Letterem EI KUNST BIOSCOOP. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. Radiomuziek der week Nieuwe Uitgaven ZATERDAG 17 MAART 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 19 REMBRANDT-TUEATER. Madclaine Renaud in „La Ma- ternelle", De Bewaarschool. Toen eenigen tijd. geleden „La Maternelle" in Amsterdam ging, is een groot waardee- rend artikel aan deze film gewijd. Dit juweel tje van filmkunst is bewerkt naar het be kende boek van Léon Frapié, waarvan het elfde duizendtal in 1904 het licht zag. De roem is de film al vooruit gesneld, het thea ter was èn bij de eerste èn bij de tweede voorstelling prachtig bezet, en zoo zal het wel zijn, zoolang „La Maternelle" hier gaat, ieder, die de film gezien heeft, is er op slag reclame maker voor. Wat een prachtig fijne artisten zijn kinderen toch! Wat een charme gaat er van uit! Ziet daar dat troepje meerendeels verwaarloosde kinderen, met verwarde ha ren, slecht gewasschen snuitjes, vieze neuzen, zelfs Lombroso-typen er bij, en tochwat een genot er naar te kijken! Hoe lééft eik ge zichtje, wat is elk kind een wereldje op zich zelf! Je haalt ze er zoo uit, het kind, dat het makkelijk zal hebben in het leven door zijn opgewekte, ietwat opervlakkige natuur; de stakker, die als het ware voorbestemd is, om ten onder te gaan; de overgevoelige, die, als geen verstandige liefdevolle hand het leidt, niet tegen het leven op zal kunnen en dood ongelukkig en eenzaam zal zijn. Of ze aan het zingen zijn, of aan het tee kenen, of aan het spelen, ja zelfs als ze dat doen, waarover men niet schrijft of spreekt, het is alles vol poëzie. In één ding is het heele clubje gelijk en dat is in de behoefte, die ze hebben aan liefde, hartelijkheid en begrij pen. Voor degenen, die den inhoud niet of niet meer kennen, volge deze hier zeer in het kort: Rose (Madelaine Renaud) meisje van zeer goede familie, ziet zich bij den dood van haar vader, plotseling genoodzaakt in eigen on derhoud te voorzien Zij heeft verscheidene diploma's, maar die zijn niet in staat haar een betrekking te bezorgen. Tenslotte kan ze als werkster geplaatst worden aan een be waarschool. Ze neemt het aan, want ze moét geld verdienen. Al heel gauw is ze de lieveling van al de kinderen, welke ze in de volheid van haar liefdevol hart is tegemoet getreden. Vooral één meisje, Marietje Coeuret (op on begrijpelijk zuivere wijze gespeeld door Pau- lette Elambert) hecht zich heel sterk aan Rose. Marietje is een kind, dat hunkert naar liefde, maar haar moeder heeft andere be sognes, dan dat ze zich te veel met Marietje en haar behoeften kan bezig houden. Rose- is voor Marietje alles geworden, het kind is jaloersch op elk ander kind, dat door Rose wordt aangehaald of vertroeteld. Als Rose zich gaat verloven met Dr. Libois (Henri Debain) is Marietje wanhopig, eerst verliest ze haar moeder door een man, en nu komt er weer eon man Rose van haar weg nemen! Ze springt in het water maar wordt gelukkig gered en als ze dan van Rose hoort, dat ze, al gaat Rose trouwen, toch bij haar mag blijven, breekt gelukkig voor het arme vereenzaamde kind, een gelukszonnetje door. Madelaine Renaud speelt haar Rose een voudig, eerlijk en waar. Ieder begrijpt, dat kinderen van zoo'n rein liefdevol meisje moe ten houden. Een prachtige creatie heeft Mady Berry van Mad. Paulin, de werkster, ge maakt. Dat is echt de goedhartige, een beetje ruwe volksvrouw, die door haar opgewektheid en robuste gezondheid bergen kan verzetten. Een betere uitbeelding van die rol is moeilijk denkbaar. We behoeven ter aanbeveling van deze film eigenlijk niets meer te zeggen. Haarlem weet goede films te waardeer en en onder de goede films neemt „La Maternelle" zeker wel een eerste plaats in. Nog een bijzondere attractie van het pro gramma is dat Polygoon de 9—3 overwinning heeft verfilmd en dat deze film in Rembrandt draait. Wat een enthousiasme, wat een vreugde! Verder o.a. een alleraardigste Betty Boop en op het tooneel het danspaar Üona-Fred Larry, dat een twetal dansen zeer elegant en knap uitvoert in smaakvolle kleedij. BALI, HET EILAND DER GODEN. Prachtige documentaire in het Rembrandt Theater. Wanneer er ooit een film is gemaakt over het eiland Bali en zijn bewoners en er zijn er al eenige vervaardigd van dit prach tige land en zijn schoone bevolking die waard is door iedereen gezien te worden, dan is het zeker wel die van den Amerikaan Charles C. Tfego. Aan de gebreken, die aan zoovele van der gelijke films kleven, n.l. dat ze de stof te fragmentarisch behandelen, met hier en daar een greep, zonder een gaaf geheel te zijn, zonder dat ze een volledigen indruk van het onderwerp geven, lijdt deze film niet, al thans voor zoover dat mogelijk is. Het eenige wat te merken zou zijn. zou misschien zijn de wel wat schamele bedeeling van verkla- renden tekst. Jurist een zoo schitterende film als deze, een veei-omvattende documentaire van de hoogste kwaliteit, toont zóóveel en van zóó groote verscheidenheid, dat een zekere mate van explicatie (in tekstvorm bijv.) noode gemist kan worden. Isle of Paradise, Bali, het Eiland der Goden. Inderdaad, een goddelijk eiland, met een prachtig volk. Met een glijdende elegance be wegen de inlanders zich door het schoone landschap in heerlijke harmonie en kalme rust. Hun gang is veerkrachtig en hun na tuurlijke gratie heeft hun niet ten onrechte een wereldvermaardheid verschaft. De vrouwen vlechten manden en vervaardigen zelf kleedjes, van katoen en zijde. Onder de inlanders treft men bekwame goud-, zilver en ijzersmeden aan en ook houtsnijkunst wordt druk beoefend, terwijl aan de kusten de vischvangst een voorname factor is. En dit alles heeft Trego met bewonderens waardig juistën kijk op zeden en gewoonten vastgelegd op den fiimband. Een uiterst gave film maakte hij, gaaf van fotografie (hoe voortreffelijk is de sfeer getroffen!», gaaf van opvatting, van compositie, van montage. De film loopt zonder schokken, om het zoo eens uit te drukken, glijdt voorbij, gra- tieus, als het loopen van de Balineezen. Trego zwierf met de camera over de sawah's, over den pasaar, greep krekelgevechten en dansen, waarom de Balineezen beroemd zijn, legde kostbare begrafenissen vast, toonde vliegerwedstrijden, nam de Balinees in zijn dagelijksch leven. En bij het aanschouwen van deze kostelijke film bekruipt dep toeschouwer de lust nóg meer van Bali te willen weten, van dichtbij, er heen te gaan. En is dat niet de grootste lof. die men aan een film als deze kan toezwaaien? LUXOR SOUND THEATER. Met Janmaat op stap en Nog zes uur te leven. Door de Fox is een film uitgebracht, die deze week in het Luxor Theater lachstcrmen zal ontketenen. Zij heet; Met Janmaat op Stap (Sailor's Luck) en bezit in Sammy Cohen, James Dunn, en Sally Eilers een drietal sterren, dat een waarborg is voor een lachavond. Vooral Sammy Cohen, bekend uit den stommen tijd, is hierin van een grappig heid, die zelfs den grootsten Nurks wel moet amuseeren. James Dunn en Sally Eilers, na Gaynor-Farrell het beste love-team van het witte doek, vormen een jong, vroolijk en genoegelijk paar en verwerven aller sym pathie in hun uitbundige liefdevreugde en liefdesmart. Na te vertellen laat zich de historie moei lijk en dat is trouwens ook niet noodig. Als beproefde achtergrond is gekozen de Ameri- kaansche Marine met haar vlotte Jantjes en deze keus voor een vroolijke film is weer geslaagd gebleken. De avonturen van drie Jantjes komen hierin wel uitstekend tot hun recht! Raoul Walsh, onder wiens regie Het Gele Paspoort, zijn Terugkomst en What Price Glory o.a. tot stand kwamen, heeft ook deze rolprent geregistreerd En wel met een vaart en tempo, die geen gelegenheid laten tot overdenking en die het eene lachsalvo in het andere doen overgaan; vooral de scènes in den aanvang n.l. die in het zwembad en in het restaurant, en daardoor nemen we de lichtelijk gechargeerde hikscène er graag op den koop toe bij. Sammy„Quinn" blijkt voorts een bizondere lenigheid te bezitten. En- een grooten neus! Voor de pauze draait Six Hours to Live met Miriam Jordan, die hierin haar lief talligheid meebréngt, John Boles, in een kleinere rol, en Warner Baxter, die de heele film draagt. De laatste is bij een wereldcon ferentie afgevaardigde van een klein land, dat het eenige is met een afwijzende meening tegenover een bepaald voorstel. Door tegen standers wordt hij daarom uit den weg ge ruimd. Een professor, die een middel heeft uitgevonden om een levenloos lichaam voor 6 uur weer tot leven terug te brengen, doet zulks ook met hem en hij kan zijn land daardoor toch nog naar wensch vertegen woordigen. Tenslotte sterft hij ten tweede male. Het is jammer, dat de vrij lugubere on mogelijke episode van het tot leven brengen van den vermoorde in de film voorkomt. Want daarna is het gegeven van iemand, die weet nog slechts kort te leven te hebben bizonder goed door den regisseur Wilhelm Dieterle bewerkt en de sympathieke Baxter (wat een expressieve kop heeft deze acteur, de revue-regisseur uit 42ndstreed en Vadertje Langbeen, toch!) doet de zaal in stille aan dacht en ontroerd zitten kijken. Na een wat gerekt begin komt plotseling fel de span- (Adv. lngez. Med.) ning bij de aanslagen, dan volgen de experi menten van den professor en daarna de zes uren van Baxter. Het voorprogramma biedt schilderachtige en interessante beelden uit Griekenland met herders en kloosters, en een goed-ge- fotografeerd Universaljournaal, dat o.m. (na tuurlijk zou ik bijna zeggen) eenige gesnapte misdadigers toont: een in Amerika gelief koosd onderwerp voor foto-pagina's. CINEMA PALACE. The kid from Spain. Eddie Cantor is een komiek, die aan het genre van Buster Keaton herinnert. Ook hij lacht niet, tenzij op commando, wanneer hij in verlegenheid zit en hij denkt, dat een lach hem kan redden. Hij is de argeloosheid ja, de onnoozelheid zelf. Als men voor het eerst zijn gezicht ziet. heeft men hem door. Het is een vreemde situatie, waarbij het gezicht van Eddie Cantor voor het eerst ver schijnt. Wij zijn verplaatst in de slaapzaal van 'n studententehuis, en wel in de meisjes- afdeeling. Het is ochtend, en de schoone slaapsters ontwaken. De directrice houdt in spectie; op de rij af paradeeren de aardige snoetjes voor ons, en bij wijze van morgen gebedje belijden zij op de beurt, dat ze een ondeugend meisje zijn. Eén harer blijft zich onder het bed- delaken verstoppen. MMS Eerst als de direc trice hardhandig aan 't porren gaat, springt ook zij over eind, en Eddie Cantor verklaart met overtuiging, dat ook hij een ondeugend meisje is. Hoe komt dit jong- mensch tusschen de slapende meisjes? Met zijn vriend Ri- cardo wordt hij ten gevolge van deze school gejaagd. Het Eddie Cantor. kwajongensstreek van tweetal besluit naar Mexico te verhuizen, waar de zon en de maan beurtelings schijnen en waar een lief meisje woont, Anita ge naamd. Natuurlijk loopt deze reis niet zonder onge lukken af. Eddie raakt als chaffeur in de macht van een stel bankroovers, wordt bij de douane aangehouden, door een detec tive herkend, maar zijn onverstoorbare arge loosheid, welke hem oftbewust maakt van alle gevaar, redt hem door alle hachelijke oogenblikken heen. Op de hoeve van Anita's vader vindt hij zijn vriend terug, die hem voorstelt als de beroemde stierenvechter Don Sebastiaan II. De oude heer, die Don Sebastiaan I goed ge kend heeft en zelfs den kop van den stier be waart, dien Don Sebastiaan I heeft gedood, is verrukt van dit bezoek en schenkt zijn gast het toreador-costuum van wijlen zijn vader. Anita's papa heeft den matador Pancho tot echtgenoot voor zijn dochter bestemd en deze woesteling heeft geen rust voor hij zijn medeminnaar Ricardo zal hebben gedood. In de verwikkelingen, die door dit conflict ont staan, wordt Eddie weer de man, die de klap pen krijgt. Maar ook nu weer ontsnapt hij door zijn onweerstaanbare dwaasheid den dood. Hij ontkomt den bandiet, die hem de keus geeft, door het mes of door het pistool te worden gedood: hij ontkomt aan het vuur peloton en tenslotte zelfs aan den stier. De film is vol kuchtige tafereelen, als bijv. het incident met den grenscommies en met den bandiet; de episode in het cabaret, waar Eddie onder het tafeltje van zijn bloed dorstige vervolger is gekropen en aldaar in uitersten nood zich met behulp van een champagnekurk en een lucifer in een neger- zanger verandert. Maart het allerdolste blijft tot het slot bewaard; tegen de opwindende grappigheid van het stierengevecht is zelfs de mieserigste Nurks niet bestand! De film is doorspekt met revue-tafereelen van het soort, dat na de Gouddelvers en 42ste Straat in de Amerikaansche film in zwang is gekomen. Het filmnieuws brengt o.a. de proefrit van den Dieselmotorentrein. de voetbal-triomf over België en de huldiging van generaal Rambonnet door de padvinders. De teekenfilm geeft weer allerlei avonturen van Mickey Mouse te zien. waarbij men het compositie-vermogen van haar schepper be wondert. En een drietal acrobaten, Hollan ders ditmaal, doet de toeschouwers versteld staan door hun sterke toeren. H. G. CANNEGIETER. MUZIEK. BALLET-AVOND TilIIy Sylon en haar Ensemble met de H.O.V. onder Marinus Adam Collega J. B. Schuil heeft in het H. D. van Dinsdag j.l. onder de rubriek tooneel een verslag gegeven van de Ballet-Avond die als jubileumvoorsteiling Maandag 12 Maart in den Stadsschouwburg gegeven werd door Tilly Sylon en haar leerlingen met medewer king der H.O.V. Voor het „Centraal Comité voor Werk- loozen" trad dezelfde combinatie Vrijdag avond belangeloos op in de Gem. Concert zaal. Met het oog op het. groote aantal be zoekers zou natuurlijk de keuze van een andere zaal voor dit geval reeds a priori onmogelijk zijn. Maar dat neemt niet weg dat onze concertzaal voor een balletvoorstel ling niet de meest geschikte gelegenheid biedt. De bewegingskunst wordt, zoodra zij tot „grondwerk", als liggingen en knielingen aanleiding geeft, voor de meeste bezoekers die niet op een der voorste rijen of op 't balcon een plaats hebben kunnen vinden, nagenoeg onzichtbaar; het orkest zit te ver uiteen, waardoor met name in het voorgedeelte der zaal de samenstellende klanken los van elkaar blijven en ook het samenspel be moeilijkt wordt. Het eerste schaadde vooral bij de solo-voorstelling van ..De Geketende". De gedachte, de ostinate ideeën van Rach maninoff's bekend Prélude uit te werken tot de voorstelling van de wanhoop van een in boeien geslagene, mag zeer gelukkig genoemd worden; in de muzikale verklanking had ik de accelerandi bij de dalende accoordreeksen gaarne gemist. Het tweede, de plaatsing van het orkest vóór het podium, werkte nadeelig vooral bij de vertolking van Adam's muziek voor „Halewijn". De nare historie van den sadist met al de bijkomstigheden van lugube- ren en bloederigen aard, een psychopathisch geval dat op de geschiedenis van Blauwbaard gelijkt en in het geval-Salome een tegen hanger vindt, is in den laatsten tijd meer dan eens uit het stof der middeleeuwen op gerakeld. Willem Pijper heeft haar de eer der compositie waardig gekeurd, Adam is hem daarin gevolgd. Pijper's werk heb ik (Adv. Ingez. Med.) EEN VOORBESPREKINC DOOR KAREL DE JONG Wanneer men leest dat Beethoven's strijk kwartetten aanstaande week voor Daventry zullen fungeeren als „Grondslagers der Mu ziek", dan komt men er toe om zich af te gaan vragen of titel en onderwerp ditmaal eikaar wel dekken. Immers „grondslagen" zijn de aan 't oog verborgen fundamenten, waarop, meestal door anderen dan door hen die 't grondwerk deden, het gebouw is opge trokken, dat in de reeds van verre zichtbare torens of koepels zijn bekroning vindt. In dien zin zou men dus kunnen spreken b.v. van Johann Stamitz' symphonieën, die den kunstvorm bepaalden, die door Haydn, Mo zart, Beethoven en tateren tot verdere ont wikkeling gebracht is, zonder dat de funda- menteele beginselen verloren gingen. Maar met Beethoven's strijkkwartetten staat de zaak anders. Men kan niet zeggen dat later gekomenen het door Beethoven gestichte monument hooger hebben opgetrokken of er de kroon op hebben gezet; integendeel: Beet hoven's oeuvre op dit gebied vormt zelf het omvattendste en verhevenste van wat tot op heden door welken componist dan ook in de zen kunstvorm bereikt is. Niet in aantal en ook niet in den zin, dat elk onderdeel van Beethoven's kwartetten superieur zou zijn aan eenig werk van anderen: Mozart en Schubert kunnen op dat punt ook nog een duit, en zelfs een heel kapitaal in 't zakje leggen, en wat aantal betreft maakt P- hoven met zijn 16 kwaliteiten -f Grosse Fuge tegenover Haydn met 83 stuks en zelfs tegen over veelschrijvers van minderen rang als Boccherini en Dittersdorf geen schitterend figuur. En wanneer we zeggen mogen dat Beethoven's oeuvre het omvattendste en ver hevenste is. dan beteekent dat ook niet, dat in elk kwartetdeel van Beethoven een ver heven stemming heerscht, evenmin als elk onderdeel van een monumentaal gebouw zich hoog boven den grond bevindt: maar het be teekent dat geen ander zich zóó hoog boven het aardsche heeft weten te verheffen als de splitsen van Beethoven's werk reiken; en het omvattendste mag het heeten omdat alle denkbare gemoedsstemmingen er hun mu zikale verklanking in hebben gevonden en wel op de meest intensieve wijze. Ook Beet hoven's symphonieën hebben, trots alles wat na hem gekomen is, hun kardinale plaats behouden, maar de orkestrale ontwikkeling, die hier onbeperkt terrein vond, schiep na Beethoven toch nieuwe mogelijkheden, nieu we kleuren, nieuwe horizonten. De instrumen tale samenstelling van het strijkkwartet is echter steeds dezelfde gebleven en juist hier, waar het een wedkamp met gelijke techni sche middelen geldt, staat Beethoven nog als geweldige en onevenaarbare heros bovenaan, al moge misschien de formeele perfectie van Mozart'skwartetten grooter zijn. Van latere toondichters kan eigenlijk alleen het gewel dige d min. kwartet (met de Variaties over „Der Tod und das Madchen") van Schubert eigenlijk nog een tijdgenoot van B. op één lijn met Beethoven's grootste scheppin gen gesteld worden. Tijdsstroomingen en m- divïdueele eigenschappen hebben zich in la tere werken zeker doen gelden: hebben tot andere wijzen van expressie geleid, maar dat zijn betrekkelijk uiterlijke dingen. Wat de leider van een onzer voornaamste kw-v--t- ensembles naar aanleiding van een uitge voerd programma eens tegen me zei: „we speelden Franck en Debussy en tot slot Beethoven no. 8 en dit sloeg al het vooraf gegane dood" illustreert het bovengezegde duidelijk, te meer daar bedoelde leider noch verstokt conservatief noen t.o. der modernen onwetend is. want hij heeft zelfs kwartetten van de grootste of ergste vaderlandsche nieuwlichters gespeeld. Beethovens heeft zich niet vroeg aan het schrijven van strijkkwartetten gewaagd. Ver moedelijk intimideerde hem Havdn's en Mo zart's oeuvre. Zijn eerste schreden op het ter rein van het strijkersensemble leidden tot de trios op. 3 en 9 en het kwintet op. 4 Eerst in 1800, dus toen hij 30 jaar oud was schreef Beethoven zijn eerste 6 kwartetten, die als op. 18 in twee afleveringen in dat jaar en het volgende verschenen. De volgorde correspon deert niet precies met den tijd van ontstaan. No. 3 werd het eerst gecomponeerd. We zul len echter de gebruikelijke volgorde in acht nemen. Op. 18 no. 1 vangt aan met een mo tief. dat cp zich zelf geen h»npoMp steinm'*"' uitdrukt, maar zeer geschikt is voor „the matische bewerking". Eigenli-'k is alleen c: eerste maat. een lange noot met een geryth- miseerde dubbelslag, essentieel, want de kwartensprong die er op volgt wordt ook door andere intervallen vervangen. Zulk een „motief" kan nu gemakkelijk in allerlei com binaties en functies aangebracht worden en Beethoven heeft er ruim gebruik van ge maakt in de 427 maten van het eerste Allegro komt het 131 maal voor! Dit echte „quartet- massige" spel, dit elkaar den bal toewerpen, deze „muzikale causerie", was oorzaak dat Louis Spohr in dit stuk het ideaal der kunst vorm. het toppunt van Beethoven's kwartet- oeuvre zag. Tot diepere gevoelens komen we niet: het is meer kwartet dan Beethoven. Deze laatste toont zich in zijn volle kracht in het Adagio affettuoso. een stuk van zeld zame diepte en geweldige hoogtepunten Toonsoort (d min.) en karakter toonen de verwantschap met het Largo uit de klavier sonate op. 10 no. 3, die drie jaar te voren ge schreven werd. Echt Beethoven zijn ook het Scherzo (men lette op de periodeverlensing van het eerste deeltjpe tot 10 <iaten!) ziet het kloppende en rollende Trio. en de Fina'e, ti-e in tegenstelling met het eerste Allegro een bonte veelheid van motieiven toont, welke tot allerlei geestige combinaties ook poly- rythmische gebruikt worden. Op. 18 no. 2 is over het geheel vriende»Hker en heeft aan een wending van he hoofdthe ma den naam „complimenteerkwartet" te danken. Het Adagio, door een Allegro onder broken, geeft eenigszins het beeld van een braven moralist, die door een troep joelende kinderen gestcord wordt. Het Scherzo is meer een Menuet: het Trio is uit een zuiver diato nische opvolging ontwikkeld. In het vroolijke spel der Finale trekken enkele accoordver bindingen, die op een latere perode wijzen de aandacht. In het gevoelige Allegro van op. 18 no. 3 treedt de eerste viool als echte primus inter pares op. Een rustig mijmerend Andante volgt. De Menuet (met het Trio in mineur toonsoort!) toont een nieuwigheid: de reprise brengt tevens een variatie. De in 6 8 als een Tarantelle voortstormende Finale is wel het belangrijkste hoo:fddeel van het werk. Op. 18 no. 4 begint met een trotsch, zelf bewust hoofdthema, dat zich in prachtigen climax over 8 maten uitstrekt. Het in hoofd vorm geschreven Andante heeft het karakter van een Scherzo <èven verwant met dat der 1ste Cymphonie!»daarentegen is de Me nuet ernstig. De Finale (rondo) is een stuk I vol overmoed en humor. Tot zoover zal Daventry aanstaande week gaan. i niet gehoord en ik kan dus geen vergelij king tusschen beider muzikale behandeling maken. Maar ik heb wel den indruk gekregen dat Adam's compositie op het punt van naar geestige, sombere, onheilspellende en grieze lige klankcombinaties niet te kort schiet. De wijze waarop hij den aanvang van het oude Halewijn-lied als leidmotief door alle tafe reelen gevoerd heeft, getuigt zoowel van zijn muzikaal talent als van zijn zin voor dra matische behandeling; echter komt het zel den tot fel-reaüstische uitdrukking. Een der gelukkigste momenten, dat ook als contrast goed werkt, is de menuet die bij het 4de tafereel klinkt en waar het Halewyn-thema de bas vormt; een ander Is de rythmische verwringing van hetzelfde thema In de dron- kemans-scène van het 5de tafereel. Daaren tegen zou ik zeggen dat de lokkende versie (2de tafereel) minder geslaagd Is. De menuet keert in het slottafereel terug. Muzikaal afwisselender en aardiger zijn de varianten die hij op het thema van „Al is ons prinsje" gemaakt heeft als illustratie van het dansspel ..De School". De extra - groote onwaarschijnlijkheid van het tooneel- gebeuren blijve hier buiten bespreking; voor jeugdige dansklasjes kan het een amusant spel opleveren. Behalve de twee bovengenoemde balletten waren ook ..De Speelgoedkast" en ..De Buren" herhalingen van Maandagavond. Voor „De geketende Prometheus" kwamen in de plaats verschillende afzonderlijke kleinere nummers. De „Groteske" van Mendelssohn gaf me weinig van den Inhoud der Sommer- nachtstraum-muziek terug: in de „Elegie" van Grieg, die niet door het meest geoefende ensemble werd gedanst liet de samenwerking te wenschen over. De „Tarandole" van Bizet was aardig om te zien maar had wat vlugger tempo en wat meer uitgelatenheid kunnen verdragen. Het aardigste nummer scheen me de door twee zeer jeugdige meisjes gedanste Menuet van Beethoven: hier waren gratie en doelbewustheid in de bewegingen. Ook goed geslaagd was het ballet bij „Frühlings- stimmen' van Joh. Strauss, dat door het oudste en meest geoefde ensemble gedanst werd. Expressiviteit van elke beweging werd hierin niet geëischt, maar het geheel maakte een frisschen en prettlgen indruk die zich goed bij dien der muziek aansloot. Als solo danseres toonde Tilly Sylon in „De Geketen de" haar talent; het. was alleen jammer dat de aard der muziek tot weinig afwisseling van bewegingen aanleiding gaf. Met bloemenmanden heeft de voorzitter van het comité Tilly Sylon en Marinus Adam gehuldigd; ook de vertolster van de rol van het Koningskind in Halewijn en de concert meesteres der H.O V. ontvingen uit zijn han den bloemgeschenken. De interessante avond werd bijgewoond door een zeer talrijk publiek, dat zich voor het gebodene zeer erkentelijk toonde. K. DE JONG CONCERT DER H. O V. TWEE SOLISTEN. Het laatste Zondagavond-concert der H.O.V. op 18 Maart a.s. wordt gekenmerkt door het optreden van twee solisten: de bekende violoncellist Thomas Canivez, die een Suite n Bach en het cello-concert van Schumann zal voorgedragen en de 1ste hoornist der H.O.V. Jo...,n van der Beek die ^et hoorn- concert in Es gr. terts van Mozart speelt. Het orkest voert werken uit van Mozart en Liszt. Dit laatste Zondagavond-concert is toegan kelijk voor alle leden der H.O.V. SYMPATHIE VOOR NEDERLAND IN ZWITSERLAND. De Schweizer Illustrierte Zeitung van 7 Maart is voor een zeer groot deel gewijd aan Nederland. Holland und die Schweiz heet het nummer, dat belangwekkende vergelijkingen trekt tus schen beide landen. Fraaie foto's van de Rotterdamsche haven, van de drooggelegde stukken der Zuiderzee en van de visschers, die nu wat anders moeten zoeken, van Alk maar met haar kaasmarkt, van Zürich in Nederland en Hilversum met haar raadhuis enz. zijn opgenomen. De afbeeldingen gaan vergezeld van waardeerende artikelen en bij schriften. Een werkelijk fraai nummer dat spreekt van Zwitsersche sympathie voor ons land. BENOEMINGEN R.K. KERK. Volgens het tijdschrift ..Sint Bavo" heeft Z.H Exc. de Bisschop van Haarlem benoemd: tot kapelaan te Heemstede (H. Bavo) den weleerw. heer R. G Oud. kapelaan te Groote broek; tot Diocesaan Directeur van het St. Petrus-Liefdewerk in het Bisdom Haarlem: den weleerw.heer W. Boin, te Poeldijk. SCHOUWBURG JANSWEG Tholen en Van Lier in „Tijd is Geld". In den Schouwburg Jansweg zal een op voering plaats hebben van de succes-revue ..Tijd is geld" waarin Tholen en van Lier de hoofdrollen vervullen, en wel op Dinsdag 20 Maart. In het Leidscheplein Theater te Amsterdam werd deze revue 6 weken met groot succes voor volle zalen opgevoerd. Wat te lijmen is. .De eenige dingen, die u met Velpon Ceta Bever niet lijmen kunt", kondigt Jo Spier in het reclame boekje van de Vereenigde Chemische fabrieken Ceta Bever te Beverwijk aan. En hij geeft dan een serie geestige teekeningetjes van: gebroken harten, car rières, records, mannen, nekken, lijnen, engelsch woorden, eieren, thee en breuken. Al het andere kan er wel mee gelijmd wor den! En goed ook! Een zeer vlot en bizonder geestig boekje, dat ongetwijfeld aan de verwachtingen zal beantwoorden Wetenswaardigheden en adviezen voor den effec tenbezitter. Door de Financieele Uitgevers Mij. te Oisterwijk is uitgegeven een werkje, dat van belang kan zijn voor effectenbezitters. Het is geschreven deer E. L. Perrin en geeft vele wetenswaardigheden en adviezen, over de goudclausule, speculatie a la baisse, premie- affaires, balansanalyse enz.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 23