zat thuis te wachten tot plots de auto vol geladen terug kwam met een paar heeren er in en een stel matrozenpakjes die toen ze uitstapten zich ontpopten als vier aardige meisjes. Er kwamen nog twee auto's na, zoo dat ik ineens met 15 gasten zat en met moeite stoelen en drinks bij elkaar kon krijgen. Maar ook dat lukte weer. Nu bleek dat het ruim 700 ton groote plezierjacht Heliopolis eigendom van een Belgischen baron-millionair, die 15 gasten aan boord had. waaronder 7 dames, voor de reede van Soembawa lag en ze hier 112 dag zouden blijven. De bemanning be stond uit 33 volbloed Engelschen en onder de gasten waren 9 verschillende nationali teiten. onder de dames een Noorsche, twee Franschen, twee Amerikaanschen en twee Belgische. Onder de heeren de Belg-eigenaar, nog een Belg, een Italiaan, een paar Franschen en een paar Amerikanen. Ze maakten een reis om de wereld, waren Mei van dit jaar uit Europa vertrokken, via Zuid-Amerika. Pana makanaal en Zuidzee-eilanden, via Nieuw- Guinea hier aangekomen en gingen nu over Java en Singapore naar huis. Ze spraken ge lukkig allemaal behoorlijk Engelsch, daar mijn Fransch tamelijk zwak is en ik me in 't Engelsch vlot kan redden. Ze noodigden mij met mijn aspirant en nog een Europeaan des avonds voor het souper en we namen dat na tuurlijk grif aan. We togen om acht uur naar boord, werden de keurige cocktail-bar inge loodst, waar het heele mondaine gezelschap bijeen was. De stemming was vlot en leuk. Toen een lekker souper, twintig man aan ta fel, bediening onder leiding van een deftigen buttler en drie Europeesche kellners, een vlot gesprek (ik had als controleur de eereplaats tusschen de twee aardigste meisjes) het was voor ons drieën, die er wel het beste van ma ken maar die toch zoo heel ver weg zitten van de beschaafde wereld, een heerlijke afwisse ling van gezellige en vlotte mondainiteit. Na afloop van het fijne diner dronken we in een pracht van een wintertuin aan boord, koffie met likeur. De boot is meer dan gezellig inge richt en we zagen alles met de grootste be langstelling, Daar de heeren er veel voor voelden om uit jagen te gaan, trokken we er mijn auto op uit, een rit van 50 K.M., waarbij we gelukkig een varken schoten. We kwamen pas 's nachts om 2 uur thuis en hadden weel een ander programma voor den volgen der. Carter en Margareth Sullavan. De regie is in handen van Lowell Sherman, die ook een rl in de film zal vertolken. In Edna Ferber's „Glamour" dat door de Universal onder regie van William Wyler zal worden verfilmd, worden de hoofdrollen ge speeld door Constance Cummings, Paul Lukas en Russ Colombo, De serie thrillers van Universal wij noemen: De Mummie met Boris Karloff en De Onzichtbare Man zal worden uitgebreid met de nieuwe sensationeele film n.m. „The Black Cat", naar een verhaal van Edgar Allan Poe. De hoofdrol is in handen van Boris Karloff. Prof. Ernst Stern zal in Hollywood de dé cors ontwerpen voor Erik Oharell's eerste Amerikaansche film. Prof. Stern, die 15 jaar met- Max Reinhardt heeft samenge werkt, ontwierp het Draaitooneel. Ook ont wierp hij de décors voor alle in Duitschland gemaakte Lubitschfilms. Hij heeft 10 jaar met Charell samengewerkt als artistiek leider voor tooneel en film. De decor monteering van Het Congres Danst was van hem. dag. Eerst met 4 dames en 2 heeren aan het paardrijden geweest. Heel Soembawa stor.d perplex over de aardig gekleede amazones waarna we aan boord bleven eten, na na tuurlijk weer eerst in de bar van ijskoude dranken en cocktails te hebben genoten. 's Middags ging ik met een paar dames en heeren naar het race-terrein, waar ik ze op mijn paarden, wel zoowat de beste uit heel Soembawa. liet racen waarover ze fel en thousiast waren. Een der meiskes maakte nog een leelijken smak, maar kwam er gelukkig met een paar blauwe plekken en een grooten schrik af. Na afloop daarvan weer aan boord een stukje gegeten en daar ze 's avonds naar Bali vertrokken. Ik stapte zeer voldaan van boord. Het was na het altijd eentonige pos- tenleven een fijne afwisseling geweest, en dat kan je hier altijd best gebruiken. Den volgenden dag moest de schade op kantoor ingehaald worden en gisteren was het weer aantreden voor de afscheidsfmf d:e het militair detachement aan de burgerij aanbood. We kwamen om 7 uur bij elkaar waarna door den kapitein. Sultan en mij daverende speechen werden afgestoken. Dat speechen leer je hier op Soembawa wel omdat het om de haverklap voorkomt. Daar na diner en voorstelling van een Maleisch tooneelstuk met soldaten als artisten; het was een aardige avond. Den volgenden morgen weer naar boord om onzen nieuwen dokter den Javaan A. te ontvangen. Daar de militairen en met hen Dr. de J. weg gaan, moesten we voor een nieuwen zorgen en onze keus is zoo te zien goed geweest. Met de volgende boot komen de 30 veldpoliti^mannen en dat zal ook weer een heele verandering op de plaats geven. Ik ben dan in plaats van den kapitein, zoo'n beetje plaatselijk commandant over de Veld politie en dat geeft ook weer een heele werk- vermeerdering. Dien avond met den Sultan in de auto naar Karoenggo, een rit van 130 K.M. die we gezellig keuvelend aflegden zoo dat we ons doel bereikt hadden voor dat we het wisten. Den volgenden morgen naar Na- pa. een kampong in het Bimasche, waar we den Resident zouden ontmoeten en na tel kens een kwartiertje kwam de rest van het gezelschap nl. de A. R. van Soembawa, de Sultan van Bima, de A. R. van Koepang en tenslotte half dood van de warmte en ver moeidheid, mijn dikke collega van Bima, die hierbij, na twee jaar dienst, zijn eerste tour nee te paard maakte! Het doel van dezen tocht was voor mij een groote overwinning en satisfactie. Ik ben nl. al twee jaar bezig met voorstellen om deze wegverbinding Vi- ma-Soembawa tot stand te brengen waaraan nu alleen nog maar een 25 K.M. ontbreken. Nu is na al mijn voorstellen en volhouden de Resident ook enthousiast geworden en nu gaat het door, zoodat ik hoop en vertrouw dat, voor ik van hier vertrek, de verbinding tot stand zal zijn gekomen. Ik ben 4 dagen na de beslissing al begonnen door een 40-tal gestraften te werk te stellen. Het doel van den tocht was nu om den Resident zelf het tracé te laten zien en hem te overtuigen dat alle bezwaren overdreven en makkelijk te overwinnen waren. Gezamenlijk maakten we dus weer den terugtocht te paard, de Resident voorop en het was voor hem met zijn 52 ja ren en 100 Kilo gewicht, een keurige prestatie. Na een lekkere rijsttafel keerden we allen naar Soembawa terug, waar we 's avonds om tien uur aankwamen en gauw naar bed gin gen daar het voor ons allen een zware dag was geweest, 20 K.M. te paard en 230 KM. auto. Maar de Resident is onvermoeibaar. Hij was den volgenden morgen weer vroeg pre sent voor een rit van 230 IJ.M. auto, nl. heen en weer Taliwang. En den volgenden dag had de plechtige uitreiking plaats van de Groote Gouden Ster aan den Sultan en de kleine Gouden Ster aan Datoek Ranga, die ze op mijn voorstel hebben gekregen en waarover u in de courant wel zult hebben gelezen. Daarover geef ik in mijn volgenden brief een uitvoerig verslag. Een karakteristieke scène uit de voortreffelijke film La Maternelle (De Bewaarschool), die deze week in het Rembrandt Theater loopt. Madeleine Renaud als de assistente Rose temidden der kleinen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 21