Londen» BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 28 APRIL 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 13 Dl Lunch in een autobus. DE CHIMBORAZZO. Noord en Zuid. en Oost en West gaan de wegen rondom Quito. Dus nu nog het Zuiden en Oosten. De groote Carretera del Sur loopt over Ambato en Riobamba naar Babaloya en daar kunt ge dan de rivierboot nemen van Guyaquil. Dat is het groote werk van Garcio Moreno, een groot President uit de jaren tus- schen 1880 en '90. den man. die ook de Euca lyptus invoerde, die een zoo verbazend belang rijke rol speelt, zoowel als brandhout als voor het bouwbedrijf. Wij vertrekken weer met een glasheldere lucht. De Pichincha lonkt toe afscheid, de Co- topari doet weer zijn best Fuji-Yama te over treffen in schoonheid en glans. Voor negenen heb ik al een dozijn foto's genomen, o.a. om dat een band knapte en ik tijdens het verwis selen een aantal typen kon fotografeeren, die ter markt gingen, zwaar beladen met brand hout, luzerne klaver (alfalfa), aarden potten of kinderen. Dan, reeds voor Ambato, rijden wij op een der transversale waterscheidingen weer de wolken in. Gelukkig echter maar voor korten tijd. Ambato ligt weer gloeiend in de: vlakte, gloeiend in de zon. maar toch frisch in zijn berglucht en vandaar gaat het nu Oostwaarts. Eerst een zandweg, mul getreden door duizenden bloote voeten van spinnende vrouwtjes en dravende mannetjes, want de Indiaan loopt graag in kalmen draf! Langs de wegen overal agave, waaruit hier vezels worden gewonnen, die in hoofdzaak tot touw worden verwerkt. Twee soorten vooral, die eene, die ook aan de Riviera zooveel voorkomt en een andere met rechte bladeren, die ik naar zijn blceiwijze een reuzenyucca zou noe men. Duizenden klokjes, bengelend aan een vertaktèn bloeistengel van een meter of zes hoog. Zoodra wij echter Pelilco, een drukke marktplaats zijn gepasseerd, ligt een prach tige weg voor ons, die door het dal van de Pastaza oostwaarts voert. Een prachtige weg en weer een handige zet van het Gouverne ment. dat vergunning verleende tot explora tie van olievelden, op voorwaarde, dat de ex- ploreerende Maatschappij een autoweg naar de toekomstige velden zou aanleggen. Van exploitatie is tot nu toe niets gekomen, maai de weg is er. En stelt uw zwerver in staat in een paar uur tijds uit de frisschen winden van de hoogvlakte af te dalen tot de broei- kaswarmte van de Amazone. Van de Paramos, de hooge grasvlakten tot suikerriet en kof fietuinen. Dat suikerriet begint daar al boven de twee duizend meter, want hier waaien de warme winden uit de Amazone vandaan. Een verrassend gezicht, die sappig geelgroene vel den met wat door den wind uitgerafelde ba- nanenplanten er omheen onder den besneeuw- den, zelfs met zware gletschers bezetten top van den Tungarahüa, den werkzaamsten vul kaan van Ecuador. Maar vandaag zei hij niets, al wezen donkere banen in de sneeuwvelden rondom den top, den weg, dien gloeiende steenen kort geleden hadden genomen. Het dal van de Pastaza, een zijtak van de zelfde Maranon. die Cuzco's water afvoert en die later Amazone wordt genoemd, toont dui delijk, dat ock hier de gletschers vroeger een grootere rol speelden aan thans. Breede vlak ten, door steile bergen omgeven, thans op gevulde meren, die door glaciale uitslijping waren ontstaan, zijn gescheiden door nauwe re gedeelten, waar de rivier zich in tal van stroomversnellingen en watervallen doorheen werkt. Hier ligt een Aareschlucht vlak achter een Trommelbach. dadelijk gevolgd door een Handeckwaterval enz. enz. Tien beroemdhe den van Zwitserland aaneengereid, den SLaub- bach mee inbegrepen, bovendien heete bron nen langs den weg eneen steeds tropi- scher wordende plantengroei, tot de geur van de bloeiende koffie het heele dal vult en naast de witte bloemen de roode bessen tus- schen de bladeren prijken. De weg wordt slechter: het hemelwater is hier de groote vijand en wij besluiten terug te keeren, voor wij blijven steken. Terwijl wij draaien ko men twee Indianen aan. Bloote beenen tot een halven meter boven de knie, dat is prac- tisch in den modder. Een zwart wambuis (uni form?) en een mongolengezicht met kort sluik haar. Salvages, wilden zegt mijn begeleider, maar ze verstaan mijn vraag in het Spaansch om even te poseeren voor de camera zeer goed. Het zijn postloopers van de plantage aan de Amazone! Op den terugweg klinkt het nog vaak: „stop even, mien jong", want de watervallen zijn prachtig, de dalwanden zijn interessant, voor al waar de eene bazaltkoepel zich aan den anderen reit en zoo loopt het tegen vijven als wij de hoogvlakte weer bereiken. Weer een verrassing. Het is heelemaa» helder gewor den. De Cotapari glanst ver weg in het Noor den, Tungurathus. nu met een rookwolk, vlak naast ons en in het Zuiden doemt Chimbo- razzo op, steeds grooter wordend, tot hij reu zengroot naast ons staat, zijn gletschers een drieduizend meter boven ons opstapelend. Gekroond door Venus, die straalt aan den avondhemel. Tegenover Chimborazzo het Al taar, een uiteengereten steile Kraterwand rondom een reuzen gletseher. En aan den verren Jiorizont, een geweldige stoomwolk, de Sangay, een goede honderd mijl Zuidwaarts. Den volgenden dag heb ik urenlang liggen kijken naar Chimborazzo en Altar, nog eens voor het laatst genoten van het gezellige ver keer langs den weg vol ezeltjes en llama's, door spinnende vrouwtjes geleid. En ik heb weer een dozijn platen verschoten op een heel dorp dat aan het arenlezen was. Mannen, vrouwen en kinderen, allemaal spinnende met hun schapen en geiten en llama's en varkens. En twee groote kerels te paard met houten stokken en ijzeren punt om de varkens uit het nog niet geoogste koren te houden. En dat alles met den Chimborazzo, den mooisten berg dien ik ken, als achtergrond. Op de terugreis dien middag heb ik niet gefilmd. Geen ruimte gehad. De trein ging pas om zes uur en dus wachtte ik een autobus op. Hij leek mij wat vol, maar er was toch een zit plaats vrij toen twee manden, een koffer, een kist en een kind op zij waren geschoven. Dus stapte ik in het Ford busje voor zestien personen en trachtte de koppen te tellen. Ik kwam tot 42, maar ben niet zeker dat ik ze allemaal gehad heb. Bovendien had ieder na tuurlijk zijn bagage. Maar ik zat, met mijn knieën onder mijn neus, want overal stond bagage. Men lunchte ondertusschen. De mees ten kochten een halve gebraden marmot met wat tuinboonen, waarvan ze alleen den in houd opaten en de schil weggooiden. Gezel lige kluiverij. Toen dat klaar was kregen de zeven zuigelingen de borst. Voor op den ra- diateur klom een kerel met een petroleumblik vol water om onder het rijden den radiateur bij te vullen. Alles klaar? Even wachten. Mijn twee buurjongens op een zitplaats moeten een plasje doen. Gauw maar. opstaan en uit het raam. Toen durfde ik ze elk op een knie ne men en kreeg meteen een Indiaansche weer naast mij. Zindelijk wijfje gelukkig, met slechts één zuigeling. En toen ging het op weg. Bijna steeds helling op dus in de eerste ver snelling, zoodat de stof ons achterhaalde en binnenwolkte. Ik bofte weer, had den wind kant en kon, meest althans met één neus gat, frissche lucht halen. Het rechter bleef toch beter dicht, want de zuigelingen zouden intusschen de luier vol hebben gehad als ze zoo'n instrument hadden gedragen. De plaats vervangende lapjes, poetskatoen enz, gingen met een boogje het raam uit (ze mikken ge lukkig allemaal zeer goed). Een amusante reis door de avondschemering, vooral toen de pas hoogte gepasseerd was en wij in dolle vaart helling af vlogen. Dat was landelijk-rustig. Riobamba was heel anders. Elke auto werd opgewacht door tientallen drukpratende man nen, waaronder veel officieren. De gezadelde paarden klaar op den achtergrond. Geen nieuws in Quito? Alles rustig? Het is weer eens het oude liedje van Zuid-Amerika. Het volk is niet tevreden met zijn President. Zoo in de lente, als het congres (de kamer) bij eenkomt is er meestal een beetje hommeles. Revolutiepogingen, die vaak met sterke hand onderdrukt worden. De tegenwoordige pre sident, Senor Juan de Dios Martinez Mera is jarenlang minister geweest, hoofd van ver schillende takken van dienst, landbouw, fi nanciën enz. De beste opleiding voor een Pre sident,. Zijn verkiezing is misschien niet hee- lemaal in orde geweest. Onder den druk van het leger stemden zelfs de zuigelingen aan de borst op Martinus Mera. En thans zijn er velen, die het gedachte baantje niet kregen, die zelf ook eens aan het laadje willen zitten en dan begint het stoken weer van voren af aan. In Quito schrijven de couranten felle artikelen, in Riobamba is alles op straat, klaar om een rondje mee te bakkeleien in Guyaquil zet de tropenwarmte een domper op verhitte gemoederen, maar toch begroet mijn oude Haarlemsche vriend, die hier Ame- rikaansch vice-consul is mij met de woor den: „Blij dat ik je levend terug zie. Ze kun nen elk oogenblik elkaar in het haar vliegen daarboven". Wat jammer zou zijn; want Ecuador heeft als al deze staten voor alles behoefte aan rust. Rust en orde. De jonge lingschap is vlijtig en vol goeden moed. De Indianen zijn intelligent, ontwikkelen zich snel. Het land is rijk, de bodem vruchtbaar. Quito weet eigenlijk nog van geen crisis. Die in Guyaquil, de groote exporthaven der cacao, natuurlijk wel sterk gevoeld wordt. Maar de bezemziekte in de cacao doet ook veel kwaad enin dit tropenland is natuurlijk weer eten voor allen! Kou is er niet hier beneden en dus leeft ook de arme desoccupado, de werklooze, met veel minder ongerief dan bij ons. Een land met een toekomst, dit Ecuador. Waar het niet slecht is om te leven. VAN DER SLEEN Herinneringen aan mist en aan zonschijn aan kilte en ,,fish-chips Dat was een verademing na in het cen trum van Londen voor twee, drie dagen min of meer door met rook en roet vermengde mist belegerd geweest te zijn, een mist die maar blijft hangen en die langzaam ook de huizen binnendringt, de kamers een grijze kleur geeft en zwarte viezigheid achterlaat op raamkozijnen, op kasten, stoelen, banden en gezichten, dan op een avond de stad uit te rijden, ver het land in, en plotseling een witte maan en veel sterren aan de hemel te zien. Dat was een uitzicht en een ruimte waar je het bijna benauwd van kreeg, omdat je in een onbedwingbare gulzigheid niet wist waar je het eerst zou beginnen en te veel in één teug tegelijk in je longen wou zuigen. Niet dat die mist zoo verschrikkelijk en on- verdragelijk is. Het is vuil, het is kü en grijs of gelig, je ziet geen stukje lucht en bent al lbij als 't niet zóó dicht is dat je de overkant van de straat niet kunt zien. Het heeft iets vriendelijks ook: je bent niet alleen, het over dekt alles, het omhult iedereen: het kleine volgens een vast, vlak systeem opgeschilderde kantoormeisje, dat bang is te laat te komen de oude, magere man, die iedere morgen voor zijn ontbijt een haring koopt en de dikste keurend op zijn hand weegt de meneer, die brommend een half uur eerder opstaat, om dat het geen weer voor auto's is en hij dus de ondergrond zal moeten nemen duizenden anderen. Het is verrassend ook, omdat wat hier nog een nevelige damp is. vijf minuten verder ((verzadigd van rook uit de schoor- steenen van de traditioneele en romantisch verheerlijkte Engelsche openhaardvuren con denseert tot een ondoordringbare vette gelig heid, waarin ieder probeert zijn weg te vinden. Verrassend, omdat het niet heelemaal zonder humor is, een zoo ordelijke, gedisciplineerde en onaandoenlijke stad, als Londen lijkt, met een steeds en als vanzelf bewegend geweldig verkeer, dat nooit hort of verstopt raakt, een zoo zelfverzekerde stad plotseling hulpe loos te zien, en hier en daar zelfs automobi listen hun gladde zelfbeheersching te zien ver liezen in een menschelijke vloek! Maar er ineens uit te zijn, ineens overal de ruimte te voelen en het eene sterrebeeld na het andere te onderscheiden en dan twee da gen niets doen dan maar in de zon loopen, door bosschen zwerven, wat heuvels op en af klimmen, voor een groot vuur zitten, waar boven een kip geroosterd wordt, terwijl in de schuur ernaast luie varkens knorren en de boer zelf, een jonge kerel, die lacht met zijn oreede mond, met zijn oogen, zijn ooren en zelfs met zijn wangen en neus, bij een petro leumlampje vertelt, dat hij vanaf zijn zestien de jaar maar één wensch heeft gehad: uit Londen weg te komen, naar buiten! dat hij net zoo hard werkt als noodig is voor het on derhoud van zijn gezin en de rest van zijn tijd benut om gelukkig te zijn, dat hij zijn vrouw trouwde, omdat ze niet van naaiwerk hield, want hij neemt het leven zoo ernstig dat hij luchthartig over alle dingen heen stapt. die hem tijd zouden kunnen ontnemen, om het hartgrondig te leven, s Avonds een half uur langs ongebaande wegen loopen en whis ky drinken in een kleine ..pub" waar far mers uit den omtrek elkaar treffen en met rulle, zilte humor hun wederwaardigheden vertellenDat alles is meer verrassend en meer romantisch dan de ergste Londen- sche mist, die je als je een paar dagen bui ten in de zonneschijn bent geweest heele maal bent vergeten, en die je wel een beetje hard op het lijf valt, als je 'm bij je terug keer weer of nóg aanwezig vindt. Het gebeurde zóó: Terwijl het wagentje opgewekt en jolig weer op Londen toehup- pelde, stuitte het onverwachts op een lange rij van ijselijk geduldig rijdende wagens, die keurig in de rij bleven, hoewel Londen nog niet in zicht was. Het jolig wagentje had de zon nog wat in zijn hoofd, dacht niet aan mist, schoot zonder aarzelen de rij voorbij, die geen einde nam en zich naar de kop toe steeds meer in mist bleek te verliezen. Het had geen tien minuten aan de kop van die 'lange file gereden, toen het pardoes in een zóó zware mistwolk raakte, dat het als van zelf reageerde met stoppen, vooral omdat uit het ondoorzichtige grauwe, vochtige gor dijn een verwarrend getoeter van claxons opsteeg, als een S. O. S. van schepen in nood. Daar aan den buitenkant van Londen was de mist vermengd met een weëe lucht van mest en stadsrook en al manoeu vreerend van de eene kant naar de andere, zoekend naar een trottoirband, die in deze grauwte de eenige gids kan zijn, steeds ver rast door auto's die in de wonderlijkste houdingen plotseling voc- je staan, liet mijn metgezel die Londen steeds door dik en dun verdedigt zich het woord ontvallen: ,.a heil of a place", daar in al die ondoorzichtige grijzigheid wonen menschen, duizenden en duizenden menschen. En wat erger is, daar leven menschen!" Toen bonsde hij tegen een trottoirband; goddank, daar was er één, en angstvallig de lijn volgend, hangend uit het portier, af en toe er naast loopend, om het kostbare klein ood: de trottoirband niet weer te verliezen, omgeven door de slagzin: Watch, the kerb", let op de trottoirband, raakten we na een mi nuut of tien uit deze dikke dichtheid en werd de mist wat doorzichtiger, hier en daar zelfs niet meer dan een nevel: die een bijzondere bekoring aan blauwe en roode lichtreclames en aan floodlight gaf en een soort intieme sfeer aan de breede ruime straten. In een groote open witgeschuurde winkel, die laat nog open was, bakte iemand visch, die te verleidelijk rook voor hongerige ma genen aan de andere kant van de straat was nog een warme drank te krijgen. „Toch een fijne stad, Londen", zei de vorige spreker en ik beaamde het even volmondig, als ik kort te voren met de uitdrukking „een helsch oord" had ingestemd. Een rare, tegen strijdige stad. VR. S. UIT DE WERELD VAN DE FILM Doe het niet! Er komen ongelukken van! Als er een treinongeluk heeft plaats gehad, verschijnen er berichten over bepaalde perso nen, die eigenlijk met dien trein hadden moeten reizen, doch die door een of andere waarschuwing de reis hebben uitgesteld of met een ander vervoermiddel hebben gedaan. In de filmwereld komen dergelijke „voor gevoelens" dikwijls voor. Margaret Chute ver telt daarover het volgende: „Eens zat ik met Bebe Daniels in een restau rant in Hollywood, toen een ons geheel on bekend persoon, die ons al een geruimen tijd had aangestaard, op Bebe afkwam en zei: „Neemt U me niet kwalijk, dat ik U zoo maar aanspreek. Ik ken U niet en weet niet, wat U doet. Maar ik kan U zeggen, dat een groot ge vaar boven uw hoofd hangt. Binnen enkele dagen zult U een ongeluk hebben met een snel vervoermiddel. Pas daar dus voor op!" Met een verdween de man. Vijf dagen later werd een scène opgenomen, die in een trein moest spelen. Een coupé werd gebouwd op een vrachtauto, en bij de snelle rit door Pasadena kantelde de wagen. Bebe Daniels kwam er onder en kreeg ernstige kwetsuren. Nadien slaat ze terdege acht op waarschuwingen, in welken vorm ook. Adolphe Menjou zou per vliegtuig na'ar Frankrijk oversteken van Engeland uit. Toen hij in het vliegtuig wilde stappen, kreeg hij onbestemde angst en hieraan gehoor gevend, ging hij de reis per boot maken. Het vliegtuig verongelukte. Joel McCrea, bekend o.a. uit Bird of Para dise. had driemaal de scène onder water ge speeld. De regisseur was er nog niet mee tevreden en verlangde een vierde opname. Joel werd door een innerlijke stem geadvi seerd dat niet te doen. een stuntman nam zijn plaats in en die verdronk bijna. Joan Crawford zou eens per motorboot gaan toeren, doch een inwendige stem gehoorza mend deed ze het niet. De boot verging Lee Tracy, nog een vrij onbekend acteur, kreeg een aanbieding voor een nieuwe Broad- way-revue, waarvan de kenners een débacle voorspelden. Een voorgevoelen zei hem het tegen dit „beter weten" te moeten doen en zie.de show liep een jaar en maakte Tracy tot ster. Er is één filmspeler, die blij is zich niet aan zulke voorgevoelens gestoord te hebben. Eenige aanbiedingen uit Amerika weigerde Maurice Chevalier, omdat hij gewaarschuwd werd door een inwendige stem voor Amerika. Tenslotte bezweek hij en ging, ondanks zijn voorgevoelens, toch de zee over. Zijn eerste film werd al een groot succes, dat groeide met elke film! OM ACHT UUR AAN TAFEL. Zoo is de veelbesproken film Om Acht Uur aan Tafel dan in Haarlem gekomen. Na de film Menschen im Hotel is er geen film ge weest met een dergelijke bezetting als Dinner at Eight (Om acht uur aan tafel). Uit de rol- verdeeling noemen we o.a. Marie Dressier, Wallace Beery. John en Lionel Barrymore, Ed mund Lowe. Jean Hersholt. Phillip Holmes, Karen Mor ley. Madge Evans, Jean Harlow. May Robson en Lee Tracy. Wallace Beery zegt over deze verfilming van het bekende tooneelstuk het volgende: „Reeds toen begonnen werd met de opne mingen voor Menschen in 't Hotel, waaraan voor het eerst vele stars medewerkten, werd ons algemeen voorspeld, dat di: niet zonder groote moeilijkheden volbracht zou kunnen worden en ik moet toegeven, dat ik mij door die voorspellingen even liet beïnvloeden en met gemengde gevoelens naar de studio ging. Wallace Beery Doch al die ongeluks-profeten zijn in het ongelijk gesteld! Alles liep op rolletjes en wederom moest ik dezelfde voorspelling hoo- ren toen de rolbezetting voor Om acht uur aan tafel bekend werd. Maar nu wist ik beter, want ik heb ondervonden, dat men van een samenwerking met collega's slechts voordeel kan hebben. Het was iets zeer eigenaardigs zooals wij elkander begrepen. De een steunde het spel van den ander en onder de critische oogen van collega's wordt, geloof ik. beter ge werkt: ieder geeft het beste wat hij geven kan. Bovendien waren het ook allemaal dank bare rollen en niemand kon zich beklagen stiefmoederlijk behandeld te zijn. Iedere rol is belangrijk, iedere rol heeft een dramatisch hoogtepunt en zelfs de kleinere ï-ollen zijn tot in de details uitgewerkt en moeten ook door goede spelers vertolkt worden. De opnemingen voor deze film hebben mij zóó geïnteresseerd, dat ik, zelfs als ik niet behoefde mede te werken, bleef om toe te zien. En dit vond ik haast even interessant als mijn eigen rol. Het eenige, waardoor ik mij niet altijd op mijn gemak voelde was, dat ik mij in deftige costuums moest steken. In de afgedragen pakken, die voor de meeste van mijn films in den laatsten tijd gediend hebben, voelde ik mij veel meer op mijn gemak. Alles bij elkaar genomen was deze film voor mij de bevestiging van mijn opvatting, dat collega's geen concurrenten behoeven te zijn. maar zeer goed kunnen samenwerken door waardeering voor de capaciteiten van den ander". TOENADERING TUSSCHEX DE VOLKEN DOORHUWELIJKSREIZEN! Het gemeentebestuur van Keulen heeft on langs besloten allen jonggehuwden, zoowel Duitschers als buitenlanders, die op hun hu welijksreis deze stad met een bezoek ver eeren. kosteloos en tocht door de stad. een voorstelling in de Opera en een diner in het ..Rheinterrassenrestaurant" aan te bieden. De Burgemeester van de Engelsche stad Mar gate «Graafschap Kent) heeft nu in een brief aan den „waarden Heer Burgemeester van Keulen" medegedeeld, dat zijn stad bereid is Duitsche jong-gehuwden op gelijke gulle wijze te onthalen. Hij stelt zelfs voor een Duitsch bruidspaar te ruilen tegen een Engelsch bruidspaar, voor beide partijen de huwelijks reis te betalen en aldus bij te dragen tot de bevordering van de goede verstandhouding onder de volken! Dit filmopnemings apparaat is op een tentoonstelling 'in Lon den gedemonstreerd. Het stelt den operateur in de gelegenheid van zijn zetel af het appa raat te besturen en alle kanten van het op te nemen object te be reiken door kleine, niet-schokkende be wegingen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 15