NATIONALE VROUWE JUSTITIA. HAAR STRAFRECHTSPRAAK. ZATERDAG 14 APRIL 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 12 LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Het Rechtsmiddel van verzet. Het verzet is een van rechtsmiddelen die voor de veroordeelden openstaan tegen het uitgesproken eindvonnis; echter zooais wij zullen zien niet voor iederen veroordeelde. Wanneer een verdachte, die wegens een straf baar feit voor den rechter is gedagvaard, om de een of andere reden niet op de terecht zitting verschijnt, kan de rechter indien hij zulks noodig acht zoowel bij den aanvang als gedurende den loop van het onderzoek be velen dat de verdachte op een nader te be palen tijdstip ter terechtzitting aanwezig zal zijn en tevens zijn medebrenging „door den sterken arm" gelasten. Er kunnen zich na tuurlijk gevallen voordoen dat de rechter geen juist beeld kan krijgen van de strafzaak die aan hem ter beoordeeling is voorgelegd zonder zelf den verdachte persoonlijk te heb ben gehoord, b.v. in "t geval dat de getuigen elkander tegenspreken. Ook is het vaak moei lijk de juiste straf op te leggen wanneer de verdachte zich niet persoonlijk heeft verde digd. Doch eveneens kan het voorkomen dat door den rechter geen prijs gesteld wordt op de persoonlijke verschijning van den ver dachte b.v. wanneer deze het tenlastegelegde feit direct aan de politie heeft bekend en deze bekentenis geheel klopt met de getuigenver klaringen, waarbij dan de ernst en de aard van het strafbare feit natuurlijk ook weer van belang zijn. Wat kon nu zooal de oorzaak zijn dat een verdachte die zich niet in voorloopige hech tenis bevindt niet op de terechtzitting ver schijnt? In de eerste plaats kan hem de dag vaarding niet hebben bereikt doordat de ambtenaar die met de beteekening daarvan is belast hem niet heeft kunnen vinden aan het adres door den verdachte aan de politie opgegeven, daar hij b.v. kort te voren is ver huisd zonder nader adres achter te laten, in welk geval de wet voorschrijft dat het af schrift der dagvaarding wordt aangeplakt aan het gebouw waar de rechter zetelt die van de zaak moet kennis nemen. Ook kan de verdachte tijdelijk met zijn gezin afwezig zijn en zijn huis gesloten hebben in welk geval de dagvaarding beteekend wordt aan den Burgemeester zijner woonplaats of een door dezen aan te wijzen ambtenaar, die zoo mo gelijk het afschrift-aan den verdachte moet doen toekomen: en ook is het geval niet on denkbaar dat eer. van verdachte's huisgenoo- ten. b.v. de dienstbode, aan wie de dagvaar ding bij zijn afwezigheid is beteekend. vergeet of nalaat deze aan den belanghebbende ter hand te stellen. In al deze gevallen is het dus mogelijk dat de dagvaarding den ver dachte buiten diens schuld niet heeft be reikt en hij daardoor niet ten dienenden dage ter terechtzitting aanwezig is. Aan den anderen kant gebeurt het echter ook wel dat de verdachte met opzet niet ter terechtzitting verschijnt. Hierbij kan natuur lijk onverschilligheid een rol spelen doch ook hoort men wel dat een verdachte die het te- lastegelegde toch bekend heeft uit finah- cieele overwegingen tegen een eenigszins lan ge en dure reis naar de terechtzitting opziet En ten slotte schijnt het ook nog wel voor te komen dat verdachten, zoowel zij die het te- lastegelegde bekend hebben als zij- die ont kennen, met opzet van de terechtzitting weg blijven, omdat zij óf de zaak slepende willen houden, óf eerst eens willen afwachten welke straf hun wordt Opgelegd zulks met de weten schap dat hun altijd nog een rechtsmiddel tegen het vonnis openstaat. Meestal zal hét op den rechter geen prettigen indruk maken a'.s een verdachte niet ter terechtzitting aan wezig is. vooral niet indien deze niets van zich heeft laten hooren. Afgezien van de vraag of er opzet in het spel is. kan dan de rechter moeilijk weten wat de oorzaak is van verdachte's niet verschijnen en zoo zal hij in de meeste gevallen tegen dezen ..versték verleenen". dw.z. beslissen dat het onderzoek buiten zijn tegenwoordigheid zal worden voortgezet: de verdachte blijft dan van ver dediging „verstoken". Uit de omstandigheid echter dat de rechter steeds de voorbrenging van den verdachte kan bevelen, volgt dat men niet kan spreken van een eigenlijk „recht" van den verdachte om verstek te laten gaan wanneer hij door een staatsorgaan geroepen wordt voor den rechter te verschijnen, ook al heeft dat staatsorgaan, het Openbaar Ministerie, zelf niet de bevoegdheid den verdachte tot ver schijning te dwingen. Iedere verdachte nu die „bij verstek" is veroordeeld kan tegen dat vonnis verzet doen. Dat klinkt heel eenvoudig, doch op welke wijze verneemt hij dan óf en tot welke straf hij is veroordeeld? Dit punt moest natuurlijk wettelijk worden geregeld, en men heeft te recht aangenomen dat een verdachte aan wien de dagvaarding om ter terechtzitting te verschijnen in persoon is beteekend. wanneer hij verstek Iaat gaan, maar zelf zooveel be langstelling moet toonen om te informeeren hetzij ter Griffie van het betreffende gerecht, hetzij op ar.dere wijze, hoe het tegen hem ge velde vonnis luidt. Een andere regeling geldt daarentegen in dien het verdachten betreft aan wie de dag vaarding niet persoonlijk is beteekend en het dus onzeker is of deze hem heeft bereikt. In die gevallen wordt aan den verdachte van wege het O.M. mededeeling gedaan van het tegen hem gewezen vonnis; zulks zoo spoe dig mogelijk en zooveel als dit kan aan den verdachte in persoon; bij een voorwaardelijke veroordeeling zelfs niet anders dan aan hem in persoon. Op welke wijze moet nu verzet tegen een verstek-vonnis worden gedaan? De veroor deelde wende zich daartoe tot een deurwaar der die het verzet bij exploot beteekent aan het O.M. bij het gerecht dat de uitspraak heeft gedaan. De bevoegdheid om in verzet te komen gaat echter voor den verdachte verloren wanneer de daarvoor vastgestelde termijn niet wordt in acht genomen. Het zou toch te dwaas zijn dat een bij verstek veroordeelde ten eeuwigen dagen tegen het vonnis zou kunnen opkomen. Die termijnen zijn nu niet altijd gelijk; wanneer de dagvaarding aan den verdachte zelf is beteekend geweest, dan kan hij niet later verzet doen dan uiterlijk binnen 14 da gen na de uitspraak van het verstekvonnis. naar den inhoud waarvan hij dan zelf moet informeeren. In de andere gevallen kan ver zet worden gedaan uiterlijk binnen 14 dagen na dien waarop bovengenoemde mededeeling yan het vonnis aan den verdachte in persoon 1 is beteekend doch in geen geval later dan uiterlijk binnen tien dagen nadat hy ter uit voering van het verstekvonnis door de poli tie mocht zijn aangehouden of zich anders zins een omstandigheid heeft voorgedaan waaruit voortvloeit dat verdachte met het. vonnis bekend is. M.a.w. wanneer b.v. eep bij verstek veroordeelde zwerver, welk genus van verdachten in den regel nog al var. een „ver zetje" houdt. word:, aangehouden door de politie die opdracht had hem te arresteeren tot het ondergaan van zijn straf hem bij een verstekvonnis opgelegd, dan heeft deze nog hoogstens 10 dagen tijd om verzet te doen. Wat zijn nu de gevolgen van het doen van verzet? In de eerste plaats wordt hierdoor de tenuitvoerlegging van het vonnis opgeschort, waartoe het O.M. de noodige maatregelen zal treffen. Ten tweede brengt het verzet van rechtswege dagvaarding mede van den bij verstek veroordeelde tegen de eerste gewone terechtzitting welke gehouden wordt (bij ieder gerecht bij reglement voorgeschreven), echter nadat sedert den dag waarop verzet werd gedaan nog zeven, en voor zoover het Kantongerechtszaken betreft, vijf. dagen zul len zijn verloopen. Deze termijn is gesteld om den verdachte nog tijd te geven zijn ver dediging voor te bereiden. Hierbij moet wor den in acht genomen dat indien het verstek vonnis door een politierechter of door een kinderrechter is gewezen de verzetprocedure ook weer voor een gelijknamigen autoriteit moet worden gehouden, al behoeft dit niet dezelfde persoon te zijn. De deurwaarder die namens den verdach te het verzet aan het O.M. beteekent. geeft dan aan den verdachte kennis wanneer de zaak opnieuw zal dienen, terwijl het O.M. die kennisgeving doet aan den Griffier van het betreffende gerecht. Nu kan het gebeuren dat degene die in verzet is gekomen dat verzet alleen opvat ais een uitstel van executie en op den dag waar op de verzetprocedure zal plaats vinden we derom schittert door afwezigheid. In dat ge val wordt het verzet meestal direct vervallen verklaard en kan het verstekvonnis zoo mo gelijk terstond worden ten uitvoer gelegd. Verschijnt echter de verdachte ten dienen den dage persoonlijk of, waar dit is toege laten, bij gemachtigde, dan wordt de zaak behandeld als ware het rechtsgeding bij ver stek niet voorafgegaan, waarna de rechter de bij verstek gewezen uitspraak bekrachtigt of met geheele of gedeeltelijke vernietiging van die uitspraak opnieuw recht doet. Alle getuigen en deskundigen die den eer sten keer toen de verdachte niet was versche nen zijn gehoord zullen opnieuw moeten wor den opgeroepen en gehoord. Het gevolg hier van is dat de verzetprocedure den"Staat vaak op dubbele kosten jaagt en tevens in som mige gevallen geheel noodeloos beslae legt op des rechters tijd. Met dat al is het verzet toch een onmisbaar rechtsmiddel voort 'die verdachten die bij vefstek zijn veroordeeld terwijl de oorspronkelijke dagvaarding hen buiten hun schuld niet heeft bereikt. EEN JURIST. ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS. REORGANISATIEDENKBEELDEN VAN DR. A. DE VLETTER. Dr. A. de Vletter, rector van het Kennemer Lyceum te Overveen, heeft in Februari van dit jaar in „Gezin en School" een artikel geschreven ..De Tijden roepen!", waarin hij de hoofdlijnen aangaf, waarlangs ons alge meen middelbaar onderwijs volgens den schrijver veranderd dient te worden. „Gezin en School", orgaan voor de ouders der leerlingen van H.B.S., Gymnasium of Lyceum, te Aerdenhout, heeft thans dit arti kel als overdruk, in het licht gegeven. Dr. De Vletter zegt in zijn brochure o.m. dat de Middelbare School vele tekortkomin gen aankleven. De critiek op het M.O. zit in de lucht. Zij wordt geoefend in hoofdzaak door ouders en door universiteits-professo- ren. De ooi-zaken van een en ander zijn veler lei. In hoofdzaak is er de tweeslachtigheid van de Middelbare School, als algemeene ont wikkelingsschool (de bedoeling van Thor- becke) èn voorbereidende school voor Hooger Onderwijs. (Voor deze laatste opleiding is een deel der leerlingen ongeschikt). Tengevolge van deze tweeslachtigheid zijn er fouten in het leerplan. En dan ziin er verschillende fouten in onderwijswethode en werkmethode. Er moet, volgens dr. de Vlet ter. meer werk worden gemaakt van manuale bezigheid der leerlingen. Het maken van uittrekstel is daarvoor zeer aan te bevelen Deze uittreksels moeten met zorg worden be werkt: duidelijk en overzienbaar werken be vordert het opnemingsvermogen. Netheid is daarbij van het grootste belang. In dit opzicht zal de Middelbare School zwaar blijven zondigen, zoolang het vakspecialiteiten- systeem en de uurloonbezoldiging gehand haafd blijven. Bij wezenlijke reorganisatie der Middelbare wezenlijke reorganisatie van de Middelbare School zal dan ook één der middelen moeten zijn: aanstelling van vaste leeraren, hoofd leeraren (die dan klasse-leeraren kunnen zijn) maar met de verplichting om de geheele week, 36 weekuren, ter beschikking van de school te zijn, in het gebouw aanwezig, des noods met hun eigen correctie, hun voorbe- reidingswerk, maar paraat om hulp te ver leenen aan zwakke leerlingen, extra uitleg ging te geven, slordig werk te laten overma ken. schriften en boeken te controleeren op netheid en verzorgdheid, vakconferentie met leeraren van aanverwante vakken aanwij zingen te geven voor samenvatting en over zicht van de leerstof enz. Voorts breekt dr. De Vletter een lans voor een radicale reorganisatie van de aansluiting van de Middelbare School bij de Hoogeschool Als de Hoogeschool zoo ontevreden is over de resultaten van het Middelbaar Onderwijs, zou de oplossing zijn, dat het Hooger Onder wijs zelf zijn toelatingseischen stelt, zijn toe latingsexamen organiseert. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet vercaitwoordélijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatst, toordt de kopij den inzender niet teruggegeven. INTERNATIONALE VROUWEN BOND VOOR VREDE EN VRIJHEID. L. S. Eenigen tijd geleden zonden wij u een mededeeling omtrent de Studie-Conferentie, welke onze Bond zich voorgenomen heeft te houden op 11, 12 en 13 Mei. Tot onze vreugde hebben wij tal van sym pathie bewijzen ontvangen en heeft veler mo- reeie zoowel als financieele steun ons ge toond, dat in ons land nog steeds warme be langstelling leeft voor de vredeszaak. Waar daarbij echter uitingen van moede loosheid en volledig verlies van vertrouwen ons bereiken, zou ik er aan willen herinne ren. dat wij aan het scheppen zijn: een nieuwe Macht, waarmee men vóór de 20e eeuw nooit op zoo groote schaal rekening- heeft behoeven te houden in de Internatio nale gebeurtenissen. Die macht is die der Pu blieke Opinie. Hebben we het recht te verwachten, dat deze Jonge Macht reeds alle oude tradities alle oude machtsverhoudingen, alle oude op vattingen te niet heeft kunnen doen en, wat nog meer zegt, in enkele jaren alle wantrou wen. alle zelfzucht op groote en kleine schaal heeft kunnen doen verdwijnen? Dat dit niet gebeurd is. mag geen reden zijn om den moed op te geven en het eerst zoo kort geleden (althans in georganiseerden vorm) begonnen werd terzijde te stellen, met de gedachten „het helpt toch niets." Wél hebben wij eenigen tijd in de illusie geleefd, dat we al veel verder waren dan we nu blijken te zijn. Maar geeft deze te leurstelling ons het recht, den strijd op te geven? Als de vredesbeweging ophield te bestaan wat dan? Zelfs als de oude bewapeningswedloop, de oude tradities, weer opnieuw de wereld gin gen beheerschen, zouden we dan alle verdere pogingen maar moeten laten varen en meenen dat we onzen plicht tegenover de menschheid nu vervuld hebben?? Integendeel velen zullen mèt ons de opvatting huldigen, dat de Jonge Macht der Publieke Opinie stelselmatig met de grootste zorg en toewijding, met onvermoeide vol harding, moet opgekweekt worden, en dat ieder, oud en jong, daartoe het zijne kan bijdragen. Onze Conferentie is het bewijs .dat wij be reid zijn onze kracht daartoe geven. Wij twij felen er niet aan of ook gij wilt ons daarbij helpen. Mei allen goeden wil kunnen wij t 'helaas niet zonder de materïeele middelen stellen om onze plannen ten uitvoer te brengen, en deze zijn nog niet in voldoende mate tot ons gekomen. Daarom doen wij opnieuw een beroep op uw aller financieelen steun, waar achter wij uw moreele medewerking mogen verwachten. Indien u aan onze penningmeesteres een bijdrage doet toekomen, verzoek ik u vrien delijk daarbij te willen vermelden of deze bedoeld is als gift Voor de_ Conferentie, óf als betaling voor een of meer toegangskaar ten. Helpt ons uit ons kleine Nederland naar alle zijden van de wereld de stralen uit te zenden, die het licht van Waarheid, Vertrouwen en Waarachtigen Goeden Wil zullen uitdragen. Met vertrouwen op uw sympathie en uw steun teekenen wij, Het Hoofdbestuur: C. RamondtHirschmann, voorz. Selma Meyer. Ie secr. Dr. M. A. Thiel, 2e secr. W. van Wulfften Palthe— Broese van Groenou, penningm. H. van Geuns—Godfried. F. de Koede Laat de Kanter. Cl. Mulder v. d. Graafde Bruyn, C. M. van der Pijl, arts. HET PRODUCTIESTELSEL. Onder den titel „Over het terug betalen van steungelden" is in uw blad van 6 April j.l. een-ingezonden stuk verschenen van den heer v. d. Berg. Daarin komen eenige onjuist heden voor die weerlegd behooren te wor den. In het bovengenoemde schrijven krijgen we weer het bekende naïeve verhaaltje te hooren, dat het kapitalistische stelsel voor alles verantwoordelijk is, en dat het op zijn laatste beenen loopt. Het z.g. kapitalistische stelsel is geen uit vinding of een instelling van eenige han dige menschen. Het is gegroeid en voortge komen uit de samenleving zelve. Dat het momenteel verre van ideaal is en vele fouten vertoont, komt omdat het menschdom in zijn geheel en ieder individu afzonderlijk zeer vele fouten en gebreken heeft; terwijl de groote oorlog van 1914, ons werelddeel en Amerika moreel een heel stuk achteruit heeft gezet. Wanneer rust en vertrouwen terugkeeren en de volken internationaal willen samen werken. met eenige vervaging van de gren- zem zal ons tegenwoordig productiestelsel weer beter functioneeren en zullen we allen meer profijt kunnen trekken van de voor uitgang der techniek. Daarbij is noodig dat inplaats van de menschen met de groote mond, die nu veelal de lakens uit- deelen, de leiding meer in handen komt van menschen met het betere économische in zicht. Men zij verder bescheiden in z'n eischen en verlange geen ideale maatschap pij. De geschiedenis leert, dat met vallen en opstaan het menschdom slechts zeer lang zaam vooruit gaat. De inzender beweert verder, dat „Wanneer alle productie-middelen ln handen van de meenschap komen en deze volgens een vast plan produceert, er geen werkloosheid meer zal zijn, maar er welvaart zal komen". Maar zoo eenvoudig als het neerschrijft Is het toch niet. Wanneer men zoo eens met diverse menschen spreekt, valt het op. dat hoe minder economisch inzicht zij hebben, en hoe slechter ze op de hoogte zijn van hetgeen er noodig is om iets te produceeren, des te gemakkelijker en eenvoudiger is vol gens hen niet alleen de oplossing van de crisis, maar ook het verkrijgen van een ideale samenleving. Het brengen der productiemiddelen in handen der gemeenschap is tot nu toe altijd op een mislukking uitgeloopen. Als een paar markante voorbeelden van den laatsten tijd kan men noemen, de exploitatie van d|e' trams en bussen in Den Haag en Rotter dam. Voor de annexatie konden die bedrij- Een Lijfrente-Polis der „Nationale"- geeft een hooge vaste rente (Adv. Ingez. Med.) ven op eigen beenen staan. Nu ze echter door die béide gemeenten worden geëxploi teerd leveren zij millioenen tekorten op. Wanneer men in normale tijden de win sten en verliezen van de particuliere bedrij ven bij elkaar voegt, is de winst percentsge- gewijze gerekend niet groot. Aangezien de bedrijven in handen der overheid veel stroe ver werken, en over veel te veel schijven loopen, zijn de meerdere kosten die daaruit voort vloeien in het algemeen grooter dan de winst die een zelfde onderneming door particulieren beheerd opbrengen zou. Inzender en de vermoedelijke partij waar toe hij behoort, beweren steeds maar dat wij andere menschen slechts werken voor winst, terwijl zij hunne arbeidskrachten in dienst van de gemeenschap stellen of wil len stellen. Het onwaarachtige van die bewering openbaart zich nu wel heel erg. De meesten menschen werkzaam in de industrieën en de boerenbedrijven hebben het momenteel zeer moeilijk, ze kunnen zich met moeite staande houden, zij hebben dik wijls ondanks hard werken nu een sober en onzeker bestaan. Vele van inzenders politieke vrienden werkzaam in de overheidsbedrijven hebben een beter inkomen. Wanneer het nu noodzakelijk is dat zij in deze tijden van nedergang zich ook eenige offers moeten ge troosten in den vorm van een bescheiden loon en salaris vermindering; waarna zij toch nog een beter bestaan hebben dan de eerst genoemde catagorieën, dan schreeu wen zij moord en brand. Maar ongestoord gaan zij door met te beweren dat zij slechts voor de gemeenschap werken, of althans gaarne zouden willen werken. Het doet verder onaangenaam aan dat in zender en zoovele anderen met hem zoo maar beweert: „Dat de Staat zooveel ver plichtingen heeft tegenover hem". Het ware beter al dat gepraat over „Ik heb recht hierop en daarop", achterwege te laten en eigen plicht eens wat meer op den voor grond te plaatsen en daarna te handelen. Met dank voor de plaatsing, A. RIBBENS. HET NATIONAAL LUCHTVAART FONDS. Geachte Heer Hoofdredacteur, Het Nederlandsche Fabrikatenhuis heeft zijn tentoonstelling te Haarlem gehad en daaraan heeft medegewerkt: het Pelikaan-Comité. Ten behoeve van dit Comité heeft de In dische Vereeniging „Haarlem en Omstreken" een 12-tal harer jongedames afgestaan, ten einde voor het Nationaal Luchtvaart Finds, door middel van verkoop van kleine Pelikaan- herinnerings-ingrediënten, gelden in te za melen. Deze jongedames hebben drie volle middagen en avonden haar toewijding' en charme in dienst gesteld van het nationale doel. ons Vaderlandsche Luchtvaart Fonds. Toen één dier dames in een tweetal gevallen haar „koopwaar" aan een bezoeker der ten toonstelling aanbood, kreeg zij ten antwoord, dat die bezoeker „er tegen was". Op de vrien delijke vraag, wat die heer tegen een zoodanige inzameling kon hebben, kreeg zij even vrien delijk ten antwoord, dat „het (d.i. het vlieg wezen) toch voor den oorlog wordt gebruikt. Dus. de betrokkene wenschte niets te offe ren voor het Nationaal Luchtvaart Fonds, al leen en uitsluitend, omdat hij, wederrechtelijk natuurlijk, de stellige meening was toege daan, dat de ingezamelde gelden t.b.v. dat Fonds tot voorbereiding ten oorlog zouden dienen. Het is welhaast onbegrijpelijk; doch de leering is hieruit wel te trekken, dat het wan trouwen tegen het vliegwezen als zoodanig zóó onmatig is opgewekt, dat zelfs intelligente en goed doordenkende Nederlanders in elk vlieg tuig een oorlogstuig zien, dus dat zij door de enkele boomen vooqr het bosch in het geheel geen oog meer hebben. Deze lieden hebben afgeleerd, of nimmer aangeleerd, te begrijpen, dat het Vliegwezen vóór alles is uitgegroeid tot een hyper-modern internationaal Verkeerswezen, een verkeers element van groote beteekenis, waarvan de ontwikkeling op hooger peil behoort te worden gebracht en in welks wereld-constructie Ne derland een hoogst voorname, zoo niet de eer ste plaats heeft ingenomen. De opvatting van de door mij bedoelde be zoekers is daarom zoo benepen, omdat het even dwaas zou zijn om het spoorwezen te gaan boycotten, wijl dit in de jaren 19141918 zoo ontzaggelijk veel levend en dood oorlogsmate riaal heeft vervoerd, of. dat men autobussen als oorlogstuig gaat kwalificeeren, omdat zij een rol hebben gespeeld in den oorlog en, ge organiseerd door wijlen Generaal Galliéni, den Franschen in den Mameslag de overwinning hebben gebracht. Evenzeer, dat men weigert een goed woord te spreken over koopvaardij- schepen, omdat zij in den oorlog als hulpkrui ser hebben dienst gedaan en daarin zelfs een zeer werkzaam aandeel hebben gehad, terwijl thans reeds koopvaarders zijn „voorbereid" tot hulpkruiser. Men stelle zich eens voor, dat de mijnbouw-industrie eens werd geweerd; dat geen koper, ijzer of steenkool meer zou worden gedolven, omdat deze, voor het dage- lijksche leven onmisbare delfstoffen, ook wel in de oorlogsindustrie worden benut. Zoo is het ook gesteld met het vliegwezen. Dit heeft toekomst voor het wereld-verkeer, voor den handel, voor de wereld-betrekkingen van Nederland met de overige wereld. Mijnheer de Hoofdredacteur. U hebt zelf zitting in het Haarlemsche Pelikaan-Comité: U weet. dat mijn woorden juistheid bevatten: U heeft de waardeering voor het Nationale Vliegwezen, staat U mij toe een passage hier onder op te nemen, herkomstig van het Peli kaan-Comité in den Haag (een en ander werd het. publiek op beperkten schaal ter hand ge steld tijdens de tentoonstelling), in welke pas sage dat Comité een kort exposé geeft van de beteekenis van het door dat Comité te vormen Nationaal Luchtvaart Fonds, ten einde eens vooral bij ons Haarlemsche publiek onjuiste denkbeelden weg te nemen. Deze passage luidt dan: Dit fonds zal moeten dienen om steun te kunnen geven aan de Nederlandsche Lucht vaart in den meest ruimen zin-, des woords, in diè gevallen jvaarin .de Regeering niet, of nog niet, kan medehelpen en waarin het particu liere initiatief te kort zou schieten uit gebrek aan geld. Alleen gevallen van algemeen, nationaal be lang komen voor die hulp in aanmerking, zuiver industrieele of commercieele belangen vallen daarbuiten. In de eerste plaats vallen er dus onder die gevallen, die kunnen helpen om Nederland de vooraanstaande plaats te doen behouden die het tot nu toe in de wereldluchtvaart inneemt en waarop het krachtens zijn verleden recht heeft. Die plaats wordt het door velen benijd en de concurrentiestrijd is scherp, terwijl de concurrenten machtig en rijk zijn. En in de tweede plaats zijn er tal van andere gevallen denkbaar, die niet rechtstreeks tot de staatsbemoeienis behooren en waarvoor particulieren steun niet of zeer moeilijk te vinden is. Om de gedachten te bepalen, en zonder ook maar eenigszins vooruit te willen loopen op de Statuten van de Stichting, waar in het fonds zal worden ingebracht, kunnen worden genoemd: de verspreiding van juiste luchtvaartbegrippen onder de jeugd, event, hulp bij ondersteuning van nagelaten be trekkingen van luchtvaartpersoneel, steun bij belangrijke proefnemingen van algemeen nut, studiebeurzen, enz. enz. Het Nationaal Luchtvaart fonds is een natio naal belang bij uitnemendheid. Wanneer wij de wereldgeschiedenis lezen en aandacht schenken aan de ontwikkeling der internationale verhoudingen in Europa en daarbuiten, dan blijkt telkenmale, dat ons kleine land en volk zich in den loop der eeuwen heeft weten staande te houden door groote, de wereld imponeerende daden. Daar door hebben wij ons bestaansrecht aange toond en bewezen, dat wij niet slechts een zelfstandige natie zijn door de welwillende houding van de omliggende groote mogend heden. Dit besef heeft van ons volk veel offers ge vergd, maar de wereld heeft daardoor onze groote macht op cultureel, economisch, finan cieel een koloniaal gebied leeren kennen en waardeeren. Om bij den tegenwoordigen tijd te blijven, de Zuiderzeewerken hebben overal belangstelling gewekt, de Hollandsche koop vaardijschepen worden overal gezien, de K.L.M. geniet een groote, internationale re putatie. Op luchtvaartgebied zijn wij nu nog groot, maar wij moeten zorgen ook in de toekomst groot te blijven, zoowel op wetenschappelijk-, industrieel- als verkeersluchtvaartgebied. De techniek schrijdt snel voort. Van dezen vooruitgang zal op het juiste oogenblik gepro fiteerd moeten worden. En dit zal geld, veel geld kosten. Niet steeds zullen de Regeering, de industrie of de luchtvaartmaatschappijen voldoende middelen ter beschikking kunnen stellen, om de vele technische verbeteringen en uitvindin gen betreffende vliegtuigen en motoren, grondorganisaties, verlichtingen enz. te kun nen onderzoeken. Daartoe is het Nationaal Luchtvaartfonds in het leven geroepen, waarvoor een grootsche taak is weggelegd, mits ons volk dit goed be grijpt en door middel van zijn daadwerkelijken steun het Fonds in de gelegenheid stelt, die taak te vervullen. Moge men thans een zuiverder begrip ver krijgen en met warmte het streven van goede vaderlanders ondersteunen. Met veel dank voor de plaatsing, Hoogachtend, Uwdw. VAN RENESSE. AGENDA ZATERDAG 14 APRIL Stadsschouwburg, Wilsonsplein: „De eerste de beste" door de N.V. Amsterdamsche Too- neelvereeniging. 8.15 uur. Frans Halsmuseum. Tentoonstelling werk van leden van „Kunst zij ons Doel". 10-4 uur. Veilinggebouw KI. Houtweg 16: 44e Beurs van de Dameskroniek. 15 en 7.3011 uur. Luxor Sound Theater: „My Weakness". 2.30 ,7 en 9.15 uur. Rembrandt Theater: „De Prins harer droomen." Op het toorieel: Georg Wong Comp. 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Hartsgeheimen". Op het tooneel: Prof. Frijdberg, de groote violist. 2.30, 7 en 9.15 uur. ZONDAG 15 APRIL Stadsschouwburg„Overschotje". 8 uur. Schouwburg Jansweg. „In Pyjama". 8-15 uur. Gem. Concertzaal; „George wil wel." 8 uur Frans Halsmuseum. Tentoonstelling werk van leden van „Kunst zij ons Doel" 10-4 uur. Veilinggebouw KI. Houtweg 16. 44e Beurs van de Dameskroniek. 15 en 7 30—11 uur. Geb. Prot Bond: Psycho Synthese. Zondag morgenvoordracht. 10.30 uur Rozekruisers Genootschap. Dienstritus met toespraak. Bakenessergracht 13 Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. MAANDAG 16 APRIL Schouwburg Jansweg. „In Pyjama". 8-15 uur. Frans Halsmuseum Tentoonstelling werk van leden van „Kunst zij ons Doel". 10-4 uur. N.V. Alg. Hall. Hypotheek- en Credietbank. Alg. vergad. van aandeelhouders. Gebouw De Nijverheid. 8 uur. Bioscoopvoorstellingen. ROOSTER VAN APOTHEKEN. (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid.) Voor de apotheken die toestemming ge vraagd hebben om 's avonds, 's nachts en Zondags te sluiten, is door den Inspecteur der Volksgezondheid een sluitingsrooster op gemaakt. Van Zaterdag 14 April des avonds 8 uur tot en met Vrijdag 20 April zijn de vol gende apotheken op Zondag 's avonds na 8 uur en 's nachts geopend. J. Dienske. Firma Duijm en Keur, Keizer straat 6. Tel. 10378. L. Schoorl, Frans Hals Apotheek. Frans Halsplein 1. Tel. 11180 P. Kruysse, Firma Begemann en^Sneltjes, Kruisweg 30. Tel. 10043. W. P. Woutersen, Apotheker, Koninginne weg 3, Tel. 12038,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 12