Het défilé voor wijlen H. M. de Koningin Moeder. Verkeerd begrepen h» onafzienbare rijen wachtten heel den dag duizenden voor hel paleis Lange Voorhout te den Haag, om tot het massaal défilé langs de lijkbaar van wijlen Koningin Emma te worden toegelaten De tribunes voor de huizen, waarlangs Dinsdag de begrafenisstoet van H, M. de Koningin Moeder zal trekken, worden met koorts achtige haast opgebouwd Een 94-jarige wordt tot het défilé langs het stoffelijk overschot van H. M. de Koningin Moeder toegelaten Hel kostbaar kleed van seringen en orchideëen, een ge schenkvan de Neder- landsche vrouwen, dat de lijkbaar van wijlen H M de Ko ningin Moeder dekt, werd vervaardigd door mevr. Imminck de Lange en haar dochter De eerste standaardmolen met stroomlijn in Noord Brabant Is te Oirschot door den burgemeester in bedrijf gesteld De aanleg der telefoon- en telegraafverbindingen In de openbare school aan de Voldersgracht te Delft ten dienste der pers op den dag der begrafenis van H, M. de Koningin Moeder is in vollen gang -• Onder leiding van den houtvester, den heer B. Winkelman, fc VHJ$S*g te Valkenswaard een boomplantdag voor de jeugd gehouden FEUILLETON ooor Rl'Bl M. AYRES. Vertaling van J. G. H. v. d. Bovenkamp Jr. 15) Weer staarde Bundie mij aan, maar dan begreep zij blijkbaar dat ik op dat oogen- blik niet heelemaal toerekenbaar was, want zonder een woord te zeggen verliet zij mijn kamer om de dame in kwestie de melk te gaan leenen, „Oh, Bundie, als je die vrouw daar toch te pakken hebt!" riep ik haar na, „vraag haar dan eens of er nooit een eind komt aan dat heidensche kabaal!" Maar Bundie verwaardigde zich niet mij een antwoord te geven. Ik weet niet of Bundie aan mijn bevel gevolg heeft gegeven maar wel hoorde ik haar, even later praten tegen de dame van den overkant en het was al bijna donker toen er eindelijk een einde kwam aan de herrie en ik den verhuiswagen ratelend en rammelend hoorde weghobbelen over den on- gelijken weg. En toen gelukte het mij eindelijk om in slaap te vallen. Droomen is een luxe, waaraan ik mij doorgaans niet te buiten ga, maar dien avond droomde ik toch. dat ik weer terug was in de dagen van mijn jeugd die voor goed waren heengegaan en ik wandelde langs het zeestrand aan de arm van de eenige vrouw ter wereld, die ik ooit heb liefgehad. Ik voelde hoe haar slanke lichaam even drukte tegen mijn arm toen wij om een duin heenliepen en de volle kracht van den zeewind haar greep en tegen mij aandr'^tf en ik hoorde haar stem even duidelijk en helder alsof het pas gisteren was ge weest dat wij zoo arm in arm langs het strand hadden geloopen. En zij zong hetzelfde lied dat zij toen ge zongen had en in haar stem lag diezelfde levensblije vroolijke klank, terwijl zij haar gelaat half schuin naar mij had opgeheven Ik heb niet veel verstand van gedichten en weet zelfs niet wie die regels geschreven heeft, maar in dat lied heb ik altijd iets schpons gevonden iets dat mij deed den ken aan het jonge voorjaar aan een blauwen hemel, aan lachende roode lippen van een vrouw aan zonneschijn die weer kaatst in heldere, blauwe vrouwenoogen En op dat oogenblik hadden wij arm in arm aan den zonnigen kant van het leven geloopen zonder acht te slaan op de schaduwen die steeds naderbij slopen steeds naderbij en die wij pas zagen, toen het te laat was en onze gelukszon er geheel achter schuil ging. En in mijn droom boog ik mij evenals in werkelijkheid vele jaren geleden over het gelaat van het meisje heen om haar cp de lippen te kussen na dat lied en juist toen mijn lippen de hare hadden gevonden ontwaakte ik. En toen ik ontwaakte voelde ik de koele duisternis van den nacht, zag ik den zilveren vinger van de maan. die tusschen een kier van mijn gordijnen door de kamer binnen viel, en hoorde ik een vrouwenstem het lied zingen, dat ik ook in mijn droom gehoord had: Oh, hij was jong en zij was jong Toen lang geleden, zij elkaar ontmoetten. En lieflijk klonk hun liefdeslied Een lied om nimmer te vergeten. Door schaduwen en zonneschijn Voerde hen hun levenspad. Hij vroeg: „Welken weg kiest gij, o liefste mijn? IJaar antwoord was: „De Zonnekant!" Eerst meende ik, dat ik nog droomde en langen tijd bleef ik met gesloten oogen lig gen, bang dat met het openen van mijn oogen ook een emd zou komen aan mijn droom. Maar neen. ik was klaar wakker en aan den overkant van onze laan hoorde ik duide lijk die zoete vrouwenstem tot mij doordrin gen: Hij vroeg: „Welken weg kiest gij, o liefste mijn? Haar antwoord was: „De Zonnekant!" Maar daarna brak de stem plotseling af en alles was weer stil. Het was vijf jaar geleden sinds ik dat lied had hooren zingen, maar toch deed het al mijn verlangen en smart weer ontwaken in mijn ziel. Ik had gedacht, dat ik die eene episode uit mijn leven aan het vergeten was of liever dat ik tot een zekere rust was gekomen maar toen ik die vrouwenstem dat lied hoorde zingen viel de muur, die ik tusschen mijzelf en het verleden had opgetrokken in puin aan mijn voeten en besefte ik, hoe teer en wankel die muur maar geweest was. En dien geheelen nacht onverschillig of ik sliep of waakte, klonken die woorden van het lied mij in de ooren Oh, hij was jong er. zij was jong Toen lang geleden, zij elkaar ontmoetten. Nog twee heele dagen bleef ik te bed mlar de vrouwenstem hoorde ik niet meer Ik was er van overtuigd, dat het iemand van Laburnum Lodge geweest was, die het lied had gezongen en ik ging zelfs zoover, dat ik Bundie vroeg of zij misschien den naam al wist van de nieuwe bewoners van Onze Laan. Zij vertelde mij, dat zij het nog niet wist maar de vuilnisman had (beloofd het voor haar uit te zoeken en zou het haar dan wel even laten weten. Maar voor zichzelf had zij al ontdekt naar zij verklaarde dat het een jong >te! menschen was met een kind een jon gen. „En het is een echte aap van een jongen", voegde Bundie er aan toe. „U had eens moeten zien, hoe hij te keer ging, toen hij uit den tuin geroepen werd om binnen te komen. Als het mijn zoontje ge weest was nou Ik stelde in het geheel geen belang in den jongen en gaf daarom ook geen antwoord. „Maar zijn moeder schijnt een heel aardige vrouw te zijn. fZij was het ook, die een beetje melk ter leen kwam vragen toen zij het huis betrokken hadden, Oh, ja, dat zou ik bijna vergeten", ging zij plotseling veel enthousiaster voort. „Toen ik van boven kwam, nadat ik u gevraagd had of het goed was dat ik haar wat melk leende, stond zij bij uw schrijf tafel. En zij keek naar dat ding alsof het een oude bekende van haar was, die zij in geen jaren had gezien". „Wat een mooie oude schrijftafel is dat", zeide zij tegen mij en toen vertelde ik haar dat het nog eens de schrijftafel moest zijn geweest van Nell Gwyn wie dat dan ook geweest mag zijn en dat die, in die schrijf tafel haar minnebrieven bewaard moet heb ben en ik vertelde haar ook, hoe u aan het ding gehecht bent, Master Arthur", voegde Bundle er aan toe, terwijl zij haar oogen op mij richtte met een doordringenden blik. Zij had nooit mijn voorliefde voor de oude tafel kunnen deelen. „Dat was heel vriendelijk van je", ant woordde ik haar droog. „En wat heb je haar nog meer verteld?" „Master Arthur u kent mij nu lang ge noeg om te weten, dat ik er niet van houd om met een vreemde pver uw aangelegen heden te spreken. Neen, ik heb haar niet meer verteld maar zij scheen een hoop te vertellen te hebben. Kijk, zij ging zoo met haar hand op de schrijftafel staan leunen..." En Bundie legde haar dikke groote roode hand op de oude teere schrijftafel. „Een vriend van mij heeft eens zoo*n schrijftafel gehad", zeide zij met een zucht" ging Bundie voort. „En daarna lachte zij maar het was een soort lach die mij deed denken aan een snik". „En wat antwoordde je daarop? vroeg ik „Ik vertelde haar, dat er volgens u, maar een zoo'n schrijftafel op de heele wereld was. En toen glimlachte zij en zeide: „Ja dat is waar". Maar ik snap niet hoe zij dat kan weten. En toen keek zij naar die foto van u, die op den schoorsteen staat weet u wel, die foto, die de jongen van mijn zuster ge maakt heeft toen hij met de vacantia bij ons was. „Is dat uw meester?" vroeg zij. „Ja", zeide ik, „dat is Master Arthur". Langen tijd keek zij naar die foto en toen zeide zij heel zachtjes: „Hij is oud gewordenerg oud!" alsof zij u vroeger gekend heeft en erg verwonderd was, dat u in dien tijd bent veranderd. En toen vertelde ik haar dat iedere man er oud uit zou zien als hij zoo laag en ge meen behandeld was geworden door een vrouw, die hem bedrogen had IXDat was heel erg vriendelijk van je", viel ik haar sarcastisch in de rede. Maar Bundle die mij als kind nog op haar schoot had gehad liet zich door een sarcas tisch gezegde niet de kans ontnemen om te zeggen wat zij op haar hart had. (Wordt vervolgd),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 18