Verkeerd begrepen Een bekoorlijk tafreel uit het rijk gevarieerd programma, waarmede het gezelschap .Der blaue Vogel" zijn nieuwe tournee door ons land is begonnen. De boulevard te Katwijk wordt doorgetrokken. Het afgraven van een duin. Dezen zomer za! de nieuwe boulevard gereed zijn. De wielerbaan te Heemstede in wording. klaar. De ingang is reeds Een der drie Ferry-booten voor den dienst tusschen Dover en Duinkerken der Southern Railway staat te New Castle op stapel. De boot zal behalve de vracht ook 500 passagiers kunnen vervoeren. De Heemschut-tentoonstelling in het Koloniaal Instituut te Amsterdam is Vrijdag middag officieel geopend. Een hoekje van de expositie. In het Koloniaal Instituut te Amsterdam Is Vrijdagmiddag de Heemschut-tentoonstelling in tegen woordigheid van vele autoriteiten, onder wie ook minister Marchant, door den voorzitter van den Raad van Beheer der Kon. Vereeniging Koloniaal Instituut, jhr. mr. dr. A. Roëll, commissaris der Koningin in Noord Holland, officieel geopend. FEUILLETON door RUBY M. AYRES. Vertaling van J. G. H. v. d. Bovenkamp Jr. 9) Ik kreeg bijna ruzie met den vuilnisman omdat ik hem niet wilde gelooven. Ik ze: neen. daar geloof ik niets van. Die oude mijnheeT Scobel is nu heelemaal geen type om in de gevangenis te hebben gezeten!" „Gevangenis!" riep ik verschrikt uit. „Bundie weet je wel wat je zegt?" Bundle bond een beetje in. „Ik herhaal alleen maar wat men mij verteld heeft", zeide zü met groote waardig heid. „Ik wilde er ook niets van gelooven maar de vuilnisman wilde er een eed op afleggen' Het betrof een geldkwestie die oude man sohijnt vroeger eens een chèque vervalscht te hebben en toen heeft men hem voor vijf jaar in de gevangenis op-gestoten". „De vuilnisman mag. wel oppassen, dat hij niet in moeii:jkheden geraakt door het ver tegen van dergelijke dingen", vertelde ik Bundle. „Nu u behoeft niet zoo af te geven op ■Ken man", verdedigde Bundle haar inlich- toigend-'enst. ,.H i heeft het gehoord van iemand, d e* het kan weten iemand die die familie bijzonder goed kent. En die zei ook. cat zijn vrouw hem daarom zoo norsoh ;n koe! behandelt. 7' schijnt na dat voorval nooit weer dezelfde geweest te zijn en zij moet het hem nooit vergeven hebben". Ik zag den ouden man ptotseling weer voor mij, zooals ik hem gebukt had zien staan over zijn tulpen. „Ik kan het niet gelooven", antwoordde ik met- meer heftigheid dan Bundle van mij gewend was. Bundle keek mij reoht in de oogen en scheen eerder medelijden met mij te gevoe len dan kwaad te worden over mijn omge- loovigheid. „U bent altijd iemand geweest, diie zich liet leiden door eerste indrukken", vertelde zij mij, geheel vergetend, dat ook zij heel sterk tegen Mrs. Scobel was ingenomen door een eersten indruk. „Maar ik zeg u, dat je het van die stille menschen Juist moet hebben. Stille waters hebben diepe gronden zeg ik maar". Maar ik weigerde beslist om verder op het onderwerp in te gaan. zoodat Bundie zich tot haar spijt wel genoodzaakt zag een goed heenkomen naar de keuken te zoeken Het was ongeveer een week later toen Ik tot mijn groote verwondering een uitnoodi- ging ontving om dien avond op nummer 1 to ko-men „eten". Dt Aven-ue „dineert" niet met uitzon dering van Mrs. Wilson, die veel hoog-er staat of zich in ieder geval veel hooger acht dan alle anderen. Ik voelde mij heel erg gevleid door die uLtnoodiging. o'aar ik er uit meende te moe ten opmaken, dat. ük een gunstigen indruk gemaakt had op Mrs. Scobel. Een andere verklaring kon ik er werkelijk niet voor vinden. Ik nam de uitnoodiging aan door hen •^en keurig geschreven briefje te laten bren- 2en en viif minuten voor den afgesproken tijd trad ik hun huis binnen in mijn beste oak en met een gloednieuwe das aan. Mrs. Scobel en haar man zaten op mij te wachten in de salon Het was een deftig uitziende kamer waar aan men kon zien, dat zij maar heel weinig gebruikt werd en aan een der muren hing in een gouden lijst een groot portret van een jongen man. Door zijn groote gelijkenis met Mrs. Scobel zelf. vroeg ilk mij af of Bundie zioh mis schien vergist had en het een zoon van die menschen geweest kon zijn, die gezondigd had tegen de wet. Ik stond bijna op het punt om eens een visohje uit te werpen, toen het dienstmeisje kwaim vertellen, dat de tafel gedekt was en wij ons naar de eetkamer begaven. Op den schoorsteenmantel stond precies zoo'n portret maar dan in het klein en juist tegenover de plaats waar Mrs. Scobel was gaan zitten aan het hoofd van de tafel natuurlijk. Ik zag dat zij heel dikwijls naar dat por tret keek. en het wilde mij voorkomen, dat die jongeman haar heel na aan het har' lag. Ik begon nu werkelijk belang te stellen li. het heele geval. De oude man sprak bijna heelemaal niet. Hij was bleek en zenuwachtig en deed maar alsof hij iets at. „Je* eet niet, Samuel", zeide zijn vrouw tot hem op haar koelen harden toon. De oude man wierp mij een verschrikten bliiik toe en begon dan te werken met mes en vork zonder veel voedsel naar zijn mond te brengen. Ik dacht aan het verhaal van den vuil nisman en vroeg mij af of het tenslotte dan toch waarheid zou bevatten. En Bundle had gezegd, dat stille waters diepe gronden hebben maar toch kon ik mij heel moeilijk voorstellen, dat die zacht zinnige oude man Iets gedaan had. dat in striid was met de wet. Hii was zoo kinderlijk eenvoudig zoo vriendelijk zoo zachtmoedig. Toen wij van tafel opstonden en ik eigen- Idjk niet wist wat ik zou doen, liep ik naar den schoorsteenmantel en bekeek de foto, die al voor het eten mijn aandacht getrok ken had. Het origineel van die foto moest een heel knap jongmensch geweest zijn ondanks de zwakke weeke lijnen om mond en kin. Ook de oogen bevielen mij ruiet en het kwam mij voor, dat die jongeman heel gauw de oogen zou neerslaan, als men hem recht aanikeek dat hij misschien iets te verbergen had waarvoor hij zich schaam de. Juist wendde ik mij weer om toen ik be merkte, dat Mrs. Scobel mij al dien tijd aandachtig had gade geslagen. „U moet mij niet kwalijk nemen", vr'de ik vlug, „maar men is maar heel zelden in de gelegenheid zoo'n knap geteekend gelaat te bewonderen. En ik ben een groot liefhebber va nsohoonheid". Zoodra ik echter die woorden gesproken had. besefte ik, dat ik niet de waarheid had gesproken een schoon gelaat was het niet het was alleen maar knap. Mijn gastvrouw trad vlug op mij toe. „Ja", zeide ze. ..Iedereen bewondert die foto. „Het is de foto van mijn eenigen broer". Zij had die laatste woorden heel zacht uit gesproken en ik zag nu. dat haar oogen vol tranen waren geschoten. ...Hij is dood", ging zij een oogenblik later voort. „Twee jaar geleden is hij in het buiten la nd gestorven". .Voorziohtag zette ik de foto. die ik in dee hand genomen had, weer op den schoor steenmantel. ..Het spijt me", zeide ik een beetje ver legen. ..Ik wist het natuurlijk niet. Wilt u het mij niet kwalijk nemen?" Zij gaf geen antwoord op mijn vraag maar vervolgde op een toon, die mij diep tnof: ..Wij be teekenden alles voor elkaar. Ik hield meer van hem dan vam iemand anders ter wereld meer dan ik ooit van iemand ander zal kunnen houden. Het beste dat in mij was stierf, toen ik hoorde dat hij was o.verleden". Ik wierp een blik op haar echtgenoot, hij stond strak naar haar te kijken en in zijn oogen lag zoo'n eigenaardige uitdrukking, dat ik er van schrok. Haat verlangen liefde. Deze drie emoties schenen samengesmolten te zijn tot een wonderlijk geheel; doch het duurde maar een onderdeel van een seconde en dan was hij weer de zachtzinnige onbetee- kenende oude man. Ik voelde mij niets op mijn gemak. Het schenen mij toe, dat wij alle drie iets voor elkaar verborgen hielden doch ik kon niet bepalen wat dat dan wel zou moeten zijn. Tevergeefs trachtte ik dat gevoel van mij af te zetten en toen ik dien avond het huis verliet had ik de vaste overtuiging, dat ik binnenkort een heel belangrijke ontdekking zou doen. Den volgenden morgen verteld Bundie mij dat Mr. Scobel ziek was. „Zeker weer iets van den vuilnisman", mompelde ik, maar zij hoorde het gelukkig niet. „Hij schijnt vannacht een soort toeval gehad te hebben, ging Bundle voort. „De arme man maar misschien is het voor iedereen wel beter als hij gauw uit zijn lijden is". ,.Zijn vrouw zou hem heel erg misken", meende ik te moeten opmerken. „Zij niet!" verklaarde Bundie beslist. ..Tenzij zij zijn afwezigheid als een verluch ting zou gevoelen!" Dien avond ging ik naar mimmer 1 om te vragen hoe het met den armen kerel was. (Wordt vervoegd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 24