Kruschen Salts ITTEIRilNI IISCUN WAARSCHUWING. BIOSCOOP. Radiomuziek der week ZATERDAG 28 APRIL 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 14 MUZIEK. KONINKLIJKE LIEDERTAFEL ZANG EN VRIENDSCHAP. Het begon met .„Aufschwung"een veelbelo vend begin dus in deze malaisetijden. De be lof te bleef heiaas tot titel en tekst beperkt: de muziek van Erwin Lendrai had zeer weinig „Schwung". Dik, - compact, voortdurend in enge liggingen, met als kenmerk van moder niteit wat kwinten-parallellen, die vroeger verboden waren, toonde zij ondanks haar Finsche afkomst een Duitsch karakter, dat zich in dequasi-militaire commandotoon van den voorlaatsten regel niet verloochende. Ook bij het tweede koornummer, „Schlaf- wandel" van Fr. Hegar bleven we aanvankelijk in de militaire sfeer. Een bataillon marcheert: wat kan men anders dan een „alla marcia" verwachten? Maar het ging bij de derde strofe in een wiegende 3/4 maat over; bij de vijfde strofe werd het even dramatisch; daarna volgde een verkort da capo van het voorafgegane. Het was geen kunst van bij zonder gehalte, die het werkje van den Zwit ser Hegar te genieten gaf en de sentimenta liteit van de 3/4 maat had ook al een Duitsch smaakje, maar er zat toch meer muziek in dan in „Aufschwung". Nog meer muziek en vooral meer frisohlheid bleek te zitten in „Nordisches Maienfest" van Max Bruch. die toch zelf niet tot het uitver koren Nordische ras behoorde. En de zang der Koninklijke Liedertafel, die in het begin van den avond geen kans kreeg tot een „Auf schwung" uit de dikke klankmassa van Len drai. won bij elk volgend nummer aan glans en bekoring en bereikte in het slotnummer, „Germinal" van Riga. behoudens een paar minder geslaagde oogenblikken, haar hoog tepunt. Het slot van dit koorwerk werd zelfs herhaald als dank voor den daverenden bij val. Uitnemende solisten verleenden aan dit concert medewerking. Annie Woud. Francis Koene de namen zeggen al genoeg. Waar ze samenwerkten met Emmy van Eden aan de piano kregen we een voortreffelijke combi natie en bovendien zelden uitgevoerde werken te hooren. De „Deutsche Aria" van Handel in teresseerde me matig; in de „Scene en Ron do" van J. Chr. Bach vonden we de melodi sche schoonheid van Mozart terug. Annie Woud droeg verder twee liederen van Hugo Wolf. w.o. het machtig gezongene „Gesang Weyla's" voor en voorts de beide Pizetti's, die we dezen winter in den Heemsteedsohen Kunstkring van haar hoorden liever moest ik zeggen dat zij en Emmy van Eden ze voor droegen, want de klavierpartij is even be langrijk en de pianiste speelde ze volwaardig. „Zueignung" v^n Rich. Strauss werd als toegift geschonken. Francis Koene speelde be werkingen en een compositie van Kreisler, uitmuntend- van stijl, techniek en toon, en de Hongaarsohe Dansen no. 1 en no. 5 van Brahms-Joachim met het temperament, dat bij deze Zigeuüermuziek past en hij sleepte de pianiste mee in de versnellingen en ver tragingen zijner'muzikale vaart- Hun succes was niet minder dan dat van Annie Woud. zoodat ook zij zich tot een toegift, de Can zonetta van Henriet.te Bosnians, genoopt za gen.. Goede koorzang, prachtige solistische voordrachten, een volle zaal: wel mag men hier van een geslaagd concert spreken! K. DE JONG- HET TOONEEL DE HACHESPELERS. MEVROUW WARRENS BEDRIJF. •In den schouwburg aan den Jansweg heeft men gisteravond een jubileum gevierd. Het is n.l. dit jaar juist veertig jaar geleden, dat G .Bernard Shaw, toenmaals 38 jaar- oud, „Mevrouw Warren's Bedrijf" schreef. Veertig jaar is voor een acteur een eer biedwaardig lang tijdperk, voor een tooneel- stuk kan het nog langduriger lijken. In zonderheid wanneer het zooals in het onder havige geval een sociale satyre betreft. De maatschappij verandert immers zoo snel? Liggen er geen eeuwen tusschen nu en den tijd vóór den oorlog? De tijd vóór den oorlog is nog maar twintig jaren geleden en twin tig is nog maar de helft van veertig. Hoe oer- ouderwets moet dan wel een sociaal drama van 1894 aandoen! De reprise van Mevrouw Warren's Bedrijf heeft de gemeenplaats, als zou het tijdperk van den wereldoorlog de geschiedenis der menschheld in tweeën hebben gesneden, ge logenstraft. Alles is,, althans in één opzicht bij 't oude gebleven, Dit is wel de open baring van een dergelijk jubileum geweest: de ontstellende actualiteit van dit oer-oude gegeven. Shaw kon dit stuk evengoed thans nog geschreven hebben, want de bronnen van den rijkdom zijn nog volmaakt dezelfde als toen en de vloeistof, welke er uit opborrelt Is nog even troebel en kwalijk riekend. Vol maakt steekhoudend is nog heden hetgeen mevrouw Warren in haar welsprekend plei dooi tegenover haar dochter opmerkt om trent de moraal van de werkelijke wereld, zooals die door de voorname en eerzame be zitters van. aandeelen en obligaties wordt vertegenwoordigd, een moraal, welke principieel anders is dan die men op school en in de kerk aan argelooze kinderen leert. Shaw kon dit stuk evengoed thans nog geschreven hebbenals Shaw thans nog 38 in plaats van 78 was. Er zijn kunstenaars wier talent en levenswijsheid rijpt met de jaren en wier werken een climax verlooven naarmate hun haar grijzer wordt. Met G. Bernard Shaw is dit niet het geval. De weder opvoering van een van zijn eerste oeuvres in het genre, dat zijn naam heeft gevestigd, wijst een achteruitgang in gehalte aan, welke niet duidelijker te illustreeren zou zijn. Hoeveel sterker van constructie, geestiger van dialoog en belangrijker van inhoud is Mevrouw Warren's Bedrijf, vergeleken bij de studentikoze, oudeheeren-clownerieën uit Shaw's laatste periode! De geheel gevulde zaal, het was een abonnementsvoorstelling. heeft door haar levendige aandacht den jubileerenden Shaw van veertig jaren geleden welsprekend ge huldigd. En in die hulde hebben ook de acteurs, en actrices gedeeld, welke het oude stuk met zulk een jeugdig élan ten tooneele brachten. Wanneer wij de actrices het eerst memo- reeren. geschiedt dit niet uit het beleefd heidsmotief, dat de vrouw behoort voor te gaan. Ook artistiek ging de vrouw dezen avond voor. De beide vrouwelijke hoofdrollen beheerschten het tooneel en van deze beide trok Rika Hopper's vertolking van Mevrouw Warren de bijzondere belangstelling tot zich. Hoe früsch, hoe levenskrachtig en met welk een schilderachtige weelde van uitbeel ding deed deze. actrice de figuur van de ordinaire, goedhartige en zakelijk tegen over het leven staande „madam" voor den toeschouwer leven. In haar tragi-komische overgevoeligheid met haar wisselende diep ten van smart en verdriet, haar hysterische uitvallen, goedkoope vertroostingen en ori- gineele sofismen amuseerde ze voortdurend en greep ze in haar dramatische oogenblik ken aan. Rika Hopper is een blijft een actrice om trotsch op te zijn, een kunstenares, be nijdenswaardig om haar gave, zichzelf voort durend te verjongen en te verfrisschen. Haar tegenspeelster Didi Canivez, die haar figuur en haar stem mee heeft, moest aan vankelijk wat in haar rol komen, maar werd vaster en overtuigender naarmate de avond vorderde. In de beide laatste bedrijven, na de ontmaskering van haar moeder, toonde deze jonge kracht zich een tragedienne van talent; haar sober, rustig en scherp geac centueerd spel liet niet na indruk te wek ken. Van de mannen trof Jacques van Hoven door de geestige typeering van den dominee; vooral het vocale bestanddeel van het type heeft deze acteur met zorg bestudeerd en het effect beloonde hem voor zijn moeite. Eduard Verkade had Crofts misschien een tikje minder ordinair kunnen spelen; wij vergaten nu te veel, dat deze viveur, hoe verloopen dan ook, tenslotte toch „sir" was. De nerveus ges/peelde Pread van Gustav Czopp deed evenmin den architect en artist in de rol voldoende vermoede. Arend Hauer in zijn gebaar wel qens wat dilettantisch, bracht overigens wel leven in de figuur van den dominee's zoon. H. G. CANINEGIETIER. „MANNEN IN 'T WIT". Op Dinsdag i Mei zal in onzen Stadsschouw burg de eerste voorstelling te Haarlem wor den gegeven van „Mannen in 't Wit'',, in welk stuk de ook in onze stad nog zoo bekende pro fessor Van Rooy de regie behulpzaam is ge weest voor de verschillende hospitaal-scènes. In het Tijdschrift voor Geneeskunde schrijft de Haagsche medicus, Dr. J. A. F. van Gils o.a. het volgende over de opvoering van dit merk waardige Ameri'kaansche stuk. )tDe opvoering van dit Amerikaansche dok- tersspel door het Centraal Tooneel te Am sterdam was in menig opzicht een verrassing. Wie zou bij voorbeeld gedacht hebben, dat er in de voorbereiding van een operatie zulk een dramatische spanning lag? Wie zou het moge lijk geacht hebben, dat op het tooneel twee collega's oneenigheid krijgen aver de differen- tieele diagnose tusschen coma diabeticum en insulineshock, zonder belachelijk te worden? Hoe weinig is er noodig om een twist, waarbij de een-e dokter den anderen het spuitje met insuline ontrukt, en in plaats daarvan een on- Het is gebleken, dat hier en daar in het buitenland door opkoopers met Kruscben Salts geknoeid is. De fabrikanten waarschuwen daarom het publiek, Kruschen Salts in geen geval te koopen onder buitenlandsch etiquet, doch uitsluitend in den alom 'bekenden poedervorm in onge schonden Hollandsche verpakking, terwijl de naam N.V. Rowntree Handels Maatschappij zoowel op de verpakking als op het etiquet gedrukt moet zijn. Alleen bij dit echte Kruschen Salts zult (J baat vinden. E. GRIFFITHS HUGHES Ltd., MANCHESTER, Opgericht 1756. (Aclv. Ingez. Med.) derhuidsche inspuiting van glycose en adre naline toedient hoe weinig is er noodig om zulk een scène tot een komisch geval te maken? „Dat deze gevaarlijke klippen omzeild zijn, is, naast het meerendeel voortreffelijke spel, zeker voor het grootste gedeelte te danken aan den medischen regisseur, die op het pro gramma niet is vermeld, maar die achter de schermen een groote rol moet hebben ge speeld." Bij de bloemenhulde op den première-avond werd een fraaie Aesculaapstaf op het tooneel gebracht, die waarschijnlijk voor hem bestemd was, evenals een groot deel van den uitbun- digen bijval, die aan deze vertooning ten deel is gevallen. Hij bleef echter bescheiden op den achter grond. Hier onder ons mogen wij gerust ver klappen, dat het prof. van Rooy is geweest, die deze „mannen in 't wit" in de geheimen van het vak heeft ingewijd, en de echte sfeer van de kliniek op het tooneel gescha pen heeft." Na een bespreking van de verschillende rol len, eindigt Dr. vair Gils; ..Nog iets over de tooneelschikking, die in één woord voortreffelijk was. Woekerend met de kleine ruimte, die het tooneel van het Centraal Theater biedt, heeft de regisseur zeer mooie effecten weten te bereiken. De ope ratiezaal was in alle op-zichten af, de „mannen in 't wit" rondom de operatietafel met kennis van zaken gegroepeerd, de ziekenhuissfeer volkomen weergegeven, Niet griezelig, maar toch echt. Alles zuiver van toon, en alles in het teeken der geneeskunde. Zelfs het recla me-affiche was een trouwe copie van het nieuwe doktersautomobielemibleem, Zóó vier de Aesculaap hoogtij!" DANSAVOND ELS KEEZER EN YOMA SASBURC. Van de twee danseressen Els Keezer en Yoma Sasburg, die gisteren een dansavond in onzen Stadsschouwburg gaven, heeft de laatste het meeste talent. Haar dansen is meer bezield, haar bewegingen zijn soepeler en meer gevarieerd en gaan harmonieuser in el kaar over, en zij beschikt vooral, wanneer zij pantomimische dansen uitvoert, over groo- ter uitdrukkingsvermogen. En zij schonk ons —wat voor mij hoofdzaak is een grooter esthetisch genot. Het meest heb ik Yoma Sasburg bewonderd in De Waanzinnige, een pantomimische dans op muziek van Heinz Tobi. Deze dans was sterk expressief. Reeds dadelijk bij haar ver schijning met die opgetrokken schouders en den min of meer hoogen rug, was zij het beeld van den waanzin. Dat was prachtig van plas tiek en mimiek. Ook in haar slappe bewegin gen een enkele te krachtige beenheffing uitgezonderd en in haar gelaatsexpressie werd deze dans van een bijna aangrijpende realiteit. In Kinderlijke Madonna en Leed trof zij eveneens door zuivere uitbeelding. In deze dansen was een sterke innerlijkheid en zij waren in hun eenvoud ontroerend door bezie ling. De Ydille en de Mazurka waren meer pure dansen. In de veder-licht gedanste ydille deed zij denken aan een vlinder, de mazurka was van een gracelijke charme, capricieus en be vallig. Els Keeser is forscher en krachtiger in haar dansen, maar zij mist de gratie van Yoma Sasburg. Wanneer men haar in één dans heeft gezien, kent men ook haar wijze van dansen. De zelfde hoekige armgebaren, dezelfde stan den. dezelfde bewegingen komen telkens terug. En haar dansen is ook minder beheerscht. Wat ik in Els Keeser mis, is fantasie. Zij heeft, dunkt mij, het meeste aanleg voor het gro teske. Daarom komt zoó'n' „dwaze gavotte" die mij overigens geïnspireerd lijkt op den „faun" van Leistikow met haar abrupte dikwijls geestige bewegingen het best tot haar recht. Maar in de menuet die, meen ik. danst werd op muziek van Ravel schoot zij bepaald te kort. Hierin miste ik de gratie, de statie, de lichtheid van de menuet. f Van de „paardansen", die door Els Keeser en Yoma Sasburg gezamenlijk werden uitge voerd. was de pavane verreweg het best ge slaagd. Zij was voornaam, nobel en gracieus en hierin was ook een groote eenheid in de uitvoering bij de twee danseressen, een een heid, die ik waarschijnlijk door verschil van temperament en aanleg der twee kunste naressen in de andere paardansen zoo als in de „Groteske" wei eens miste. Na de pauze werd door een bewegingskoor onder leiding van Els Keeser een suite danst, welke zooals het programma ver meldde een uiting van humor, travestie, tragiek en onbezwaarde bewegingsvreugde wilde zijn. Het spijt mij. dat er onmogelijk in te hebben kunnen zien. Het was voor een be wegingskoor te verbrokkeld, het miste de vaste lijn in opzet en uitwerking en het was te dilettantisch van uitvoering. Een bewe gingskoor moet óns. toeschouwers, toch een sensatie van schoonheid geven en die heb ik geen oogenblik gehad. Ik heb niet het be klemmende van „Onder het juk der machi ne" gevoeld, zoo min als de vreugde bij de „bevrijding" daarvan. En bij de „legende" miste ik de geheimzinnige „sfeer", die daar toch verlangd werd, De heer Heinz Tobi zong ter afwisseling Italiaansche, Slavische en oud-Hollandsche volksliederen. Het was vooral in de Italiaan sche zangen, dat ik hem heb gewaardeerd. Maar zijn succes'was het grootst na de oud- Hollandsche liederen. Er waren tal van bloemstukken voor de danseressen en er was veel en hartelijk ap plaus, vooral na de mazurka van Yoma Sas burg, de pavane en het slotnummer uit de „Davidsbundler" van Schumann. J. B. SCHUIL. JOHAN KAART JR. in „MALLE GEVALLEN" Johan Kaart Jr. zal volgens het Hbld.. de hoofdrol vervullen in de film „Malle Ge vallen", naar het boek van Hans Martin, welke door den heer Loet Barnstijn zal wor den vervaardigd. Van 1 Mei af zal de heer Kaart geen deel meer uitmaken van de sociëta/ire- leiding van „Het Nieuwe Tooneel". LUXOR THEATER. Behalve de hier reeds besproken hoofd film Om acht uur aan tafel brengt Luxor een komische twee-acter van den bekenden filmkomiek Charlie Chase, een reisfilm over Singapore, een teekenfilm en het actueele Luxor-nieuws. REMBRANDT THEATER. De hoofdfilm Ik was een Spion, hebben wij hier reeds besproken. Het programma wordt aangevuld met een teekenfilm en het film nieuws, waaronder men enkele aardige opnamen van Polygoon aantreft, o.a. de opening van de nieiiwe filmbeurs, de bloem- bollenvelden en het kantklossen. Op het tooneel vertoont een viertal acrob'aten zijn kunsten. EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONG De aankondiging, dat Daventry ditmaal Bach's „Kunst der Fuge", als „Grondslagen" uitzendt, zal niet in alle kringen van muziek liefhebbers, zelfs niet van Bachbewonderaars geestdrift verwekken. Immers: al is „Die Kunst der Fuge" -een reusachtige, ongeëvenaarde ma nifestatie van Bach's contrapuntische kunst vaardigheid, is het werk toch in de eerste plaats een theoretisch document. In de 48 Preludiën en Fuga's van „Das Wohltempc- rierte klavier" heeft Bach aan zijn fantasie den vrijen teugel gelaten; de rijkdom van stemmingen dien men hierin vindt doet dan ook niet onder voor dien welken Beethoven's kla viersonates bergen, al is natuurlijk de wijze van uitdrukking bij beiden een andere. Bach's fantasie gevoelde zich door de regels van den fugatischen vorm een weinig belemmerd als die van Beethoven door de regels van den so- natenvorm. Maar bij den opzet van „Die Kunst der Fuge" overheerschte de bedoeling om eens te toonen wat er uit een enkel thema te maken is, wanneer men het vak goed kent. d.w.z. zooals Bach het vak kende. En zoo bouwde hij op een en hetzelfde thema 10 fuga's en vier canons voor één klavier en twee fuga's voor twee klavieren. In deze fuga's en canons zijn alle contrapuntische kunsten als omkeeringen, imitaties in de vergrooting en de verkleining enz. enz. bevat, die de theorie kent. Twee der fuga's zijn in haar geheel de omkeeringen van twee andere; het is dus alsof deze op hun lcop gezet zijn. Deze kunstvaar digheid laat wellicht den leek min of meer koud, maar voor den musicus die zich eenigs- zins voor theorie interesseert is zij verbluffend. En nu is 't Bach nog niet eens gegeven ge weest, het werk volgens zijn plan te voleindi gen. Zijn toenemende blindheid, die ook zijn dood verhaast heeft, is oorzaak geweest dat het werk een Torso gebleven is. De laatste fuga, die hierboven niet meegeteld is, en die, thema's bevat, waarvan het derde door de noten b, a, c, h voorgesteld wordt, breekt mid denin af, nog vóór de geplande combinatie der drie thema's tot een tripelfuga kon aanvangen. En zelfs met deze zouden Bach's groote plan nen nog niet gerealiseerd geweest zijn, Hij had n.l. het voornemen het werk te besluiten met een vierstemmige fuga, die vier thema's zou bevatten, welke vier thema's in alle stem men zouden kunnen worden omgekeerd. Dit eminente meesterstuk zou dan den sluitsteen hebben moeten vormen. Het heeft niet mogen zijn. Een poging om de tripelfuga te voltooien heeft o.a. Busoni ondernomen. Dergelijke po gingen zijn echter a priori in zekeren zin tot mislukking gedoemd, omdat nimmer een an der kon weten hoe Bach 't gedaan zou hebben. In den laatsten tijd is er een stijgende belang stelling voor „Die Kunst der Fuge" waar te nemen: niet alleen zijn er nieuwe uitgaven met toelichtingen van verschenen, maar het werk wordt in arrangement voor strijkorkest ten gehoore gebracht. Nog onlangs heb ik 't in dien vorm uit Kalundborg gehoord. De pianis ten wagen er zich echter niet aan, want al is het voor klavier geschreven, het is nauwelijks speelbaar en zelfs bij goede uitvoering hoogst ondankbaar. De Beethoven-cyclus van het Amsterdam- sche Concertgebouw die ook per radio uitge zonden zal worden, zal Zondag aanvangen met de zesde Symphonie of Pastorale. Het zal nauwelijks noodig zijn omtrent den inhoud van de: j of de andere symphonieën uit te weiden: zij zijn gelukkig, mede dank zij de radio, tot algemeene bekendheid gekomen. Maar op een enkel punt hier en daar mag nog wel eens even gewezen worden. Zoo is voor de Pastorale de spaarzaamheid waarmee Beet hoven bij het aanwenden van orkestrale mid delen te werk ging wel zeer in 't oog vallend. Tegenover het voor Beethoven's tijd groote orkestrale apparaat, dat in de Finale der Vijfde voorgeschreven is: één kleine en twee groote fluiten, twee hobo's, clarinetten en fa gotten, contrafagot, twee hoorns, trompetten en pauken, drie trombones en strijkkwintet staan voor de eerste twee hoofddeelen dei- Zesde slechts: twee groote fluiten, hobo's, cla rinetten, fagotten en hoorns, benevens na tuurlijk het strijkkwintet. In het Scherzo ko men er twee trompetten, in de Finale boven dien twee trombones bij. Pauken komen alleen in de Onweersmuziek (het vierde hoofddeel) voor; daarbij komen dan voor dit gedeelte nog kleine fluit, trompetten en bazuinen. In vergelijking met het „grosses Orchester" d. t een symphonie van Mahler of een „Ton- dichtung" van Richard Strauss verlangt is dat toch nog maar een klein beetje, en het uiter lijk effect van zoo'n Beethovensche symphonie is dan ook heel wat minder dan dat van een der genoemde werken. Het innerlijke nu daarover zal men weer kunnen oordeelen na Mengelberg's interpretatie, die ook zonder in uitersten te vervallen van het begin tot het einde de spanning er weet in te houden, en die dan ook telkens weer nieuw en frisch klinkt. We hebben dat Donderdagavond bij de vertol king van Mozart's symphonie kunnen waar nemen; stuwkracht en fijn sentiment wissel den elkaar in het eerste Allegro af; de teeder- heid waarmede het Andante gespeeld werd was bewonderenswaardig; voor de Finale was geen opgezweept tempo noodig om er, met be houd van de meest volmaakte klaarheid, het vereischte élan aan te geven. Men luistere bij de Beethoven-cyclus nauwkeurig en overtuige zich, indien dat nog noodig is, van de artistieke waarde die het Concertgebouw-orkest onder Mengelberg's leiding vertegenwoordigt. Wat de Derde (Eröica) betreft zijn de ver halen als die over het door Beethoven ver scheurde titelblad met de opdracht aan Napo leon bekend genoeg en ik wil dan ook alleen nog in herinnering brengen de zinrijke ver klaring, die Paul Bekker in zijn Beethoven- biografie gegeven heeft omtrent de beteeke- nis der Finale. Hij beschouwt deze als de apotheose van het heldendom van het genie. Daarom heeft dan 3eethoven er het thema uit zijn „Prometheus" (die den menschen het van den Olympus geroofde goddelijke vuur met de daarin besloten krachten bracht) ten grondslag gelegd. De dalende unisonopassage, waarmee het stuk aanvangt symboliseert Pro metheus, die met het vuur van den berg af daalt: zijn door hem tot- leven gebrachte schepselen beginnen eerst houterige bewegin gen, worden allengs vrijer en meer bezield. Ook conflicten ontbranden; het Andante spreekt als een dankgebed. Wat den bouw be treft is de Finale een reeks variaties op een thema, waarvan eerst alleen de bas gespeeld en gevarieerd wordt; het eigenlijke thema treedt pas daarna op. Zooals men weet komt di' thema ook als een der 12 Contradansen voor en heeft Beethoven er ook Variaties en Fuga voor piano op. 35) over geschreven, j CINEMA PALACE De Amerikaansche komiek Joe Brown in „De Drijvende Zwem broek". Den geheelen avond zal deze week in Cine ma Palace de lach door de zaal klinken! Voor degenen, die ont spanning en vroolijlc- zoeken is Cinema in gewezen plaats, -er is om te begin- -v.n Heidemann in de militaire klucht MÊS&Mi .Suikertante" die er rt§p| cle stemming al vast ,n brengt. Dan is er het Ween- -'•e sneelkaartenwon- der Graziadei. Nu ieder, die Graziadei aan het werk heeft ge zien, zal moeten' toegeven, dat "hij een won der is! Het is voor den leek absoluut onbegrij pelijk, zooals hij goochelt met de kaarten. Met zijn helpers uit het publiek heeft Graziadei het Vrijdagavond bijzonder getroffen, vooral de gezellige gemoedelijke dikzak zorgde nog extra voor het plezier van de toeschouwers. En zoo komen we tot de hoofdfilm „De Drij vende Zwembroek" met den komiek Joe E. Brown. Deze Amerikaan is hier in Holland nog niet zoo bekend, maar „De drijvende Zwembroek" zal er hem hier wel inbrengen. Deze film amuseerde het publiek zoo, dat her haaldelijk, bij een bijzonder geslaagd moment men in de handen klapte, iets wat bij de film maar zelden voorkomt. Joe toont zich hier een zwemmer van bijzondere kwaliteiten en hooge klasse, hij zwemt, hij duikt, hij blijft langen tijd onder water en demonstreert een zeer eigen-doimmelijke zwemslag, maar hij komt vooruit en hoé! In de film is Brown de ex- peditiebediende Joe Holt bij de firma Arm strong. Erg fortuinlijk is hij er niet, de and-ere bedienden veroorloven zich nog al eens grap jes met hem. die niet altijd even j uist gekozen zijn. De laatste grap doet hem besluiten zijn congé te nemen. Juist als hij zijn spullen bij elkaar aan het zoeken is krijgt hij bericht, dat een tante van hem overleden is, en dat zij hem tot erfgenaam heeft benoemd. De in opzet millioenenerfenis slinkt helaas tot een batig saldo van 5 dollar, doordat tante allemaal aandeeltjes had in onderne mingen, die failliet gingen, o, ja, ook erft hij van tante, Sam, een neger jog, het zoontje van tante's overleden huishoudster. Doordat Joe denzelfden naam draagt als de zwemkampioen Joe Holt, wordt hij door een misverstand voor zijn naamgenoot gehouden op Catalina. het eiland waar de groote zwem wedstrijd zal plaats hebben. Joe krijgt geen gelegenheid de zaak recht te zetten. Als hij zegt, dat hij heelemaal niet zwemmen kan, wordt hij hartelijk toegejuicht en vindt men, dat hij een echt type is,zoo origineel. Sam, zijn erfenis, is een groote steun voor hem, hij leert hem onder anderen ook zwem men en hij weet een drijvend zwempak voor hem op de kop te tikken en met dat zwem pak durft Joe 't zwemmen om 't kampioen schap aan. Zijn felste tegenstander is ook zijn medeminnaar en dat maakt de zaak voor Joe niet eenvoudiger. Een groot deel van de film wordt ingenomen door dezen mijlenwedsit'rijd. Wat Joe doormaakt en hoé hij alles doorstaat, laat zich niet beschrijven, dat moet U gaan zien, en wij beloven U een denderend en avond! TOOXEELVEREENIGING NIEUW LEVEN Klokslag 12. Op 2 en 3 Mei zal de geheel-onthouders- tooneelvereeniging „Nieuw Leven" in den Schouwburg, Jansweg, opvoeren „Klokslag 12" een vroolijk blijspel in drie bedrijven uit het Engelsch van Maltby en Wynne f verta ling C. v. Kerckhoven). Op 4 Mei zal een opvoering van hetzelfde stuk plaats vinden voor de werkloozen. Met deze opvoeringen be sluit de vereeniging het seizoen. DE NEDERLANDSCHE TREKKERSBOND. Volgens het maandbericht van den Neder- landschen Trekkersbond te dezer stede or ganiseert deze vereeniging op: 29 April: Dagtocht naar de jeugdherberg „Assumburg" in Heemskerk. 56 Mei: Groot Lentefeest onder leiding van Nel Voogd, in Assumburg" te Heems kerk te zamen met andere afdeeiingen. 10 Mei: Fiets-wandeltocht door de omge ving. 1213 Mei: Weekend naar de jeugdherberg in Abcoude; 's Zondags bezoek aan de H-eem- schuttentoonstelling te Amsterdam. 1921 Mei: Naar het N.T.B. Pinksterkamp te Saxenheim op de Veluwe. 2627 Mei: Wandelweekend naar de jeugd herberg De Duinark" te Noordwijkerhout. Verder verleent de Ned. Trekkersbond zijn medewerking bij de heropening van de ver bouwde jeugdherberg „Jan Gijzen", alhier op 28 April a.s. INGEZONDEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst of niet geplaatstwordt de kopij den inzender niet teruggegeven. CRISIS POSTZEGELS. In aansluiting op het stuk, eenige dagen ge leden door ons Comité in de dagbladen ge plaatst, kannen wij thans nog mededeelen, dat, dank zij de vriendelijke medewerking van eenige dames, van Maandag 30 April af gen stand in de hal van het Postkantoor zal wor den geplaatst ten verkoop van de Crisispost zegels. Daar de overwaarde van de aldaar verkoch te crisiszegels geheel-ten goede komt van het Haarlemsche Crisis Comité, wekken wij de Haarlemsche Burgerij dringend op ons werk te steunen, door aan genoemden stand de zegels te koopen of door het benoodigde aantal te be stellen, schriftelijk of per telefoon No. 14505, aan het bureau van ons Comité, Lange Begij nestraat 13rd. Zooals reeds vermeld wex-d, worden zegels uitgegeven van 5 en 6 cent. waarvan de ver koopprijs respectievelijk 9 en 11 cent bedraagt. Nu de 25ste verjaardag van H.K.H. Prinses Juliana op 30 April a.s. niet feestelijk gevierd zal worden, zij een massale verkoop der crisis- >ostzegels, waarvan één de beeltenis van H.K.H. draagt, een blijk van waardeering voor den arbeid, verricht door de Eerevoorzitster van het Nationaal Crisis Comité! Het Haarl. Crisis Comité: Mgr. J. D. J. Aengenent, Voorzitter; Prof. Dr. A. A. van Schelven, 2e Voorzitter: C. v. d. Winden, Jhr. Dr. J. C. Mollerus, Secretarissen; W. Korvinus, Penningmeester; J. Ph.- H. Castri- cum. H. E. Everard. H. Franken Jr.. W. J. B. van Liemt, H. H. Luyken, E. Overbeek, Mr. K. A. F. J. Pliester, M. A. Reinalda, Plebaan L. A, A. M. Westerwoudt,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16