Laatste ronde in eerste instantie. Middenstand krijgt ook steun. VRIJDAG 4 MEI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 NIJENRODE-ZAAK. De beslissing thans aan de rechtbank. (Bijzondere correspondentie) De officier van justitie Mr. v. Dullemen be streed gisteren in een uitvoerige repliek, die de geheele ochtendzitting in beslag nam, hetgeen door de verdediging was aangevoerd. Het is niet in de eerste plaats, zegt spreker, de verklaring van Koning, waarop het requi sitoir is opgebouwd, maar de houding van verdachte Onnes, getoetst aan de verklaring van Koning en deze weer getoetst aan de ver schillende getuigenverklaringen. De verdediging heeft gezegd, dat Onnes niet wist, wat thans ten nadeele van Koning be kend is, maar hij wist toch in allen gevalle van den rubbersmokkel en van de branden in Indië. Onnes wist spreker haalt dit uit de verklaringen van Onnes dat Koning knap bij kas was en hij heeft verklaard, dat hij Koning van zich heeft afgehouden, omdat deze steeds om geld kwam. Dat klopt dus aller minst met de bewering over de onderhande lingen omtrent het beleenen van schilderijen. Onnes heeft later tegen Johanknegt gezegd, dat hij met Koning had gebroken wegens de rubbersmokkelarij en hij zou dan voortdurend met hem in onderhandeling zijn gebleven over beleening van schilderijen? Wat de chantage betreft, heeft Koning ver klaard: Als ik had willen chanteeren, had ik wel wat anders tegen Onnes kunnen aanvoe ren en behoefde ik niet met een opgezette in braak aan te komen. Onnes heeft indertijd een brief geschreven betreffende hulp met f 8000, in verband met de zoogenaamde be leening. Dezen brief, een waardevol chantage- stuk, heeft Koning verscheurd. Van chantage is geen sprake geweest en het was alleen om zich van de blaam van chantage te zuiveren, dat Koning gesproken heeft tegen zijn zin, want hij had. Onnes zijn eerewoord gegeven. De verdediging heeft Johanknegt aange vallen om aan diens ongeloofwaardigheid te doen gelooven, maar als Koning heeft ver klaard, dat hij van Onnes vernomen heeft dat Johanknegt hem in Louis Seize voorwerpen had getoond, moet dit als waar worden aange nomen, omdat Koning dit van andere zijde niet kon weten, en er is geen reden de verkla ring van Johanknegt, dat hij de goederen ge toond heeft, in twijfel te trekken. De Utrecht- sche rechercheurs hebben verklaard, dat zij van achtergehouden miniaturen niets wisten, maar de Officier in Utrecht heeft gezegd van de rechercheurs te hebben gehoord dat Johan- knegt goederen had achtergehouden. Hoe kon Koning zooveel bijzonderheden door hem meegedeeld anders weten dan van Onnes? Hoe wist hij hoe laat het personeel op het kasteel kwam; hoe wist hij van de zilverkast; hoe van de ziekte van den heer Schadd, den assuradeur, hoe van de dienstwoning? De teekening zou niet juist zijn, maar het eenige is dan, dat er gesproken is van een houten hekje en het was een ijzeren hek bij de dienstwoning en dat was bedoeld. Onnes be schikte begin 1932 niet over voldoende liquide middelen en later heeft hij den heer Stern- heim gezegd, een f 80.000 noodig te hebben om door de eerste jaren heen te komen. Opmerke lijk juist zooveel als de gevraagde schadever goeding. Er is gezegd, dat de heer Onnes bang was voor Koning met diens chantage. Vrees lag echter niet in het karakter van den heer Onnes. Als wapenspreuk stond boven zijn poort Cedo nulli (ik wijk niet) en admiraal von Holt- zendorf schreef hem in een brief: Sie sind ein tapferer Mann. We hebben gehoord, dat de heer Onnes als raadslid een strijdlustig man was. Zou zoo iemand, zich onschuldig wetende, bang zijn voor de praatjes van Koning? Koning had gezegd, dat er in Parkzicht tijdens zijn onderhoud met Onnes een buffet juffrouw was en die was er niet, maar de gérant heeft verklaard, dat er 's morgens wel eens een juffrouw in de zaal kwam. Zoo blijft er van al die zoogenaamde leugens van Koning- weinig over. De verdediging heeft gemeend, dat de jon gens wel een paar schilderijen achtergehouden kunnen hebben als een appeltje voor den dorst. Maar, zegt spreker, wat moesten zij er mee beginnen. En waarom zouden zij liegen? Johanknegt heeft in der tijd een gesprek tusschen Witbraad en Koning afgeluisterd, zonder dat Koning het wist en toen was Ko ning tegenover zijn vertrouweling Witbraad duidelijk in zijn verklaring omtrent zijn ver houding tot Onnes, Aan de hand van het rapport van den accountant constateert spreker, dat de fi- nancieele positie van Onnes .slecht was. Omtrent de juridische bezwaren van Mr. Muller Mass'is merkt spreker op, dat de heer v. d. Dussen wel degelijk door de val- sche gegevens van den heer Onnes is bewo gen tot het opmaken van zijn rapport. De heer Tap heeft verklaard niet door die ge gevens tot betaling te zijn bewogen, dus in dat opzicht zal vrijspraak moeten vol gen, doch overigens persisteert het O.M. bij •zijn eisch, Hierna voerden achtereenvolgens de heeren Mr. Muller Massis en Mr. Kappeyne weer het woord om opnieuw den officier te be strijden. Mr. Muller Massis hechtte groote beteekenis aan de schetsteekening en meen de dat de officier camoufleerde. Er kan geen verschil van meening bestaan omtrent het hekje waar binnengetreden moest worden. Dat was geen ijzeren hek bij de tuinmans woning, maar een klein houten hekje en het is uitgemaakt, dat men daar doorgaande het kasteel niet kon bereiken. Spreker noemde Koning een fantasticus en haalde voorbeel den aan van gevallen, waarin Koning- wel degelijk onwaarheid had gesproken bijv. zijn bewering dat hij slechts enkele brieven van een dame bij Witbraad had laten komen overigens geen correspondentie. Dat is niet waar, want Koning gaf als zijn adres dat van Witbraad op en officieele stukken zijn daar voor hem bezorgd. Het O.M. zegt: Koning wist bijzonderheden dus heeft Onnes hem die gegeven. Dat is een averechtsche bewijsvoering omdat van de veronderstelling wordt uitgegaan, dat Onnes het voorstel tot den inbraak had gelanceerd. Wij hebben aangetoond, zegt spreker dat Koning uit eigen wetenschap gegevens kon hebben en dat andere gege vens onjuist waren. Dat Onnes wel eens iets tegen Koning heeft gezegd, mag nog maar niet aangegrepen worden als een be wijs, dat hij hem ook heeft laten inbreken Het meest onschuldige kan op zoo'n manier als bewijsmateriaal gebezigd worden. Wij hebben, meent pleiter, alles tot de juiste proporties teruggebracht. Als men over die dingen spreekt, moet men op kleinigheden letten. Zoo sprak Koning van f 70.000 scha devergoeding; die bedroeg f 72.000. Koning had gezegd dat de „Driekoningen" een stuk van Goudstikker was, maar het was van Onnes. Koning heeft van een zwarte zil verkast gesproken, het was een bruine kist laat men over kist en kast niet twisten, maar zwart was het meubel niet. Koning had gezegd, dat voor alle ramen behalve een, bloempotten stonden, er stonden geen bloempotten. Als Onnes Koning had ingelicht, zou hij het toch zeker anders hebben moeten doen. Koning geeft zich uit voor den belange- loozen man, die zonder geldelijke tegemoet koming den inbraak had doen uitvoeren en waarom kwam hij dan altijd om geld? Dat Onnes Koning geen geld heeft ge geven toen hij het had. is het sterkste bewijs voor Onnes' onschuld, want als hij werkelijk geld beloofd had om de anderen den mond te snoeren, zich schuldig wetende, zou hij zich gehaast hebben te betalen. Pleiter houdt vol, dat een handig mensch als Koning wel voor een korten tijd aan f 1000 wist te komen en die f 1000 aan de groep Biesing heeft hij dan ook wel zelf verschaft. Later wist hij van Onnes het juweel te krijgen om te beleenen en met die opbrengst zal hij de f 1000 wel hebben terug betaald. Hij heeft gezegd, dat het geld voor Onnes was, maar die had het toen niet noodig. Voorts persisteert pleiter bij zijn juridische bezwaren. Van der Dussen heeft gezegd: Ik heb mijn wantrouwen laten varen toen liet als ge stolen opgegeven goed in handen van vreem den was gevonden. Dus hy had eerst wan trouwen in de aangifte en Onnes heeft hem niet bewogen tot het opmaken van zijn rap port ten gunste der uitbetaling. En alleen op dat rapport is betaald. Mr. Kappeyne wijst er nog eens op, dat de heer Onnes niet zooveel van Koning's verleden wist, dat hij daarom zijn omgang zou mijden; hoogstens kan men het wat on voorzichtig noemen. Dan hecht ik, zegt spreker, groote waarde hieraan, dat de goe deren ongeschonden terug moesten, terwijl Onnes ze voor den zeebodem had bestemd. Alleen Koning had voor zich zelf belang bij den ongeschonden staat. De Officier zegt pleiter geeft omtrent den financieelen toe stand van den heer Onnes een onjuist beeld. Onnes zat niet krap; hij beschikte over de middelen om zich geld te verschaffen. De Officier heeft gewezen op de wapen spreuk van den heer Onnes Cedo nulli (ik wijk niet), Ik wil er naast zetten, dat het hier zou kunnen worden Cedo regi (ik wijk voor den Koning) doch vertrouw, dat de rechtbank het zoover niet zal laten komen. Toen daarna het woord nog aan den heer Onnes gegeven werd, zei deze: Na 12 maanden ellende heb ik niet veel te zeggen. Te zeggen heb ik alleen, dat ik on schuldig ben en ik betuig voor God en de menschen en alles wat mij lief is*—Ik ben onschuldig. Ik vraag maar een ding" dat is Recht. Uitspraak over 14 dagen- De andere zaken. In tegenspraak met onjuiste berichten kunnen wij mededeelen, dat de behandeling van de strafzaken tegen de andere ver dachten zal worden voortgezet, onmiddellijk nadat het vonnis in de zaak Onnes is ge wezen. Er zal dus, wat zeer begrijpleijk is, niet mee worden gewacht tot het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER Maximum van 2 millioen. Versobering bij den Raad van State. Winkelsluitingswet op de agenda. 3 Mei. Een groot deel van den middenstand on dervindt ook in zeer ernstige mate de gevol gen der crisis en verkeert langer of korter tijd in nood. Hulp op verschillende manieren kan hier geboden worden. Eén daarvan is het wetsontwerp, dat Minister Oud op 8 Maart jl. heeft ingediend en dat onder de garanties op de Rijksbegrooting op wil nemen een Memo- riepost als: vergoeding aan de Nederl. Mid- denstandsbank wegens verliezen, door deze instelling geleden op na de toestandkoming dezer wet verleende credieten aan in liquidi teitsmoeilijkheden geraakte, overigens echter volwaardige, middenstandsbedrijven, en we gens kosten van maatregelen door haar ge troffen ter versterking van het Nederland- sche Mid denstan dscrediet. De bedoeling der Regeering is, dat in daarvoor in aanmerking komende gevallen incidenteel credietsteun wordt verleend. Met het oog op den nood dei- schatkist is deze steun in maximum beperkt tot 2 millioen gulden. De credietverleening zal worden toevertrouwd aan de Nederl, Mid- denstandsbank, welke eventueele verliezen op verleende credieten aan het Rijk zal kunnen declareeren. De praktijk zal hier moeten lee- ren, welke groepen van belanghebbenden van deze regeling zullen kunnen profiteeren en welke voorwaarden aan deze credietverlee ning zullen worden verbonden. Over dit voorstel had de Kamer nu te be slissen en het was te begrijpen, dat zij het eerst nog iets nader wilde bezien. Het regeeringsvoorstel vond wel instem ming. De heer Zijlstra (A.R.) die het debat hizette, wees op den zwaren druk, waaronder vele bedrijven werken en juicht het optreden der regeering hier toe. Hoe het practisch zal gaan, is moeilijk te zeggen, maar de spreker wees er op, dat er scheiding zal moeten zijn tusschen de gewone credieten en die volgens deze garantie. Ook de heer IJsselmuiden (R.-K.) die 2 millioen wel als niet voldoende zag, merkte dit op. De heer Zijlstra (A.R) merkte ook nog op, dat de regeering moet zorgen, dat de crediet verleening objectief worde verleend, d.w.z. niet alleen voor den kring, die direct bij de Middenstandscredietbank is betrokken. De heer Drop (S.D.) zag dit ontwerp als een zwakke en eerste poging tot steunverle ning aan den middenstand, wiens nood er niet door opgeheven wordt. Hij vroeg, welke banken onder de regeling vallen en meende, dat de rente en de onkosten van het crediet zoo laag mogelijk moeten zijn. Hij achtte de credietverleening in haar opzet te beperkt, omdat hij meende, dat wat nog reëele kans heeft, geholpen moet worden. Ook de heer Bakker (C.H.) die verklaarde in den middenstand een onmisbare schakel in het productieproces te zien, aanvaardde dit voorstel gaarne, evenals de heer Ebels (V D.) die meer vroeg om de voorwaarden Mr. Westerman (Nat. Herst.) meende, dat de 2 millioen misschien net voldoende zullen zijn, om de begrafeniskosten te dekken van den gisteren zoo gracieus begraven midden stand. (Gejoel). Hij meende verder, dat bij de verdeeling van het crediet onpartijdigheid en objectiviteit moeten voorop staan. Mr. Vervoorn (Platt. Bond) zag hier ook een bescheiden poging ten bate van den mid denstand en de heer Teulings (R.K.) infor meerde. of er niet meer mee gerekend kan worden, dat vele bedrijven met speciale ban ken relaties hebben, die dus bij eventueele credietverleening ingeschakeld kunnen wor den. Minister Oud zegde toe. dat dit laatste nog nader overwogen zal worden. In ieder geval zal tegenover alle middenstanders objectief worden opgetreden, maar bij credietverlee ning moet men altijd zeer voorzichtig zijn. Het gaat echter allereerst om de belangen van den middenstand dit woord in ruimen zin genomen en niet om die der banken. De Regeering hoopt op deze wijze iets te kun nen doen tegen den nood van den midden stand Andere banken in de zaak mengen, zal de uitvoering zeer moeilijk maken, omdat er allereerst eenheid in de uitvoering moet we zen. De Minister kon thans over de uitvoering geen nadere mededeelingen doen. Dit achtte hij ook niet verstandig, wel moet gezorgd wor den, dat de voorwaarden niet zwaarder zijn, dan absoluut noodzakelijk is. Verder moet de aandacht gericht zijn op den steun aan volwaardige bedrijven, die een toekomst hebben. De Minister oordeelde, dat de Kamer een goed werk ten bate van den middenstand zou doen, als zij dit ontwerp aannam. Ze deed het dan ook zonder hoofdelijke stemming. Nog een ander ontwerp lag ter beslissing voor de Kamer. Het was" dat omtrent het aan tal leden van den Raad van State en de leef tijdsgrens dier leden. In den algemeenen drang naar versobe ring stelde de Regeering voor, om het aantal leden van den Raad van State terug te bren gen van 14 op 10 en dan wilde zij de leeftijds grens stellen op 75 jaar, met dien verstande, dat de Kroon niet verplicht, doch wel be voegd is, om de leden van den Raad van Sta te, die thans reeds 75 jaar of ouder zijn, te ontslaan. Tot hun ontslag kan worden over gegaan, als de omstandigheden dit gewenscht maken. Dit ontwerp is zonder debat, of zonder stemming, door de Kamer aanvaard. De vergadering dezen dag duurde juist twee uur. De Kamer is nu naar huis. Ze komt weer bijeen op 15 Mei en heeft dan op de agenda de behandeling der Begrooting van het Land bouwcrisisfonds en het ontwerp inzake de technische herziening der Winkelsluitings wet, welk ontwerp thans op voorstel van den voorzitter op de agenda werd geplaatst. Voor Pinksteren komt dat dus aan de orde. OBSERVATOR. DE EXPLOSIE TE UTRECHT. DERZOEK IN VOLLEN GANG. Het onderzoek omtrent de explosie in de Centrale Werkplaats van de Nederlandsche Spoorwegen te Utrecht is nog in vollen gang. Positieve mededeelingen kunnen nog niet worden gedaan. Enkele gegevens, die de bank werker Geyssen kon verstrekken, bleken niet in overeenstemming met het onderzoek der veiligheidsinspectie. De toestand van de pa tiënten is over het algemeen redelijk wel. Voor twee personen echter, die gewond werden, is operatief ingrijpen noodzakelijk. Donderdag is bij heit- rangeeren een werk man met zijn hand bekneld geraakt, waardoor een stuk hiervan werd afgeknepen. OPENING TEHUIS VOOR JOODSCHE MANNELIJKE GEESTESZIEKEN. Donderdagmiddag werd het A. C. Wertheim- huis, tehuis voor mannelijke Joodsche gees teszieken. van de Vereeniging Centraal ïs- raëlietisch Krankzinnigengesticht in Neder land, aan de Plantage Parklaan te Amsterdam geopend. JAPANSCHE AANVAL OP DE NEDER LANDSCHE KOLONIALE POLITIEK Naar de Manchester Guardian bericht be vat het Japansche blad Yomiuri een artikel, waarin wordt beweerd, dat de Nederlandsche regeering klaarblijkelijk den Japanschen han del in Nederlandsch Indië tracht te onder mijnen. Deze exclusief anti Japansche hou ding is nauwelijks in overeenstemming met de grondslagen, waarop totnutoe de Neder landsche politiek heeft berust. Deze houding der Nederlandsche regeering wordt als zeer ongepast beschouwd. Het blad veronderstelt, dat de Britten hier de hand in hebben, De aandacht van Nederland is alleen gericht op het putten van rijkdom uit Indië en het uit buiten van de Inlanders ten gerieve en voor het gemak van het Nederlandsche volk. Een dergelijke koloniale politiek kan niet lang met succes gevoerd worden. ROTTERDAM DOOR ONWEER GETEISTERD. Op vele plaatsen is de bliksem ingeslagen. OOK OP DEN VOEDINGSDRAAD VAN DEN ELECTRISCHEN TREIN. Donderdagavond heeft boven Rotterdam een ongekend hevig onweer gewoed, gepaard gaan de met zeer zwaren regenval. De bliksem was gedurende meer dan een uur niet van de lucht en is op sommige plaatsen in de stad inge slagen, meestal zonder groote schade te ver oorzaken. Erger was het echter bij de tunnel aan de Henegouwerlaan, waar zelfs een klein gat in het plafond werd geslagen. Ook sloeg de bliksem in verschillende tramwagens, ter wijl in Overschie de wegverlichting verstoord werd. Tusschen Pynacker en Nootdorp is de blik sem in den voedingsdraad van den trein ge slagen. Toen trein 179 uit Den Haag naar Rotterdam reed, werd deze aan de voorzijde door den over de lijn liggenden draad getrof fen. Twee portierramen werden stukgeslagen, terwijl de stuursprong-koppeling werd afge rukt. De trein heeft het stuk draad meegesleept en de beschadiging waarschijnlijk verergerd. Het gevolg was, dat het verkeer met electrische treinen tusschen Rotterdam en Den Haag over deze route vrijwel volkomen stil lag. Van Rot terdam vertrokken nog slechts stoptreinen, die niet verder reden dan tot Pynacker. Uit Den Haag kon geen enkele trein vertrekken. Tot laat in den avond is het electrische treinver keer belemmerd gebleven. RADIOREDE VAN MINISTER MARCHANT. OVER HET SPELLINGVRAAGSTUK. Maandag 7 Mei a.s. zal minister Marchant van 19,15 uur tot 20 uur over beide Neder landsche omroepzenders spreken over het spellingsvraagstuk. SCHERPERE MAATREGELEN TEGEN SMOKKELARIJ. Wetsontwerp door minister Oud ingediend. VERSPERRINGEN ZULLEN OP IVEGEN MOGEN WORDEN AANGEBRACHT. Minister Oud heeft bij de Tweede Kamer een wetsontwerp ingediend, dat wijziging en aan vulling van de wetgeving betreffende de hef fing van de invoerrechten en de accijnzen bevat. Door dit ontwerp zal het de douane mo gelijk worden gemaakt krachtiger dan tot- dusverre tegen de smokkelarij op te treden. De voornaamste bepaling is die, waarbij de mi nister van Financiën de bevoegdheid krijgt om bij de grens op wegen versperringen te doen aanbrengen. Voorts worden zwaardere straf fen voorgesteld op het weigeren of verhinderen van werkzaamheden, welke de douane krach tens de wet verricht (visitatie, exhibitie van documenten enz.). Voorts wordt de mogelijk heid geopend om vervoermiddelen, die kenne lijk ingericht of toegerust zijn om goederen aan het toezicht van de douane te onttrekken of om de dwangmaatregelen, die de ambte naren treffen, te verijdelen, in beslag te nemen en zonder rechtsvervolging aan den staat te doen vervallen. Verder zal buiten twijfel wor den gesteld, dat in geval van weigering van visitatie, met een vervoermiddel gepleegd, het vervoermiddel executabel is voor de deswege verschuldigde geldboete. Verlaten auto's zullen tenslotte, eventueel met de goederen, aan den staat vervallen. ZAL AMSTERDAM MOETEN BUKKEN? HERCLASSIFICATIE ZOU WORDEN OPGELEGD. Deze week heeft de gemeenteraad van Am sterdam slechts ten deele de voorstellen van B. en W. welke betrekking hadden op de ge meentefondsbelasting, aanvaard. De raad be sloot wel tot heffing van 100 opcenten, doch verwierp het herclassificatievoorstel. Naar de Tel. verneemt, is de meening van Ged. Staten van Noord-Holland, dat de door den raad ver worpen herclassificatie thans door de Kroon zal worden opgelegd. DE HEER KETELAAR 70 JAAR. Op 6 Mei a.s. zal de heer Th. Ketelaar, de bekende strijder tegen de tuberculose, 70 jaar worden. Door zijn krachtigen arbeid heeft hij tal van generaties der schooljeugd tegen t;b.c. beveiligd. VALSCHE MUNTERIJ IN HET NOORDEN. TWEE PERSONEN GEARRESTEERD. Het vervaardigen van valsche munten blijkt in het Noorden des lands nog niet te zijn af- geloopen. Men heeft te Valthermond een val- schen munter gearresteerd en te Irnsum. Laatstgenoemde verzilverde plaatkoper. MEER INDISCHE PRODUCTEN NAAR DUITSCHLAND? NIEUWE ONDERHANDELINGEN IN DEN HAAG. Naar de Tel. uit goede bron verneemt, ligt het in de bedoeling om de onderhandelingen over een beteren afzet van Indische producten in Duitschland 'n Den Haag voort te zetten. De Duitsche delegatie zal vermoedelijk op 11 Mei aankomen, op welken datum de handels conferentie waarschijnlijk zal aanvangen. Wat de onderhandelingen met Engeland aan gaat, wordt thans gewerkt aan het opmaken van een lijst van desiderata. Het is nog niet zeker of koloniale producten ter sprake zullen worden gebracht, noch wanneer de bespre kingen, die door dr. Hirschfeld in Londen werden gehouden, welke echter slechts van oriënteerenden aard waren, zullen worden hervat. BEZORGDHEID IN ENGELAND. VOOR DE ONDERHANDELINGEN MET ONS LAND. In het Engelsche Lagerhuis is Donderdag den heer Colville, secretaris voor den overzee- schen handel, gevraagd of hij cijfers kon ge ven van de toeneming' van de werkgelegen heid tengevolge van de protectie, die in de wet op den invoer van landbouwproducten ligt opgesloten en voorts of hij bij de komende onderhandelingen wilde vasthouden aan de tarieven op deze producten. De heer Colville antwoordde dat hij op deze vragen geen antwoord kon geven, maar bij de aanstaande onderhandelingen met Nederland zou deze aangelegenheid niet vergeten worden. Naar aanleiding van een verdere vraag be treffende de ernstige onrust bij de telers van fruit, groenten en bloemen met betrekking tot de onderhandelingen met Nederland en Frank rijk zeide Colville, dat hij terwijl deze bespre kingen nog hangende zijn, geen verklaringen kon geven, tenzij aan dat met al deze zaken ten volle rekening zou worden gehouden. DE SURINAAMSCHE BANK KEERT 31/2 pCt. UIT. AMSTERDAM, 3 Mei. Naar wij vernemen zal in de op 24 dezer te houden algemeene vergadering van aandeelhouders van de Su- rinaamsche Bank worden voorgesteld over het afgeloopen boekjaar een dividend van 3 1/2% uit te keeren. T. B. C.-BESMETTING VALT MEE. ZES KINDEREN MOETEN NAAR EEN SANATORIUM. Het onderzoek ingesteld bij de kinderen van de U. L. O. school te Emmer Compascuum, bij wie t. b. c. verschijnselen waren geconstateerd heeft tot resultaat gehad, dat de eerste be richten gelukkig overdreven blijken te zijn ge west. Zes kinderen zullen naar een sanato rium moeten worden gezonden. Bij tien an deren staat nog niet geheel vast, dat zij t.b.c. vrij zijn, zoodat de mogelijkheid bestaat, dat een of meer van hen later nog naar een sa natorium zal worden gezonden. INDIë'S TOEKOMST NIET DONKER. De belastingen drukken echter te zwaar. TEVENS IS DE SCHULDENLAST TE HOOG. DE JAARREDE VAN DEN HEER WELTER VOOR DEN ONDERNEMERSRAAD. Te 's-Gravenhage heeft Donderdag de On- dernemersraad voor Ned.-Indië zijn jaar- lijksche algemeene ledenvergadering gehou den. De jaarrede werd uitgesproken door den heer Ch. J. I. M. Welter, die zeide den ster ken indruk te hebben, dat het bedrijfsleven in Ned. Indië in den vierjarigen strijd om het bestaan een spankracht heeft, opgedaan, welke slechts op iets gunstiger omstandig heden wacht om nieuwe vruchten af te wer pen. De algemeenheid _van het verschijnsel van zich begeven op deC zijpaden en sloppen der contingenteeringen en invoerverboden moet, naar het spr. voorkomt, de gedachte op roepen of men niet te simplistisch handelt door het te beschouwen als een verdwazing, waarvan de wereld ongetwijfeld zal terug komen. Er is ruimte voor de opvatting dat er systeem in die dwaasheid zit en dat het den eenigszins chaotischen overgang vormt tot een nieuwe periode in de economie, waarbij de vrije, maar ongeordende productie wordt omgezet in een productie, op welker ordening door organen, welke een of meer nationale gemeenschappen vertegenwoordigen, invloed wordt uitgéoefend. Spr. meent, dat vrije pro ductie en vrij ruilverkeer *>niet zal terugkee- ren. Vervolgens besprak de heer Weiter de fi nanciën van Indië. Ook al komt door een verbetering van de conjunctuur in de eerst volgende jaren het evenwicht in het Indische budget tot stand, dan is daarmede nog slechts de eerste stap tot oplossing van het probleem der Indische financiën gedaan. Daarnaast zijn nog twee belangrijke punten, welke het innerlijke evenwicht van de Indi sche fii|ancieele structuur verstoren, t.w. de zware lasten voor rente en aflossing van de schuld en de overmatige druk der belastingen. Tusschen beide bestaat een rechtstreeksch verband. De op Indië rustende schuldenlast staat buiten verhouding tot de intrinsieke draag kracht des Land, zooals die in en door de crisis is geworden, Indië heeft voor zijn herstel en zijn ont wikkeling dringend kapitaal noodig. Het moet dit van elders aantrekken door gun stige voorwaarden te bieden voor deelneming aan de ontginning van zijn natuurlijke rijk dommen. Maar eventueel ruimer vloeiende middelen zullen door den fiscus worden weg gezogen. Het is een nationaal belang van de eerste orde, dat de Indische financiën weer op een zood?ni?e basis komen te berusten, dat het economisch herstel en de verdere ontwikke ling er niet door wordt belemmerd. Spr. meende dat men niet ver van de waarheid is, als men zegt, dat het bedrijfsleven in Indië ongeveer 3 maal zoo zwaar belast is als dat in Nederland. Sprekend over het vraagstuk der dubbele belasting, zeide de heer Weiter, dat het hier gaat om millioenen, welke dubbel en dus in elk geval te veel zijn betaald. Dit is een vol strekt onhoudbare toestand. Spr. vertrouwt, dat de regeering, die zich door een interna tionaal verdrag verplicht heeft het euvel der dubbele belasting tegen te gaan, daaraan in de eerste plaats binnen de grenzen van het Koninkrijk een einde zal maken. Wat de naaste toekomst voor het Indische bedrijfsleven betreft, in de bedrijven zijn alle voorwaarden vereeniga, welke men in rede lijkheid kan stellen voor een verbetering van de situatie. Wat de opleving tegenhoudt zijn uitsluitend factoren van externen aard. Wat te loor moge zijn gegaan, bestaan is gebleven de taaie vasthoudendheid, het voornaamste kenmerk van ons ras. welke in het verleden een zoo grootschen bouw stichtte en die bij ons allen leeft in de onuitgesproken gedachte Wij zullen het toch houden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5