MUZIKANTENLEVEN. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. Eerste aanval op de Werkloosheid. ZATERDAG 28 APRIL 1934 HAARLEM' S DAGBLAD 3 (Adv. Ingez. Med.) Naar Parijs. Eerste indrukken. De Nederlander in de lichtstad. STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER Het 60 millioen-plan „een noodverband, hetwelk den patiënt de overtuiging geeft, dat men hem niet vergeet." Dr. Colijn tegen een credietbank. Schuldbrieven aan toonder. Parijs voor het eerst! Weet u wat dat wil zeggen voor een jongen van twintig? Als u haar niet zelf beleefd hebt. is het on doenlijk ze u te beschrijven, die openbaring, die overweldigende emotie, zoo schoon en sterk, zoo ingrijpend, beslissend, alomvat tend. Wie eenmaal deze stad der steden heeft leeren kennen en dat is slechts mogelijk na een jarenlang verblijf wie haar ge zien, gehoord, geroken en geproefd heeft, in al haar weergalooze pracht en haar lage, weerzinwekkende ieelijkheid, wie den toover van haar hallucineerende verrukking ten- volle heeft ondergaan en den looden nek slag van haar matelooze decepties, den roes van haar teugelooze vreugde en de doods- huivering van haar vale, kille, naakte el lende, haar verbij sterenden rijkdom en haar schandelijke, ten hemel schreiende armoede wie de extase van haar prille, fiere reinheid heeft ingedronken en het sloopende gif van haar verrotting, heeft haar lief. Parijs, dat zenith van alle denkbare hartstochten, door millioenen gezegend, door millioe- nen vervloekt, die onweerstaanbaar stralen de vuurtoren waartegen onteltbaren hun vleugels te pletter vliegen, die miraculeuze heksenketel, waar alles kan lukken en alles mislukken, Par.js het centrale zenuwstelsel van het wonderdier dat aarde heet en waar op we allemaal als blinde wezens rondkrui pen, Parijs, die wereld in de wereld, die hemel, die hel.... wie Parijs zóó heeft leeren kennen, zóó heeft leeren liefhebben en verafschuwen tegelijk, die komt er nooit meer van los, die bewaart een zoet-schrij- nend heimwee in zijn hart en waar hij ook toeft en wie hij ook is, hij keert er ééns terug; als koning of als vagebond,, gelukkig of rampzalig, zegevierend of lamgeslagen, hij keert terug. Pardon, het gaat al over. Parijs heeft ook mij weer een beetje te pakken, geloof ik. Bij mijn vertrek in October was het in Holland al guur en kaal, maar Parijs lag nog loom en gelukkig te stoven in de on bewegelijke hitte van een glorieuzen na zomer. Wat een genot, dat langzaam inslapen bij het gedender der zware autobussen, het zalig ontwaken met een dag vol heerlijk heden in het verschiet! Eerst de koffie met croissants aan de toonbank van het vroolij- ke, drukke café op den hoek, waarbij je uit de hand sigaretten tracht te rollen van de infecte tabak, die later zoo heerlijk gaat smaken en zoo dierbaar wordt. Dan de ver rukkelijke zwerftochten door de stad met haar eindeloos wisselende verrassingen, haar koninklijke pleinen en boulevards. haar daverende straten, waarvan de huizen stuk voor stuk leelijk zijn en toch samen zoo'n prachtig geheel vormen; de rilde populieren en wilgen aan de Seine-overs, ijl, weg- droomend in een onzegbaar teer. mauve- blauw waas, de dartele branding van haar bruisend leven, die dag en nacht op en neer kolkt in haar slagaderen: de nooit rusten de straten met hun duizenden bedrijvige, spiegel-lichte cafés en bars. Haar heuvels: Montmartre, Buttes Chaumont, haar gra cieuze. doorzonde parken, de koele, kleui- door vonkte schemering van haar majestei telijke kerken, haar „squares", kleine stille door een hek afgesloten pleintjes met een paar boomen en wat vuil-geel zand. waarin een troepje fijne, bleeke kindertjes onbehol pen en ernstig zit te spelen. De prachtige, overstelpende kleuren- en geuren-orgie van haar nachtelijke groentemarkten, de Hallen, de onuitputtelijke rijkdommen van haar omstreken, concentrische cirkels van juichende schoonheid. En dan des avonds concerten, de theaters, de opera's de balletten. Het was eindeloos. Zoo verrukt en enthousiast was ik, dat ik wel al mijn landgenooten in mijn vreugde had willen laten deelen en aan mijn vrien den in Nederland schreef: stuur je ken nissen die met vacantie gaan maar naar mij toe. ik zal hun Parijs wel laten zien. Die philantropische neigingen heb ik ech ter verbluffend snel en zonder de minste moeite weer overwonnen, ben zelfs verhuisd zonder adres achter te laten, om den stroom mijner dierbre landgenooten te ontvluchten. Er bestaat namelijk zoo'n bepaald soort Hollander, U weet wel, dat manmoedig aan het reizen slaat en zulks, heusch, liever moest nalaten. Ik heb dat soort Nederlander in Parijs hartgrondig leeren haten. In Ne derland is die Hollander meestal gewoon, onopvallend, want in overeenstemming met zijn milieu. Maar in het buitenland! Daar wil hij „zichzelf blijven" en dat is een droevig schouwspel. Uit onkennigheid en verlegenheid wordt hij lomp, onhebbelijk, beleedigend zelfs. Hij beseft of wil niet be seffen dat hij de gast is van een ander volk, met andere gewoonten en andere waarden. Hij lacht liefst zoo, dat iedereen het vooral zal opmerken om die gewoon ten en miskent de waarden. Hij afficheert nadrukkelijk zijn afkeuring en verbazing, zijn geringschatting van alles wat hem ab normaal en belachelijk voorkomt. Hij begint trouwens altijd met ergens óm te lachen. Dat hij daardoor juist zichzelf en zijn ras belachelijk maakt komt niet in hem op en dat hij zijn omgeving ergert amuseert hem ook nog. Fransch kent hij niet en het beetje wat hij er stuntelig ftan brabbelt, spreekt hij uit met verkeerde klemtoon en pap-dikken tongval. Daarop is hij echter trotsch. want „dat geaffecteerde spreken van die lui hier is niks as aanstellerij". Een Nederlander in Parijs herken je op 100 M. afstand. Aan zijn hoed, zijn voeten, de kleur van zijn regenjas, zijn lorgnet, zijn veel te luide stem, zijn trouwring, zijn ma nier van loopen, zijn boordje. Eén worden met de massa, zich oplossen, erin verdwijnen, stilletjes en zonder voor oordeel observeeren, dat kan hij ook niet, Waar en hoe dan ook, de Nederlander blijft een kubieken meter Nederland om zich heen houden, een astrale emanatie van hem zelf, ondoordringbaar en onverwinnelijk, een beschermende atmosfeer, zwaar bezwan gerd met benauwende associaties aan groote schoenen, versche kabeljauw met gekookte aardappelen, botersaus en sla, goeie sigaren pils. eau de cologne, flesschenmelk en cadet- jes met kaas. Hij kan zich niet aanpassen en omdat hij confuus voelt, dat hij het niet kan, wil hij het ook juist niet meer. Hij blijft op uitdagende wijze zich zelf, kweekt met man en macht een superioriteitsgevoel, verdedigt zich tegen het vreemde, het ongewone dat hem omringt en waardoor hij zich belaagd voelt, door zijn typisch Nederlandsche eigenschappen, zooals zwaarwichtigheid, traagheid van begrip, ge brek aan smaak en raffinement, ongevoelig heid voor nuances, degelijkheid enz op een alleronaangenaamste en voor de omgeving hoogst hinderlijke manier te accentuecren. Uit noodweer neemt hij gedurende de 8 da gen van zijn verblijf een agressieve houding aan. welker onbescheiden en menigvuldige uitingsvormen exclusief voortspruiten uit het onwrikbare en in alle omstar «:::i •:dr-n. nage leefde principe: Geef-mij-maar-rijst! De Nederlander op reis is een plaag, een vetvlek, een beschaming, een nachtmerrie. In den wagon-restaurant begint de ellende al. Déjeuner, premier service! Ht belletje van den steward huppelt vroo- lijk van coupé tot coupé. De Nederlander vouwt zijn ochtendblad op. komt moeizaam overeind, stommelt hard pratend en joviaal lachend door de couloirs. Verlegen grinni kend. doch met aplomb neemt hij plaats aan de bruine tafeltjes met het dikke blauwe servies. Hij eet veel en vraagt op gebiedenden toon van eiken schotel tweemaal. Héla. ober. geeft mij nog maar wat van die groene slierten. (Zoo leuk doet hij alleen als hij met andere reizende Nederlanders „on dermekaar uit" is). Monsieur désire? Deesier, komt eerst maar es hier. Ja dat daar man, kijk niet zoo zuur! En een potje bier, jongen. De la bière? Tout de suite monsieur. De kellner serveert, hooghartig en onbewo gen. Hij is dat gewend. Na de verontrustende, onaangeroerd gela ten kaas wordt afgerekend. De fooi valt te groot uit of te klein. De wijn was lekker, frs. 7.50 is 75 cent. Niet duur. Van dit oogen- blik af zet de Nederlander inwendig elk be drag in dubbeltjes om. Aan de grens tracht de Hollander sigaren te smokkelen, hetgeen hem mislukt. Het fi guur dat hij slaat en de bar hooge boete die hij betalen moet. zetten een domper op zijn hoera-stemming. Gedurende de rest van de reis is hij stil en verstoord. Paris. Gare du Nord. Zooals een provinciaal in Amsterdam bij Kras gaat eten, bespreekt de Nederlander te Parijs een hotel in de Cité Bergère, vlak bij de Grands Boulevards. Naar dat hotel, waar hij ook ontbijten en dineeren kan. conditio sine qua non. begeeft zich de Hollander in een taxi, waarvan de chauffeur hem afzet en uitscheldt, hetgeen niet duide lijk tot hem doordringt. In het hotel aange komen zegt hij: Hè hè!, knapt zich wat op en gaat beneden dineeren. Een karakterloos en gaat beneden dineeren. Men spreekt Nederlandsch. Kan je niks gebeuren. Een karakterloos maal dagelijks herhaald en dat. tenslotte be slissend wordt voor het vernietigend oordeel. dat onze landgenoot zich meent te kunnen vormen over de Fransche keuken. Aan tafel ontmoet hij tot zijn vreugde en opluchting andere landgenooten, waarbij hij zich direct aansluit, 's Avonds gaan ze uit. eerst naar de Folies Bergère, waar het gezelschap zich voorziet van deugdelijke tooneelkijkers. Om de mooie décors beter te kunnen zien Omstreeks middernacht stijgt men met kloppend hart op naar de bovenstad. Na het traditioneele bezoek aan l'Enfer. Ie Ciel en le Néant, heeft men zich van Montmartre een duidelijk beeld gevormd en gaat ter ruste, 's Anderen daags wachten nieuwe vermaken. Eerst een stevig ontbijt in het hotel: zonder theé en spiegeleieren kan een mensch zijn dag niet beginnen. Vervolgens drinkt onze landgenoot *s mor gens om elf uur zijn eerste apéritifs of een halve flesch champagne op de tweede ver dieping van den Eiffeltoren. wat ten gevolge heeft, dat hij een half uur later bij het graf van Napoleon staat te suffen. Dan gebeurt het ongeluk. Ver van zijn hotel, moe. loom. beu van het gehos in bus sen en taxi's, besluit hij in vredesnaam maar een Fransch restaurant binnen te treden. Het wordt een desillusie die hij nooit geheel te boven zal komen. Om hem heen zitten aan onafzienbare riien kleine tafeltjes magere menschen die rustig- zwijgend of in een discreet gesprek gewik keld. van kleine bordjes verdachte spijzen nuttigen en onophoudelijk in een mandie met brood tasten. Tevergeefs tracht hij het met blauwe en roode inkt geschreven menu te ontcijferen. Eindelijk arriveert, een wer velwind gelijk, de kellner. Hij geeft met zijn servet een aai over het tafeltje, kwakt brood in het mandje, vraagt herhaaldlijk iets over „comme boisson", 1). waarop de Hollander geen antwoord vermag te geven, en stuift weer weg. zijn klant doodelijk ongerust ach terlatend. Het maal komt. Eerst één sardientje met wat olie en een krulletje boter. Daarna een minuscuul lapje vleesch met een vies blaadje sla. Zóó maar, zonder aardappelen en groen te. Hoe kan het bestaan. De Nederlander moet brood eten in plaats van zijn geliefde krui- mige aardappelen. Jus hebben ze hier ook al niet. En hij heeft nog wel groente besteld, andijvie. Endives staat op het menu. De groente verschijnt als het vleesch op is. twee stengels lof. Endives schijnt in dit vervloekt land lof te beteekenen, lof n.b. waar hij hee- lemaal niet van houdt. Onze landgenoot raakt steeds meer in de war. Hij waagt zich niet verder en vraagt om de nota. De kellner mom pelt een heelen tijd en besluit plotseling: Quatre vingt seize. Nieuw probleem. Quatre vingt seize beteekent.wacht even.ja, 91! 96? Francs kan niet. centimes ook niet. Hoe moet dat nou weer. Teneinde raad geeft de ongelukkige een biljet van frs. 100. waar op hij frs. 95,20 terug krijgt. In stuivers re kenen de idioten hier! Woedend en hongerig verlaat de Nederlander het restaiu-ant. om althans ergens een behoorlijk kopje koffie te gaan drinken. Mismoedig laat hij zich neer aan het terras van een café en krijgt daar i een glas met geel vocht er in. Ook al mis. Dat noemen ze koffie hier. Die kwestie van de koffie en het rare „onvoldoende" eten. zal een van zijn zwaarste grieven tegen de lichtstad blijven. Zoo verloopt in 9 van de 10 gevallen de vacantie van den Nederlander in Parijs. Hij schrijft aan zijn kennissen, dat hij de Fran sche vrouwen „chique" vindt en haar „flux de bouche" bewondert in zalige onwetendheid van het feit, dat chiaue tabakspruim betee kent en flux de bouche gekwijl. Hij winkelt met zijn vrouw, die zoo'n aardig hoedje koopt, dat haar niet staat, hij gaat Faust zien in de opera, verveelt zich in Versailles, bezoekt het Louvre, maar niet Snt. Germain l'Auxerrois er vlak naast, de Sacré Coeur, maar niet de Sainte Chapelle. en dankt, eerlijk gezegd, den hemel als hij in Roozendaal zijn broodje met ham en zijn kopje Hollandsche koffie weer tc pakken heeft. Arme Hollander, hij kwam eigenlijk maar zelden voor zijn plezier in Parijs en zeker nooit voor het mijne. MUSICUS. 1) Comme boisson? (Wat wilt u drinken? DE CONTINGENTEERINGS. POLITIEK EN HAAR GEVOLGEN. Een nota van oud-minister Verschuur. DE CONSl'MENT MEER VERTROUWD MET NED. FABRIKAAT. Mr. T. J. Verschuur, oud-minister van econo mische zaken heeft kort voor zijn aftreden aan de Staten-Generaal een nota aangeboden be treffende de gevoerde cintingenteeringspolitiek en hare gevolgen, evenals zulks in November 1932 is geschied. Deze nota is verschenen in de reeks ..Ver slagen en Mededeelingen van de Afdeeling Handel en Nijverheid". Aan het algemeen overzicht over de gevoer de contingenteeringspolitiek ontleent het Han delsblad o.m. het volgende: De achteruitgang van den economischen toestand was oorzaak, dat de bevoegdheden, welke bij de Crisisinvoerwet werden verkregen, nadat zij aanvankelijk slechts in zeer beperkte mate waren aangewend, steeds veelvuldiger moesten worden gebruikt. Dit bracht echter geenszins met zich. dat van de oorspronkelijk gestelde richtlijnen werd afgeweken. Aanpassing van het nog immer aanzienlijk te hooge Nederlandsche productiekostennivcau had de voortdurende en volle aandacht der regeering. Dit was te noodzakelijker, daar de waarheid, dat elke hulpverleening in meerdere of min dere mate een verschuiving van lasten betee kent, zich bij de veelvuldiger toepassing der contingenteering steeds meer deed gelden. Tot het treffen van steunmaatregelen werd dan ook slechts besloten, wanneer de waarborgen aanwezig waren, dat aan enkele primaire eischen zou worden voldaan. Tot deze eischen moet in de eerste plaats worden gerekend, dat de cintingenteering niet zou leiden tot prijs- verhooging. In de tweede plaats mocht de contingentee ring er niet toe leiden, dat de prikkel, welke het bedrijfsleven tot de hoogste activiteit moet opvoeren teneinde zich aan de gewijzigde structuur te kunnen aanpassen, werd verslapt. Zoo mogelijk moesten de maatregelen zelfs medewerken dezen prikkel te versterken ten einde de aanpassing te bevorderen of te ver snellen. In verband hiermede moest dus tel kenmale onder het oog worden gezien of aan vragen om steunmaatregelen dienden te wor den afgewezen, daar zij toch geen blijvend heil konden doen verwachten, dan wel moesten worden ingewilligd, teneinde aan een nood zakelijke reorganisatie eenigen ruggesteun te verleen en. Bij het beoordeelen of het treffen van con- tingenteeringsmaatregelen gerechtvaardigd was, werd steeds zorgvuldig vastgehouden aan het criterium van overmatigen invoer en wel als eenig richtsnoer. De gecompliceerde en zich snel wijzigende internationale productie- en afzetverhoudin- gen brachten mede, dat bij de vraag of over matige invoer aanwezig was, ook nog tal van andere factoren in overweging moesten wor den genomen. Zoo ontstond de mogelijkheid, dat de invoer op een bepaald moment als overmatig moest worden aangemerkt, on danks het feit, dat hij kleiner was dan voor heen, ook wanneer reeds rekening was ge houden met een afnemend binnenlandsch en buitenlandsch verbruik. Dit geval kon zich voordoen, wanneer bepaalde importstimulee- rende factoren die zich voorheen hadden* doen gelden thans waren weggevallen, b.v. wanneer aan een toestand van dumping door de vor ming van een internationaal kartel een einde werd gemaakt, of bij een reeds bestaand kar tel een voor de Nederlandsche industrie gun stiger quota-verdeeling kon worden bedongen. Eveneens moestf in bepaalde gevallen de Crisisinvoerwet worden gehanteerd, wanneer de dreigende stroom van goederen door de betrokken Nederlandsche industrie weliswaar met inspanning van alle krachten werd ge weerd, doch dit slechts ten koste van zoo danige verliezen had kunnen geschieden, dat de betrokken bedrijven werden ondermijnd. Behalve het prijsverloop, werden de bewe gingen van het loonniveau nauwkeurig ge volgd. In de gevallen dat een verstarring van de loonen werd opgemerkt, kon niet worden geconstateerd, dat de contingenteering daartoe in eenigszins belangrijke mate had bijgedra gen. De overtuiging bestaat, dat de aanpas sing in de gesteunde industrietakken in het algemeen niet ten achter bleef bij die in de ongesteunde. Dat echter de loonen in vele gevallen nog te hoog waren, blijkt uit de nei ging, welke in de industrieën, die zich daartoe leenen. is waar te nemen, tot het vervangen van volwaardige mannelijke arbeidskrachten door halfwassen of vrouwen of zoo mogelijk vooral door meisjes. In welke mate deze po ging tot reductie van den loonfactor zonder toepassing van directe loonsverlaging reeds doorwerkte, blijkt uit het feit, dat nagenoeg uit alle deelen van het land wordt geklaagd over gebrek aan jeugdige vrouwelijke arbei ders. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats voor de fabriekscentra. Onder de door con tingenteering gesteunde industrietakken komt dit verschijnsel in sterke mate tot uiting bij de tricotage- en confectiefabrieken. Deze heb ben haast zonder uitzondering te kampen met groot gebrek aan geschoold en onvoldoend aanbod van ongeschool personeel. Het ingestelde onderzoek heeft tot de over tuiging geleid, dat ook het proces van aan passing aan wijzigingen in de techniek en ver anderingen in de behoeften, in het algemeen eerder werd versneld dan vertraagd. SAMPAN OMGESLAGEN. OFFICIER EN SOLDAAT VERDRONKEN. Aneta meldt uit Medan: Tijdens een oefening bij Hamperan Perak nabij Belawan, is een sampan met zes in zittenden omgeslagen. Vier hunner werden gered, doch de eerste luitenant J. A. Froeüng en een Javaansch fuselier zijn verdronken. 27 April. Voor de Kamer rustig verder ging met de bespreking van het 60 millioenplan der Re geering voor de werkverruiming, had zij eerst iets anders af te doen. Iets, dat urgent ge acht werd. nl. de nieuwe voorschriften voor de vergadering van houders van reeds uit gegeven. niet onder trustverbar.d staande, schuldbrieven aan toonder. Deze wet wil de mogelijkheid scheppen, om door een vergade ring van obligatiehouders besluiten te doen nemen, welke alle houders van obligaties binden, dus ook de onwilligen. Zoodat niet enkelen kunnen tegen houden, dat bedrijven uit moeilijkheden worden gered en liquidatie, met alle gevolgen daarvan, kan worden voor komen. Dnt ontwerp was punt van overleg ge weest tusschen Minister van Schaik en de vaste Kamercommissie voor Privaat- en Straf recht en zoo was men het over de regeling dezer materie tamelijk wel eens geworden. Zij is er dan ook door gegaan z.h.s. nadat de Minister nog aanvaard had de gedachte in de vaste Kamercommissie, om het recht van appèl en cassatie hierbij in te voeren. En ver der vermaakte de Kamer er zich nog wat mee, of in het ontwerp moest staan, van af dat tijdstip, of: van dat tijdstip. Het bleef: van af. Toen ging men weer verder met de 60 millioen voor de werkverruiming. De heer Wijnkoop "Comm.) kwam er zich tegen verklaren, het bedoelt niets dan loon- druk. In de Sovjet is grooter werkvermeer- dering te constateeren dan waar ook. Deze spreker meende, dat de regeering de koop kracht vermindert en dit voorstel helpt ter wegneming van de werkloosheid niets. De chaos in het kapitalisme maakt een oplossing onmogelijk, dat kan alleen de strijd der ar beiders. De heer Vliegen wil de kapitalisti sche economie redden. Spr. diende een motie in. die uitspreekt, dat de loonen bij de uit voering van dit werk niet lager mogen zijn dan de plaatselijke, of de contractueele. Deze motie werd gelijktijdig behandeld. De heer Van Poll (R.-K.) ging accoord met het voorstel, doch niet met de argumen ten der regeering er voor. Hij betoogde, dat de z.g. aanpassingspolitiek tot heden toe juist omgekeerde gevolgen heeft gehad dan men er van voorspelde. Deze politiek is niets dan economische zelfmoord en die aanpassings politiek zal alle sociale maatregelen hier op den duur aanpakken. Spr. pleitte voor autar kie, voor imperiale zelfvoorziening, Z.i. moe ten wij zoo weinig mogelijk in de wereldcon- currentie ingeschakeld worden. De heer Weitkamp (C.H.) kwam het spe ciaal opnemen voor de kleine boeren, die met zulke groote zorgen te kampen hebben. Die thans in de werkverschaffing arbeiden, moet de regeering weer in hun eigen bedrijf plaat sen. De heer van Houten (CD.U.) voelde op zich zelf voor dit voorstel, doch vreesde er loon- druk van. Hij wilde alleen voorstemmen, als hij de zekerheid krijgt, dat met de loonen niet beneden een ethisch minimum wordt gegaan, dat rekent met de behoefte. De heer Arts iR.-K. Dem. partij) stond op hetzelfde ge reserveerde standpunt tegenover het voorstel. De heer Sneevliet (Rev. Soc.) ziet bij den heer Vliegen autarkische tendenzen en vond de toenadering in dit debat tusschen Soc Dem, en Roomsch-Katholieken zeer opmer kelijk. De regeering pleit hier voor de hand having der liberale economie. Spr. achtte de aanpassings-loonpolitiek een zeer groot ge vaar en bestrijding der werkloosheid acht hij niet het feitelijke doel van dit ontwerp. De heer Kupers (S.D.) klaagde, dat er te veel normaal werk in werkverschaffing wordt uitgevoerd en hij betreurde, dat bij de uit voering van dit plan de collectieve contrac ten niet worden gehandhaafd. In het bouw bedrijf zijn de loonen aanmerkelijk gedaald CHAUFFEUR KEEK HET ACHTER LICHT NA EN WERD GEDOOD DOOR EEN ANDERE AUTO. Vrijdagavond bevond zich een vrachtauto, afkomstig uit Zutfen, op den Amsterdamschen straatweg te Baarn. De chauffeur had de auto stop gezet om het achterlicht te onder zoeken, dat niet wilde branden. Terwijl hij hier mede bezig was, kwam een auto aangereden, die in volle vaart tegen de achterzijde van de vrachtauto botste. De chauffeur van de vrachtauto werd zoodanig gewond, dat hij enkele oogenblikken later is overleden. In de luxe auto zaten behalve de chauffeur nog drie personen. Deze drie inzittenden liepen lichte verwondingen op. De chauffeur klaagde over inwendige pijnen en moest voor onderzoek naar het ziekenhuis te Baarn worden vervoerd. De auto werd zwaar beschadigd. CIRCUS-ARTISTE UIT TRAPéZE GEVALLEN. ERNSTIG GEWOND OPGENOMEN. Tijdens de openingsvoorstelling van het circus Amar te Leiden is de 32-jarige artiste B. A. die op een trapeze met haar broer optrad, van ongeveer 10 meter hoogte om laag gestort. Een zich toevallig in het circus bevindende arts verleende de eerste hulp Zij is met ernstige inwendige kneuzingen naar het St. Elisabeth-ziekenhuis overge bracht. SLAAPRIJTUIGEN DERDE KLAS. Van 15 Mei a-s. af zullen de treinen D 8 en D 19, ParijsAmstecram en terug, een slaaprijtuig 3de klasse bevatten. de bouwkosten van de arbeiderswoning zijn weer even hoog als in 1914. Spr. betoogde, dat verlaging der loonen onze export, niet zal bevorderen en nu is dit ontwerp een soort motor voor loonsverlaging over de geheele linie. Invoering van een korteren werktijd is hier gewenscht. Spr. pleit ook voor een gene rale huurverlaging, o.a. door instelling van huurcommissies. Mr. Vervoorn «Platt. Bond) had sympathie voor dit voorstel, doch uitte ook bezwaren. De kleine ondernemers wil hij vrij stellen van de sociale lasten en de salarissen van de ambte naren kunnen nog meer omlaag. Ook in den land- en tuinbouw kan nog wel een groot aantal werkloozen worden geplaatst. Spr. vraagt ook aandacht voor het vraag stuk der binnenlandsche kolonisatie, nl. het overbrengen van werkloozen uit de stad naar het platteland. Verder pleit hij voor contin genteering van steen. De heer van Dis (S.G.P.) achtte deze wijze van werkverschaffing geen afdoende bestrij ding der werkloosheid. Aan verlaging der loonen is niet te ontkomen, doch in verband daarmede moet alles omlaag. Ook voor de so ciale lasten geldt dit. De bedrijven moeten, verlost worden van de dwangverzekering. Deze spreker vestigde speciaal de aandacht op enkele werken. De heer Kuiper (R.K.) ziet. om des tijds wille van het woord af. De heer J. ter Laan i S.D.) informeerde naar den bruggenbouw en drong aan op speed, terwijl hij ook aan drong op spoed met den bouw van den Maastunnel te Rotterdam, die een 12 millioen arbeidsloon zal vorderen. En toen kwam Dr. Colijn aan het woord om het voorstel te verdediger.. Veel liet. hij terzijde, ook detailkwesties, en behandelde in een rede van 7 kwartier, le. het karakter van het voorstel. 2e. het beoogde doel. 3e. de wijze, waarop gewerkt wordt, en 4e. enkele opmer kingen in verband met de beschouwingen in het algemeen over het crisis-vraagstuk. De plannen verschaffen hoogstens een 50.000 man werk. dus de crisis oplossen doen ze al lerminst. Ze willen alleen zijn een inleidende aanval op de werkloosheid, of wil men het anders het is het eerste noodverband, het welk den patient de overtuiging geeft, dat men hem niet vergeet. In de keuze der werken bestaat volle vrijheid, het kan van alles zijn, b.v. ook het moderniseeren der koopvaardij vloot. of het moderniseeren van gezonde fa brieken. Een ruwe aanval op de loonen is al lerminst de bedoeling, niet alle loonen zijn te hoog. maar speciaal in de beschutte bedrij ven zijn nog te hooge loonen. Loonnormen wilde Dr. Colijn nu niet geven. Wordt men het niet eens over het loon bij een plan, dan wordt dit ook niet uitgevoerd. Ook aan de verlaging der huren is en wordt gewerkt. Dr. Colijn betoogde ook. dat wij moeten exporteeren, om te kunnen leven. En bij export behoort onafscheidelijk im port. Heel de structuur van ons bedrijfsleven zal moeten veranderen, ook bij land- en tuin bouw. De groote uitvoeren keeren niet terug. Hoe die structuur moet zijn. is nog niet te zeggen, dat hangt veel af van onze blijvende export. Dr. Colijn merkte verder op, dat de regee ring heel wat voor het bedrijfsleven doet, dat zij ook gezonde industrieën wel helpen wil, doch een Industriebank achtte hij onge- wenscht, hij vreesde er een mislukking van en een aantasting van het Staatscrediet. De Kamer heeft nog vier moties, waarover beslist moet worden Zij zal dat Woensdag doen en niet- Dinsdag, omdat het dan l Mei is en de soc.-democraten tegen een beslissing op dien dag bezwaar hadden. OBSERVATOR. GEWETENLOOZE PRACTIJKEN. Smokkelarij van deviezen uitgelokt SLACHTOFFERS WERDEN IN BERLIJN GEARRESTEERD. PREMIES VOOR HET AANBRENGEN. De Amsterdamsche Justitie zoekt een Duitsch advocaat en diens vrouw, die zich in ons land aan gewetenlooze practijken hebben schuldig gemaakt. Zij zetten n.l. ver schillende personen aan tot het smokkelen van deviezen en wisten meerdere menschen voor zoover men thans weet twee Neder landers en een Pool over te halen een reis naar Berlijn te maken. waar. zoodra de effecten waren verkocht, de verkoopers werden gearresteerd. De geheele geschiedenis was tevoren door den advocaat, dr. Samter. in elkaar gezet. De slachtoffers werden in Duitschland tot zware straffen veroordeeld. Het Duitsche echtpaar, ontving waarschijnlijk hooge pre mies voor het vinden van slachtoffers. Nog vele personen hebben op de nominatie ge staan om op dezelfde wijze bedrogen te wor den. Voordat de Justitie heeft kunnen ingrijpen is het echtpaar verdwenen; mevr. naar Parijs en dr. S. naar Engeland. NOG EEN GELUKKIGE GEMEENTE. Leiderdorp blijkt niet de eenige gemeente in Nederland te zijn. waar de belastingen worden verlaagd. Ubbergen blijkt in dezelfde gelukkige positie te verkeeren. 3. en W. stel len den gemeenteraad n.l. voor. voor het be lastingjaar 19341935 het aantal opcenten op de hoofdsom der gemeentefonösbelasting te verlagen van 80— tot 30 en het aantal opcenten op de hoofdsom der vermosensbe- lasting te brengen op 25 (vorige Jaar 50),

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5