m.
10
^0f T SZc"-handjes uit naar de
Am 0' bloemen in het
EEN GOEDE HOUDING.
HELPT BOUWEN!
WEEKNIEUWS
ABR. MEIJER
BLAZERS
ICeukenaefi eTrnen
DONDERDAG 3 MEI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
NIEUWE VOORJAARSBLOUSES
Nog altijd handhaaft de blouse zich op
haar bevoprrechte plaats in de modewereld.
En dat is eigenlijk geen wonder; want zelden
hadden wij, vrouwen, van een kleedingstuk
meer plezier en practisch nut dan van de
blouse.
Er zijn blouses voor den ochtend, voor den
middag en zelfs voor den avond.
No 1: elegante avondblouse van zilver
lamé. Sluiting opzij met groote gesp van si-
mili.
No. 2: zomerblouse van crêpe de chine im-
primé; met groote pofmouwen en strik.
No. 3; blouse van witte crêpe-sa tin met
pelerine van geplisseerde volants. De garner
ring bestaat uit strikjes van hetzelfde ma
teriaal.
No. 4: avondblouse van bedrukte crêpe
satin. De pofmouwtjes zijn aan een pas ge
zet. die door een volant omzoomd wordt.
No. 5: eenvoudige blouse, passend bij een
tailleurscostuum.
ëo. 6: ouderwetsch aandoende kazak van
taft, met grooten strik.
No. 7: blouse van effen linnen, met pele
rine en wijde, korte mouwtjes.
„Hebben", zegt het
J kleine kind.
f.JÊ0 Het steekt de
iaw .rSr van het stads-
Jj ./v.iY rj park. Het vindt die
ff bloemen mooi. het
wil ze dus hebben
Een gebrul gaat op
als dat niet ge
beurt.
„Die bloemen zijn
wel voor jou, ze
zijn voor ons alle
maal. Maar juist
omdat ze voor ons
allemaal zijn kun
Je ze niet meenemen. Dan zouden ze wegge
sloten staan in je kamer en konden anderen
ze niet meer zien."
Redeneer zoo eens tegen het kleine kind!
Het begrijpt er niets van Zijn die bloemen
wel van hem? Dan moet hij ze ook hebben,
ln zijn handen houden.
Bezitten en niet in je handen mogen hou
den. niet mee naar huis mogen nemen. Dat is
een begrip dat niet zoo makkelijk bij te bren
gen is.
De meeste kinderen willen reëel bezitten.
Die kleurige bal, die mooi aangekleede pop is
van hen. die geven ze niet af.
„Laat Jopie nu ook eens met Je pop spe
len", zegt moeder tegen Ada. Maar Ada klemt
de pop in haar armpjes en gluurt vijandig
naar Jopie. die haar lip laat hangen. Ze geeft
de pop niet en ook met haar andere speel
goed mag Jopie niet spelen.
Jopie huilt. Ada blijft onverbiddelijk.
Een mooie gelegenheid om Ada dan eens
aan die bloemen uti het park te herinneren.
Weet ze nog wat een verdriet ze had toen zij
de bloemen niet kreeg? Hoe akelig het is om
verdriet te hebben. En kijk Jopie nu eens!
Door haar schuldWant zij had de pop
kunnen geven
Ada zal zich zeker niet dadelijk bekeeren.
Koppig blijft ze een tijdje bij haar weigering.
Maar het weigeren wordt steeds moeilijker, ze
is zich haar schuld wel bewust. Ze doet Jopie
verdriet en uit eigen ervaring weet ze hoe het
Is verdriet te hebben. En alleen spelen ver
veelt ook op den duur.
En op een goeden dag als Jopie haar bal
opraapt en er mee gaat spelen, laat ze haar
stilletjes gaan. De eerste overwinning! Moe
der zal dan wel zoo wijs zijn niet met goed
keuringen aan te komen, dat zou de overwin
ning weer alle waarde ontnemen. Jopie speelt
blij met den bal en Ada ervaart voor het
eerst de blijdschap van het gedeelde bezit, iets
van het „Jouw geluk is mijn geluk".
Daarna zal ze misschien ook iets gaan be
grijpen van het gemeenschappelijk bezit van
de bloemen in het park. In dat verband is het
ook wel aardig het kind zelf bloemen te laten
verzorgen. In een tuin, in een bloembak op he:
bale on Bloemen voor de huisgenooten, voor
de voorbijgangers Bloemen waar ieder zijn
vreugde aan heeft. Het leert dan niet alleen
de blijdschap om het gemeenschappelijk be
zit kennen, maar ook de verantwoordelijkheid
die zoo'n bezit geeft, ooit bij het kind den na
druk leggen op eigen bezit, nooit het laten
kweeken van een eigen tuintje, waaruit het
alle bloemen voor zich zelf mag plukken en
mag laten verwelken in een vaasje op een
eigen kamertje. Dat zelf-willen-bezitten zit
er bij ons menschen al genoeg in, dat is al
oorzaak genoeg van heel wat ongeluk.
Begin bij het kind met heel reëele din
gen. Het verzorgen van een tuin. het netjes
houden van school of huis. Leer het verant
woordelijkheid voor het gemeenschappelijk
bezit. Leer het dat geen bezit strikt persoon
lijk kan zijn.
Dan zal het Mer allicht beseffen, dat eigen
mogelijkheden, eigen talenten ook niet louter
en alleen hem zelf toebehooren. Dat hij die
mogelijkheden en talenten moet verzorgen en
ontwikkelen voor anderen. Dat er alleen maar
keluk kan zijn over datgene wat we gemeen
schappelijk bezitten. BEP OTTEN.
Vrij kwartier.
De grootere meisjes van de school in onze
buurt loopen bij twee en drie gearmd druk
kakelend voorbij. Daar gaat zoo'n groepje, de
langste in het midden, ze steekt een heel eind
boven de twee anderen uit, maar die beiden
zijn voor meisjes van vijftien jaar toch niet
klein. De middelste geeft de beide anderen 'n
arm, en het is duidelijk aan haar houding te
zien, dat zij zich zoo klein mogelijk probeert
te maken. Zij laat haar hoofd wat naar voren
komen, haar rug is krom en zij tilt haar voe
ten weinig van den grond op. Zij maakt echt
den indruk van iemand, die het naar vindt,
om zooveel langer te zijn dan de meesten, en
daarom buigt zij zich zooveel mogelijk naar
de beide anderen toe.
Even achter haar loopt een ander meisje,
en klein, kittig ding: haar rug is kaarsrecht,
zij houdt het hoofd zoo hoog mogelijk, haar
schoenen hebben hooge hakken, eigenlijk
veel te hoog voor zoo'n jong ding maar
toch moet zij nog maar boven kijken om te
praten met de vriendin die naast haar loopt.
Ziedaar bij jonge meisjes al dadelijk twee
redenen van een minder goede houding: de
al te lange, die zich kleiner probeert te ma
ken door een ronde rug. de kleine die stram
en stijf zich probeert uit te rekken om vooral
maar grooter te schijnen.
En het is hoogstwaarschijnlijk dat deze
beide meisjes haar verdere leven deze slechte
houding zullen blijven behouden, omdat zij
altijd het gevoel zullen hebben, dat zij óf te
veel boven anderen uitsteken, óf altijd naar
anderen moeten opkijken
Wie echter op de houding van zichzelf en
haar medemenschen let. zal wel tot de con
clusie moeten komen, dat er velen zijn, die
noch te groot, noch te klein zijn, en die toch
een slechte houding hebben.
Dat kan natuurlijk het gevolg van een
slechten lichaambouw zijn, maar lang niet
iedere vrouw met een verkeerde houding mag
het daaraan toeschrijven. Maar al te vaak is
het een gevolg van te weinig oplettendheid
van de opvoeders in den groeitijd: het on
evenwichtige kind neemt een bepaalde hou
ding aan. die zich direct ook aan het uiter
lijk openbaart, en wanneer het kind niet ge
holpen wordt, om dat af te wennen, loopt het
gevaar dit zijn heele leven te behouden.
Een houding is ook dikwijls een uiting van
het karakter: een kordate vrouw loopt eenigr
zins stram en met groote stappen, een andere
met een te meegaand karakter zit wat in
mekaar, een vriendelijke vrouw houdt zich
niet stijf, een vrouw die zich moeilijk geeft,
uit dit juist door haar te stijve houding.
Een goede houding is voor een meisje een
belangrijk ding: zij zal daarmee niet alleen
alle functies van haar lichaam bevorderen,
maar zij zal er ook haar uiterlijk schoon mee
verhoogen. Geen stram en stijf figuur wordt
hiermee bedoeld, zooiets of wij op een ouder-
wetsche gymnastiekles in de pas loopen, maar
een soepele, losse houding, die vrije bewegin
gen veroorlooft,, en die "ook wel eens krom
staan toestaat.
Een jong meisie had tot gewoonte, om bij
de theetafel altijd met een kromme rug te
staan, terwijl dat heelemaal niet noodig was.
Geen enkele keer kon de moeder dit onopge
merkt voorbij laten gaan, steeds klonk het:
sta toch rechtop.
Maar het meisje had een stijve houding
met een al te kaarsrechte rug; zij heeft dat
ook altijd gehouden, maar wie weet hoe goed
het voor haar was, om zoo nu en dan die rug-
spieren eens te buigen, en hoeveel soepeler
haar houding geworden zou zijn.
Als er maar niet onophoudelijk aanmerking
op was gemaakt.
E. E. J^-P.
Vóór mij ligt een brief van den Algemee-
nen Nederlandschen Vrouwen Vredebond.
Het eerste, wat de aandacht trekt, is een
groote foto van een welgedane, schattige
baby met argelooze oogen en een aandoen
lijk blond kuifje. Hij weet met zijn ronde
armen en beentjes nog niet veel raad; zijn
handjes grijpen hulpeloos, zijn groote oogen
kijken vertrouwend uit naar een of ander
groot mensch, die hem straks wel veilig in
zijn armen zal nemen.
De veiligheid van onze armen.
En wat staat er onder deze foto? Overge
nomen uit de brochure: „Luchtoorlog en
gasmaskers". Het kind in verband gebracht
met deze gruwelen. Het is te afschuwelijk.
..Daar wil ik niet aan denken", zegt zoo me
nige moeder.
Moeders, hoe minder ge daaraan denken
wilt, hoe meer kans ge loopt, dat er werkeln'-
verband zal komen tusschen uw kind en de
oorlogsgruwelen. Nog maar al te veel me-
schen nemen de houding aan van: ik wil
niet aan deze vreeselijke mogelijkheid den
ken; als het komt, is het erg genoeg, en ik
kan er toch niets tegen doen. Ei- zijn vooral
nog zooveel vrouwen die denken, dat oorlog
of vrede een kwestie is van een of andere
conferentie tusschen groote heeren. Maar
oorlog of vrede is een kwestie van elk men-
schenhart. En als ons hart bij de duizenden
argumenten die daar zijn tegen den oorlog
„neen" uitroept, dan moeten we dien kreet
niet onderdrukken „omdat het toch niets
geeft". Als niemand van ons den oorlog wil
hoe kan de oorlog dan voortbestaan? Ko
ningen, dictators en ministers voeren den
oorlog, niet, menschen als wij voeren den
oorlog. En aan deze menschen, stuk voor stuk
en allen tezamen, de taak, een oorlog te voor
komen.
Het is daarom zoo'n goed idee van den Alg.
Ned. Vrouwen Vredebond, alle vrouwen en
moeders van Nederland op te roepen tot een
„Stillen Rondgang" als getuige van haar wil
tot vrede. Niet alleen op hen, die dien rond
gang aanschouwen, zal dit indruk maken
ook op de vrouwen zelf. die dan zullen zien,
dat ze heusch niet alleen staan, dat duizen
den en duizenden denken als zij. „Eendracht
maakt macht" schrijft de Alg. Ned. Vrouwen
Vredebond. Wat een macht moest er uitgaan
van al die moederharten op de gansche aar
de, die voor haar kinderen geluk en niets
dan geluk willen! Als de vrouwen haar macht
maar beseften!
Gelooft u nog in heldenroem en in het veld
van eer? Oorlogsromans en oorlogsfilms moe
ten u dat geloof wel ontnomen hebben. En
een komende oorlog zal nog grooter ver
schrikkingen brengen.
Daar zit de kleine baby. het groote, wijde
leven wacht hem. Hij is zelf een klein stukje
leven in het Leven, een klein wonder in het
groote Mysterie. Hij is geboren om het leven
te verrijken, niet om te dooden. Er is maar
één geluk voor den mensch. dat is: bouwend
door het leven te gaan, bouwend aan zich
zelf en zoo aan de wereld. Wij willen het ge
luk voor dezen kleinen mensch, wij vrouwen
en moeders van de gansche wereld, wij wil
len. dat hij een bouwer zal worden en geen
vernieler. En daar zullen we voor strijden,
daar heeft hij recht op, omdat hij gelooft in
de veiligheid van onze armen.
„Wij vrouwen, wij willen den wereldvrede".
„Oorlog is misdaad".
Op de banieren, die de vrouwen mee zullen
dragen op haar stillen gang door de straten
van Den Haag. met als doel het Vredesnaleis.
zullen deze woorden te lezen staan. Sluit u
aan bij deze vrouwen en schrijft deze
woorden in uw hart. opdat uw kind zijn volle
deel aan het rijke Leven zal krijgen!
Aangifte tot deelname aan het Centraal
Comité „Stille Rondgang", Laneendiikstraat
13. Haarlem. BEP OTTEN
ONAANCENAME LUCHT VAN
HANDSCHOENEN.
Het is een zeer veel voorkomende klacht,
dat handschoenen, zoowel leeren als fanta
sie, een onaangename lucht krijgen, als men
ze bewaart in een gesloten doos. Wat hier
aan te doen en hoe dit kwaad te voorkomen?
Ons heeft de ervaring geleerd, dat men
handschoenen niet op deze manier moet weg
bergen. Zijn ze splinternieuw, dan kan het
geen kwaad, als de bergplaats maar volko
men droog is. Gedragen exemplaren echter
beware men liever op luchtige plaatsen, bij
voorbeeld in een ruime lade, over een roede
in de kleerkast, in elk geval zóó, dat af en toe
frissche lucht kan toetreden.
Om het kwaad, zoo dit reeds bestaat, te
verhelpen, raden wij haar, die niet tot het
wasschen der handschoenen willen overgaan,
aan, de verschillende paren zoolang in de
frissche buitenlucht (liefst in den wind) te
hangen, tot er geen onaangenaam luchtje
meer te bekennen valt.
KLEINE WENKEN.
DUITSCHE MODE.
Hoewel voor het
gevoel van de mees
ten van ons de
Duitsche mode min
der mooi van lijn is
dan de Fransche -
dat is dan ook wer
kelijk zoo, en het
Duitsche gebrek aan
eenvoud en dikwijls
ook stijlgevoel maakt
de modellen van
Duitsche mode-ont
werpers gewoonlijk
verre inferieur aan
die van hun Fran
sche collega's
vindt men hier en
daar soms een mo delletje dat treft
door bij zonde charme; en aangezien de Duit
sche modeontwerpers in het afgeloopen jaar
bijzonder werkzaam waren gebeurt dat tegen
woordig vaker dan vroeger.
Zoo onder anderen het geschetste model
letje. dat een zomerjasje met korte mouwen
als men tenminste de dubbele schouder kapjes
mouwen mag noemen van het Duitsche
huis Christian Dierig geeft. Het modelletje
werd gemaakt van gebloemde cretonne; de
eenige garneering ervan bestaat uit een paar
rijen stiksels langs hals en voorkanten, en een
dubbele rij langs de schouderkapjes, terwijl het
jasje gesloten wordt met twee lange knoopen
en een lus.
Is dit geen alleraardigst modelletje om na te
maken en een heelen zomer lang praktische
diensten te bewijzen op verschillende japon
netjes op reis, aan het strand, na het ten
nissen of zelfs in huis om een oud jurkje op
te fleuren? W. T.
OM ZELF TE MAKEN!
Kousenhangers.
Eenige keeren hoorden wij klachten van
lezeressen, die zeiden: „Ja, die handwerkjes
zijn allemaal heel aardig die in de krant
staan.... maar ze kosten tamelijk veel tijd.
En aangezien ik een druk huisgezin heb. kan
ik niet mijn tijd aan handwerken besteden!"
Daarom geven we u een werkje, dat niet
veel tijd vraagt, maar in verloren oogenblik
jes gemaakt kan worden. Het zijn hangers
voor kousen en ceintuurs die erg practisch
zijn. Van omwoeld ijzerdraad, of laiton bui
gen we den vorm: driekantig of rond, Met
wol haken we dezen vorm om. Vooral dicht
tegen elkaar haken.
De tweede toer is een toer vasten en daar
op pico'tjes. Hoe dichter u de eerste toer in
elkaar gehaakt hebt, hoe wijder, dus hoe
mooier de volant wordt. Een gewoon kope
ren of beenen ringetje wordt tenslotte omge-
haakt en er achter genaaid. Hier wordt de
hanger aan opgehangen. Het is een vlug.
makkelijk en prettig werkje en als het af is,
zult u er veel plezier van beleven.
GROOTE HOUTSTRAAT 16
Het is U bekend, nietwaar,
dat Abr. Meijer voor iedere
beurs iets GOEDS heelt.
U kunt bij ons nooit rouw
koop hebben, want U koopt
niet alleen voor weinig
geld, U koopt tevens ABR.
MEIJER KWALITEIT. Dere
week vragen wij Uwe aan
dacht voor onze prachtige
collectie wasch en kleurechte
voor dames en kinderen.
Goedkoop en IJzersterk.
(Adv. Ingez. Med.)
Vermicellischoteltje met vleeschresten. (4
personen)
l'OO gr. vermicelli, 4 a 5 kopjes water,
vleeschresten, een beetje magere jus, 2 lepels
boter, paneermeel, 1 uitje, zout, nootmus
kaat, 1 theelepel kerrie.
Laat al roerende de vermicelli in het wa
ter met wat zout zachtjes koken tot bijna al
het water is verdampt. Meng het fijn gelaak
te vleesch met de gesnipperde ui en de kerrie,
die in wat boter gefruit zijn, wat nootmus
kaat en de jus en roer dit alles door de ver
micelli. Doe de massa in een met boter be
smeerden vuurvasten schotel; bestrooi de op
pervlakte met wat paneermeel, leg hier en
daar een klontje boter eT op en zet het scho
teltje in een heete oven totdat een mooi
bruin korstje is gevormd. (Ongeveer 20 mi
nuten).
Spinazie met zuring (4 personen):
Een variatie op de bekende bereidingswijze
van spinazie en tevens een manier om de zu
ring voor vele menschen aantrekkelijker te
maken: 1 1/2 kilo spinazie. 12 kilo zuring,
eenige sneden wit brood zonder korst, 50 gr.
boter, reepjes gebakken brood, 2 hard ge
kookte eieren of roereieren.
Stroop de zuring af en wasch het bladmoes
met de spinazie; verwijder de zaadjes en
wasch de groente eenige malen, zoodat al het
zand weggespoeld is. Zet de groente op met
het aanhangende water en laat ze gaar ko
ken (20 minuten), voeg wat zout toe. Maal
of hak ze daarna fijn, stoof ze met de boter
en het gekruimelde brood. Dien de groente
in een dekschaal op, gegarneerd met vierde-
partjes hard gekookt ei en soldaatjes (reep
jes gebakken brood), of presenteer er, in
plaats van de hard gekookte eieren, een
schaaltje met roerei bij.
Gemarmerde cake:
350 gr. bloem, 160 gr. suiker. 80 gr. boter,
2 eieren. 3 theelepels bakpoeder, ongeveer
2 d.L. melk, 30 gr. cacaopoeder.
Roer de boter met de suiker zalfachtig,
voeg daarbij één voor éen de eieren en ver
volgens de met het bakpoeder gezeefde bloem,
afgewisseld door nu en dan een scheutje van
de melk. Leg in een met boter ingesmeerde
en met bloem bestrooiden cakevorm een vier
de deel van het deeg eenigszins, onregelma
tig, strooi er 1/3 van de cacao over, bedek die
weer met het deeg en ga zoo voort, tot vier
laagjes deeg, door .drie laagjes cacao ge
scheiden, den vorm vullen. Bak de cake in
een vrij warme oven 3/4 a 1 uur; bedek ze na
bekoeling desverkiezende met een dun laagje
chocoladeglazuur, bestaande uit gezeefde
poedersuiker met wat cacaopoeder en eenige
druppels kokend water. C. F.
U weet niet, wat er mee te doen? U draagt
deze kleeren niet meer en hebt geen zin om
ze te vermaken? De jurk is nog goed.
Weggeven! Onmiddellijk!
Aan een vriendin, die getrouwd is en kin
deren heeft, aan iemand anders, van wie u
weet, dat ze het financieel erg moeilijk heeft
in deze tijden: maar niet in de kast laten
hangen, tot alles versleten is of zoo ouder
wetsch, dat geen sterveling ze meer draagt.
Zoo'n kleine peuter, gekleed in zachte, witte
wollen kleertjes, zoodat hij er uit ziet als een
molletje, is niet alleen een vreugde voor het
oog zijner moeder; maar ook voor andere
menschen.
Nu het breien en haken, we zouden haast
zeggen een „rage" is geworden, behoeft het
geen verwondering te baren, dat ook onze
kleintjes alleen maar in eigen gemaakte pak
jes rondloopen of kruipen.
En daar deze kleertjes nog niet veel model
noodig hebben, is het vervaardigen ervan niet
erg moeilijk. Daar is allereerst het huis
pakje, dat truitje, broekje, kousjes en sokjes
in zich vereenigt. Dit pakje wordt op twee
pennen in twee deelen gebreid. Het maken van
de twee luierbroekjes, die over elkaar gedragen
worden, kost ook niet erg veel inspanning,
evenmin de sokjes.
Het meisjesmanteltje bestaat uit rechte
stukken, die later aan elkaar genaaid worden.
Het bijpassende mutsje is een rechte lap, die
in den goeden vorm genaaid wordt. Het slab
betje kan, indien rond te moeilijk wordt ge
vonden, ook vierkant gebreid worden.
Het meisjes jurkje kan ook in rechte lappen
gebreid worden; het rokje wordt ruim aan het
bovenstuk gerimpeld. Hierbij passend worden
de sokjes gemaakt.
Voor het vervaardigen van baby-kleertjes
moet men er zorg voor dragen een goede kwa
liteit wol te nemen, opdat de kleertjes er door
veel wasschen niet onooglijk en geel gaan uit
zien. Wollen kleedingstukken mogen nooit
te warm gewasschen worden.
MARIAN B.