EEN EERESCHULD. Het Luxemburgsche Roode Kruis organiseerde Dinsdag te Luxemburg een sweepstake-loterij De geheimzin nige roteerende trommel met de nummers De burgemeester van Midwoud, de heer H J. Avis (links), heeft Woensdag afscheid uit zijn functie ge nomen. De scheidende burgervader drukt wethouder Kuiper de hand FEUILLETON door ETHEL M. DELL. Vertaling van 3. G. H. v. d. BOVENKAMF Jr. 2) Hope beantwoordde koel en vast den blik uit zijn fletsblauwe oogen en antwoordde met waardigheid: „Ja, mijn oom is niet thuis. Maar eemzaam en verlaten voel ik mij heelemaal niet, daar ik mijn broer ieder oogenblik verwacht". Hij keek haar aan en de glimlach, die om zijn lippen speelde, deed haar instinctmatig verstijven van schrik. „Oh, juistantwoordde hij na en kele oogenblikken. „Nu, misschien wilt u mij dan wel toestaan om u aangenaam bezig te houden, totdat hij komt. Ik zou 'm zelf zoo graag even willen spreken, ziet u". De man keek haar even aan, maar liet zich dan. zonder op haar uitnoodiging daartoe te wachten, in een gemakkelijken rieten stoel vallen. Hij leunde achterover en keek haar met onbeschaamde vrijmoedigheid midden In het gelaat. Jk kan bijna niet gelooven, dat u hier niet eenzaam en van iedereen verlaten bent", zeide hij na eenige oogenblikken. „Dat hebt u zeker zoo maar gezegd, is 't niet?" Hope voelde, hoe het bloed haar naar de wangen steeg onder zijn onbeschaamde, on derzoekende blikken, die haar gelaat geen oogenblik verlieten. „Ik heb mij voor vandaag nog nooit een zaam gevoeld", antwoordde zij evenwel uit dagend- „Oh neen?" Hij lachte ongeloovig en bleef haar strak in de oogen kijken. „Neen", verklaarde Hope met klem, „en ik ben er dan ook ten stelligste van overtuigd, dat er veel ergere dingen in de wereld be staan dan eenzaamheid". Er was iets in haar stem, dat zijn aandacht scheen te trekken. Hij ging tenminste recht overeind zitten en keek haar aandachtig aan. Was het misschien die klank van open lijke vijandschap, die groote openhartigheid of had hij een uitdaging gehoord in haar woorden? Het meisje was al dien tijd nog blijven staan, en lang en slank stond zij in haar witte japon voor hem op de warande. Zij had haar handen geslagen om de leu ning van een stoel, doch hoewel haar knok kels wit werden van de kracht, waarmede zij in dien stoel kneep, sloeg zij haar oogen niet neer voor zijn blikken, die alleen al door him groote onbeschaamdheid beleedigend voor haar waren. Diep in haar ziel scheen lets in opstand te komen tegen die blikken, maar zij bleef hem aankijken. Maar hij zette dien stillen strijd voort met een sinistere bedoeling, en eindelijk zag zij zich genoodzaakt, ondanks al haar inspan ning, om haar oogen neer te slaan. Onder bewust maakte zij met haar beide handen een vlug afwerend gebaar, alsof zij zich wilde beschermen tegen een naderend onheil, en toen hij die vlugge beweging zag, lachte hij kort en schel. Vreeselijk beleedigend klonk haar dat lachje in de ooren en juist dat scheen haar weer kracht te geven. „Kom. kom, Miss Carteret", zeide hij glim lachend. „Ik weet zeker, dat het niet uw be doeling kan zijn, om mij onvriendelijk te be handelen. Ik geloof, eerlijk gezegd, dat dit eenzame, akelige huis op uw zenuwen begint te werken. Weet u wel, dat u er heelemaal niet goed uitziet? Ik maak mij al eenigen tijd ongèrust". „Oh ja?" vroeg zij uit de hoogte, niet we tend, wat zij anders moest antwoorden. „Ja, u ziet er lang niet zoo goed uit als ik wel zou willen, ging hij kalm voort, terwijl nog steeds dat beleedigende, tergende glim lachje om zijn mond speelde. ,.Ik geloof, dat u zich verveelt. Is het dat niet? Ja, heusch, geloof mij maar. dat is het. En daartegen weet ik een uitstekende remedie. Zoudt u die niet eens willen probeeren?" Onzeker keek het meisje hem aan. Zij voelde, dat zij op dat oogenblik over haar ge- heele lichaam beefde van zenuwachtigheid. Zijn geheele optreden joeg haar angst aan Zij durfde niet met zekerheid zeggen, of de man wel heelemaal nuchter was. Maar het volgend oogenblik trachtte zij haar bonzend hart te vertellen, dat het be spottelijk en vreeselijk zou zijn, als zij een beleediging distilleerde uit iets, dat alleen in haar overspannen brein beleedigend kon hebben geklonken en heel anders bedoeld was. En daar zij niet heelemaal zeker was van zichzelf, besloot zij nog een poging te wagen, om de bedoeling van dien man te weten te komen. „Ik begrijp werkelijk niet, wat u bedoelt", zeide zij dan ook een weinig minder koel dan zooeven. „Maar dat komt er eigenlijk niet op aan ook. Vertelt u mij maar liever eens het een en ander over uw renpaard". „Neen, neen, geen sprake van", antwoord de Hyde vlug. „Eén ding tegelijk, zeg ik altijd maar. Men kan niet van den hak op den tak springen. En bovendien, waarom zou ik u vervelen met langdradige uiteenzettingen over de voortreffelijkheid van mijn renpaar den. Kijk eens aan ik geloof, dat ik u nu al verveel. Is dat niet zoo?" Onder het spreken van die woorden had hij het meisje aandachtig in de oogen ge keken en nu legde hij zijn beide handen op de rieten leuningen van zijn stoel, als wilde hij met een vlugge beweging opstaan. Hope, die zijn handelingen voortdurend had gadegeslagen, was ook die beweging niet ontgaan en haastig deed zij een stap achter uit. In zijn oogen was nu een blik, die al haar trots in opstand bracht. „Neen, neen" stamelde zij, zonder goed te weten, wat zij eigenlijk zei. „U verveelt mij in het geheel niet. Blijft u maar rustig zit ten. Ik zal even tegen den bediende zeggen, dat- hij iets verfrisschends brengt". „Neen, geen sprake van", beet hij haar toe. „Ik wil niets hebben, ik heb er geen be hoefte aan. rk ben niet als die kerels, die eeuwig ijswater moeten zuigen, om Hij scheen te beseffen, dat zijn ruwe toon het meisje angst zou aanjagen, want een weinig vriendelijker en kalmer ging hij voort: „Neen, dank u wel; ik zal heusch niets gebruiken, tenzij u mij gezelschap blijft hou den, en dat zal, vrees ik. wel te veel verlangd zijn. Neen. gaat u nog niet weg! Wacht u even. Kom hier eens bij mij zitten". Hij trok den stoel, waarachter zij al dien tijd gestaan had, nu heel dicht bij den zijne. „Ik wil u iets vertellen. Neen. nu behoeft u niet zoo angstig te kijken. Het is iets. dat u heel erg aardig zult vinden, werkelijk waar. En vandaag of morgen moet u het toch hoo- ren. Daarom dacht ik. dat dit nu een goede gelegenheid was, om het u rustig te vertel len Waarom niet?" Maar Hope's zenuwen waren nu tot het uiterste gespannen en zij deinsde nu zicht baar achteruit. Tenslotte was zij r.og maar erg jong en er was iets aan dien man. dat haar angst aanjoeg. „Neen", antwoordde zij haastig. „Ik zal het- liever niet doen .Ik kar. mij niet voorsteller dat er iets zou zijn. dat ik heel erg graag zou willen hooren, en hoe zou u het mij dan kun nen vertellen? Ik.... ik ga even naar den weg om te zien, of Ronnie al aankomt". Het was kinderachtig, medelij den-wekkend en als die man geen groote lafaard was ge weest, zou hij zich tot kalmte hebben weten te dwingen Maar nu sprong hij met een vlugge beweging uit zijn stoel op, alsof hij Hope wilde verhinderen heen te gaan, en dat maakte een einde aam het laatste restje zelfbeheersching, dat het meisje nog bezat. Zij slaakte een gesmoorden kreet en nam de vlucht. HOOFDSTUK III. Een vriend in den nood. De weg, die voerde naar de kampementen, was slecht, ruw en ongelijk, terwijl groote steenen overal verspreid lagen. Maar als iemand, die niet meer weet wat zij doet, ren de Hope voort, en in haar brein was maar plaats voor één enkele gedachte: weg te ko men uit de nabijheid van dien vreeselijken man met zijn beleedigende oogen. Ronnie was nergens te zien, maar zij dacht op dat oogenblik nauwelijks aan hem. De schemering begon reeds te vallen en zij wist, dat het weldra geheel en al donker zou zijn, een duisternis, die alleen een weinig verbro ken zou worden door den maansikkel daar hoog aan den hemel. Het was ontzettend heet en het scheen, dat de atmosfeer haar als een looden last op de schouders drukte. Zij scheen door die zware, heete lucht tegengehouden te worden en zij moest er tegen vechten, alsof het iets tastbaars was. Haar voeten waren gestoken in dunne pan toffels en op andere oogenblikken zou zij er aan gedacht hebben, dat zij haar voeten zou verwonden tegen de scherpe steenen. Doch zij dacht aan niets anders dan aan dien man en aan den weg. die voor haar lag, zoo ver en zoo lang. Steeds maar rende zij strompe lend voort, Immer verder over den weg. die steeds duisterder begon te worden, totdat zij eindelijk geheel uitgeput van vermoeienis en overspanning bezweek onder den zwaren last van de atmosfeer en snikkend aan een kant van den weg bleef liggen. (Woedt vervolgd). 1 - 4 Hondsch gedoe op de kampioen-bulldog-tentoonsleL ling te Manchester Een prachtig hoekje van de Prima Vera die thans te Rotterdam geopend is Bij Nienhagen is in de olievelden een nieuwe bron aangeboord, die de sterkste van Duitschland moet zijn Door leden der Engelsche Koninklijke Lijfwacht werd Dinsdag te Hawthorn Hill een steeplechase gehouden. - Het winnende paard .Golden Holiday" leidt bij het nemen der .water-hindernis" De bekende Russische ijsbreker .Krassin", op weg ter redding van de bemanning van de .Tcheljouskin", arriveerde Woensdag te Vlaardingen om te bunkeren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9