Laatste ronde in eerste instantie.
Middenstand krijgt ook steun.
VRIJDAG 4 MEI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
3
NIJENRODE-ZAAK.
De beslissing thans aan de rechtbank.
(Bijzondere correspondentie)
De officier van justitie Mr. v. Dullemen be
streed gisteren in een uitvoerige repliek, die de
geheele ochtendzitting in beslag nam, hetgeen
door de verdediging was aangevoerd.
Het is niet in de eerste plaats, zegt spreker,
de verklaring van Koning, waarop het requi
sitoir is opgebouwd, maar de houding van
verdachte Onnes, getoetst aan de verklaring
van Koning en deze weer getoetst aan de ver
schillende getuigenverklaringen.
De verdediging heeft gezegd, dat Onnes niet
wist, wat thans ten nadeele van Koning be
kend is, maar hij wist toch in allen gevalle
van den rubbersmokkel en van de branden in
Indië. Onnes wist spreker haalt dit uit de
verklaringen van Onnes dat Koning knap
bij kas was en hij heeft verklaard, dat hij
Koning van zich heeft afgehouden, omdat
deze steeds om geld kwam. Dat klopt dus aller
minst met de bewering over de onderhande
lingen omtrent het beleenen van schilderijen.
Onnes heeft later tegen Johanknegt gezegd,
dat hij met Koning had gebroken wegens de
rubbersmokkelarij en hij zou dan voortdurend
met hem in onderhandeling zijn gebleven over
beleening van schilderijen?
Wat de chantage betreft, heeft Koning ver
klaard: Als ik had willen chanteeren, had ik
wel wat anders tegen Onnes kunnen aanvoe
ren en behoefde ik niet met een opgezette in
braak aan te komen. Onnes heeft indertijd
een brief geschreven betreffende hulp met
f 8000, in verband met de zoogenaamde be
leening. Dezen brief, een waardevol chantage-
stuk, heeft Koning verscheurd. Van chantage
is geen sprake geweest en het was alleen om
zich van de blaam van chantage te zuiveren,
dat Koning gesproken heeft tegen zijn zin,
want hij had. Onnes zijn eerewoord gegeven.
De verdediging heeft Johanknegt aange
vallen om aan diens ongeloofwaardigheid te
doen gelooven, maar als Koning heeft ver
klaard, dat hij van Onnes vernomen heeft dat
Johanknegt hem in Louis Seize voorwerpen
had getoond, moet dit als waar worden aange
nomen, omdat Koning dit van andere zijde
niet kon weten, en er is geen reden de verkla
ring van Johanknegt, dat hij de goederen ge
toond heeft, in twijfel te trekken. De Utrecht-
sche rechercheurs hebben verklaard, dat zij
van achtergehouden miniaturen niets wisten,
maar de Officier in Utrecht heeft gezegd van
de rechercheurs te hebben gehoord dat Johan-
knegt goederen had achtergehouden.
Hoe kon Koning zooveel bijzonderheden door
hem meegedeeld anders weten dan van Onnes?
Hoe wist hij hoe laat het personeel op het
kasteel kwam; hoe wist hij van de zilverkast;
hoe van de ziekte van den heer Schadd, den
assuradeur, hoe van de dienstwoning?
De teekening zou niet juist zijn, maar het
eenige is dan, dat er gesproken is van een
houten hekje en het was een ijzeren hek bij
de dienstwoning en dat was bedoeld. Onnes be
schikte begin 1932 niet over voldoende liquide
middelen en later heeft hij den heer Stern-
heim gezegd, een f 80.000 noodig te hebben om
door de eerste jaren heen te komen. Opmerke
lijk juist zooveel als de gevraagde schadever
goeding. Er is gezegd, dat de heer Onnes bang
was voor Koning met diens chantage. Vrees
lag echter niet in het karakter van den heer
Onnes. Als wapenspreuk stond boven zijn poort
Cedo nulli (ik wijk niet) en admiraal von Holt-
zendorf schreef hem in een brief: Sie sind ein
tapferer Mann. We hebben gehoord, dat de
heer Onnes als raadslid een strijdlustig man
was. Zou zoo iemand, zich onschuldig wetende,
bang zijn voor de praatjes van Koning?
Koning had gezegd, dat er in Parkzicht
tijdens zijn onderhoud met Onnes een buffet
juffrouw was en die was er niet, maar de
gérant heeft verklaard, dat er 's morgens wel
eens een juffrouw in de zaal kwam. Zoo blijft
er van al die zoogenaamde leugens van Koning-
weinig over.
De verdediging heeft gemeend, dat de jon
gens wel een paar schilderijen achtergehouden
kunnen hebben als een appeltje voor den dorst.
Maar, zegt spreker, wat moesten zij er mee
beginnen. En waarom zouden zij liegen?
Johanknegt heeft in der tijd een gesprek
tusschen Witbraad en Koning afgeluisterd,
zonder dat Koning het wist en toen was Ko
ning tegenover zijn vertrouweling Witbraad
duidelijk in zijn verklaring omtrent zijn ver
houding tot Onnes,
Aan de hand van het rapport van den
accountant constateert spreker, dat de fi-
nancieele positie van Onnes .slecht was.
Omtrent de juridische bezwaren van Mr.
Muller Mass'is merkt spreker op, dat de
heer v. d. Dussen wel degelijk door de val-
sche gegevens van den heer Onnes is bewo
gen tot het opmaken van zijn rapport. De
heer Tap heeft verklaard niet door die ge
gevens tot betaling te zijn bewogen, dus
in dat opzicht zal vrijspraak moeten vol
gen, doch overigens persisteert het O.M. bij
•zijn eisch,
Hierna voerden achtereenvolgens de heeren
Mr. Muller Massis en Mr. Kappeyne weer
het woord om opnieuw den officier te be
strijden. Mr. Muller Massis hechtte groote
beteekenis aan de schetsteekening en meen
de dat de officier camoufleerde. Er kan geen
verschil van meening bestaan omtrent het
hekje waar binnengetreden moest worden.
Dat was geen ijzeren hek bij de tuinmans
woning, maar een klein houten hekje en het
is uitgemaakt, dat men daar doorgaande het
kasteel niet kon bereiken. Spreker noemde
Koning een fantasticus en haalde voorbeel
den aan van gevallen, waarin Koning- wel
degelijk onwaarheid had gesproken bijv.
zijn bewering dat hij slechts enkele brieven
van een dame bij Witbraad had laten komen
overigens geen correspondentie. Dat is niet
waar, want Koning gaf als zijn adres dat
van Witbraad op en officieele stukken zijn
daar voor hem bezorgd.
Het O.M. zegt: Koning wist bijzonderheden
dus heeft Onnes hem die gegeven. Dat is
een averechtsche bewijsvoering omdat van
de veronderstelling wordt uitgegaan, dat
Onnes het voorstel tot den inbraak had
gelanceerd. Wij hebben aangetoond, zegt
spreker dat Koning uit eigen wetenschap
gegevens kon hebben en dat andere gege
vens onjuist waren. Dat Onnes wel eens
iets tegen Koning heeft gezegd, mag nog
maar niet aangegrepen worden als een be
wijs, dat hij hem ook heeft laten inbreken
Het meest onschuldige kan op zoo'n manier
als bewijsmateriaal gebezigd worden. Wij
hebben, meent pleiter, alles tot de juiste
proporties teruggebracht. Als men over die
dingen spreekt, moet men op kleinigheden
letten. Zoo sprak Koning van f 70.000 scha
devergoeding; die bedroeg f 72.000. Koning
had gezegd dat de „Driekoningen" een stuk
van Goudstikker was, maar het was van
Onnes. Koning heeft van een zwarte zil
verkast gesproken, het was een bruine kist
laat men over kist en kast niet twisten,
maar zwart was het meubel niet. Koning
had gezegd, dat voor alle ramen behalve
een, bloempotten stonden, er stonden geen
bloempotten.
Als Onnes Koning had ingelicht, zou hij
het toch zeker anders hebben moeten doen.
Koning geeft zich uit voor den belange-
loozen man, die zonder geldelijke tegemoet
koming den inbraak had doen uitvoeren en
waarom kwam hij dan altijd om geld?
Dat Onnes Koning geen geld heeft ge
geven toen hij het had. is het sterkste bewijs
voor Onnes' onschuld, want als hij werkelijk
geld beloofd had om de anderen den mond
te snoeren, zich schuldig wetende, zou hij
zich gehaast hebben te betalen.
Pleiter houdt vol, dat een handig mensch
als Koning wel voor een korten tijd aan
f 1000 wist te komen en die f 1000 aan de
groep Biesing heeft hij dan ook wel zelf
verschaft. Later wist hij van Onnes het
juweel te krijgen om te beleenen en met die
opbrengst zal hij de f 1000 wel hebben terug
betaald. Hij heeft gezegd, dat het geld voor
Onnes was, maar die had het toen niet
noodig.
Voorts persisteert pleiter bij zijn juridische
bezwaren.
Van der Dussen heeft gezegd: Ik heb mijn
wantrouwen laten varen toen liet als ge
stolen opgegeven goed in handen van vreem
den was gevonden. Dus hy had eerst wan
trouwen in de aangifte en Onnes heeft hem
niet bewogen tot het opmaken van zijn rap
port ten gunste der uitbetaling. En alleen
op dat rapport is betaald.
Mr. Kappeyne wijst er nog eens op, dat
de heer Onnes niet zooveel van Koning's
verleden wist, dat hij daarom zijn omgang
zou mijden; hoogstens kan men het wat on
voorzichtig noemen. Dan hecht ik, zegt
spreker, groote waarde hieraan, dat de goe
deren ongeschonden terug moesten, terwijl
Onnes ze voor den zeebodem had bestemd.
Alleen Koning had voor zich zelf belang
bij den ongeschonden staat. De Officier zegt
pleiter geeft omtrent den financieelen toe
stand van den heer Onnes een onjuist beeld.
Onnes zat niet krap; hij beschikte over de
middelen om zich geld te verschaffen.
De Officier heeft gewezen op de wapen
spreuk van den heer Onnes Cedo nulli (ik
wijk niet), Ik wil er naast zetten, dat het
hier zou kunnen worden Cedo regi (ik wijk
voor den Koning) doch vertrouw, dat de
rechtbank het zoover niet zal laten komen.
Toen daarna het woord nog aan den heer
Onnes gegeven werd, zei deze:
Na 12 maanden ellende heb ik niet veel te
zeggen. Te zeggen heb ik alleen, dat ik on
schuldig ben en ik betuig voor God en de
menschen en alles wat mij lief is*—Ik ben
onschuldig. Ik vraag maar een ding" dat is
Recht.
Uitspraak over 14 dagen-
De andere zaken.
In tegenspraak met onjuiste berichten
kunnen wij mededeelen, dat de behandeling
van de strafzaken tegen de andere ver
dachten zal worden voortgezet, onmiddellijk
nadat het vonnis in de zaak Onnes is ge
wezen. Er zal dus, wat zeer begrijpleijk is,
niet mee worden gewacht tot het vonnis in
kracht van gewijsde is gegaan
STA TEN-GENERAAL
TWEEDE KAMER
Maximum van 2 millioen.
Versobering bij den Raad
van State.
Winkelsluitingswet op de agenda.
3 Mei.
Een groot deel van den middenstand on
dervindt ook in zeer ernstige mate de gevol
gen der crisis en verkeert langer of korter
tijd in nood. Hulp op verschillende manieren
kan hier geboden worden. Eén daarvan is het
wetsontwerp, dat Minister Oud op 8 Maart jl.
heeft ingediend en dat onder de garanties op
de Rijksbegrooting op wil nemen een Memo-
riepost als: vergoeding aan de Nederl. Mid-
denstandsbank wegens verliezen, door deze
instelling geleden op na de toestandkoming
dezer wet verleende credieten aan in liquidi
teitsmoeilijkheden geraakte, overigens echter
volwaardige, middenstandsbedrijven, en we
gens kosten van maatregelen door haar ge
troffen ter versterking van het Nederland-
sche Mid denstan dscrediet. De bedoeling der
Regeering is, dat in daarvoor in aanmerking
komende gevallen incidenteel credietsteun
wordt verleend. Met het oog op den nood dei-
schatkist is deze steun in maximum beperkt
tot 2 millioen gulden. De credietverleening
zal worden toevertrouwd aan de Nederl, Mid-
denstandsbank, welke eventueele verliezen op
verleende credieten aan het Rijk zal kunnen
declareeren. De praktijk zal hier moeten lee-
ren, welke groepen van belanghebbenden van
deze regeling zullen kunnen profiteeren en
welke voorwaarden aan deze credietverlee
ning zullen worden verbonden.
Over dit voorstel had de Kamer nu te be
slissen en het was te begrijpen, dat zij het
eerst nog iets nader wilde bezien.
Het regeeringsvoorstel vond wel instem
ming. De heer Zijlstra (A.R.) die het debat
hizette, wees op den zwaren druk, waaronder
vele bedrijven werken en juicht het optreden
der regeering hier toe. Hoe het practisch zal
gaan, is moeilijk te zeggen, maar de spreker
wees er op, dat er scheiding zal moeten zijn
tusschen de gewone credieten en die volgens
deze garantie. Ook de heer IJsselmuiden
(R.-K.) die 2 millioen wel als niet voldoende
zag, merkte dit op.
De heer Zijlstra (A.R) merkte ook nog op,
dat de regeering moet zorgen, dat de crediet
verleening objectief worde verleend, d.w.z.
niet alleen voor den kring, die direct bij de
Middenstandscredietbank is betrokken.
De heer Drop (S.D.) zag dit ontwerp als
een zwakke en eerste poging tot steunverle
ning aan den middenstand, wiens nood er
niet door opgeheven wordt. Hij vroeg, welke
banken onder de regeling vallen en meende,
dat de rente en de onkosten van het crediet
zoo laag mogelijk moeten zijn. Hij achtte de
credietverleening in haar opzet te beperkt,
omdat hij meende, dat wat nog reëele kans
heeft, geholpen moet worden.
Ook de heer Bakker (C.H.) die verklaarde
in den middenstand een onmisbare schakel
in het productieproces te zien, aanvaardde
dit voorstel gaarne, evenals de heer Ebels
(V D.) die meer vroeg om de voorwaarden
Mr. Westerman (Nat. Herst.) meende, dat
de 2 millioen misschien net voldoende zullen
zijn, om de begrafeniskosten te dekken van
den gisteren zoo gracieus begraven midden
stand. (Gejoel). Hij meende verder, dat bij
de verdeeling van het crediet onpartijdigheid
en objectiviteit moeten voorop staan.
Mr. Vervoorn (Platt. Bond) zag hier ook
een bescheiden poging ten bate van den mid
denstand en de heer Teulings (R.K.) infor
meerde. of er niet meer mee gerekend kan
worden, dat vele bedrijven met speciale ban
ken relaties hebben, die dus bij eventueele
credietverleening ingeschakeld kunnen wor
den.
Minister Oud zegde toe. dat dit laatste nog
nader overwogen zal worden. In ieder geval
zal tegenover alle middenstanders objectief
worden opgetreden, maar bij credietverlee
ning moet men altijd zeer voorzichtig zijn.
Het gaat echter allereerst om de belangen
van den middenstand dit woord in ruimen
zin genomen en niet om die der banken.
De Regeering hoopt op deze wijze iets te kun
nen doen tegen den nood van den midden
stand Andere banken in de zaak mengen, zal
de uitvoering zeer moeilijk maken, omdat er
allereerst eenheid in de uitvoering moet we
zen. De Minister kon thans over de uitvoering
geen nadere mededeelingen doen. Dit achtte
hij ook niet verstandig, wel moet gezorgd wor
den, dat de voorwaarden niet zwaarder zijn,
dan absoluut noodzakelijk is.
Verder moet de aandacht gericht zijn op
den steun aan volwaardige bedrijven, die een
toekomst hebben. De Minister oordeelde, dat
de Kamer een goed werk ten bate van den
middenstand zou doen, als zij dit ontwerp
aannam.
Ze deed het dan ook zonder hoofdelijke
stemming.
Nog een ander ontwerp lag ter beslissing
voor de Kamer. Het was" dat omtrent het aan
tal leden van den Raad van State en de leef
tijdsgrens dier leden.
In den algemeenen drang naar versobe
ring stelde de Regeering voor, om het aantal
leden van den Raad van State terug te bren
gen van 14 op 10 en dan wilde zij de leeftijds
grens stellen op 75 jaar, met dien verstande,
dat de Kroon niet verplicht, doch wel be
voegd is, om de leden van den Raad van Sta
te, die thans reeds 75 jaar of ouder zijn, te
ontslaan. Tot hun ontslag kan worden over
gegaan, als de omstandigheden dit gewenscht
maken.
Dit ontwerp is zonder debat, of zonder
stemming, door de Kamer aanvaard.
De vergadering dezen dag duurde juist twee
uur.
De Kamer is nu naar huis. Ze komt weer
bijeen op 15 Mei en heeft dan op de agenda
de behandeling der Begrooting van het Land
bouwcrisisfonds en het ontwerp inzake de
technische herziening der Winkelsluitings
wet, welk ontwerp thans op voorstel van den
voorzitter op de agenda werd geplaatst. Voor
Pinksteren komt dat dus aan de orde.
OBSERVATOR.
DE EXPLOSIE TE UTRECHT.
DERZOEK IN VOLLEN GANG.
Het onderzoek omtrent de explosie in de
Centrale Werkplaats van de Nederlandsche
Spoorwegen te Utrecht is nog in vollen gang.
Positieve mededeelingen kunnen nog niet
worden gedaan. Enkele gegevens, die de bank
werker Geyssen kon verstrekken, bleken niet
in overeenstemming met het onderzoek der
veiligheidsinspectie. De toestand van de pa
tiënten is over het algemeen redelijk wel. Voor
twee personen echter, die gewond werden, is
operatief ingrijpen noodzakelijk.
Donderdag is bij heit- rangeeren een werk
man met zijn hand bekneld geraakt, waardoor
een stuk hiervan werd afgeknepen.
OPENING TEHUIS VOOR JOODSCHE
MANNELIJKE GEESTESZIEKEN.
Donderdagmiddag werd het A. C. Wertheim-
huis, tehuis voor mannelijke Joodsche gees
teszieken. van de Vereeniging Centraal ïs-
raëlietisch Krankzinnigengesticht in Neder
land, aan de Plantage Parklaan te Amsterdam
geopend.
JAPANSCHE AANVAL OP DE NEDER
LANDSCHE KOLONIALE POLITIEK
Naar de Manchester Guardian bericht be
vat het Japansche blad Yomiuri een artikel,
waarin wordt beweerd, dat de Nederlandsche
regeering klaarblijkelijk den Japanschen han
del in Nederlandsch Indië tracht te onder
mijnen. Deze exclusief anti Japansche hou
ding is nauwelijks in overeenstemming met
de grondslagen, waarop totnutoe de Neder
landsche politiek heeft berust. Deze houding
der Nederlandsche regeering wordt als zeer
ongepast beschouwd. Het blad veronderstelt,
dat de Britten hier de hand in hebben, De
aandacht van Nederland is alleen gericht op
het putten van rijkdom uit Indië en het uit
buiten van de Inlanders ten gerieve en voor
het gemak van het Nederlandsche volk. Een
dergelijke koloniale politiek kan niet lang
met succes gevoerd worden.
ROTTERDAM DOOR ONWEER
GETEISTERD.
Op vele plaatsen is de bliksem
ingeslagen.
OOK OP DEN VOEDINGSDRAAD VAN DEN
ELECTRISCHEN TREIN.
Donderdagavond heeft boven Rotterdam een
ongekend hevig onweer gewoed, gepaard gaan
de met zeer zwaren regenval. De bliksem was
gedurende meer dan een uur niet van de lucht
en is op sommige plaatsen in de stad inge
slagen, meestal zonder groote schade te ver
oorzaken. Erger was het echter bij de tunnel
aan de Henegouwerlaan, waar zelfs een klein
gat in het plafond werd geslagen. Ook sloeg
de bliksem in verschillende tramwagens, ter
wijl in Overschie de wegverlichting verstoord
werd.
Tusschen Pynacker en Nootdorp is de blik
sem in den voedingsdraad van den trein ge
slagen. Toen trein 179 uit Den Haag naar
Rotterdam reed, werd deze aan de voorzijde
door den over de lijn liggenden draad getrof
fen. Twee portierramen werden stukgeslagen,
terwijl de stuursprong-koppeling werd afge
rukt. De trein heeft het stuk draad meegesleept
en de beschadiging waarschijnlijk verergerd.
Het gevolg was, dat het verkeer met electrische
treinen tusschen Rotterdam en Den Haag over
deze route vrijwel volkomen stil lag. Van Rot
terdam vertrokken nog slechts stoptreinen, die
niet verder reden dan tot Pynacker. Uit Den
Haag kon geen enkele trein vertrekken. Tot
laat in den avond is het electrische treinver
keer belemmerd gebleven.
RADIOREDE VAN MINISTER
MARCHANT.
OVER HET SPELLINGVRAAGSTUK.
Maandag 7 Mei a.s. zal minister Marchant
van 19,15 uur tot 20 uur over beide Neder
landsche omroepzenders spreken over het
spellingsvraagstuk.
SCHERPERE MAATREGELEN
TEGEN SMOKKELARIJ.
Wetsontwerp door minister
Oud ingediend.
VERSPERRINGEN ZULLEN OP IVEGEN
MOGEN WORDEN AANGEBRACHT.
Minister Oud heeft bij de Tweede Kamer een
wetsontwerp ingediend, dat wijziging en aan
vulling van de wetgeving betreffende de hef
fing van de invoerrechten en de accijnzen
bevat. Door dit ontwerp zal het de douane mo
gelijk worden gemaakt krachtiger dan tot-
dusverre tegen de smokkelarij op te treden. De
voornaamste bepaling is die, waarbij de mi
nister van Financiën de bevoegdheid krijgt om
bij de grens op wegen versperringen te doen
aanbrengen. Voorts worden zwaardere straf
fen voorgesteld op het weigeren of verhinderen
van werkzaamheden, welke de douane krach
tens de wet verricht (visitatie, exhibitie van
documenten enz.). Voorts wordt de mogelijk
heid geopend om vervoermiddelen, die kenne
lijk ingericht of toegerust zijn om goederen
aan het toezicht van de douane te onttrekken
of om de dwangmaatregelen, die de ambte
naren treffen, te verijdelen, in beslag te nemen
en zonder rechtsvervolging aan den staat te
doen vervallen. Verder zal buiten twijfel wor
den gesteld, dat in geval van weigering van
visitatie, met een vervoermiddel gepleegd, het
vervoermiddel executabel is voor de deswege
verschuldigde geldboete. Verlaten auto's zullen
tenslotte, eventueel met de goederen, aan den
staat vervallen.
ZAL AMSTERDAM MOETEN
BUKKEN?
HERCLASSIFICATIE ZOU WORDEN
OPGELEGD.
Deze week heeft de gemeenteraad van Am
sterdam slechts ten deele de voorstellen van
B. en W. welke betrekking hadden op de ge
meentefondsbelasting, aanvaard. De raad be
sloot wel tot heffing van 100 opcenten, doch
verwierp het herclassificatievoorstel. Naar de
Tel. verneemt, is de meening van Ged. Staten
van Noord-Holland, dat de door den raad ver
worpen herclassificatie thans door de Kroon
zal worden opgelegd.
DE HEER KETELAAR 70 JAAR.
Op 6 Mei a.s. zal de heer Th. Ketelaar, de
bekende strijder tegen de tuberculose, 70 jaar
worden. Door zijn krachtigen arbeid heeft
hij tal van generaties der schooljeugd tegen
t;b.c. beveiligd.
VALSCHE MUNTERIJ IN HET
NOORDEN.
TWEE PERSONEN GEARRESTEERD.
Het vervaardigen van valsche munten blijkt
in het Noorden des lands nog niet te zijn af-
geloopen. Men heeft te Valthermond een val-
schen munter gearresteerd en te Irnsum.
Laatstgenoemde verzilverde plaatkoper.
MEER INDISCHE PRODUCTEN
NAAR DUITSCHLAND?
NIEUWE ONDERHANDELINGEN IN
DEN HAAG.
Naar de Tel. uit goede bron verneemt, ligt
het in de bedoeling om de onderhandelingen
over een beteren afzet van Indische producten
in Duitschland 'n Den Haag voort te zetten.
De Duitsche delegatie zal vermoedelijk op 11
Mei aankomen, op welken datum de handels
conferentie waarschijnlijk zal aanvangen.
Wat de onderhandelingen met Engeland aan
gaat, wordt thans gewerkt aan het opmaken
van een lijst van desiderata. Het is nog niet
zeker of koloniale producten ter sprake zullen
worden gebracht, noch wanneer de bespre
kingen, die door dr. Hirschfeld in Londen
werden gehouden, welke echter slechts van
oriënteerenden aard waren, zullen worden
hervat.
BEZORGDHEID IN ENGELAND.
VOOR DE ONDERHANDELINGEN MET
ONS LAND.
In het Engelsche Lagerhuis is Donderdag
den heer Colville, secretaris voor den overzee-
schen handel, gevraagd of hij cijfers kon ge
ven van de toeneming' van de werkgelegen
heid tengevolge van de protectie, die in de
wet op den invoer van landbouwproducten ligt
opgesloten en voorts of hij bij de komende
onderhandelingen wilde vasthouden aan de
tarieven op deze producten.
De heer Colville antwoordde dat hij op deze
vragen geen antwoord kon geven, maar bij de
aanstaande onderhandelingen met Nederland
zou deze aangelegenheid niet vergeten worden.
Naar aanleiding van een verdere vraag be
treffende de ernstige onrust bij de telers van
fruit, groenten en bloemen met betrekking tot
de onderhandelingen met Nederland en Frank
rijk zeide Colville, dat hij terwijl deze bespre
kingen nog hangende zijn, geen verklaringen
kon geven, tenzij aan dat met al deze zaken
ten volle rekening zou worden gehouden.
DE SURINAAMSCHE BANK KEERT
31/2 pCt. UIT.
AMSTERDAM, 3 Mei. Naar wij vernemen
zal in de op 24 dezer te houden algemeene
vergadering van aandeelhouders van de Su-
rinaamsche Bank worden voorgesteld over
het afgeloopen boekjaar een dividend van
3 1/2% uit te keeren.
T. B. C.-BESMETTING VALT MEE.
ZES KINDEREN MOETEN NAAR EEN
SANATORIUM.
Het onderzoek ingesteld bij de kinderen van
de U. L. O. school te Emmer Compascuum, bij
wie t. b. c. verschijnselen waren geconstateerd
heeft tot resultaat gehad, dat de eerste be
richten gelukkig overdreven blijken te zijn ge
west. Zes kinderen zullen naar een sanato
rium moeten worden gezonden. Bij tien an
deren staat nog niet geheel vast, dat zij t.b.c.
vrij zijn, zoodat de mogelijkheid bestaat, dat
een of meer van hen later nog naar een sa
natorium zal worden gezonden.
INDIë'S TOEKOMST NIET
DONKER.
De belastingen drukken echter
te zwaar.
TEVENS IS DE SCHULDENLAST TE HOOG.
DE JAARREDE VAN DEN HEER WELTER
VOOR DEN ONDERNEMERSRAAD.
Te 's-Gravenhage heeft Donderdag de On-
dernemersraad voor Ned.-Indië zijn jaar-
lijksche algemeene ledenvergadering gehou
den. De jaarrede werd uitgesproken door den
heer Ch. J. I. M. Welter, die zeide den ster
ken indruk te hebben, dat het bedrijfsleven
in Ned. Indië in den vierjarigen strijd om het
bestaan een spankracht heeft, opgedaan,
welke slechts op iets gunstiger omstandig
heden wacht om nieuwe vruchten af te wer
pen.
De algemeenheid _van het verschijnsel van
zich begeven op deC zijpaden en sloppen der
contingenteeringen en invoerverboden moet,
naar het spr. voorkomt, de gedachte op
roepen of men niet te simplistisch handelt
door het te beschouwen als een verdwazing,
waarvan de wereld ongetwijfeld zal terug
komen. Er is ruimte voor de opvatting dat er
systeem in die dwaasheid zit en dat het den
eenigszins chaotischen overgang vormt tot
een nieuwe periode in de economie, waarbij
de vrije, maar ongeordende productie wordt
omgezet in een productie, op welker ordening
door organen, welke een of meer nationale
gemeenschappen vertegenwoordigen, invloed
wordt uitgéoefend. Spr. meent, dat vrije pro
ductie en vrij ruilverkeer *>niet zal terugkee-
ren.
Vervolgens besprak de heer Weiter de fi
nanciën van Indië. Ook al komt door een
verbetering van de conjunctuur in de eerst
volgende jaren het evenwicht in het Indische
budget tot stand, dan is daarmede nog
slechts de eerste stap tot oplossing van het
probleem der Indische financiën gedaan.
Daarnaast zijn nog twee belangrijke punten,
welke het innerlijke evenwicht van de Indi
sche fii|ancieele structuur verstoren, t.w. de
zware lasten voor rente en aflossing van de
schuld en de overmatige druk der belastingen.
Tusschen beide bestaat een rechtstreeksch
verband.
De op Indië rustende schuldenlast staat
buiten verhouding tot de intrinsieke draag
kracht des Land, zooals die in en door de
crisis is geworden,
Indië heeft voor zijn herstel en zijn ont
wikkeling dringend kapitaal noodig. Het
moet dit van elders aantrekken door gun
stige voorwaarden te bieden voor deelneming
aan de ontginning van zijn natuurlijke rijk
dommen. Maar eventueel ruimer vloeiende
middelen zullen door den fiscus worden weg
gezogen.
Het is een nationaal belang van de eerste
orde, dat de Indische financiën weer op een
zood?ni?e basis komen te berusten, dat het
economisch herstel en de verdere ontwikke
ling er niet door wordt belemmerd. Spr.
meende dat men niet ver van de waarheid
is, als men zegt, dat het bedrijfsleven in
Indië ongeveer 3 maal zoo zwaar belast is als
dat in Nederland.
Sprekend over het vraagstuk der dubbele
belasting, zeide de heer Weiter, dat het hier
gaat om millioenen, welke dubbel en dus in
elk geval te veel zijn betaald. Dit is een vol
strekt onhoudbare toestand. Spr. vertrouwt,
dat de regeering, die zich door een interna
tionaal verdrag verplicht heeft het euvel der
dubbele belasting tegen te gaan, daaraan in
de eerste plaats binnen de grenzen van het
Koninkrijk een einde zal maken.
Wat de naaste toekomst voor het Indische
bedrijfsleven betreft, in de bedrijven zijn alle
voorwaarden vereeniga, welke men in rede
lijkheid kan stellen voor een verbetering van
de situatie. Wat de opleving tegenhoudt zijn
uitsluitend factoren van externen aard. Wat
te loor moge zijn gegaan, bestaan is gebleven
de taaie vasthoudendheid, het voornaamste
kenmerk van ons ras. welke in het verleden
een zoo grootschen bouw stichtte en die bij
ons allen leeft in de onuitgesproken gedachte
Wij zullen het toch houden.