BE WARE OORZAAK VAN MAAG-AANDOENINGEN BIOSCOOP. Het Londensche seizoen ingeluid. HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct. Radiomuziek der week ZATERDAG 5 MEI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD IV Het Tooneel te Amsterdam. Groot Nederiandsch Tooneel. KLEINE MAN, WAT NU? Hans Fallada zal wel nooit vermoed hebben dat zijn Hannes en Lammetje nog eens op het tooneel zouden verschijnen. Zij bïengen uit zich zelve wel heel weinig mee voor de planken. Ik zou niet willen beweren, dat zoo'n „kleine man", die overal in de maatschappij zijn hoofd stoot en ondanks, of misschien juist door zijn goedheid altijd weer de slagen moet opvangen, niet zou deugen als hoofd persoon van een tragi-comédi, wij hebben er dikwijls voorbeelden van gezien maar dan wordt hijer speciaal voor geschapen. De tooneelschrijver geeft hem het noodige too- neelbloed mee. Hannes en Lammetje zijn ook op de plan ken te kennelijk romanfiguren. En wat er met en om hen heen gebeurt, is ook heel weinig dramatisch. Ik twijfel dan ook, of er uit dit boek ooit een tooneelstuk te „trek ken" zou zijn. De Deen Jens Loches, wiens bewerking door Het Groot Nederiandsch Tooneel gespeeld wordt, geeft dan ook enkele „tafereelen" of beter nog „losse tafereelen" uit „Kleine man, wat nu?" Verband zal men er moeilijk in kunnen vinden, dramatische spanning be halve in het tafereel in het Warenhuis nog minder. De bewerker moest uit het lijvige boek al te veel laten vallen en wat er over bleef waren enkel „levende plaatjes" uit den roman van Hans Fallada. Maar zulke stukken hebben voor hen, die het boek. lazen toch altijd iets aantrekkelijks. Zij willen Lammetje en Hannes, vader en moeder Mörschel, de weduwe Scharren- höfer, Klienholz, Mia Pinneberg, Jachmann en al die andere bekende figuren uit het boek wel eens in levende lijve op het tooneel zien. Zij herinneren zich de hoofdstukken, waarin al deze personen voorkomen en vullen zelf wel aan, wat er aan ontbreekt. Men moet bij zulke voorstellingen het publiek in twee groepen verdeelen: zij, die den roman wel en zij, die hem niet gelezen hebben. Wanneer Hannes en de kruier een toilettafel de kamer binnendragen, dan is die tafel voor de eene helft een heel gewoon meubelstuk, maar de andere helft denkt dadelijk- aan de gesprek ken van Hannes en Lammetje voor het win kelraam in de Friedrichsstrasse en ziet het geval met heele andere oogen aan. Zij her kennen haar als een dierbaar meubelstuk, waaraan lieve herinneringen verbonden zijn. En zoo zal de voorstelling van „Kleine Man. wat nu?" dan ook geheel verschillende in- drukken maken op de eene helft, die het boek niet en op de andere helft die het boek wel kent. Voor de laatste groep is het misschien belangrijk om te weten, welke fragmenten in het tooneelstuk zijn verwerkt. Wij krijgen Hannes en Lammetje, te zien'in het gezin van Lammetje's ouders, daarna op de kamer van de weduwe Scharrenhöfer, dan in den fouragehandel van Kleinholz en vervolgens in de Berlijnsche woning van Hannes' moe der. Wanneer het „jochie" geboren wordt, is Hannes in het Warenhuis van Mandel en zien wij hem de meest dramatische episode uit zijn leven doormaken, als hij op den dag. dat hij vader wordt, zijn ontslag krijgt. Het laatste tafereel speelt in het Volkstuintje waar Hannes met een schort voor het huis houden doet en den kleine de flesch geeft en Lammetje, als het dappere vrouwtje nadat zij Jachmann de deur gewezen heeft hem moed inspreekt en zich ondanks alles gelukkig prijst, omdat zij van elkaar houden. Hannes en Lammetje zijn de eenige per sonen, die ook in de tooneelbewerking vol uit geteekend zijn. Alle anderen zien wij slechts in vogelvlucht, de meeste zelfs maar in een enkel tooneeltje. Van die vele bij figuren heeft de weduwe Scharrenhöfer wel den meesten indruk op mij gemaakt, doordat zij door Marie van Westerhoven zoo prach tig tot leven werd gebracht. Achter dit malende oude vrouwtje doemde een heel leven van smart en lijden op en dat in een enkel, kort episodisch tafereel. Zoo iets vermogen alleen maar de zeer grooten te bereiken. De overigen bleven vrij wel in de mist en gingen min of meer als schimmen voorbij. Artisten als Paul Huf, Johan de Meester, Hans van Meerten, Jan Teulings, Rienk Brouwer, Rub Geraerds, Marie Sophie Nathusius, Tily PerinBouwmeester, kwamen en gingen in kleine rollen, welke hun be langrijkheid meer dankten aan den roman dan aan het tooneelstuk en het spel. Frits van Dijk en Cissy van Bennekom waren Hannes en Lammetje. Frits van Dijk brengt voor de figuur van den onhandigen goedigen Hannes zeer veel mee. Hij speelde hem met fijne nuances en wij konden ook in het tooneelstuk medelijden met hem krij gen, al ging ons medegevoel ook uit naar Lammetje, die met zoo'n onpractisch kind, want dat is hij toch feitelijk nog getrouwd was. Verreweg het best was het tafereel in het Warenhuis, waarin de figuur van Plannes in zijn zielige onhandigheid werkelijk even tragisch werd. En in dat tafereel bereikte ook het spel van Frits van Dijk het hoogtepunt. Cissy van Bennekom, die hoe langer hoe meer onder onze jonge actrices op den voor grond treedt, had als Lammetje momenten, waarin zij door haar subtiel, gevoelig spel ont roerde bijvoorbeeld in haar reine onbevan genheid tegenover Jachmann en in haar angst voor de vreemde weduwe Scharrenhöfer - maar een creatie werd het toch niet. Dit lag niet zoo zeer aan de actrice, maar aan de tooneelbewer king. waarin ook Lammetje te fragmentarisch en dus te onvolledig geteekend is. Johan de Meester had eenige tafereelen voortreffelijk gemonteerd. Zoo was de kamer bij de Weduwe Scharrenhöfer een plaatje op zich zelf. En in de Berlijnsche woning van Mia Tinnenberg was de zwoele atmosfeer al even raak getroffen als de groteske burgerlijkheid in de kamer van de oude, zielige weduwe. Duizenden hébben den roman van Hans Fallada gelezen en voor hen zal dit stuk wel in de eerste plaats door Het Groot Neder iandsch Tooneel op het repertoire zijn geno men. Zeer velen zullen den braven, goedigen Hannes en het dappere Lammetje ook wel eens op het tooneel willen zien. Dat is nu dus moge lijk en wel in het Grand Theatre te Amster dam, waar „Kleine Man, wat nu?" deze maand eiken avond wordt gespeeld. J. B. SCHUIL. LUXOR THEATER. Twee hoofdfilms „Duivelskunstenaars" en „De Koning der Zigeuners". Deze week geeft Luxor Sound Theater twee hoofdfilms, die hemelsbreed van elkaar verschillen. De eerste ,De Koning der Zi geuners" is één en al romantiek. De Zuid- Amerikaansche tenor Don Jose Mojlca ver vult hierin de rol van den koning der Zigeu ners. Deze film verplaatst ons naar een klein Europeesch staatje, waar een jonge koningin Marie Louise regeert. Dit konin ginnetje Rosita Moreno) verveelt zich gruwelijk, alles is even saai en grijs aan het hof; haar neef, hertog Alexander, die haar wel al tienmaal ten huwelijk heeft gevraagd werkt bepaald op haar zenuwen. Om aan die saaiheid te ontkomen besluit ze om met haar vertrouwde kamermeisje een feest in het dorp mee te maken, maar streng incog nito, beiden verkleed als dorpsmeisjes. Die pret en die vroolijkheid is een openbaring voor het meisje. Ze komen bij een groep zigeuners en al gauw is ze onder de bekoring van den aanvoerder Carol (José Mojica), den koning der Zigeuners. Met zijn prachtige stem oefent hij een magnetische kracht op haar uit. De twee jongelui vinden elkaar, ze hebben groot genoegen in elkanders bij zijn. Ze worden wreed gestoord door hertog Alexander. Door een misverstand gelooft Marie Louise dat Carol haar kostbare broche gestolen heeft, waarvoor hy gestraft wordt en waardoor Marie Louise hevig in hem teleurgesteld wordt. Ze tracht hem nu telkens te vernederen, maar haar hart trekt hoe langer hoe meer naar hem toe. Zelfs vergeeft ze hem op den duur, dat hij haar geschaakt en naar zijn kamp gebracht heeft Tenslotte breekt hij 't kamp r? om verder te •trekken, Carol begrijpt, dat hij om Marie Louise niet langer mag blijven. Maar de liefde van Marie Louise voor hem is sterker dan wat ook en ze snelt hem achterna. Men zeit het: een film van a tot z roman tiek. Van geheel ander gehalte is de tweede hoofdfilm „De Dui velskunstenaars" met Ralph Morgan, Victor Jory en Sally Blane. Dat is een film met zooveel griezel, sensatie en spanning, dat je pas op het allerlaatst weet wat je aan de hoofdpersoon, den magiër Azrah (Ralph Morgan), hebt. Het is een film met val luiken, draaiende deuren, zich zelf uit SALLY BL.ANE en rollende loopers en CLIFFORD JONES, trappen, geheimzin nige grijphaken, on begrijpelijke electrische apparaten en een laboratorium met gtoote kolven, handels en instrumenten, warmee gemanoeuvreerd wordt op ontzettt-nd mysterieuze wijze. Ook aan het eind van de film als de op lossing al gekomen is, blijven er nog eenige onderdeelen. die den toeschouwer nog niet duidelijk zijn, waarvan hij het hoe en het- waarom nog niet gesnapt heeft, maar daar door juist blijf je er langer over piekeren, dan je anders zoudt gedaan hebben. A/\& men deze film gaat zien, dan moet men er. m.i geheel blanco tegenover staan en van den inhoud niets, maar dan ook niets weten, daarom geeft ik den inhoud dan ook niet, het is voldoende voor u te weten, dat u hevige sensatie zult hebben en dat u in gespannen aandacht het verloop van alles wat zich daar afspeelt, zult volgen, U zult griezelen Het Luxor geeft o.a. den Voetbalwedstrijd België—Nederland in Antwerpeni van Zon dag 1.1. (Adv. Ingez. Med.) CINEMA PALACE. Het lied der zon. Het hoofdnummer concentreert zich zoogoed als geheel rondom het musicale element, dat van vocalen aard is en belichaamd wordt dooi den Italiaanschen heldentenor Lauri Volpi, wiens machtige stem herhaaldelijk de zaal vult. Ook een film-aetricetje, Lillian Dietz, die tevens zangeres is, paart af en toe haar sopraan met den tenor. Rondom dezen zang heeft Max Neufeld een film geënsceneerd, waarvan het scenario ge baseerd is op het aloude gegeven van de per soonsverwisseling. Friedel Brandt, het zanglustige meisje, houdt den impressario dr. Paladino. gespeeld door den schoonen Italiaan Vittorio de Sica, voor Volpi en raakt onder zijn bekoring. Paladino kan de verleiding niet weerstaan, de vergissing te bestendigen en er profijt van te trekken. Maar Friedel (Lillian Dietz) is door alles heen verontwaardigd, als dit bedrog uitkomt en zoekt den echten Volpi, als hij in Verona in een amphitheater in de openlucht een volks concert geeft. Dan komt zij echter onverhoeds toch weer tegenover Paladino te staan en nu vinden de twee elkaar, zoodat wanneer de man met den schijnwerper in het nachtelijk uur het verlaten stadion afzoekt, er ergens in een hoek nog een paartje, dat van de wereld geen weet heeft, blijkt achtergebleven. Deze geschiedenis wordt doorkruist door het relaas van de wederwaardigheden van den impressario Max Adler, gespeeld door den komiek Erhard Siedel. Ook zijn historie, een samenloop van noodlottige toevalligheden, welke hem een huiselijke orkaan op den hals halen, loopt tenslotte voorspoedig af. De schoonheden van het oude Italië worden den toeschouwer vertoond in een ironisch in termezzo, waarin de film den draak steekt met het kudde-achtige vreemdelingenverkeer. Op het tooneel verschijnt tusschen een decor van tralies de liedjeszanger Kees Pruis, die zijn gerenommeerd repertoire met onverzwakt élan ten beste geeft. Het Profiltie-nieuws biedt behalve een wel geslaagde geluidsopname van den voetbalwed strijd België—Holland te Antwerpen den wiel renner Pijnenburg met zijn bruid en een wol kenkrabber van leem in Zuid-Arabië. H. G. CANNEGIETER. Voedsel behoort niet langer dan drie of vier uur in de maag blijven. Indien de spijsvertering langer duurt, pijnlijk verloopt en gepaard gaat met zure oprispingen, opeenhooping van gas sen, kramp, duizeligheid, hoofdpijn, slaperig heid. enz. dan komt dit bijna altijd omdat de sappen die door de maagklieren worden af gescheiden een overmaat van zuur bevatten waardoor gisting van het voedsel en prikkeling- der maag vliezen wordt veroorzaakt; waaraan de pijnen en bezwaren te wijten zijn. U kunt deze ongemakken onmiddellijk doen ophouden door deze overmaat van aciditeit te neutrali seeren door het gebruik van een half thee lepeltje Gebismureerd Magnesium in een beetje water na de maaltijden of wanneer de behoefte daartoe zich doet gevoelen. Gebis mureerd Magnesium is verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten a 1.per flesch of 1.75 per groote flesch, die voordeeliger is. (Adv. Ingez. Med.) Met klanken en wanklanken. De Dirigent Beecham blaft het publiek af (Van onzen correspondent) Londen, 2 Mei. De eerste voorstelling van het opera-seizoen in Covent Garden wordt algemeen beschouwd als het begin van dat vagere en onlogischer Londensch seizoen. Men heeft nooit vernomen wat het is dat dit Londensch Seizoen besluit. Het vangt aan met veel gerucht, met pracht en praal, met glans en schittering; en het gaat uit als een nachtkaars. Tenzij die men- schen gelijk hebben die verklaren dat het Londensch Seizoen een jaar duurt en zich elk jaar herhaalt en dat zijn glanspunt wordt bereikt in Mei, een maand die alles verjongt en nieuw en opgewekter leven geeft aan de menschen, aan de hen omringende natuur en als vanzelf ook aan de hen omringende cul tuur. In de dorpen van het land tooien de jongste meisjes thans het haar met bloemen; en zij dansen om den Meiboom. Dat is het begin van het dorps- of het landelijk seizoen. De menschen in Londen, die aan het Seizoen meedoen (en hun aantal is uiterst beperkt), zijn te stedelijk en te verlegen en te plechtig voor de geschetste pastorale pret. Hun Mei boom is Covent Garden en is Burlington House waar straks de Royal Academicians en andere toovenaars in verf hun Seizoensfeest hebben bereid. Met vreugde mag worden vast gesteld dat op den eersten avond van het Londensch Seizoen zoo gezegd, die ook de eerste avond was van het opera-seizoen, de jongste aanwezige meisjes ook echte bloemen op de hoofdjes droegen, die bijna de eenige sier waren voor haar kleeaij. „First Night" in Covent Garden is overigens tevens „tiara night". De moeders en de getrouwde zusters van de debutantes en de bij na-debutantes droegen geen bloemen in de kapsels; ze zou den er niet hebben gepast. Zij droegen dia demen en diamanten kroontjes en zij waren gehuld of soms nauwelijks gehuld in wolken van kant en vederen en zijde en fluweel. De markiezinnen, de gravinnen, de ladies wisten wel dat de eerste opera-avond feitelijk een grootsche wereldsche partij was, opgeluisterd door „Fidelio". Het bleek in den loop van den avond dat dit maatschappelijk zoo schitterend gehoor in muzikaal en artistiek begrip wat tekort schoot. Men was zoo zeer vervuld van het wereldsch karakter van de samenkomst en van eigen aandeel in de glorie dat men ver gat de" elementaire beginselen der muzikale opvoeding in acht te nemen. Men vergiste zich in doel en wezen van de ouverture die men scheen te verwarren met de inleidende muziek van een verveeld zagend strijkje voor een tooneelstuk of een film. Er waren als in de bioscoop laatkomers, die per electrische toorts naar hun plaatsen moesten worden verwezen. Men babbelde met veronachtzaming vair een schoon stuk muziek van Beethoven, dat stille en diepe belangstelling verlangt. Het ergerde den dirigent Sir Thomas Beecham zoo zeer, dat hij midden in de ouverture zich omdraaide en zijn gehoor met een stem, die tot de verste hoeken van de zaal doordrong, toeriep „stop talking". Daar bleef het niet bij. Een aanzienlijk deel van het auditorium herkende niet ondanks de populariteit van de gramophoon de ope ning van Leonora III, die werd gespeeld tus schen de twee scènes van het tweede bedrijf. Het begon te applaudiseeren in het midden van het adagio omdat op dat oogenblik het doek werd neergelaten. Voor deze gelegenheid gebruikte Beecham een veel minder parle mentaire uitdrukking. „Shut up you", riep hij uit, zich opnieuw wendend in de richting van waar het storend geluid wa-s gekomen. Sir Thomas Beecham heeft het kunste naarstemperament dat de eerbiedigste over gave verlangt van zijn gehoor. De verzamelde hooge Londensche wereld werd toegesproken als een klas van rumoerige kinderen, En de klas was voor de rest van den avond zoo stil als een muis. Het latere incident was meer een symptoom van onwetendheid dan van ge brek aan eerbied voor Beethoven's muziek en (Adv. Ingez. Med.) EEN VOORBESPREKING DOOR KAREL DE JONC Indien eenlg radiomuziekprogramma de nieuwsgierigheid moge prikkelen door afwij king van het bekende, dan is het wel dat van het pianorecital dat de Hilversumsche micro foon Zondagnamiddag zal uitzenden. De na men van zeven verschillende componisten komen er op voor; vier daarvan zijn me volko men onbekend, en daaronder is één die echt Chineesch klinkt. Zooals men weet is de Chi- neesche muziek gebouwd op een toonladder, die niet zooals onze gewone groote of kleine- tertstoonladder zeven, doch slechts vijf tonen bev.at. Deze tonen kan men in hun onder linge verhoudingen verkrijgen, door op één grondtoon achtereenvolgens vier kwinten in tervallen bovenop elkaar te zetten. Van C uit gaande krijgt men dan G. D. A. en E. en als men die nu binnen den omvang van één oc taaf terugbrengt is de Chineesche toonladder, die van zeer ouden oorsprong is, klaar. Wel is waar heeft reeds ongeveer 1500 jaar voor Christus een Chineesche prins Tsai-Ju ge- heeten, er nog twee ingevoegd, waardoor ook de ons bekende halve toonafstanden e-f en b-c ontstonden, en is zelfs daarna geleidelijk een chromatische opvolging, dus een verdee ling van het octaaf in twaalf gelijke deel en opgedoken, maar de oude vijftonige Chinee sche melodieën schijnen zich tot heden toe gehandhaafd te hebben, en ook de Chinee sche speeltuigen zijn daarop berekend. .Ge rekend" ze,g ik berekening, theoretische speculatie schijnt het voornaamste kenmerk van de Oost-Aziatische muziekcultuur te zijn; een geweldige ontwikkeling van de theorie bij een totaal gebrek aan persoonlijk productievermogen of fantasie. In een arti kel over Chineesche muziek lees ik daarom trent o.a. het volgende: „Men had een systeem van 84 toonsoorten, waarvan elke een bijzondere filosofische beteekenis had. Deze soort van muziek-opvatting is van groote beteekenis voor de ontwikkeling, of juister gezegd, voor de niet-ontwikkeling van die Aziatische cultuurvolken geweest. Het schijnt hun nl. in het geheel niet in de gedachte ge komen te zijn, dat de muziek tot uitdrukking van 's menschen innerlijk gevoelen zou kun nen dienen. Hun muziek-genieten berust eer der op een verstandelijk volgen van' een aangenomen of voorgeschreven symboliek. Daarbij kan dan heel goed een muziek, die voor ons gehoor een helsche kwelling betee- kent, den Chinees iets vertellen, hem verma nen of onderrichten. Zoo kan men begrijpen, dat een Chinees een muziek, die voor ons ge hoor een foltering beduidt, zeer belangrijk vindt en dat hij tegenover de Europeesche muziek afwijzend staat." Men moet bedenken dat- dit artikel vóór het ontstaan der ultra moderne muzikale richtin gen in de Europeesche muziek geschreven werd. Misschien zou het Chineesche oordeel thans anders luiden. En dan te bedenken, dat de Nederlanders wel eens de Chineezen van Europa genoemd zijnWelk een perspec tieven, welk een afzetgebied opent deze we tenschap voor onze muzikale productie! In elk geval zijn er genoeg motieven om de compositie van Chin Lu Wu Zondag met meer dan gewone belangstelling te beluisteren. De avonduitzending uit het Concertgebouw zal denkelijk den Chineezen weinig zeggen, ons des te meer, in zooverre Mengelberg aan alles wat hij dirigeert een persoonlijk cachet geeft. Van Zimmerman's vertolking van het viool concert geldt dat niet in gelijke mate, en waar dit concert denzelfden dag 's middags ook door Warschau en Dinsdag daarop door den Duitschen rijkszender (gramofoonplaten van Kulenkampff) uitgezonden wordt heeft men keuze genoeg om opvattingen en weer gaven te vergelijken. Van Gramofoonplaten gesproken: waarom krijgen we het Es-concert van Liszt nooit anders dan gespeeld door Gie- seking te hooren. Dinsdag komt het voor de zooveeiste Snaai voor de microfoon en er zullen toch ook wel andere opnamen van bestaan! De vertolking van Gieseking is heel correct en precies en pianistisch-afgewerkt, maar nog al koel. Zou er geen van dit concert gespeeld door Horowitz, bestaan? Die speelt niet koel, zooals men Woensdag zal kunnen hooren. Hij speelt dan een van zijn lijfstukken, het eer ste concert van Tchaikowsky, en zijn vertol king moet zóó zijn, dat ze zelfs dit overbeken de werk nog in een geheel nieuw licht stelt. Ik hoop naar zijn hartstochtelijk, muzikaal- en technisch-fenomenaal spel te luisteren en kan aanraden, dat eveneens te doen. De aantrekkelijkheid van het nieuwe bezit zeker de orkestsuite van Milhaud (Monte Cé- néri, Zondagavond). Reeds de titels der onder deelen maken de nieuwsgierigheid gespannen. De Sonate in Es van Haydn, die op het Maandagprogramma van Hilversum voorkomt, heeft in het eerste Allegro een motief, dat in de richting van Beethoven's 5de Symphonie wijst. Men kan zich daarvan gemakkelijk overtuigen. Overigens bestaat tusschen beide werken weinig karakterovereenkomst. Daar entegen heeft het laatste hoofddeel, het Tempo di Menuetto, een onmiskenbare verwantschap met het Menuet-achtige tweede hoofddeel van Mahler's 3de Symphone, die men echter niet zoo vaak kan hooren, dat men ze van algemee- ne bekendheid zou mogen veronderstellen. Ik vermeld de verwantschap, zooals ze mij voor komt; wie in de gelegenheid daartoe is, moge mijn bewering toetsen. In het programma van de hier genoemde uitzending komt het Gon dellied" van Chopin voor: daarmee moet na tuurlijk de Barcarolle bedoeld zijn. Waartoe dienen zulke vertalingen, die men weer terug vertalen moet om te begrijpen wat er mee be doeld is. Men noemt Chopin's Etudes toch niet „Oefeningen" en Haydn's Sonate niet „Klink stuk"! Ingeburgerde namen en titels late men zooals ze zijn. De Bachcantate „Wer da glaubet" (Leipzig, Donderdag) is speciaal voor den Hemelvaarts dag geschreven. Schweitzer zegt dat het is als of de blauwe hemel zich over deze muziek welft. Een geheel andere geest heerscht in de Can tate No. 106, „Gottes Zeit ist die allerbeste Zeit". Dit door Bach in zijn 26ste levensjaar geschreven werk, een van de bekendste en be- teekenendste der Cantates was voor de begra fenis van een aanzienlijk ingezetene van Wei- mar bestemd. Oud-Testament-ische angst voor den dood en Nieuw-Testamentische vrede met de doodsgedachte wisselen er in af. Bach heeft waarschijnlijk zelf teksten uit den Bijbel sa mengesteld; beide, tekst en muziek zijn van hooge volmaaktheid. misschien een goed bedoelde hoe zeer mis plaatste poging om dirigent en spelers te doen beseffen dat men toch werkelijk wel vol waar- deering was voor het gebodene. Zoo begon dan het Seizoen met een wan klank, tusschen de indrukwekkende klanken van Beethoven's Fidelio door. De. Time s. al evenmin onder den indruk van het hooge so ciale gehalte van het publiek, heeft naar aan leiding van den eersten avond geschreven dat het misschien beter was geweest wat te wach ten alvorens Beethoven voor dit gehoor te „werpen". En Covent Garden dat men uitgediend waande en dat reeds in sloopershanden scheen te zijn gevallen is inmiddels een nieuw tijd perk van luister ingegaan. Van de oude in wendige vervallenheid, die zoo zeer in tegen stelling placht te zijn met de weelderige men schen die door foyer en salon paradeerden, is niets overgebleven. Een nieuw bestuur heelt het gebouw nieuwe stoffeering en nieuwe tin ten gegeven. Zelfs de ongelijksoortige tebar- sten kopjes waaruit men bij traditie in de pauze zyn koffie dronk zijn verdwenen. Men wandelt tusschen bedrijven door in couloirs en salon belegd met dikke grasgroene tapijten en men zet zich neer in rood gelakte stoelen. FELIX DE NOBEL. Felix de Nobel zal op 8 Mei in de zaal van de Revue Musicale te Parijs o.m. een nieuwe piano-sonate van Hendrik Andriessen ten gehoore brengen. DE TWEEDE VOORJAAESBEURS. De advertenties van de standhouders op de Tweede Voorjaarsbeurs zijn in ons nummer van heden in pagina No. 6 gegroepeerd. HAARLEMSCHE R.ADIO CLUB. Bovengenoemde club organiseert op Woens dag 9 Mei een propoganda-feestavond in het gebouw van de St. Elisabeth ver. Jans straat 49. FAILLISSEMENTEN. Op 3 Mei werd door de Arrondissements- Rechtbank te Haarlem in staat van faillisse ment verklaard: De Firma Helmus Co.. gevestigd te Kil- legom, benevens de firmamte mej. O. Brav- mann, wonende te Hillegom, Burgemeester Pontstraat 10, Rechter-Commissaris: Mr. Th. F. Raedt. Curator: Mr. F. A. Davidson, advocaat en procure ui' te Haarlem. EXAMENCOMMISSIE ONDER WIJZERES). De Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen heeft benoemd in de com missie welke In 1934 belast is met het afne men van de examens ter verkrijging van de akte van bekwaamheid, bedoeld in artikel 77a der wet tot regeling van het lager on derwijs van 17 Augustus 1878 te Amsterdam: tot lid: D. Dangermond. te Beverwijk en tot. plaatsvervangende leden drs. A. M. H. de Jongh, Velsen-Driehuis; H. A. Kamermans, Haarlem en J. H. J. Uylings te Aerdenhout. AGENDA Heden: ZATERDAG 5 MEI Café-Restaurant Brinkmann, Groote Markt Demonstratie rythmische gymnastiek door Mevr. A. Sluis-Slikkers en haar leerlingen. 8 uur. Koudenhorn 8: Aandeelhoudersvergadering N.V. Ned. Mij. voor Cinematografie Filmfa briek „Polygoon" 4 uur. Gem. Concertgebouw: Tweede Haarlemsche Voorjaarsbeurs. 1,305.30 en 7,3011 uur. Circus Amar, Zaanenlaan: Voorstelling 2.30 en 8 uur. Rembrandt Theater: „Vluchtelingen". Op het tooneel: The Famous Lorch-Family, Ika- rische Spelen 2.30, 7 en 9.15 uur. Palace: „Het lied der Zon". Op het tooneel: Kees Pruis met zijn nieuw repertoire. 2.30, 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: „Duivelskunste naars" en „Koning der Zigeuners" 2.30, 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. Santpoort: Ledenvergadering,,De Licht- hjeve", Kweekerslaan 13, 3 uur. ZONDAG 6 MEI Schouwburg Jansweg. Revue „Tijd is geld" 8.15 uur. Rozekruisers Genootschap, Bakenessergr. 13. Dienstritus met openbare voordracht. 10.30 uur. Circus Amar, Zaanenlaan, Voorstelling 8 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. MAANDAG 7 MEI Schouwburg Jansweg: Revue „Tijd is geld" 8.15 uur. „De Nijverheid", Psychometrische séance. 8.30 uur. Bioscoopvoorstellingen. Circus Amar, Zaanenlaan: Voorstelling, 8 uur. Bloem en daal: N.V. Technisch Handels bureau Virtus, Alg. vergad. van Aandeelh., Kleverlaan 236. 3 uur. ROOSTER VAN APOTHEKEN (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid.) Voor de apotheken die toestemming ge vraagd hebben om 's avonds, 's nachts en Zondags te sluiten, is door den Inspecteur der Volksgezondheid een sluitingsrooster op gemaakt. Van Zaterdag 5 Mei des avonds 8 uur tot en met Dinsdag 8 Mei zijn de volgende apo theken op Zondag 's avonds na 8 uur en des nachts geopend. P. Th. A. van Rijn, Kleine Houtweg 15. Tel. 10539. Mej. S. G. Beckeringh, Apotheek Loomeyer, Zijlweg 34, Tel. 12495. F. C. Kuipers Azn.. Schoterbosch-Apotheek Rijksstraatweg 19. Tel. 12711. W. P. Woutersen, Apotheker, Koninginne weg 3. Tel. 12038 En van Woensdag 9 Mei des avonds 8 uur tot en met Vrijdag 11 Mei: I. Koster, Apotheek Bosch en Vaart, Bosch en Vaartstraat 26. Tel. 13290. H. Cohen, Firma H. Remmers en Zn., Kruisstraat 6 Tel. 10354. B. K. Blommendaal, Nolf's Goedkoope Apo theek, Kruisstraat 26. Tel. 11174. W. P. Woutersen, Apotheker, Koninginne weg 3. Tel. 12038.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 17