Kruschen Salts
ITTEIRilNI IISCUN
WAARSCHUWING.
BIOSCOOP.
Radiomuziek der week
ZATERDAG 28 APRIL 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
14
MUZIEK.
KONINKLIJKE LIEDERTAFEL
ZANG EN VRIENDSCHAP.
Het begon met .„Aufschwung"een veelbelo
vend begin dus in deze malaisetijden. De be
lof te bleef heiaas tot titel en tekst beperkt: de
muziek van Erwin Lendrai had zeer weinig
„Schwung". Dik, - compact, voortdurend in
enge liggingen, met als kenmerk van moder
niteit wat kwinten-parallellen, die vroeger
verboden waren, toonde zij ondanks haar
Finsche afkomst een Duitsch karakter, dat
zich in dequasi-militaire commandotoon van
den voorlaatsten regel niet verloochende.
Ook bij het tweede koornummer, „Schlaf-
wandel" van Fr. Hegar bleven we aanvankelijk
in de militaire sfeer. Een bataillon marcheert:
wat kan men anders dan een „alla marcia"
verwachten? Maar het ging bij de derde
strofe in een wiegende 3/4 maat over; bij de
vijfde strofe werd het even dramatisch;
daarna volgde een verkort da capo van het
voorafgegane. Het was geen kunst van bij
zonder gehalte, die het werkje van den Zwit
ser Hegar te genieten gaf en de sentimenta
liteit van de 3/4 maat had ook al een Duitsch
smaakje, maar er zat toch meer muziek in
dan in „Aufschwung".
Nog meer muziek en vooral meer frisohlheid
bleek te zitten in „Nordisches Maienfest" van
Max Bruch. die toch zelf niet tot het uitver
koren Nordische ras behoorde. En de zang der
Koninklijke Liedertafel, die in het begin van
den avond geen kans kreeg tot een „Auf
schwung" uit de dikke klankmassa van Len
drai. won bij elk volgend nummer aan glans
en bekoring en bereikte in het slotnummer,
„Germinal" van Riga. behoudens een paar
minder geslaagde oogenblikken, haar hoog
tepunt. Het slot van dit koorwerk werd zelfs
herhaald als dank voor den daverenden bij
val. Uitnemende solisten verleenden aan dit
concert medewerking. Annie Woud. Francis
Koene de namen zeggen al genoeg. Waar
ze samenwerkten met Emmy van Eden aan de
piano kregen we een voortreffelijke combi
natie en bovendien zelden uitgevoerde werken
te hooren. De „Deutsche Aria" van Handel in
teresseerde me matig; in de „Scene en Ron
do" van J. Chr. Bach vonden we de melodi
sche schoonheid van Mozart terug. Annie
Woud droeg verder twee liederen van Hugo
Wolf. w.o. het machtig gezongene „Gesang
Weyla's" voor en voorts de beide Pizetti's, die
we dezen winter in den Heemsteedsohen
Kunstkring van haar hoorden liever moest
ik zeggen dat zij en Emmy van Eden ze voor
droegen, want de klavierpartij is even be
langrijk en de pianiste speelde ze volwaardig.
„Zueignung" v^n Rich. Strauss werd als
toegift geschonken. Francis Koene speelde be
werkingen en een compositie van Kreisler,
uitmuntend- van stijl, techniek en toon, en
de Hongaarsohe Dansen no. 1 en no. 5 van
Brahms-Joachim met het temperament, dat
bij deze Zigeuüermuziek past en hij sleepte
de pianiste mee in de versnellingen en ver
tragingen zijner'muzikale vaart- Hun succes
was niet minder dan dat van Annie Woud.
zoodat ook zij zich tot een toegift, de Can
zonetta van Henriet.te Bosnians, genoopt za
gen.. Goede koorzang, prachtige solistische
voordrachten, een volle zaal: wel mag men
hier van een geslaagd concert spreken!
K. DE JONG-
HET TOONEEL
DE HACHESPELERS.
MEVROUW WARRENS BEDRIJF.
•In den schouwburg aan den Jansweg heeft
men gisteravond een jubileum gevierd. Het
is n.l. dit jaar juist veertig jaar geleden,
dat G .Bernard Shaw, toenmaals 38 jaar-
oud, „Mevrouw Warren's Bedrijf" schreef.
Veertig jaar is voor een acteur een eer
biedwaardig lang tijdperk, voor een tooneel-
stuk kan het nog langduriger lijken. In
zonderheid wanneer het zooals in het onder
havige geval een sociale satyre betreft. De
maatschappij verandert immers zoo snel?
Liggen er geen eeuwen tusschen nu en den
tijd vóór den oorlog? De tijd vóór den oorlog
is nog maar twintig jaren geleden en twin
tig is nog maar de helft van veertig. Hoe oer-
ouderwets moet dan wel een sociaal drama
van 1894 aandoen!
De reprise van Mevrouw Warren's Bedrijf
heeft de gemeenplaats, als zou het tijdperk
van den wereldoorlog de geschiedenis der
menschheld in tweeën hebben gesneden, ge
logenstraft. Alles is,, althans in één opzicht
bij 't oude gebleven, Dit is wel de open
baring van een dergelijk jubileum geweest:
de ontstellende actualiteit van dit oer-oude
gegeven.
Shaw kon dit stuk evengoed thans nog
geschreven hebben, want de bronnen van
den rijkdom zijn nog volmaakt dezelfde als
toen en de vloeistof, welke er uit opborrelt
Is nog even troebel en kwalijk riekend. Vol
maakt steekhoudend is nog heden hetgeen
mevrouw Warren in haar welsprekend plei
dooi tegenover haar dochter opmerkt om
trent de moraal van de werkelijke wereld,
zooals die door de voorname en eerzame be
zitters van. aandeelen en obligaties wordt
vertegenwoordigd, een moraal, welke
principieel anders is dan die men op school
en in de kerk aan argelooze kinderen leert.
Shaw kon dit stuk evengoed thans nog
geschreven hebbenals Shaw thans nog
38 in plaats van 78 was. Er zijn kunstenaars
wier talent en levenswijsheid rijpt met de
jaren en wier werken een climax verlooven
naarmate hun haar grijzer wordt. Met G.
Bernard Shaw is dit niet het geval. De weder
opvoering van een van zijn eerste oeuvres in
het genre, dat zijn naam heeft gevestigd,
wijst een achteruitgang in gehalte aan, welke
niet duidelijker te illustreeren zou zijn.
Hoeveel sterker van constructie, geestiger
van dialoog en belangrijker van inhoud is
Mevrouw Warren's Bedrijf, vergeleken bij de
studentikoze, oudeheeren-clownerieën uit
Shaw's laatste periode!
De geheel gevulde zaal, het was een
abonnementsvoorstelling. heeft door haar
levendige aandacht den jubileerenden Shaw
van veertig jaren geleden welsprekend ge
huldigd. En in die hulde hebben ook de
acteurs, en actrices gedeeld, welke het oude
stuk met zulk een jeugdig élan ten tooneele
brachten.
Wanneer wij de actrices het eerst memo-
reeren. geschiedt dit niet uit het beleefd
heidsmotief, dat de vrouw behoort voor te
gaan. Ook artistiek ging de vrouw dezen
avond voor. De beide vrouwelijke hoofdrollen
beheerschten het tooneel en van deze beide
trok Rika Hopper's vertolking van Mevrouw
Warren de bijzondere belangstelling tot zich.
Hoe früsch, hoe levenskrachtig en met
welk een schilderachtige weelde van uitbeel
ding deed deze. actrice de figuur van de
ordinaire, goedhartige en zakelijk tegen
over het leven staande „madam" voor den
toeschouwer leven. In haar tragi-komische
overgevoeligheid met haar wisselende diep
ten van smart en verdriet, haar hysterische
uitvallen, goedkoope vertroostingen en ori-
gineele sofismen amuseerde ze voortdurend
en greep ze in haar dramatische oogenblik
ken aan. Rika Hopper is een blijft een actrice
om trotsch op te zijn, een kunstenares, be
nijdenswaardig om haar gave, zichzelf voort
durend te verjongen en te verfrisschen.
Haar tegenspeelster Didi Canivez, die haar
figuur en haar stem mee heeft, moest aan
vankelijk wat in haar rol komen, maar werd
vaster en overtuigender naarmate de avond
vorderde. In de beide laatste bedrijven, na
de ontmaskering van haar moeder, toonde
deze jonge kracht zich een tragedienne van
talent; haar sober, rustig en scherp geac
centueerd spel liet niet na indruk te wek
ken.
Van de mannen trof Jacques van Hoven
door de geestige typeering van den dominee;
vooral het vocale bestanddeel van het type
heeft deze acteur met zorg bestudeerd en
het effect beloonde hem voor zijn moeite.
Eduard Verkade had Crofts misschien een
tikje minder ordinair kunnen spelen; wij
vergaten nu te veel, dat deze viveur, hoe
verloopen dan ook, tenslotte toch „sir" was.
De nerveus ges/peelde Pread van Gustav
Czopp deed evenmin den architect en artist
in de rol voldoende vermoede. Arend Hauer
in zijn gebaar wel qens wat dilettantisch,
bracht overigens wel leven in de figuur van
den dominee's zoon.
H. G. CANINEGIETIER.
„MANNEN IN 'T WIT".
Op Dinsdag i Mei zal in onzen Stadsschouw
burg de eerste voorstelling te Haarlem wor
den gegeven van „Mannen in 't Wit'',, in welk
stuk de ook in onze stad nog zoo bekende pro
fessor Van Rooy de regie behulpzaam is ge
weest voor de verschillende hospitaal-scènes.
In het Tijdschrift voor Geneeskunde schrijft
de Haagsche medicus, Dr. J. A. F. van Gils o.a.
het volgende over de opvoering van dit merk
waardige Ameri'kaansche stuk.
)tDe opvoering van dit Amerikaansche dok-
tersspel door het Centraal Tooneel te Am
sterdam was in menig opzicht een verrassing.
Wie zou bij voorbeeld gedacht hebben, dat er
in de voorbereiding van een operatie zulk een
dramatische spanning lag? Wie zou het moge
lijk geacht hebben, dat op het tooneel twee
collega's oneenigheid krijgen aver de differen-
tieele diagnose tusschen coma diabeticum en
insulineshock, zonder belachelijk te worden?
Hoe weinig is er noodig om een twist, waarbij
de een-e dokter den anderen het spuitje met
insuline ontrukt, en in plaats daarvan een on-
Het is gebleken, dat hier en daar in het buitenland door opkoopers
met Kruscben Salts geknoeid is. De fabrikanten waarschuwen daarom
het publiek, Kruschen Salts in geen geval te koopen onder buitenlandsch
etiquet, doch uitsluitend in den alom 'bekenden poedervorm in onge
schonden Hollandsche verpakking, terwijl de naam N.V. Rowntree
Handels Maatschappij zoowel op de verpakking als op het etiquet
gedrukt moet zijn. Alleen bij dit echte Kruschen Salts zult (J baat vinden.
E. GRIFFITHS HUGHES Ltd., MANCHESTER, Opgericht 1756.
(Aclv. Ingez. Med.)
derhuidsche inspuiting van glycose en adre
naline toedient hoe weinig is er noodig om
zulk een scène tot een komisch geval te
maken?
„Dat deze gevaarlijke klippen omzeild zijn,
is, naast het meerendeel voortreffelijke spel,
zeker voor het grootste gedeelte te danken
aan den medischen regisseur, die op het pro
gramma niet is vermeld, maar die achter de
schermen een groote rol moet hebben ge
speeld."
Bij de bloemenhulde op den première-avond
werd een fraaie Aesculaapstaf op het tooneel
gebracht, die waarschijnlijk voor hem bestemd
was, evenals een groot deel van den uitbun-
digen bijval, die aan deze vertooning ten deel
is gevallen.
Hij bleef echter bescheiden op den achter
grond. Hier onder ons mogen wij gerust ver
klappen, dat het prof. van Rooy is geweest,
die deze „mannen in 't wit" in de geheimen
van het vak heeft ingewijd, en de echte
sfeer van de kliniek op het tooneel gescha
pen heeft."
Na een bespreking van de verschillende rol
len, eindigt Dr. vair Gils;
..Nog iets over de tooneelschikking, die in
één woord voortreffelijk was. Woekerend met
de kleine ruimte, die het tooneel van het
Centraal Theater biedt, heeft de regisseur
zeer mooie effecten weten te bereiken. De ope
ratiezaal was in alle op-zichten af, de „mannen
in 't wit" rondom de operatietafel met kennis
van zaken gegroepeerd, de ziekenhuissfeer
volkomen weergegeven, Niet griezelig, maar
toch echt. Alles zuiver van toon, en alles in
het teeken der geneeskunde. Zelfs het recla
me-affiche was een trouwe copie van het
nieuwe doktersautomobielemibleem, Zóó vier
de Aesculaap hoogtij!"
DANSAVOND
ELS KEEZER EN YOMA SASBURC.
Van de twee danseressen Els Keezer en
Yoma Sasburg, die gisteren een dansavond
in onzen Stadsschouwburg gaven, heeft de
laatste het meeste talent. Haar dansen is meer
bezield, haar bewegingen zijn soepeler en meer
gevarieerd en gaan harmonieuser in el
kaar over, en zij beschikt vooral, wanneer
zij pantomimische dansen uitvoert, over groo-
ter uitdrukkingsvermogen. En zij schonk ons
—wat voor mij hoofdzaak is een grooter
esthetisch genot.
Het meest heb ik Yoma Sasburg bewonderd
in De Waanzinnige, een pantomimische dans
op muziek van Heinz Tobi. Deze dans was
sterk expressief. Reeds dadelijk bij haar ver
schijning met die opgetrokken schouders en
den min of meer hoogen rug, was zij het beeld
van den waanzin. Dat was prachtig van plas
tiek en mimiek. Ook in haar slappe bewegin
gen een enkele te krachtige beenheffing
uitgezonderd en in haar gelaatsexpressie
werd deze dans van een bijna aangrijpende
realiteit. In Kinderlijke Madonna en Leed trof
zij eveneens door zuivere uitbeelding. In deze
dansen was een sterke innerlijkheid en zij
waren in hun eenvoud ontroerend door bezie
ling.
De Ydille en de Mazurka waren meer pure
dansen. In de veder-licht gedanste ydille deed
zij denken aan een vlinder, de mazurka was
van een gracelijke charme, capricieus en be
vallig.
Els Keeser is forscher en krachtiger in haar
dansen, maar zij mist de gratie van Yoma
Sasburg. Wanneer men haar in één dans heeft
gezien, kent men ook haar wijze van dansen.
De zelfde hoekige armgebaren, dezelfde stan
den. dezelfde bewegingen komen telkens terug.
En haar dansen is ook minder beheerscht.
Wat ik in Els Keeser mis, is fantasie. Zij heeft,
dunkt mij, het meeste aanleg voor het gro
teske. Daarom komt zoó'n' „dwaze gavotte"
die mij overigens geïnspireerd lijkt op den
„faun" van Leistikow met haar abrupte
dikwijls geestige bewegingen het best tot haar
recht. Maar in de menuet die, meen ik.
danst werd op muziek van Ravel schoot zij
bepaald te kort. Hierin miste ik de gratie, de
statie, de lichtheid van de menuet. f
Van de „paardansen", die door Els Keeser
en Yoma Sasburg gezamenlijk werden uitge
voerd. was de pavane verreweg het best ge
slaagd. Zij was voornaam, nobel en gracieus
en hierin was ook een groote eenheid in de
uitvoering bij de twee danseressen, een een
heid, die ik waarschijnlijk door verschil
van temperament en aanleg der twee kunste
naressen in de andere paardansen zoo
als in de „Groteske" wei eens miste.
Na de pauze werd door een bewegingskoor
onder leiding van Els Keeser een suite
danst, welke zooals het programma ver
meldde een uiting van humor, travestie,
tragiek en onbezwaarde bewegingsvreugde
wilde zijn. Het spijt mij. dat er onmogelijk in
te hebben kunnen zien. Het was voor een be
wegingskoor te verbrokkeld, het miste de
vaste lijn in opzet en uitwerking en het was
te dilettantisch van uitvoering. Een bewe
gingskoor moet óns. toeschouwers, toch een
sensatie van schoonheid geven en die heb ik
geen oogenblik gehad. Ik heb niet het be
klemmende van „Onder het juk der machi
ne" gevoeld, zoo min als de vreugde bij de
„bevrijding" daarvan. En bij de „legende"
miste ik de geheimzinnige „sfeer", die daar
toch verlangd werd,
De heer Heinz Tobi zong ter afwisseling
Italiaansche, Slavische en oud-Hollandsche
volksliederen. Het was vooral in de Italiaan
sche zangen, dat ik hem heb gewaardeerd.
Maar zijn succes'was het grootst na de oud-
Hollandsche liederen.
Er waren tal van bloemstukken voor de
danseressen en er was veel en hartelijk ap
plaus, vooral na de mazurka van Yoma Sas
burg, de pavane en het slotnummer uit de
„Davidsbundler" van Schumann.
J. B. SCHUIL.
JOHAN KAART JR. in „MALLE GEVALLEN"
Johan Kaart Jr. zal volgens het Hbld.. de
hoofdrol vervullen in de film „Malle Ge
vallen", naar het boek van Hans Martin,
welke door den heer Loet Barnstijn zal wor
den vervaardigd.
Van 1 Mei af zal de heer Kaart geen deel
meer uitmaken van de sociëta/ire- leiding van
„Het Nieuwe Tooneel".
LUXOR THEATER.
Behalve de hier reeds besproken hoofd
film Om acht uur aan tafel brengt Luxor
een komische twee-acter van den bekenden
filmkomiek Charlie Chase, een reisfilm over
Singapore, een teekenfilm en het actueele
Luxor-nieuws.
REMBRANDT THEATER.
De hoofdfilm Ik was een Spion, hebben
wij hier reeds besproken. Het programma
wordt aangevuld met een teekenfilm en het
film nieuws, waaronder men enkele aardige
opnamen van Polygoon aantreft, o.a. de
opening van de nieiiwe filmbeurs, de bloem-
bollenvelden en het kantklossen. Op het
tooneel vertoont een viertal acrob'aten zijn
kunsten.
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONG
De aankondiging, dat Daventry ditmaal
Bach's „Kunst der Fuge", als „Grondslagen"
uitzendt, zal niet in alle kringen van muziek
liefhebbers, zelfs niet van Bachbewonderaars
geestdrift verwekken. Immers: al is „Die Kunst
der Fuge" -een reusachtige, ongeëvenaarde ma
nifestatie van Bach's contrapuntische kunst
vaardigheid, is het werk toch in de eerste
plaats een theoretisch document. In de 48
Preludiën en Fuga's van „Das Wohltempc-
rierte klavier" heeft Bach aan zijn fantasie
den vrijen teugel gelaten; de rijkdom van
stemmingen dien men hierin vindt doet dan ook
niet onder voor dien welken Beethoven's kla
viersonates bergen, al is natuurlijk de wijze
van uitdrukking bij beiden een andere. Bach's
fantasie gevoelde zich door de regels van den
fugatischen vorm een weinig belemmerd als
die van Beethoven door de regels van den so-
natenvorm. Maar bij den opzet van „Die
Kunst der Fuge" overheerschte de bedoeling
om eens te toonen wat er uit een enkel thema
te maken is, wanneer men het vak goed kent.
d.w.z. zooals Bach het vak kende. En zoo
bouwde hij op een en hetzelfde thema 10
fuga's en vier canons voor één klavier en twee
fuga's voor twee klavieren. In deze fuga's en
canons zijn alle contrapuntische kunsten als
omkeeringen, imitaties in de vergrooting en
de verkleining enz. enz. bevat, die de theorie
kent. Twee der fuga's zijn in haar geheel de
omkeeringen van twee andere; het is dus alsof
deze op hun lcop gezet zijn. Deze kunstvaar
digheid laat wellicht den leek min of meer
koud, maar voor den musicus die zich eenigs-
zins voor theorie interesseert is zij verbluffend.
En nu is 't Bach nog niet eens gegeven ge
weest, het werk volgens zijn plan te voleindi
gen. Zijn toenemende blindheid, die ook zijn
dood verhaast heeft, is oorzaak geweest dat
het werk een Torso gebleven is. De laatste
fuga, die hierboven niet meegeteld is, en die,
thema's bevat, waarvan het derde door de
noten b, a, c, h voorgesteld wordt, breekt mid
denin af, nog vóór de geplande combinatie der
drie thema's tot een tripelfuga kon aanvangen.
En zelfs met deze zouden Bach's groote plan
nen nog niet gerealiseerd geweest zijn, Hij
had n.l. het voornemen het werk te besluiten
met een vierstemmige fuga, die vier thema's
zou bevatten, welke vier thema's in alle stem
men zouden kunnen worden omgekeerd. Dit
eminente meesterstuk zou dan den sluitsteen
hebben moeten vormen. Het heeft niet mogen
zijn.
Een poging om de tripelfuga te voltooien
heeft o.a. Busoni ondernomen. Dergelijke po
gingen zijn echter a priori in zekeren zin tot
mislukking gedoemd, omdat nimmer een an
der kon weten hoe Bach 't gedaan zou hebben.
In den laatsten tijd is er een stijgende belang
stelling voor „Die Kunst der Fuge" waar te
nemen: niet alleen zijn er nieuwe uitgaven
met toelichtingen van verschenen, maar het
werk wordt in arrangement voor strijkorkest
ten gehoore gebracht. Nog onlangs heb ik 't in
dien vorm uit Kalundborg gehoord. De pianis
ten wagen er zich echter niet aan, want al is
het voor klavier geschreven, het is nauwelijks
speelbaar en zelfs bij goede uitvoering hoogst
ondankbaar.
De Beethoven-cyclus van het Amsterdam-
sche Concertgebouw die ook per radio uitge
zonden zal worden, zal Zondag aanvangen
met de zesde Symphonie of Pastorale. Het zal
nauwelijks noodig zijn omtrent den inhoud
van de: j of de andere symphonieën uit te
weiden: zij zijn gelukkig, mede dank zij de
radio, tot algemeene bekendheid gekomen.
Maar op een enkel punt hier en daar mag nog
wel eens even gewezen worden. Zoo is voor
de Pastorale de spaarzaamheid waarmee Beet
hoven bij het aanwenden van orkestrale mid
delen te werk ging wel zeer in 't oog vallend.
Tegenover het voor Beethoven's tijd groote
orkestrale apparaat, dat in de Finale der
Vijfde voorgeschreven is: één kleine en twee
groote fluiten, twee hobo's, clarinetten en fa
gotten, contrafagot, twee hoorns, trompetten
en pauken, drie trombones en strijkkwintet
staan voor de eerste twee hoofddeelen dei-
Zesde slechts: twee groote fluiten, hobo's, cla
rinetten, fagotten en hoorns, benevens na
tuurlijk het strijkkwintet. In het Scherzo ko
men er twee trompetten, in de Finale boven
dien twee trombones bij. Pauken komen alleen
in de Onweersmuziek (het vierde hoofddeel)
voor; daarbij komen dan voor dit gedeelte nog
kleine fluit, trompetten en bazuinen.
In vergelijking met het „grosses Orchester"
d. t een symphonie van Mahler of een „Ton-
dichtung" van Richard Strauss verlangt is dat
toch nog maar een klein beetje, en het uiter
lijk effect van zoo'n Beethovensche symphonie
is dan ook heel wat minder dan dat van een
der genoemde werken. Het innerlijke nu
daarover zal men weer kunnen oordeelen na
Mengelberg's interpretatie, die ook zonder in
uitersten te vervallen van het begin tot het
einde de spanning er weet in te houden, en die
dan ook telkens weer nieuw en frisch klinkt.
We hebben dat Donderdagavond bij de vertol
king van Mozart's symphonie kunnen waar
nemen; stuwkracht en fijn sentiment wissel
den elkaar in het eerste Allegro af; de teeder-
heid waarmede het Andante gespeeld werd
was bewonderenswaardig; voor de Finale was
geen opgezweept tempo noodig om er, met be
houd van de meest volmaakte klaarheid, het
vereischte élan aan te geven. Men luistere bij
de Beethoven-cyclus nauwkeurig en overtuige
zich, indien dat nog noodig is, van de artistieke
waarde die het Concertgebouw-orkest onder
Mengelberg's leiding vertegenwoordigt.
Wat de Derde (Eröica) betreft zijn de ver
halen als die over het door Beethoven ver
scheurde titelblad met de opdracht aan Napo
leon bekend genoeg en ik wil dan ook alleen
nog in herinnering brengen de zinrijke ver
klaring, die Paul Bekker in zijn Beethoven-
biografie gegeven heeft omtrent de beteeke-
nis der Finale. Hij beschouwt deze als de
apotheose van het heldendom van het genie.
Daarom heeft dan 3eethoven er het thema uit
zijn „Prometheus" (die den menschen het van
den Olympus geroofde goddelijke vuur met
de daarin besloten krachten bracht) ten
grondslag gelegd. De dalende unisonopassage,
waarmee het stuk aanvangt symboliseert Pro
metheus, die met het vuur van den berg af
daalt: zijn door hem tot- leven gebrachte
schepselen beginnen eerst houterige bewegin
gen, worden allengs vrijer en meer bezield.
Ook conflicten ontbranden; het Andante
spreekt als een dankgebed. Wat den bouw be
treft is de Finale een reeks variaties op een
thema, waarvan eerst alleen de bas gespeeld
en gevarieerd wordt; het eigenlijke thema
treedt pas daarna op. Zooals men weet komt
di' thema ook als een der 12 Contradansen
voor en heeft Beethoven er ook Variaties en
Fuga voor piano op. 35) over geschreven, j
CINEMA PALACE
De Amerikaansche komiek Joe
Brown in „De Drijvende Zwem
broek".
Den geheelen avond
zal deze week in Cine
ma Palace de lach
door de zaal klinken!
Voor degenen, die ont
spanning en vroolijlc-
zoeken is Cinema
in gewezen plaats,
-er is om te begin-
-v.n Heidemann
in de militaire klucht
MÊS&Mi .Suikertante" die er
rt§p| cle stemming al vast
,n brengt.
Dan is er het Ween-
-'•e sneelkaartenwon-
der Graziadei. Nu
ieder, die Graziadei aan het werk heeft ge
zien, zal moeten' toegeven, dat "hij een won
der is! Het is voor den leek absoluut onbegrij
pelijk, zooals hij goochelt met de kaarten. Met
zijn helpers uit het publiek heeft Graziadei
het Vrijdagavond bijzonder getroffen, vooral
de gezellige gemoedelijke dikzak zorgde nog
extra voor het plezier van de toeschouwers.
En zoo komen we tot de hoofdfilm „De Drij
vende Zwembroek" met den komiek Joe E.
Brown. Deze Amerikaan is hier in Holland
nog niet zoo bekend, maar „De drijvende
Zwembroek" zal er hem hier wel inbrengen.
Deze film amuseerde het publiek zoo, dat her
haaldelijk, bij een bijzonder geslaagd moment
men in de handen klapte, iets wat bij de film
maar zelden voorkomt. Joe toont zich hier een
zwemmer van bijzondere kwaliteiten en hooge
klasse, hij zwemt, hij duikt, hij blijft langen
tijd onder water en demonstreert een zeer
eigen-doimmelijke zwemslag, maar hij komt
vooruit en hoé! In de film is Brown de ex-
peditiebediende Joe Holt bij de firma Arm
strong. Erg fortuinlijk is hij er niet, de and-ere
bedienden veroorloven zich nog al eens grap
jes met hem. die niet altijd even j uist gekozen
zijn. De laatste grap doet hem besluiten zijn
congé te nemen. Juist als hij zijn spullen bij
elkaar aan het zoeken is krijgt hij bericht,
dat een tante van hem overleden is, en dat zij
hem tot erfgenaam heeft benoemd.
De in opzet millioenenerfenis slinkt helaas
tot een batig saldo van 5 dollar, doordat
tante allemaal aandeeltjes had in onderne
mingen, die failliet gingen, o, ja, ook erft hij
van tante, Sam, een neger jog, het zoontje van
tante's overleden huishoudster.
Doordat Joe denzelfden naam draagt als
de zwemkampioen Joe Holt, wordt hij door een
misverstand voor zijn naamgenoot gehouden
op Catalina. het eiland waar de groote zwem
wedstrijd zal plaats hebben. Joe krijgt geen
gelegenheid de zaak recht te zetten. Als hij
zegt, dat hij heelemaal niet zwemmen kan,
wordt hij hartelijk toegejuicht en vindt men,
dat hij een echt type is,zoo origineel.
Sam, zijn erfenis, is een groote steun voor
hem, hij leert hem onder anderen ook zwem
men en hij weet een drijvend zwempak voor
hem op de kop te tikken en met dat zwem
pak durft Joe 't zwemmen om 't kampioen
schap aan. Zijn felste tegenstander is ook zijn
medeminnaar en dat maakt de zaak voor Joe
niet eenvoudiger. Een groot deel van de film
wordt ingenomen door dezen mijlenwedsit'rijd.
Wat Joe doormaakt en hoé hij alles doorstaat,
laat zich niet beschrijven, dat moet U gaan
zien, en wij beloven U een denderend en avond!
TOOXEELVEREENIGING NIEUW LEVEN
Klokslag 12.
Op 2 en 3 Mei zal de geheel-onthouders-
tooneelvereeniging „Nieuw Leven" in den
Schouwburg, Jansweg, opvoeren „Klokslag
12" een vroolijk blijspel in drie bedrijven uit
het Engelsch van Maltby en Wynne f verta
ling C. v. Kerckhoven). Op 4 Mei zal een
opvoering van hetzelfde stuk plaats vinden
voor de werkloozen. Met deze opvoeringen be
sluit de vereeniging het seizoen.
DE NEDERLANDSCHE TREKKERSBOND.
Volgens het maandbericht van den Neder-
landschen Trekkersbond te dezer stede or
ganiseert deze vereeniging op:
29 April: Dagtocht naar de jeugdherberg
„Assumburg" in Heemskerk.
56 Mei: Groot Lentefeest onder leiding
van Nel Voogd, in Assumburg" te Heems
kerk te zamen met andere afdeeiingen.
10 Mei: Fiets-wandeltocht door de omge
ving.
1213 Mei: Weekend naar de jeugdherberg
in Abcoude; 's Zondags bezoek aan de H-eem-
schuttentoonstelling te Amsterdam.
1921 Mei: Naar het N.T.B. Pinksterkamp
te Saxenheim op de Veluwe.
2627 Mei: Wandelweekend naar de jeugd
herberg De Duinark" te Noordwijkerhout.
Verder verleent de Ned. Trekkersbond zijn
medewerking bij de heropening van de ver
bouwde jeugdherberg „Jan Gijzen", alhier
op 28 April a.s.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatstwordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
CRISIS POSTZEGELS.
In aansluiting op het stuk, eenige dagen ge
leden door ons Comité in de dagbladen ge
plaatst, kannen wij thans nog mededeelen, dat,
dank zij de vriendelijke medewerking van
eenige dames, van Maandag 30 April af gen
stand in de hal van het Postkantoor zal wor
den geplaatst ten verkoop van de Crisispost
zegels.
Daar de overwaarde van de aldaar verkoch
te crisiszegels geheel-ten goede komt van het
Haarlemsche Crisis Comité, wekken wij de
Haarlemsche Burgerij dringend op ons werk te
steunen, door aan genoemden stand de zegels
te koopen of door het benoodigde aantal te be
stellen, schriftelijk of per telefoon No. 14505,
aan het bureau van ons Comité, Lange Begij
nestraat 13rd.
Zooals reeds vermeld wex-d, worden zegels
uitgegeven van 5 en 6 cent. waarvan de ver
koopprijs respectievelijk 9 en 11 cent bedraagt.
Nu de 25ste verjaardag van H.K.H. Prinses
Juliana op 30 April a.s. niet feestelijk gevierd
zal worden, zij een massale verkoop der crisis-
>ostzegels, waarvan één de beeltenis van
H.K.H. draagt, een blijk van waardeering voor
den arbeid, verricht door de Eerevoorzitster
van het Nationaal Crisis Comité!
Het Haarl. Crisis Comité:
Mgr. J. D. J. Aengenent, Voorzitter; Prof.
Dr. A. A. van Schelven, 2e Voorzitter: C. v. d.
Winden, Jhr. Dr. J. C. Mollerus, Secretarissen;
W. Korvinus, Penningmeester; J. Ph.- H. Castri-
cum. H. E. Everard. H. Franken Jr.. W. J. B.
van Liemt, H. H. Luyken, E. Overbeek, Mr. K.
A. F. J. Pliester, M. A. Reinalda, Plebaan L. A,
A. M. Westerwoudt,