Beestmenschen te Putbroek. Belastingproducenten. Eisch in de Nijenrode- zaak. 51e Jaargang No. 15592 VerscKïïnt 3agelijKs, beKalve op Zon- ën Feestdagen Dinsdag 24 April 1934 HAARLEM S DAGBLAD Directie; P. W. PEEREBOOM en ROBERT PEEREBOOM. UITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V. Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM. ABONNEMENTENper week 0-25, per maand 1.10, per 3 maanden 'f 3.25, franco per post 3-55, losse nrs. 0.06. Geïllustreerd Zondagsblad per week ƒ0.05, per maand 0.22, per 3 mnd. 0.65 franco per post 0.72^5. Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12 Telefoon Nos.: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600 Drukkerij: 10122, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810 ADVERTENTIëN]_5 regcis 11J5, cikc rcgci mt„ /0J5. Rcc|,me, 0.60 per regeL Reductie bij abonnement. Vraag en aanbod 14 regels 0.60, elke regel meer ƒ0.15, buiten Arrondissement dubbele prijs. Onze Groentje» (iederen dag) 13 regels f 0.30, elke regel meer ƒ0.10, uitsluitend a contant. Gratis Ongevallenverzekering voor Maand- en Weekabonnés. Levenslange ongeschiktheid en Overlijden f 600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog f 400.-, Duim f 250.-, Wijsvinger f 1 50.-, Elke andere vinger f 50.-, Arm- of Beenbreuk f 1 00.-. Idem voor Abonnés op het Geïll. Zondagsblad: Levenslange ongeschiktheid f 2000—. Overlijden f 600—. Verlies van Hand. Voet of Oog f400—. Verlies Duim f75-. Verlies Wijsvinger f75-. Verlies andere vinger f30-. DIT NUMMER BESTAAT UIT VEERTIEN BLADZIJDEN HAARLEM, 24 April. De Philister. Het Duitsche tijdschrift „Der Querschnitt", bij de intrede van het Hitler-bewind eerst schijndood geraakt, later herleefd, doet held haftige pogingen om in een gelijkgeschakel de omgeving iets oorspronkelijks te blijven geven. Een ongetwijfeld moeilijke taak, waar bij het niettemin eenige hoop verworven moet hebben door minister Goebbels verwijt aan de Duitsche dagbladen, dat zij al te stom vervelend zijn geworden. Dit geeft dem Quer schnitt een nieuwe kans, die met voorzichtig beleid wellicht te baat genomen kan worden. Herbert Eulenberg is een der tactici. Hij valt den Philister aan, in. onomwonden ter men en met een humor, die in een Duitscher thans meer dan ooit waardeering verdient. Hij schetst den Philister als kuddedier, en laat tusschen-de-regels-door duidelijk lezen dat hij veel liever rondweg over Het Kudde dier geschreven zou hebben. Maar dat zoli denkelijk niet gelukt zijn; de drukproef zou den censor niet zijn gepasseerd. Met een kleine handigheid heeft Eulenberg de klip omzeild. En eenmaal zoover zijnde, en er aan herinnerd hebbende dat de scheldnaam „phi lister" bedacht moet zijn door de studenten van de universiteit te Jena, die aldus den burger, niet-student aanduidden later is het overal de benaming geworden voor lieden met een bekrompen levensvisie steekt hij aldus van wal: „Kuddedier als hij is, heeft de philister geen respect voor den individueelen mensch. Hij dicht iedereen zijn eigen meening toe, welke altijd die der groote massa is. Hij is gaarne streng zedelijk. Maar altijd in de me nigte en in de compacte meerderheid, waar in hij zich nu eenmaal thuis voelt. Als hij alleen rondsluipt, kan hij wel eens flink over de schreef gaan. Maar het is kenmerkend voor hem, dat hij meestal op smakelooze wijze aan den zwier gaat; ook op dit gebied bemint hij de gelegenheden waar veel volk is Als hij in dronkenschap een domheid be gaat, ergert hij zich er later zeer aan; 't blijft knagen. Toch laat hij het nimmer tot lang durige afrekeningen met zichzelf komen. Want hij schuwt den omgang met zichzelf, zijn innerlijk leven is zoo klein mogelijk en maar spaarzaam verlicht. Daarom is de philister, als hem een on afwendbaar noodlot, het plotseling over lijden van verwanten bijv. treft, altijd vol komen in de war en onvoorbereid. Men ziet hem dan vaak huilen als een kind en men meent, dat hij teergevoelig is, terwijl het alleen maar zwakheid tegenover het onbe grijpelijk is, die hem «zoo neerdrukt. Na denken is trouwens in het geheel niets voor hem. En hij voelt er allerminst voor, te peinzen over dingen, waaraan hij niets kan veranderen, zooals het sterven. Het me- taphysische gaat hij met waren wellust uit den weg. In het algemeen wil hij niet gaarne opvallen. Bij zijn gelijken gelukt hem dat ook voortreffelijk. Alleen bij de fijner be snaarde menschelijke wezens mislukt het telkens. Hun jaagt hij dan ook altijd de zenuwen op het lijf. Kunstenaars vindt hij onaangenaam, af- stootend of grappig Naar den schouwburg gaat hij alleen om zich te „amuseeren"; dit is overigens een lievelingswoord van hem. Treurspelen kan hij wel haten. „Ik heb al ernst genoeg in m'nl leven", zegt hij dan, ofschoon „ernst" een wildvreemd begrip voor hem is en hij onder dit woord alleen tegenslag in zaken verstaat. Lichtzinnige menschen en daarbij behooren volgens hem natuurlijk ook de kunstenaars vindt hij eigenlijk griezelig. Ook de schoonheid gaat hem niet erg ter harte, als het schoon heid is, die zich niet leent voor ansicht kaarten of andere gebruiksvoorwerpen. Als echter de schoonheid voor hem met onaan genaamheden gepaard gaat, zooals bij het hooren van een treurspel of hij het be stijgen van een hoogen berg niet te vermij den is, knijpt de philister er onder een goed koop voorwendsel tusschen uit. Ook een zekere lawaaiïgheid is meestal een onbedriegelijk kenteeken van den philister, als hij in menigten optreedt. Dat maakt voor de fijner ontwikkelde wezens vaak gezel- schapsreizen en zelfs het gemeenschappelijk reizen zoo moeilijk, ja onmogelijk: dit luide, dit oppervlakkig-zwetsende der spitsburgers. De meeste wezens van deze soort kunnen na melijk niet praten, al verbeelden zij het zich. Zij kunnen alleen maar de meest alledaag- sche dingen en kwesties afhandelen, zooals het weer, de gezondheid en staatskwesties, de „politiek" zooals zij zich gewichtig uitdruk ken, al weten ze er niet meer van dan het geen hilli is voorgekauwd door hun eigen krant. Een krant lezen van een andere rich ting valt hun nooit ofte nimmer in. En elke toespeling in dien geest wijzen zij, dikwijls met beleedigende uitdrukkingen, van de hand. Daarbij is het spitsburgerdom, dat de gebeur tenissen dezer wereld gewoonlijk alleen in het licht van eigen belang beziet, zoo veranderlijk als een barometer. In den grond der zaak houdt het van de richtingloosheid, al wil het dat ook beslist niet weten. De man van den middenweg en van het bereikbare is den phi lister welgevallig, die er zich wel voor zal wachten tegen den stroom op te roeien. Men schen met onwrikbare beginselen zijn hem niet zeer „sympathiek", ofschoon hij ze wel eens kan bewonderen. Martelaars, mannen en vrouwen, die voor hun overtuiging lijden, of zich zelfs laten dooden, vallen voor de we reld der philisters onder het begrip waanzin. Ook op heiligen zijn zij niet erg gesteld. Het dagelijksch welzijn is voor zulk 'n lede ren ziel een der belangrijkste kwesties op aarde, zoo niet de allerbelangrijkste. Daarom heeft hij met de afgezaagde vraag: hoe gaat feet? allereerst de lichamelijk^ gezondheid op. het oog. De zorg voor het lijfelijk welzijn strekt zich bij hem uit tot de nietigste dingen; angstvallig let hij op zijn slaap, zijn honger en zijn stoelgang. Met belangstelling hoort hij aan wat zijn medephilisters hem op dit gebied te zeggen en te onthullen hebben, om uit het aldus gerapporteerde weer conclusies te trek ken voor het eigen welzijn". U zult moeten toegeven dat Herbert Eulen- berg's lezers met eenige ontsteltenis zullen lezen, dat iemand die nooit een krant van een andere richting wil lezen een philister is. En dat menschen die bang zijn er een eigen meening op na te houden en wien het nooit invalt tegen den stroom op te roeien, philis ters zijn. Enzoovoorts. Een onrustig vermoe den moet gerezen zijn bij vele lezers van Der Querschnitt, dat dit blad, bij penne van Her- bert Eulenberg, erg stout is en zich heele- maal niet als een goed gelijkgeschakelde ge draagt. Tegen den stroom oproeien?mar telaars die zich laten dooden voor hun over tuiging?wa's dat nou? Mag dat nou weer ineens? Dat is toch allemaal afgeschaft? Mi nister Goebbels mag wel voorzichtig zijn met z'n critiek op de te-stomvervelend-geworden kranten! Wat wil hij? Wat kunnen gelijkge schakelde regeeringsorganen, voorheen voort brengselen der journalistiek, thans uitingen van één officiëel-vastgestelde meening, an ders zijn dan een stomvervelend koekoek-éen zang? Aan het slot van zijn artikel past Herbert Eulenberg nog een beetje voorzichtigheid toe. Hij zegt dat iedereen op den duur gaat inzien, dat hij met de jaren zelf ook iets philistijnsch krijgt, en dat Goethe, oorspronkelijk een der grootste philister-vijanden, zelf ook als phi lister eindigde. En dat wij later leeren inzien hm, hmen dat de meeste menschen nu eenmaal „fabrieksgoed der schepping" zijn zooals Schopenhauer zeienfin, we moeten d'r maar in berusten. Maar intusschen heeft-ie het toch maar eens eventjes duidelijk gezegd, en Der Quer schnitt glimlacht onschuldig zijn niet gelijk- geschakelden glimlach R. P. HOE VERGING DE SPAARNESTROOM? Schipper en machinist staan terecht. ZIJ BEKENNEN DEN TRAWLER TE HEBBEN WEGGEBRACHT. (?p 12 Juni van het vorig jaar is de stoom trawler „Spaarnestroom", eigendom van de gebroeders H. D. en J. D. op de Noordzee on der de Deensche kust bij het Hornrif gezonken. De Raad voor de Scheepvaart stelde op 26 Juli j.l. een onderzoek maar dit ongeluk in. De zeeman J. K., machinist van de „Spaarne stroom" en de schipper-medeëigenaar H. D. werden als getuigen gehoord. Het vermoeden rees, dat deze getuigen onder eede onjuiste verklaringen aflegden. Zij hadden zich Maandag voor den politie rechter Mr. Muller te Amsterdam te verant woorden, verdacht van meineed. De onjuiste verklaring van H. D. luidde als volgt: daarna draaide de machine weer, doch eensklaps viel de boel in elkaar. Ik hoorde, achterin zijnde, omstreeks 9.45 uur des avonds een klap in de machinekamer. Het water spoot in den tunnel naar boven; het kwam volgens den machinist uit de inlaatcirculatie. Terwijl wij ten anker lagen is er ongeveer tien minuten halve kracht gedraaid. De dikke straal, die ik in den tunnel zag spuiten, spoot schuin weg." De machinist K. heeft in dezelfde zitting van den Raad voor de Scheepvaart verklaard: „Er zijn 3 pijpjes van den condensator ge stopt. Na de reparatie en nadat de schipper gewaarschuwd was, dat alles klaar was, is ter wijl het schip ten anker lag, halve kracht ge draaid, zonder dat er iets gebeurde, Later zette ik den afsluiter wat meer open en toen werd, terwijl ik vlak voor de machine stond, een zware slag gehoord. Ik sloot terstond den af sluiter. Ik vermoed, dat de bodem uit den condensator is geslagen en dat er door den schok een pijp is gebroken", enz. De zaken tegen beide verdachten werden ge voerd. Zij legden een volledige bekentenis af- Politierechter mr. Muller: Hoe is de Spaar nestroom naar den kelder gegaan? Verdachte D.: Hij is met moedwil tot zin ken gebracht. Politierechter: Wie heeft het schip laten zimken? Verdachte: De tweede machinist. Politierechter: Waren al uw verklaringen onder eede onjuist-? Verdachte: Ja, Edelachtbare. De schipper zou een ander schip koopen, ik wilde niet werkloos worden Officier: Bent u overgehaald het te doen? Verdachte geeft ook dit toe. Hij verklaart er geen geld voor te hebben ontvangen. De politierechter ondervroeg vervolgens den mede eigenaar-schipper D. President: Waren ook uw verklaringen on juist? Verdachte: Ja, 't was gelogen. President: Dus jullie hebben dat schip la ten zinken? Verdachte: Ja, het was niet noodzakelijk dat het zonk, reparatie was mogelijk geweest. President: Dus 't is gezonken, maar hoe? Verdachte: Ja, dat weet ik niet precies. Mede op verzoek van mr. Kokosky, verdedi ger van D. werd de verdere behandeling van de zaak geschorst tot 15 Mei a.s. te half twee, teneinde inzage te kunnen nemen van de stukken, welke op het Haarlemsche parket be rusten en die betrekking hebben op het weg brengen van het schip. Drievoudige moord, die zich niet laat beschrijven. Nu de zoon niet langer kan zwijgen ROERMOND, 24 April. Omtrent den in houd van de door Van der Elzen Jr. afgeleg de bekentenis vernemen wij het volgende: Na in den avond van het drama te Poster- holt verschillende café's te heibben bezocht, wilde de zoon zich ter ruste begeven. Hij werd echter door z'n vader weer naar beneden ge roepen om zich met hem naar Pubbroek te be geven. De zoon voelde hier eerst niets voor, doch. gaf tenslotte toe en beiden gingen ge wapend op weg. Buiten gekomen deelde de va der zijn zoon mede dat hij naar het h.uis van de Kerstens ging om zich daar verdekt op te stellen en de bewoners naar buiten te lokken. Hij zou echter eerst een schot door de ruiten lossen en als daarop de zoons van Kersten naar buiten kwamen, zou hij hun ieder een schot in de knoken geven. Zij zonden 't stroo pen dan wel afleeren". De zoon had hier niet veel lust in, maar ging tenslotte met het voorstel van zijn vader accoord om den stroo- pers schrik aan te jagen. Voorbij de woning van Reijnders in Putbroek gingen beiden het veld in. Vader van der El zen liep links, dus het kortst langs den weg van Annedaal naar Putbroek. Opeens draai de vader Van der Elzen dien weg weer op. De zoon zag hem in gesprek met Willem Kersten. Zij hadden het over stroopen en strikken. Er waren nog twee personen op den weg. Een van hen bleek te zijn Matthias Kersten en in den derde meende hij een zoon van Wehrens te herkennen. Vader Van der Elzen en Willem Kersten kwamen naderbij. Zij waren in een heftig twistgesprek gewikkeld. Plotseling ging een schot af uit het geweer van vader Van der Elzen. Willem Kersten vluchtte in de richting van zijn woning, terwijl vader \yj.n der Elzen onmiddellijk op Frans Wehrens schoot. De zoon zag Wehrens vallen terwijl Matthias Kersten begon te huilen. De vader gelastte zijn zoon op Willem Kersten te schie ten terwijl hij zelf Matthias Kersten neer schoot. De zoon vervolgde Willem Kersten en loste verschillende schoten op den vluchteling. Deze viel en toen Van der Elzen Jr. zijn re volver op hem wilde afschieten bemerkte hij dat deze niet meer geladen was. Hij bracht Kersten vervolgens bij zijn vader, die hem a bout portant doodschoot. Toen lagen alle drie dood neer. Met hun tweeën legden zij de lijken in een greppel langs den weg. De vader zond zijn zoon vervolgens naar huis om een schop en eenige zakken te halen, terwijl hij zelf bij de lijken de wacht hield. Toen de zoon terugkwam werd een kuil ge graven, waarin de lijken gelegd werden. De zoon moest den grond boven de lijken blij ven aantrappen. Tenslotte werden er zakken overheen gelegd waarop nog eens aarde en mos kwam. Door de bosschen keerden zij naar huis. Thuis gekomen bleken de kleeren van den zoon met bloed besmeurd te zijn. Vader Van der Elzen zeide, dat hij zijn kleeren bij elkaar moest binden en maar direct in het water aan den boschxand achter het huis moest la ten zinken. Toen de zoon terug kwam over handigde zijn vader hem twee portemonnaies om te zien wat er in zat. In de eene waren drie bankbiljetten van f 25 en eenige van f 10 terwijl in de andere f 2 en eenig klein geld zat. 'Van deze portemonnaie heeft men later niets meer gezien. Toen de zoon zich verder uitkleedde, bemerkte hij dat ook zijn onder- kleeren geheel bebloed waren. De vader heeft deze kleeren verborgen, naar de zoon meent, in de bosschen in een konijnenhol. Daarna hebben vader en zoon elkaar niet meer ge sproken voor Zondagavond. Toen zeide de vader tegen zijn zoon: „Zij hebben de geweren in beslag genomen, maar als zij komen, moet je zwijgen. Ze kunnen ons niets bewijzen. De wapens zijn goed gepoetst". Het college van Ged. Staten van Noord Holland. Mr. M. Slingenberg, wethouder van Haarlem, gekozen. Mr. Slingenberg vertrekt van het Stadhuis naar het Gouvernementsgebouw In de heden gehouden zitting van de Pro vinciale Staten van Noord-Holland werd, zooals verwacht werd, Mr. M. Slingenberg (V.D.) in de vacature-D. Kooiman (V.D.) tot lid van Ged. Stoten gekozen. Mr. Slingenberg werd 30 Juni 1910 tot raadslid van Haarlem gekozen. 13 April 1916 trad hij af wegens zijn benoeming tot lid van Gedeputeerde Stoten. Nadat hij als zoodanig was afgetreden werd hij 27 Mei 1919 weer tot raa^lid van Haarlem gekozen. Sinds 3 December 1919, dus meer dan veer tien jaar, is de heer Slingenberg wethouder van Haarlem geweest, eerst van Openbare Werken, later van Financiën. In ons nummer van 16 Maart toen reeds vrij zeker vaststond, dat Mr. Slingenberg tot lid van Gedeputeerde Stoten gekozen zou worden heeft onze hoofdredacteur reeds breedvoerig de beteekenis van den heer Slingenberg als wethouder in het licht gesteld. Tijdens de stemming en de discussie, die daaraan vooraf ging, was de heer Slingenberg niet in de vergaderzaal aanwezig. De voor zitter kon dus niet mededeelen, of de heer Slingenberg de benoeming aannam. We herinneren er aan, dat hij een bedenk tijd van acht dagen heeft om een beslissing te nemen. Verwacht wordt echter, dat Mr. Slingenberg de benoeming aan zal nemen. (Te Amsterdam is een V ereeniging van Belastingbetalers opgericht met zetel te Utrecht). Breng drie Nederlanders samen En in dien beperkten kring, Stichten zij, zegt de traditie, Zeker een vereeniging. Maar breng er millioenen samen, Dat blijkt wel uit dit bericht En 't kan jaren, eeuwen duren, Voor er een is opgericht. Zeg nou, is het niet merkwaardig, Dat ons zwaarbelaste ras, Juist uit dien belasten hoofde, Steeds nog niet vereenigd was? Hoe verschillend de karakters En gevoelens juist daarin Is ons zeer verdeelde volkje Haast ontroerend één van zin. Dat 's een broederschap der zorgen, Wortlend in het diepst van 't hart, Deelend letterlijk de heele En figuurlijk halve smart. Ha, die fiscus, hij beseffe, Dat hij in de toekomst goed, In den waren zin der woorden, Op zijn tellen passen moet. Krachtig zullen wij ons weren Met de macht van het millioen, Als hij weer een nieuwen aanslag, Op ons aller beurs komt doen. Fier, met opgehevfn hoofde, Tot het hem. in naam der wet, Trotsch vereenigd net als altijd Brommend wordt.betaald gezet. P. GASUS. ONZE GEVELFOTO-PRIJSVRAAG Wij wijzen er nog even op, dat oplossingen voor de gevelfoto-prijsvraag, gepubliceerd in ons blad van 11 April uiterlijk morgen, Woens dag, in ons bezit moeten zijn. ADMINISTRATIE HAARLEM'S DAGBLAD. HAKENKRUISVLAG OP ZANDVOORT'S CASINO. EEN KWAJONGENSSTREEK? Zondagmorgen hebben voorbijgangers de politie gewaarschuwd dat op het leege gebouw van het Casino te Zandvoort de hakenkruis- vlag woei. Het was een oude roode vlag met een wit veld en een blauw hakenkruis erin- De vlag is verwijderd. Wie dit dundoek er heeft' laten wapperen is onbekend. Het moet er 's nachts zijn geplaatst en de waarschijnlijkheid dat men hier met een anti-semietische uiting te doen heeft is niet groot. Een kwajongensstreek is waar schijnlijker. Desalniettemin wordt de kwestie onderzocht. Hei Betouqeiiksie Engeland en de Japansche plannen in het Verre Oosten. pag. 4 In den mijn Senitze bij Serajewo zijn thans 109 lijken geborgen. pag. 4 In het Hamburgsche „Roode Marine" proces zijn dertien doodvonnissen geëischt. pag. 4 De flora der wereld in Artis. pag. 3 Bij de Tweede Kamer is een wetsontwerp in gediend tot herziening van de onderwijzers opleiding. Gestreefd zal worden naar een vijf en driejarige opleiding. pag. 3 De K. N. V. B. zal geen steun verleenen aan 't Concertgebouw. pag. 3 De regeering kan niet meer dan 2 millioen be schikbaar stellen voor credietverlecning aan den middenstand. pag. 3 Mr. Slingenberg is tot lid van Ged. Staten ge kozen. pag. 1 De pleidooien voor de officieren van „de Ze ven Provinciën" zijn geëindigd. pag. 3 Prov. Staten van Noord-Holland zijn heden in bijzondere zitting bijeen gekomen. pag. 2 Flora in Heemstede. pag. 11 De IJmuider Federatie steunt de pogingen van burgemeester Rambonnet. pag. 7 De zaak van de Spaarnestroom voor den Am- sterdamschen politierechter. pag. 1 Dr. J. Roorda over internationale actie inzake oorlogsprophylaxis. pag. 13 Te Bloemendaal is dc gedenkbank voor Wet houder J. C. Laan onthuld. pag. 8 Laatste berichten. pag. 18 ARTIKELEN, ENZ. R. P.: De Philister. pag. 1 Van onzen Londenschen correspondent: Een tunnel onder de Mersey. pag. 4 T. de Vries: Reisbrieven uit Lapland. Pag- 13 K. de Jong: Haarlem's Muziek-Instituut. pag. 13 2)4 jaar tegen den heer O. AMSTERQAM. 24 April De officier van justitie! mr. A. van Dullemen eischte heden tegen den heer Onnes van Nijenrode wegens oplichting een gevangenisstraf van 2 jaar 6 maanden met aftrek van 8 maanden voor arrest. AUTORACE DOOR DE STAD. DE POLITIE BLEEF DE BAAS. Maandagavond reed een auto over den Jansweg. De wagen had verblindende lich ten op en zijn snelheid was ongeveer 70 K.M. Er was dus voor de politie reden ge noeg den wagen aan te houden en naar een en ander te informeeren. De bestuurder dacht er echter anders over en toen hij waarschijnlijk had bemerkt dat de politie hem per auto achterna reed, trachtte hij door een uitlooppoging zich aan de vervolging te onttrekken. Waarschijnlijk heeft de politie hem al langer achtervolgd, want andrs rijd je geen 70 op den Jans weg. Een hoofdagent heeft den chauffeur ook nog te kennen gegeven dat het wenschelijk werd geacht dat hij stopte, maar ook aan dit verzoek werd niet voldaan. De politie laat blijkbaar niet zoo erg gauw los, want de rit werd vortgezet tot op den Verspronckweg, waar de race werd gestaakt omdat de renner zich overwonnen zag. De snelheidsmaniak met de verblindende lichten op, een winkelier uit Wijk aan Zee en Duin is meegenomen naar het politie bureau, waar hij verslag kon uitbrengen van zijn reden tot rennen. DESSABEVOLKING IN OPSTAND DESSAHOOFD EN POLITIE AANGEVALLEN. PASOEROEAN, 24 April (Aneta). De bevolking van de dessa Kepoeh in het onderdistrict Gedjajan. is in verzet gekomen tegen de betaling' van de landrente. Zij viel het dessahoofd aan, die zwaar werd gewond. Bij dezen aanval werd diens vrouw eveneens zwaar gewond. Het dessahoofd en de vrouw zijn ont komen. 30 man uit Kepoeh, gewapend met groote slagwapens en pieken viel de politie aan, die onmiddellijk optrad met klewangs en knuppels. Vier personen, waaronder de bel hamel, zijn gearresteerd. Twee aanvallers wer den zwaar gewond. Een mantri-politie werd aan den schouder door een steek met een kris gewond. -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 1