NATIONALE
VROUWE JUSTITIA.
HAAR STRAFRECHTSPRAAK.
ZATERDAG 14 APRIL 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
12
LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam
Het Rechtsmiddel van verzet.
Het verzet is een van rechtsmiddelen die
voor de veroordeelden openstaan tegen het
uitgesproken eindvonnis; echter zooais wij
zullen zien niet voor iederen veroordeelde.
Wanneer een verdachte, die wegens een straf
baar feit voor den rechter is gedagvaard, om
de een of andere reden niet op de terecht
zitting verschijnt, kan de rechter indien hij
zulks noodig acht zoowel bij den aanvang als
gedurende den loop van het onderzoek be
velen dat de verdachte op een nader te be
palen tijdstip ter terechtzitting aanwezig zal
zijn en tevens zijn medebrenging „door den
sterken arm" gelasten. Er kunnen zich na
tuurlijk gevallen voordoen dat de rechter
geen juist beeld kan krijgen van de strafzaak
die aan hem ter beoordeeling is voorgelegd
zonder zelf den verdachte persoonlijk te heb
ben gehoord, b.v. in "t geval dat de getuigen
elkander tegenspreken. Ook is het vaak moei
lijk de juiste straf op te leggen wanneer de
verdachte zich niet persoonlijk heeft verde
digd. Doch eveneens kan het voorkomen dat
door den rechter geen prijs gesteld wordt op
de persoonlijke verschijning van den ver
dachte b.v. wanneer deze het tenlastegelegde
feit direct aan de politie heeft bekend en deze
bekentenis geheel klopt met de getuigenver
klaringen, waarbij dan de ernst en de aard
van het strafbare feit natuurlijk ook weer
van belang zijn.
Wat kon nu zooal de oorzaak zijn dat een
verdachte die zich niet in voorloopige hech
tenis bevindt niet op de terechtzitting ver
schijnt? In de eerste plaats kan hem de dag
vaarding niet hebben bereikt doordat de
ambtenaar die met de beteekening daarvan
is belast hem niet heeft kunnen vinden aan
het adres door den verdachte aan de politie
opgegeven, daar hij b.v. kort te voren is ver
huisd zonder nader adres achter te laten, in
welk geval de wet voorschrijft dat het af
schrift der dagvaarding wordt aangeplakt
aan het gebouw waar de rechter zetelt die
van de zaak moet kennis nemen. Ook kan de
verdachte tijdelijk met zijn gezin afwezig zijn
en zijn huis gesloten hebben in welk geval
de dagvaarding beteekend wordt aan den
Burgemeester zijner woonplaats of een door
dezen aan te wijzen ambtenaar, die zoo mo
gelijk het afschrift-aan den verdachte moet
doen toekomen: en ook is het geval niet on
denkbaar dat eer. van verdachte's huisgenoo-
ten. b.v. de dienstbode, aan wie de dagvaar
ding bij zijn afwezigheid is beteekend. vergeet
of nalaat deze aan den belanghebbende ter
hand te stellen. In al deze gevallen is het
dus mogelijk dat de dagvaarding den ver
dachte buiten diens schuld niet heeft be
reikt en hij daardoor niet ten dienenden dage
ter terechtzitting aanwezig is.
Aan den anderen kant gebeurt het echter
ook wel dat de verdachte met opzet niet ter
terechtzitting verschijnt. Hierbij kan natuur
lijk onverschilligheid een rol spelen doch ook
hoort men wel dat een verdachte die het te-
lastegelegde toch bekend heeft uit finah-
cieele overwegingen tegen een eenigszins lan
ge en dure reis naar de terechtzitting opziet
En ten slotte schijnt het ook nog wel voor te
komen dat verdachten, zoowel zij die het te-
lastegelegde bekend hebben als zij- die ont
kennen, met opzet van de terechtzitting weg
blijven, omdat zij óf de zaak slepende willen
houden, óf eerst eens willen afwachten welke
straf hun wordt Opgelegd zulks met de weten
schap dat hun altijd nog een rechtsmiddel
tegen het vonnis openstaat. Meestal zal hét
op den rechter geen prettigen indruk maken
a'.s een verdachte niet ter terechtzitting aan
wezig is. vooral niet indien deze niets van
zich heeft laten hooren. Afgezien van de
vraag of er opzet in het spel is. kan dan de
rechter moeilijk weten wat de oorzaak is van
verdachte's niet verschijnen en zoo zal hij
in de meeste gevallen tegen dezen ..versték
verleenen". dw.z. beslissen dat het onderzoek
buiten zijn tegenwoordigheid zal worden
voortgezet: de verdachte blijft dan van ver
dediging „verstoken".
Uit de omstandigheid echter dat de rechter
steeds de voorbrenging van den verdachte
kan bevelen, volgt dat men niet kan spreken
van een eigenlijk „recht" van den verdachte
om verstek te laten gaan wanneer hij door
een staatsorgaan geroepen wordt voor den
rechter te verschijnen, ook al heeft dat
staatsorgaan, het Openbaar Ministerie, zelf
niet de bevoegdheid den verdachte tot ver
schijning te dwingen.
Iedere verdachte nu die „bij verstek" is
veroordeeld kan tegen dat vonnis verzet
doen. Dat klinkt heel eenvoudig, doch op welke
wijze verneemt hij dan óf en tot welke straf
hij is veroordeeld? Dit punt moest natuurlijk
wettelijk worden geregeld, en men heeft te
recht aangenomen dat een verdachte aan
wien de dagvaarding om ter terechtzitting te
verschijnen in persoon is beteekend. wanneer
hij verstek Iaat gaan, maar zelf zooveel be
langstelling moet toonen om te informeeren
hetzij ter Griffie van het betreffende gerecht,
hetzij op ar.dere wijze, hoe het tegen hem ge
velde vonnis luidt.
Een andere regeling geldt daarentegen in
dien het verdachten betreft aan wie de dag
vaarding niet persoonlijk is beteekend en het
dus onzeker is of deze hem heeft bereikt. In
die gevallen wordt aan den verdachte van
wege het O.M. mededeeling gedaan van het
tegen hem gewezen vonnis; zulks zoo spoe
dig mogelijk en zooveel als dit kan aan den
verdachte in persoon; bij een voorwaardelijke
veroordeeling zelfs niet anders dan aan hem
in persoon.
Op welke wijze moet nu verzet tegen een
verstek-vonnis worden gedaan? De veroor
deelde wende zich daartoe tot een deurwaar
der die het verzet bij exploot beteekent aan
het O.M. bij het gerecht dat de uitspraak
heeft gedaan. De bevoegdheid om in verzet
te komen gaat echter voor den verdachte
verloren wanneer de daarvoor vastgestelde
termijn niet wordt in acht genomen. Het
zou toch te dwaas zijn dat een bij verstek
veroordeelde ten eeuwigen dagen tegen het
vonnis zou kunnen opkomen.
Die termijnen zijn nu niet altijd gelijk;
wanneer de dagvaarding aan den verdachte
zelf is beteekend geweest, dan kan hij niet
later verzet doen dan uiterlijk binnen 14 da
gen na de uitspraak van het verstekvonnis.
naar den inhoud waarvan hij dan zelf moet
informeeren. In de andere gevallen kan ver
zet worden gedaan uiterlijk binnen 14 dagen
na dien waarop bovengenoemde mededeeling
yan het vonnis aan den verdachte in persoon
1 is beteekend doch in geen geval later dan
uiterlijk binnen tien dagen nadat hy ter uit
voering van het verstekvonnis door de poli
tie mocht zijn aangehouden of zich anders
zins een omstandigheid heeft voorgedaan
waaruit voortvloeit dat verdachte met het.
vonnis bekend is. M.a.w. wanneer b.v. eep bij
verstek veroordeelde zwerver, welk genus van
verdachten in den regel nog al var. een „ver
zetje" houdt. word:, aangehouden door de
politie die opdracht had hem te arresteeren
tot het ondergaan van zijn straf hem bij een
verstekvonnis opgelegd, dan heeft deze nog
hoogstens 10 dagen tijd om verzet te doen.
Wat zijn nu de gevolgen van het doen van
verzet? In de eerste plaats wordt hierdoor de
tenuitvoerlegging van het vonnis opgeschort,
waartoe het O.M. de noodige maatregelen zal
treffen. Ten tweede brengt het verzet van
rechtswege dagvaarding mede van den bij
verstek veroordeelde tegen de eerste gewone
terechtzitting welke gehouden wordt (bij
ieder gerecht bij reglement voorgeschreven),
echter nadat sedert den dag waarop verzet
werd gedaan nog zeven, en voor zoover het
Kantongerechtszaken betreft, vijf. dagen zul
len zijn verloopen. Deze termijn is gesteld
om den verdachte nog tijd te geven zijn ver
dediging voor te bereiden. Hierbij moet wor
den in acht genomen dat indien het verstek
vonnis door een politierechter of door een
kinderrechter is gewezen de verzetprocedure
ook weer voor een gelijknamigen autoriteit
moet worden gehouden, al behoeft dit niet
dezelfde persoon te zijn.
De deurwaarder die namens den verdach
te het verzet aan het O.M. beteekent. geeft
dan aan den verdachte kennis wanneer de
zaak opnieuw zal dienen, terwijl het O.M. die
kennisgeving doet aan den Griffier van het
betreffende gerecht.
Nu kan het gebeuren dat degene die in
verzet is gekomen dat verzet alleen opvat ais
een uitstel van executie en op den dag waar
op de verzetprocedure zal plaats vinden we
derom schittert door afwezigheid. In dat ge
val wordt het verzet meestal direct vervallen
verklaard en kan het verstekvonnis zoo mo
gelijk terstond worden ten uitvoer gelegd.
Verschijnt echter de verdachte ten dienen
den dage persoonlijk of, waar dit is toege
laten, bij gemachtigde, dan wordt de zaak
behandeld als ware het rechtsgeding bij ver
stek niet voorafgegaan, waarna de rechter de
bij verstek gewezen uitspraak bekrachtigt of
met geheele of gedeeltelijke vernietiging van
die uitspraak opnieuw recht doet.
Alle getuigen en deskundigen die den eer
sten keer toen de verdachte niet was versche
nen zijn gehoord zullen opnieuw moeten wor
den opgeroepen en gehoord. Het gevolg hier
van is dat de verzetprocedure den"Staat vaak
op dubbele kosten jaagt en tevens in som
mige gevallen geheel noodeloos beslae legt
op des rechters tijd. Met dat al is het verzet
toch een onmisbaar rechtsmiddel voort 'die
verdachten die bij vefstek zijn veroordeeld
terwijl de oorspronkelijke dagvaarding hen
buiten hun schuld niet heeft bereikt.
EEN JURIST.
ONS MIDDELBAAR ONDERWIJS.
REORGANISATIEDENKBEELDEN VAN
DR. A. DE VLETTER.
Dr. A. de Vletter, rector van het Kennemer
Lyceum te Overveen, heeft in Februari van
dit jaar in „Gezin en School" een artikel
geschreven ..De Tijden roepen!", waarin hij
de hoofdlijnen aangaf, waarlangs ons alge
meen middelbaar onderwijs volgens den
schrijver veranderd dient te worden.
„Gezin en School", orgaan voor de ouders
der leerlingen van H.B.S., Gymnasium of
Lyceum, te Aerdenhout, heeft thans dit arti
kel als overdruk, in het licht gegeven.
Dr. De Vletter zegt in zijn brochure o.m.
dat de Middelbare School vele tekortkomin
gen aankleven. De critiek op het M.O. zit in
de lucht. Zij wordt geoefend in hoofdzaak
door ouders en door universiteits-professo-
ren.
De ooi-zaken van een en ander zijn veler
lei. In hoofdzaak is er de tweeslachtigheid
van de Middelbare School, als algemeene ont
wikkelingsschool (de bedoeling van Thor-
becke) èn voorbereidende school voor Hooger
Onderwijs. (Voor deze laatste opleiding is
een deel der leerlingen ongeschikt).
Tengevolge van deze tweeslachtigheid zijn
er fouten in het leerplan. En dan ziin er
verschillende fouten in onderwijswethode en
werkmethode. Er moet, volgens dr. de Vlet
ter. meer werk worden gemaakt van manuale
bezigheid der leerlingen. Het maken van
uittrekstel is daarvoor zeer aan te bevelen
Deze uittreksels moeten met zorg worden be
werkt: duidelijk en overzienbaar werken be
vordert het opnemingsvermogen. Netheid is
daarbij van het grootste belang. In dit opzicht
zal de Middelbare School zwaar blijven
zondigen, zoolang het vakspecialiteiten-
systeem en de uurloonbezoldiging gehand
haafd blijven.
Bij wezenlijke reorganisatie der Middelbare
wezenlijke reorganisatie van de Middelbare
School zal dan ook één der middelen moeten
zijn: aanstelling van vaste leeraren, hoofd
leeraren (die dan klasse-leeraren kunnen
zijn) maar met de verplichting om de geheele
week, 36 weekuren, ter beschikking van de
school te zijn, in het gebouw aanwezig, des
noods met hun eigen correctie, hun voorbe-
reidingswerk, maar paraat om hulp te ver
leenen aan zwakke leerlingen, extra uitleg
ging te geven, slordig werk te laten overma
ken. schriften en boeken te controleeren op
netheid en verzorgdheid, vakconferentie met
leeraren van aanverwante vakken aanwij
zingen te geven voor samenvatting en over
zicht van de leerstof enz.
Voorts breekt dr. De Vletter een lans voor
een radicale reorganisatie van de aansluiting
van de Middelbare School bij de Hoogeschool
Als de Hoogeschool zoo ontevreden is over de
resultaten van het Middelbaar Onderwijs,
zou de oplossing zijn, dat het Hooger Onder
wijs zelf zijn toelatingseischen stelt, zijn toe
latingsexamen organiseert.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet vercaitwoordélijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, toordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
INTERNATIONALE VROUWEN
BOND VOOR VREDE EN
VRIJHEID.
L. S.
Eenigen tijd geleden zonden wij u een
mededeeling omtrent de Studie-Conferentie,
welke onze Bond zich voorgenomen heeft te
houden op 11, 12 en 13 Mei.
Tot onze vreugde hebben wij tal van sym
pathie bewijzen ontvangen en heeft veler mo-
reeie zoowel als financieele steun ons ge
toond, dat in ons land nog steeds warme be
langstelling leeft voor de vredeszaak.
Waar daarbij echter uitingen van moede
loosheid en volledig verlies van vertrouwen
ons bereiken, zou ik er aan willen herinne
ren. dat wij aan het scheppen zijn: een
nieuwe Macht, waarmee men vóór de 20e
eeuw nooit op zoo groote schaal rekening-
heeft behoeven te houden in de Internatio
nale gebeurtenissen. Die macht is die der Pu
blieke Opinie.
Hebben we het recht te verwachten, dat
deze Jonge Macht reeds alle oude tradities
alle oude machtsverhoudingen, alle oude op
vattingen te niet heeft kunnen doen en, wat
nog meer zegt, in enkele jaren alle wantrou
wen. alle zelfzucht op groote en kleine schaal
heeft kunnen doen verdwijnen?
Dat dit niet gebeurd is. mag geen reden
zijn om den moed op te geven en het eerst
zoo kort geleden (althans in georganiseerden
vorm) begonnen werd terzijde te stellen, met
de gedachten „het helpt toch niets."
Wél hebben wij eenigen tijd in de illusie
geleefd, dat we al veel verder waren dan
we nu blijken te zijn. Maar geeft deze te
leurstelling ons het recht, den strijd op te
geven?
Als de vredesbeweging ophield te bestaan
wat dan?
Zelfs als de oude bewapeningswedloop, de
oude tradities, weer opnieuw de wereld gin
gen beheerschen, zouden we dan alle
verdere pogingen maar moeten laten varen
en meenen dat we onzen plicht tegenover de
menschheid nu vervuld hebben??
Integendeel velen zullen mèt ons de
opvatting huldigen, dat de Jonge Macht der
Publieke Opinie stelselmatig met de grootste
zorg en toewijding, met onvermoeide vol
harding, moet opgekweekt worden, en dat
ieder, oud en jong, daartoe het zijne kan
bijdragen.
Onze Conferentie is het bewijs .dat wij be
reid zijn onze kracht daartoe geven. Wij twij
felen er niet aan of ook gij wilt ons daarbij
helpen.
Mei allen goeden wil kunnen wij t 'helaas niet
zonder de materïeele middelen stellen om
onze plannen ten uitvoer te brengen, en
deze zijn nog niet in voldoende mate tot ons
gekomen. Daarom doen wij opnieuw een
beroep op uw aller financieelen steun, waar
achter wij uw moreele medewerking mogen
verwachten.
Indien u aan onze penningmeesteres een
bijdrage doet toekomen, verzoek ik u vrien
delijk daarbij te willen vermelden of deze
bedoeld is als gift Voor de_ Conferentie, óf
als betaling voor een of meer toegangskaar
ten.
Helpt ons uit ons kleine Nederland naar alle
zijden van de wereld de stralen uit te zenden,
die het licht van Waarheid, Vertrouwen en
Waarachtigen Goeden Wil zullen uitdragen.
Met vertrouwen op uw sympathie en uw
steun teekenen wij,
Het Hoofdbestuur:
C. RamondtHirschmann, voorz.
Selma Meyer. Ie secr.
Dr. M. A. Thiel, 2e secr.
W. van Wulfften Palthe—
Broese van Groenou, penningm.
H. van Geuns—Godfried.
F. de Koede Laat de Kanter.
Cl. Mulder v. d. Graafde Bruyn,
C. M. van der Pijl, arts.
HET PRODUCTIESTELSEL.
Onder den titel „Over het terug betalen
van steungelden" is in uw blad van 6 April
j.l. een-ingezonden stuk verschenen van den
heer v. d. Berg. Daarin komen eenige onjuist
heden voor die weerlegd behooren te wor
den.
In het bovengenoemde schrijven krijgen
we weer het bekende naïeve verhaaltje te
hooren, dat het kapitalistische stelsel voor
alles verantwoordelijk is, en dat het op zijn
laatste beenen loopt.
Het z.g. kapitalistische stelsel is geen uit
vinding of een instelling van eenige han
dige menschen. Het is gegroeid en voortge
komen uit de samenleving zelve. Dat het
momenteel verre van ideaal is en vele fouten
vertoont, komt omdat het menschdom in
zijn geheel en ieder individu afzonderlijk
zeer vele fouten en gebreken heeft; terwijl
de groote oorlog van 1914, ons werelddeel
en Amerika moreel een heel stuk achteruit
heeft gezet.
Wanneer rust en vertrouwen terugkeeren
en de volken internationaal willen samen
werken. met eenige vervaging van de gren-
zem zal ons tegenwoordig productiestelsel
weer beter functioneeren en zullen we allen
meer profijt kunnen trekken van de voor
uitgang der techniek. Daarbij is noodig dat
inplaats van de menschen met de groote
mond, die nu veelal de lakens uit-
deelen, de leiding meer in handen komt van
menschen met het betere économische in
zicht. Men zij verder bescheiden in z'n
eischen en verlange geen ideale maatschap
pij. De geschiedenis leert, dat met vallen en
opstaan het menschdom slechts zeer lang
zaam vooruit gaat.
De inzender beweert verder, dat „Wanneer
alle productie-middelen ln handen van de
meenschap komen en deze volgens een vast
plan produceert, er geen werkloosheid meer
zal zijn, maar er welvaart zal komen".
Maar zoo eenvoudig als het neerschrijft
Is het toch niet. Wanneer men zoo eens met
diverse menschen spreekt, valt het op. dat
hoe minder economisch inzicht zij hebben,
en hoe slechter ze op de hoogte zijn van
hetgeen er noodig is om iets te produceeren,
des te gemakkelijker en eenvoudiger is vol
gens hen niet alleen de oplossing van de
crisis, maar ook het verkrijgen van een ideale
samenleving.
Het brengen der productiemiddelen in
handen der gemeenschap is tot nu toe altijd
op een mislukking uitgeloopen. Als een paar
markante voorbeelden van den laatsten tijd
kan men noemen, de exploitatie van
d|e' trams en bussen in Den Haag en Rotter
dam. Voor de annexatie konden die bedrij-
Een Lijfrente-Polis
der „Nationale"-
geeft een
hooge vaste rente
(Adv. Ingez. Med.)
ven op eigen beenen staan. Nu ze echter
door die béide gemeenten worden geëxploi
teerd leveren zij millioenen tekorten op.
Wanneer men in normale tijden de win
sten en verliezen van de particuliere bedrij
ven bij elkaar voegt, is de winst percentsge-
gewijze gerekend niet groot. Aangezien de
bedrijven in handen der overheid veel stroe
ver werken, en over veel te veel schijven
loopen, zijn de meerdere kosten die daaruit
voort vloeien in het algemeen grooter dan
de winst die een zelfde onderneming door
particulieren beheerd opbrengen zou.
Inzender en de vermoedelijke partij waar
toe hij behoort, beweren steeds maar dat
wij andere menschen slechts werken voor
winst, terwijl zij hunne arbeidskrachten in
dienst van de gemeenschap stellen of wil
len stellen.
Het onwaarachtige van die bewering
openbaart zich nu wel heel erg.
De meesten menschen werkzaam in de
industrieën en de boerenbedrijven hebben
het momenteel zeer moeilijk, ze kunnen zich
met moeite staande houden, zij hebben dik
wijls ondanks hard werken nu een sober en
onzeker bestaan. Vele van inzenders politieke
vrienden werkzaam in de overheidsbedrijven
hebben een beter inkomen. Wanneer het nu
noodzakelijk is dat zij in deze tijden van
nedergang zich ook eenige offers moeten ge
troosten in den vorm van een bescheiden
loon en salaris vermindering; waarna zij
toch nog een beter bestaan hebben dan de
eerst genoemde catagorieën, dan schreeu
wen zij moord en brand. Maar ongestoord
gaan zij door met te beweren dat zij slechts
voor de gemeenschap werken, of althans
gaarne zouden willen werken.
Het doet verder onaangenaam aan dat in
zender en zoovele anderen met hem zoo
maar beweert: „Dat de Staat zooveel ver
plichtingen heeft tegenover hem".
Het ware beter al dat gepraat over „Ik heb
recht hierop en daarop", achterwege te laten
en eigen plicht eens wat meer op den voor
grond te plaatsen en daarna te handelen.
Met dank voor de plaatsing,
A. RIBBENS.
HET NATIONAAL LUCHTVAART
FONDS.
Geachte Heer Hoofdredacteur,
Het Nederlandsche Fabrikatenhuis heeft zijn
tentoonstelling te Haarlem gehad en daaraan
heeft medegewerkt: het Pelikaan-Comité.
Ten behoeve van dit Comité heeft de In
dische Vereeniging „Haarlem en Omstreken"
een 12-tal harer jongedames afgestaan, ten
einde voor het Nationaal Luchtvaart Finds,
door middel van verkoop van kleine Pelikaan-
herinnerings-ingrediënten, gelden in te za
melen. Deze jongedames hebben drie volle
middagen en avonden haar toewijding' en
charme in dienst gesteld van het nationale
doel. ons Vaderlandsche Luchtvaart Fonds.
Toen één dier dames in een tweetal gevallen
haar „koopwaar" aan een bezoeker der ten
toonstelling aanbood, kreeg zij ten antwoord,
dat die bezoeker „er tegen was". Op de vrien
delijke vraag, wat die heer tegen een zoodanige
inzameling kon hebben, kreeg zij even vrien
delijk ten antwoord, dat „het (d.i. het vlieg
wezen) toch voor den oorlog wordt gebruikt.
Dus. de betrokkene wenschte niets te offe
ren voor het Nationaal Luchtvaart Fonds, al
leen en uitsluitend, omdat hij, wederrechtelijk
natuurlijk, de stellige meening was toege
daan, dat de ingezamelde gelden t.b.v. dat
Fonds tot voorbereiding ten oorlog zouden
dienen.
Het is welhaast onbegrijpelijk; doch de
leering is hieruit wel te trekken, dat het wan
trouwen tegen het vliegwezen als zoodanig zóó
onmatig is opgewekt, dat zelfs intelligente en
goed doordenkende Nederlanders in elk vlieg
tuig een oorlogstuig zien, dus dat zij door de
enkele boomen vooqr het bosch in het geheel
geen oog meer hebben.
Deze lieden hebben afgeleerd, of nimmer
aangeleerd, te begrijpen, dat het Vliegwezen
vóór alles is uitgegroeid tot een hyper-modern
internationaal Verkeerswezen, een verkeers
element van groote beteekenis, waarvan de
ontwikkeling op hooger peil behoort te worden
gebracht en in welks wereld-constructie Ne
derland een hoogst voorname, zoo niet de eer
ste plaats heeft ingenomen.
De opvatting van de door mij bedoelde be
zoekers is daarom zoo benepen, omdat het even
dwaas zou zijn om het spoorwezen te gaan
boycotten, wijl dit in de jaren 19141918 zoo
ontzaggelijk veel levend en dood oorlogsmate
riaal heeft vervoerd, of. dat men autobussen
als oorlogstuig gaat kwalificeeren, omdat zij
een rol hebben gespeeld in den oorlog en, ge
organiseerd door wijlen Generaal Galliéni, den
Franschen in den Mameslag de overwinning
hebben gebracht. Evenzeer, dat men weigert
een goed woord te spreken over koopvaardij-
schepen, omdat zij in den oorlog als hulpkrui
ser hebben dienst gedaan en daarin zelfs een
zeer werkzaam aandeel hebben gehad, terwijl
thans reeds koopvaarders zijn „voorbereid"
tot hulpkruiser. Men stelle zich eens voor, dat
de mijnbouw-industrie eens werd geweerd;
dat geen koper, ijzer of steenkool meer zou
worden gedolven, omdat deze, voor het dage-
lijksche leven onmisbare delfstoffen, ook wel
in de oorlogsindustrie worden benut.
Zoo is het ook gesteld met het vliegwezen.
Dit heeft toekomst voor het wereld-verkeer,
voor den handel, voor de wereld-betrekkingen
van Nederland met de overige wereld.
Mijnheer de Hoofdredacteur. U hebt zelf
zitting in het Haarlemsche Pelikaan-Comité:
U weet. dat mijn woorden juistheid bevatten:
U heeft de waardeering voor het Nationale
Vliegwezen, staat U mij toe een passage hier
onder op te nemen, herkomstig van het Peli
kaan-Comité in den Haag (een en ander werd
het. publiek op beperkten schaal ter hand ge
steld tijdens de tentoonstelling), in welke pas
sage dat Comité een kort exposé geeft van de
beteekenis van het door dat Comité te vormen
Nationaal Luchtvaart Fonds, ten einde eens
vooral bij ons Haarlemsche publiek onjuiste
denkbeelden weg te nemen. Deze passage
luidt dan:
Dit fonds zal moeten dienen om steun te
kunnen geven aan de Nederlandsche Lucht
vaart in den meest ruimen zin-, des woords, in
diè gevallen jvaarin .de Regeering niet, of nog
niet, kan medehelpen en waarin het particu
liere initiatief te kort zou schieten uit gebrek
aan geld.
Alleen gevallen van algemeen, nationaal be
lang komen voor die hulp in aanmerking,
zuiver industrieele of commercieele belangen
vallen daarbuiten.
In de eerste plaats vallen er dus onder die
gevallen, die kunnen helpen om Nederland de
vooraanstaande plaats te doen behouden die
het tot nu toe in de wereldluchtvaart inneemt
en waarop het krachtens zijn verleden recht
heeft. Die plaats wordt het door velen benijd
en de concurrentiestrijd is scherp, terwijl de
concurrenten machtig en rijk zijn.
En in de tweede plaats zijn er tal van andere
gevallen denkbaar, die niet rechtstreeks tot
de staatsbemoeienis behooren en waarvoor
particulieren steun niet of zeer moeilijk te
vinden is. Om de gedachten te bepalen, en
zonder ook maar eenigszins vooruit te willen
loopen op de Statuten van de Stichting, waar
in het fonds zal worden ingebracht, kunnen
worden genoemd: de verspreiding van juiste
luchtvaartbegrippen onder de jeugd, event,
hulp bij ondersteuning van nagelaten be
trekkingen van luchtvaartpersoneel, steun bij
belangrijke proefnemingen van algemeen nut,
studiebeurzen, enz. enz.
Het Nationaal Luchtvaart fonds is een natio
naal belang bij uitnemendheid.
Wanneer wij de wereldgeschiedenis lezen en
aandacht schenken aan de ontwikkeling der
internationale verhoudingen in Europa en
daarbuiten, dan blijkt telkenmale, dat ons
kleine land en volk zich in den loop der
eeuwen heeft weten staande te houden door
groote, de wereld imponeerende daden. Daar
door hebben wij ons bestaansrecht aange
toond en bewezen, dat wij niet slechts een
zelfstandige natie zijn door de welwillende
houding van de omliggende groote mogend
heden.
Dit besef heeft van ons volk veel offers ge
vergd, maar de wereld heeft daardoor onze
groote macht op cultureel, economisch, finan
cieel een koloniaal gebied leeren kennen en
waardeeren. Om bij den tegenwoordigen tijd
te blijven, de Zuiderzeewerken hebben overal
belangstelling gewekt, de Hollandsche koop
vaardijschepen worden overal gezien, de
K.L.M. geniet een groote, internationale re
putatie.
Op luchtvaartgebied zijn wij nu nog groot,
maar wij moeten zorgen ook in de toekomst
groot te blijven, zoowel op wetenschappelijk-,
industrieel- als verkeersluchtvaartgebied.
De techniek schrijdt snel voort. Van dezen
vooruitgang zal op het juiste oogenblik gepro
fiteerd moeten worden. En dit zal geld, veel
geld kosten.
Niet steeds zullen de Regeering, de industrie
of de luchtvaartmaatschappijen voldoende
middelen ter beschikking kunnen stellen, om
de vele technische verbeteringen en uitvindin
gen betreffende vliegtuigen en motoren,
grondorganisaties, verlichtingen enz. te kun
nen onderzoeken.
Daartoe is het Nationaal Luchtvaartfonds
in het leven geroepen, waarvoor een grootsche
taak is weggelegd, mits ons volk dit goed be
grijpt en door middel van zijn daadwerkelijken
steun het Fonds in de gelegenheid stelt, die
taak te vervullen.
Moge men thans een zuiverder begrip ver
krijgen en met warmte het streven van goede
vaderlanders ondersteunen.
Met veel dank voor de plaatsing,
Hoogachtend,
Uwdw.
VAN RENESSE.
AGENDA
ZATERDAG 14 APRIL
Stadsschouwburg, Wilsonsplein: „De eerste
de beste" door de N.V. Amsterdamsche Too-
neelvereeniging. 8.15 uur.
Frans Halsmuseum. Tentoonstelling werk
van leden van „Kunst zij ons Doel". 10-4 uur.
Veilinggebouw KI. Houtweg 16: 44e Beurs
van de Dameskroniek. 15 en 7.3011 uur.
Luxor Sound Theater: „My Weakness".
2.30 ,7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „De Prins harer
droomen." Op het toorieel: Georg Wong
Comp. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Hartsgeheimen". Op het tooneel:
Prof. Frijdberg, de groote violist. 2.30, 7 en
9.15 uur.
ZONDAG 15 APRIL
Stadsschouwburg„Overschotje". 8 uur.
Schouwburg Jansweg. „In Pyjama". 8-15
uur.
Gem. Concertzaal; „George wil wel." 8 uur
Frans Halsmuseum. Tentoonstelling werk
van leden van „Kunst zij ons Doel" 10-4 uur.
Veilinggebouw KI. Houtweg 16. 44e Beurs
van de Dameskroniek. 15 en 7 30—11 uur.
Geb. Prot Bond: Psycho Synthese. Zondag
morgenvoordracht. 10.30 uur
Rozekruisers Genootschap. Dienstritus
met toespraak. Bakenessergracht 13
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
MAANDAG 16 APRIL
Schouwburg Jansweg. „In Pyjama". 8-15
uur.
Frans Halsmuseum Tentoonstelling werk
van leden van „Kunst zij ons Doel". 10-4 uur.
N.V. Alg. Hall. Hypotheek- en Credietbank.
Alg. vergad. van aandeelhouders. Gebouw
De Nijverheid. 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
ROOSTER VAN APOTHEKEN.
(Samengesteld door den Inspecteur der
Volksgezondheid.)
Voor de apotheken die toestemming ge
vraagd hebben om 's avonds, 's nachts en
Zondags te sluiten, is door den Inspecteur
der Volksgezondheid een sluitingsrooster op
gemaakt.
Van Zaterdag 14 April des avonds 8 uur
tot en met Vrijdag 20 April zijn de vol
gende apotheken op Zondag 's avonds na 8
uur en 's nachts geopend.
J. Dienske. Firma Duijm en Keur, Keizer
straat 6. Tel. 10378.
L. Schoorl, Frans Hals Apotheek. Frans
Halsplein 1. Tel. 11180
P. Kruysse, Firma Begemann en^Sneltjes,
Kruisweg 30. Tel. 10043.
W. P. Woutersen, Apotheker, Koninginne
weg 3, Tel. 12038,