BE WARE OORZAAK VAN
MAAG-AANDOENINGEN
BIOSCOOP.
Het Londensche seizoen
ingeluid.
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct.
Radiomuziek der week
ZATERDAG 5 MEI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
IV
Het Tooneel te Amsterdam.
Groot Nederiandsch Tooneel.
KLEINE MAN, WAT NU?
Hans Fallada zal wel nooit vermoed hebben
dat zijn Hannes en Lammetje nog eens op het
tooneel zouden verschijnen. Zij bïengen uit
zich zelve wel heel weinig mee voor de
planken. Ik zou niet willen beweren, dat zoo'n
„kleine man", die overal in de maatschappij
zijn hoofd stoot en ondanks, of misschien
juist door zijn goedheid altijd weer de slagen
moet opvangen, niet zou deugen als hoofd
persoon van een tragi-comédi, wij hebben
er dikwijls voorbeelden van gezien maar
dan wordt hijer speciaal voor geschapen. De
tooneelschrijver geeft hem het noodige too-
neelbloed mee.
Hannes en Lammetje zijn ook op de plan
ken te kennelijk romanfiguren. En wat er
met en om hen heen gebeurt, is ook heel
weinig dramatisch. Ik twijfel dan ook, of er
uit dit boek ooit een tooneelstuk te „trek
ken" zou zijn.
De Deen Jens Loches, wiens bewerking door
Het Groot Nederiandsch Tooneel gespeeld
wordt, geeft dan ook enkele „tafereelen" of
beter nog „losse tafereelen" uit „Kleine man,
wat nu?" Verband zal men er moeilijk in
kunnen vinden, dramatische spanning be
halve in het tafereel in het Warenhuis
nog minder. De bewerker moest uit het lijvige
boek al te veel laten vallen en wat er over
bleef waren enkel „levende plaatjes" uit den
roman van Hans Fallada.
Maar zulke stukken hebben voor hen, die
het boek. lazen toch altijd iets aantrekkelijks.
Zij willen Lammetje en Hannes, vader en
moeder Mörschel, de weduwe Scharren-
höfer, Klienholz, Mia Pinneberg, Jachmann
en al die andere bekende figuren uit het boek
wel eens in levende lijve op het tooneel
zien. Zij herinneren zich de hoofdstukken,
waarin al deze personen voorkomen en vullen
zelf wel aan, wat er aan ontbreekt. Men moet
bij zulke voorstellingen het publiek in twee
groepen verdeelen: zij, die den roman wel
en zij, die hem niet gelezen hebben. Wanneer
Hannes en de kruier een toilettafel de kamer
binnendragen, dan is die tafel voor de eene
helft een heel gewoon meubelstuk, maar de
andere helft denkt dadelijk- aan de gesprek
ken van Hannes en Lammetje voor het win
kelraam in de Friedrichsstrasse en ziet het
geval met heele andere oogen aan. Zij her
kennen haar als een dierbaar meubelstuk,
waaraan lieve herinneringen verbonden zijn.
En zoo zal de voorstelling van „Kleine Man.
wat nu?" dan ook geheel verschillende in-
drukken maken op de eene helft, die het
boek niet en op de andere helft die het boek
wel kent.
Voor de laatste groep is het misschien
belangrijk om te weten, welke fragmenten
in het tooneelstuk zijn verwerkt. Wij krijgen
Hannes en Lammetje, te zien'in het gezin
van Lammetje's ouders, daarna op de kamer
van de weduwe Scharrenhöfer, dan in den
fouragehandel van Kleinholz en vervolgens
in de Berlijnsche woning van Hannes' moe
der. Wanneer het „jochie" geboren wordt, is
Hannes in het Warenhuis van Mandel en
zien wij hem de meest dramatische episode
uit zijn leven doormaken, als hij op den
dag. dat hij vader wordt, zijn ontslag krijgt.
Het laatste tafereel speelt in het Volkstuintje
waar Hannes met een schort voor het huis
houden doet en den kleine de flesch geeft
en Lammetje, als het dappere vrouwtje
nadat zij Jachmann de deur gewezen heeft
hem moed inspreekt en zich ondanks alles
gelukkig prijst, omdat zij van elkaar houden.
Hannes en Lammetje zijn de eenige per
sonen, die ook in de tooneelbewerking vol
uit geteekend zijn. Alle anderen zien wij
slechts in vogelvlucht, de meeste zelfs maar
in een enkel tooneeltje. Van die vele bij
figuren heeft de weduwe Scharrenhöfer wel
den meesten indruk op mij gemaakt, doordat
zij door Marie van Westerhoven zoo prach
tig tot leven werd gebracht. Achter dit
malende oude vrouwtje doemde een heel
leven van smart en lijden op en dat in
een enkel, kort episodisch tafereel. Zoo iets
vermogen alleen maar de zeer grooten te
bereiken. De overigen bleven vrij wel in de
mist en gingen min of meer als schimmen
voorbij. Artisten als Paul Huf, Johan de
Meester, Hans van Meerten, Jan Teulings,
Rienk Brouwer, Rub Geraerds, Marie Sophie
Nathusius, Tily PerinBouwmeester, kwamen
en gingen in kleine rollen, welke hun be
langrijkheid meer dankten aan den roman
dan aan het tooneelstuk en het spel.
Frits van Dijk en Cissy van Bennekom
waren Hannes en Lammetje. Frits van Dijk
brengt voor de figuur van den onhandigen
goedigen Hannes zeer veel mee. Hij speelde
hem met fijne nuances en wij konden ook
in het tooneelstuk medelijden met hem krij
gen, al ging ons medegevoel ook uit naar
Lammetje, die met zoo'n onpractisch kind,
want dat is hij toch feitelijk nog
getrouwd was. Verreweg het best was het
tafereel in het Warenhuis, waarin de figuur
van Plannes in zijn zielige onhandigheid
werkelijk even tragisch werd. En in dat
tafereel bereikte ook het spel van Frits
van Dijk het hoogtepunt.
Cissy van Bennekom, die hoe langer hoe
meer onder onze jonge actrices op den voor
grond treedt, had als Lammetje momenten,
waarin zij door haar subtiel, gevoelig spel ont
roerde bijvoorbeeld in haar reine onbevan
genheid tegenover Jachmann en in haar angst
voor de vreemde weduwe Scharrenhöfer - maar
een creatie werd het toch niet. Dit lag niet zoo
zeer aan de actrice, maar aan de tooneelbewer
king. waarin ook Lammetje te fragmentarisch
en dus te onvolledig geteekend is.
Johan de Meester had eenige tafereelen
voortreffelijk gemonteerd. Zoo was de kamer
bij de Weduwe Scharrenhöfer een plaatje op
zich zelf. En in de Berlijnsche woning van Mia
Tinnenberg was de zwoele atmosfeer al even
raak getroffen als de groteske burgerlijkheid
in de kamer van de oude, zielige weduwe.
Duizenden hébben den roman van Hans
Fallada gelezen en voor hen zal dit stuk wel
in de eerste plaats door Het Groot Neder
iandsch Tooneel op het repertoire zijn geno
men. Zeer velen zullen den braven, goedigen
Hannes en het dappere Lammetje ook wel eens
op het tooneel willen zien. Dat is nu dus moge
lijk en wel in het Grand Theatre te Amster
dam, waar „Kleine Man, wat nu?" deze maand
eiken avond wordt gespeeld.
J. B. SCHUIL.
LUXOR THEATER.
Twee hoofdfilms „Duivelskunstenaars"
en „De Koning der Zigeuners".
Deze week geeft Luxor Sound Theater
twee hoofdfilms, die hemelsbreed van elkaar
verschillen. De eerste ,De Koning der Zi
geuners" is één en al romantiek. De Zuid-
Amerikaansche tenor Don Jose Mojlca ver
vult hierin de rol van den koning der Zigeu
ners. Deze film verplaatst ons naar een
klein Europeesch staatje, waar een jonge
koningin Marie Louise regeert. Dit konin
ginnetje Rosita Moreno) verveelt zich
gruwelijk, alles is even saai en grijs aan het
hof; haar neef, hertog Alexander, die haar
wel al tienmaal ten huwelijk heeft gevraagd
werkt bepaald op haar zenuwen. Om aan
die saaiheid te ontkomen besluit ze om met
haar vertrouwde kamermeisje een feest in
het dorp mee te maken, maar streng incog
nito, beiden verkleed als dorpsmeisjes. Die
pret en die vroolijkheid is een openbaring
voor het meisje. Ze komen bij een groep
zigeuners en al gauw is ze onder de bekoring
van den aanvoerder Carol (José Mojica), den
koning der Zigeuners. Met zijn prachtige
stem oefent hij een magnetische kracht op
haar uit. De twee jongelui vinden elkaar,
ze hebben groot genoegen in elkanders bij
zijn. Ze worden wreed gestoord door hertog
Alexander. Door een misverstand gelooft
Marie Louise dat Carol haar kostbare broche
gestolen heeft, waarvoor hy gestraft wordt
en waardoor Marie Louise hevig in hem
teleurgesteld wordt. Ze tracht hem nu
telkens te vernederen, maar haar hart trekt
hoe langer hoe meer naar hem toe. Zelfs
vergeeft ze hem op den duur, dat hij haar
geschaakt en naar zijn kamp gebracht heeft
Tenslotte breekt hij 't kamp r? om verder te
•trekken, Carol begrijpt, dat hij om Marie
Louise niet langer mag blijven. Maar de
liefde van Marie Louise voor hem is sterker
dan wat ook en ze snelt hem achterna.
Men zeit het: een film van a tot z roman
tiek.
Van geheel ander gehalte is de tweede
hoofdfilm „De Dui
velskunstenaars"
met Ralph Morgan,
Victor Jory en Sally
Blane. Dat is een
film met zooveel
griezel, sensatie en
spanning, dat je pas
op het allerlaatst
weet wat je aan de
hoofdpersoon, den
magiër Azrah (Ralph
Morgan), hebt. Het
is een film met val
luiken, draaiende
deuren, zich zelf uit
SALLY BL.ANE en rollende loopers en
CLIFFORD JONES, trappen, geheimzin
nige grijphaken, on
begrijpelijke electrische apparaten en een
laboratorium met gtoote kolven, handels en
instrumenten, warmee gemanoeuvreerd
wordt op ontzettt-nd mysterieuze wijze.
Ook aan het eind van de film als de op
lossing al gekomen is, blijven er nog eenige
onderdeelen. die den toeschouwer nog niet
duidelijk zijn, waarvan hij het hoe en het-
waarom nog niet gesnapt heeft, maar daar
door juist blijf je er langer over piekeren,
dan je anders zoudt gedaan hebben.
A/\& men deze film gaat zien, dan moet
men er. m.i geheel blanco tegenover staan
en van den inhoud niets, maar dan ook niets
weten, daarom geeft ik den inhoud dan ook
niet, het is voldoende voor u te weten, dat
u hevige sensatie zult hebben en dat u in
gespannen aandacht het verloop van alles
wat zich daar afspeelt, zult volgen, U zult
griezelen
Het Luxor geeft o.a. den Voetbalwedstrijd
België—Nederland in Antwerpeni van Zon
dag 1.1.
(Adv. Ingez. Med.)
CINEMA PALACE.
Het lied der zon.
Het hoofdnummer concentreert zich zoogoed
als geheel rondom het musicale element, dat
van vocalen aard is en belichaamd wordt dooi
den Italiaanschen heldentenor Lauri Volpi,
wiens machtige stem herhaaldelijk de zaal
vult. Ook een film-aetricetje, Lillian Dietz,
die tevens zangeres is, paart af en toe haar
sopraan met den tenor.
Rondom dezen zang heeft Max Neufeld een
film geënsceneerd, waarvan het scenario ge
baseerd is op het aloude gegeven van de per
soonsverwisseling.
Friedel Brandt, het zanglustige meisje, houdt
den impressario dr. Paladino. gespeeld door
den schoonen Italiaan Vittorio de Sica, voor
Volpi en raakt onder zijn bekoring. Paladino
kan de verleiding niet weerstaan, de vergissing
te bestendigen en er profijt van te trekken.
Maar Friedel (Lillian Dietz) is door alles heen
verontwaardigd, als dit bedrog uitkomt en
zoekt den echten Volpi, als hij in Verona in
een amphitheater in de openlucht een volks
concert geeft. Dan komt zij echter onverhoeds
toch weer tegenover Paladino te staan en nu
vinden de twee elkaar, zoodat wanneer de man
met den schijnwerper in het nachtelijk uur het
verlaten stadion afzoekt, er ergens in een hoek
nog een paartje, dat van de wereld geen weet
heeft, blijkt achtergebleven.
Deze geschiedenis wordt doorkruist door het
relaas van de wederwaardigheden van den
impressario Max Adler, gespeeld door den
komiek Erhard Siedel. Ook zijn historie, een
samenloop van noodlottige toevalligheden,
welke hem een huiselijke orkaan op den hals
halen, loopt tenslotte voorspoedig af.
De schoonheden van het oude Italië worden
den toeschouwer vertoond in een ironisch in
termezzo, waarin de film den draak steekt
met het kudde-achtige vreemdelingenverkeer.
Op het tooneel verschijnt tusschen een decor
van tralies de liedjeszanger Kees Pruis, die zijn
gerenommeerd repertoire met onverzwakt élan
ten beste geeft.
Het Profiltie-nieuws biedt behalve een wel
geslaagde geluidsopname van den voetbalwed
strijd België—Holland te Antwerpen den wiel
renner Pijnenburg met zijn bruid en een wol
kenkrabber van leem in Zuid-Arabië.
H. G. CANNEGIETER.
Voedsel behoort niet langer dan drie of vier uur
in de maag blijven. Indien de spijsvertering
langer duurt, pijnlijk verloopt en gepaard gaat
met zure oprispingen, opeenhooping van gas
sen, kramp, duizeligheid, hoofdpijn, slaperig
heid. enz. dan komt dit bijna altijd omdat de
sappen die door de maagklieren worden af
gescheiden een overmaat van zuur bevatten
waardoor gisting van het voedsel en prikkeling-
der maag vliezen wordt veroorzaakt; waaraan
de pijnen en bezwaren te wijten zijn. U kunt
deze ongemakken onmiddellijk doen ophouden
door deze overmaat van aciditeit te neutrali
seeren door het gebruik van een half thee
lepeltje Gebismureerd Magnesium in een
beetje water na de maaltijden of wanneer de
behoefte daartoe zich doet gevoelen. Gebis
mureerd Magnesium is verkrijgbaar bij alle
Apothekers en Drogisten a 1.per flesch
of 1.75 per groote flesch, die voordeeliger is.
(Adv. Ingez. Med.)
Met klanken en
wanklanken.
De Dirigent Beecham blaft het publiek af
(Van onzen correspondent)
Londen, 2 Mei.
De eerste voorstelling van het opera-seizoen
in Covent Garden wordt algemeen beschouwd
als het begin van dat vagere en onlogischer
Londensch seizoen. Men heeft nooit vernomen
wat het is dat dit Londensch Seizoen besluit.
Het vangt aan met veel gerucht, met pracht
en praal, met glans en schittering; en het
gaat uit als een nachtkaars. Tenzij die men-
schen gelijk hebben die verklaren dat het
Londensch Seizoen een jaar duurt en zich elk
jaar herhaalt en dat zijn glanspunt wordt
bereikt in Mei, een maand die alles verjongt
en nieuw en opgewekter leven geeft aan de
menschen, aan de hen omringende natuur en
als vanzelf ook aan de hen omringende cul
tuur. In de dorpen van het land tooien de
jongste meisjes thans het haar met bloemen;
en zij dansen om den Meiboom. Dat is het
begin van het dorps- of het landelijk seizoen.
De menschen in Londen, die aan het Seizoen
meedoen (en hun aantal is uiterst beperkt),
zijn te stedelijk en te verlegen en te plechtig
voor de geschetste pastorale pret. Hun Mei
boom is Covent Garden en is Burlington
House waar straks de Royal Academicians en
andere toovenaars in verf hun Seizoensfeest
hebben bereid. Met vreugde mag worden vast
gesteld dat op den eersten avond van het
Londensch Seizoen zoo gezegd, die ook de
eerste avond was van het opera-seizoen, de
jongste aanwezige meisjes ook echte bloemen
op de hoofdjes droegen, die bijna de eenige
sier waren voor haar kleeaij. „First Night"
in Covent Garden is overigens tevens „tiara
night". De moeders en de getrouwde zusters
van de debutantes en de bij na-debutantes
droegen geen bloemen in de kapsels; ze zou
den er niet hebben gepast. Zij droegen dia
demen en diamanten kroontjes en zij waren
gehuld of soms nauwelijks gehuld in wolken
van kant en vederen en zijde en fluweel. De
markiezinnen, de gravinnen, de ladies wisten
wel dat de eerste opera-avond feitelijk een
grootsche wereldsche partij was, opgeluisterd
door „Fidelio".
Het bleek in den loop van den avond dat
dit maatschappelijk zoo schitterend gehoor
in muzikaal en artistiek begrip wat tekort
schoot. Men was zoo zeer vervuld van het
wereldsch karakter van de samenkomst en
van eigen aandeel in de glorie dat men ver
gat de" elementaire beginselen der muzikale
opvoeding in acht te nemen. Men vergiste
zich in doel en wezen van de ouverture die
men scheen te verwarren met de inleidende
muziek van een verveeld zagend strijkje voor
een tooneelstuk of een film. Er waren als in
de bioscoop laatkomers, die per electrische
toorts naar hun plaatsen moesten worden
verwezen. Men babbelde met veronachtzaming
vair een schoon stuk muziek van Beethoven,
dat stille en diepe belangstelling verlangt.
Het ergerde den dirigent Sir Thomas
Beecham zoo zeer, dat hij midden in de
ouverture zich omdraaide en zijn gehoor met
een stem, die tot de verste hoeken van de
zaal doordrong, toeriep „stop talking". Daar
bleef het niet bij. Een aanzienlijk deel van
het auditorium herkende niet ondanks de
populariteit van de gramophoon de ope
ning van Leonora III, die werd gespeeld tus
schen de twee scènes van het tweede bedrijf.
Het begon te applaudiseeren in het midden
van het adagio omdat op dat oogenblik het
doek werd neergelaten. Voor deze gelegenheid
gebruikte Beecham een veel minder parle
mentaire uitdrukking. „Shut up you", riep hij
uit, zich opnieuw wendend in de richting van
waar het storend geluid wa-s gekomen.
Sir Thomas Beecham heeft het kunste
naarstemperament dat de eerbiedigste over
gave verlangt van zijn gehoor. De verzamelde
hooge Londensche wereld werd toegesproken
als een klas van rumoerige kinderen, En de
klas was voor de rest van den avond zoo stil
als een muis. Het latere incident was meer
een symptoom van onwetendheid dan van ge
brek aan eerbied voor Beethoven's muziek en
(Adv. Ingez. Med.)
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONC
Indien eenlg radiomuziekprogramma de
nieuwsgierigheid moge prikkelen door afwij
king van het bekende, dan is het wel dat van
het pianorecital dat de Hilversumsche micro
foon Zondagnamiddag zal uitzenden. De na
men van zeven verschillende componisten
komen er op voor; vier daarvan zijn me volko
men onbekend, en daaronder is één die echt
Chineesch klinkt. Zooals men weet is de Chi-
neesche muziek gebouwd op een toonladder,
die niet zooals onze gewone groote of kleine-
tertstoonladder zeven, doch slechts vijf tonen
bev.at. Deze tonen kan men in hun onder
linge verhoudingen verkrijgen, door op één
grondtoon achtereenvolgens vier kwinten in
tervallen bovenop elkaar te zetten. Van C uit
gaande krijgt men dan G. D. A. en E. en als
men die nu binnen den omvang van één oc
taaf terugbrengt is de Chineesche toonladder,
die van zeer ouden oorsprong is, klaar. Wel is
waar heeft reeds ongeveer 1500 jaar voor
Christus een Chineesche prins Tsai-Ju ge-
heeten, er nog twee ingevoegd, waardoor ook
de ons bekende halve toonafstanden e-f en
b-c ontstonden, en is zelfs daarna geleidelijk
een chromatische opvolging, dus een verdee
ling van het octaaf in twaalf gelijke deel en
opgedoken, maar de oude vijftonige Chinee
sche melodieën schijnen zich tot heden toe
gehandhaafd te hebben, en ook de Chinee
sche speeltuigen zijn daarop berekend. .Ge
rekend" ze,g ik berekening, theoretische
speculatie schijnt het voornaamste kenmerk
van de Oost-Aziatische muziekcultuur te
zijn; een geweldige ontwikkeling van de
theorie bij een totaal gebrek aan persoonlijk
productievermogen of fantasie. In een arti
kel over Chineesche muziek lees ik daarom
trent o.a. het volgende: „Men had een
systeem van 84 toonsoorten, waarvan elke een
bijzondere filosofische beteekenis had. Deze
soort van muziek-opvatting is van groote
beteekenis voor de ontwikkeling, of juister
gezegd, voor de niet-ontwikkeling van die
Aziatische cultuurvolken geweest. Het schijnt
hun nl. in het geheel niet in de gedachte ge
komen te zijn, dat de muziek tot uitdrukking
van 's menschen innerlijk gevoelen zou kun
nen dienen. Hun muziek-genieten berust eer
der op een verstandelijk volgen van' een
aangenomen of voorgeschreven symboliek.
Daarbij kan dan heel goed een muziek, die
voor ons gehoor een helsche kwelling betee-
kent, den Chinees iets vertellen, hem verma
nen of onderrichten. Zoo kan men begrijpen,
dat een Chinees een muziek, die voor ons ge
hoor een foltering beduidt, zeer belangrijk
vindt en dat hij tegenover de Europeesche
muziek afwijzend staat."
Men moet bedenken dat- dit artikel vóór het
ontstaan der ultra moderne muzikale richtin
gen in de Europeesche muziek geschreven
werd. Misschien zou het Chineesche oordeel
thans anders luiden. En dan te bedenken,
dat de Nederlanders wel eens de Chineezen
van Europa genoemd zijnWelk een perspec
tieven, welk een afzetgebied opent deze we
tenschap voor onze muzikale productie!
In elk geval zijn er genoeg motieven om de
compositie van Chin Lu Wu Zondag met meer
dan gewone belangstelling te beluisteren.
De avonduitzending uit het Concertgebouw
zal denkelijk den Chineezen weinig zeggen, ons
des te meer, in zooverre Mengelberg aan alles
wat hij dirigeert een persoonlijk cachet geeft.
Van Zimmerman's vertolking van het viool
concert geldt dat niet in gelijke mate, en
waar dit concert denzelfden dag 's middags
ook door Warschau en Dinsdag daarop door
den Duitschen rijkszender (gramofoonplaten
van Kulenkampff) uitgezonden wordt heeft
men keuze genoeg om opvattingen en weer
gaven te vergelijken. Van Gramofoonplaten
gesproken: waarom krijgen we het Es-concert
van Liszt nooit anders dan gespeeld door Gie-
seking te hooren. Dinsdag komt het voor de
zooveeiste Snaai voor de microfoon en er zullen
toch ook wel andere opnamen van bestaan!
De vertolking van Gieseking is heel correct en
precies en pianistisch-afgewerkt, maar nog
al koel. Zou er geen van dit concert gespeeld
door Horowitz, bestaan? Die speelt niet koel,
zooals men Woensdag zal kunnen hooren. Hij
speelt dan een van zijn lijfstukken, het eer
ste concert van Tchaikowsky, en zijn vertol
king moet zóó zijn, dat ze zelfs dit overbeken
de werk nog in een geheel nieuw licht stelt.
Ik hoop naar zijn hartstochtelijk, muzikaal-
en technisch-fenomenaal spel te luisteren en
kan aanraden, dat eveneens te doen.
De aantrekkelijkheid van het nieuwe bezit
zeker de orkestsuite van Milhaud (Monte Cé-
néri, Zondagavond). Reeds de titels der onder
deelen maken de nieuwsgierigheid gespannen.
De Sonate in Es van Haydn, die op het
Maandagprogramma van Hilversum voorkomt,
heeft in het eerste Allegro een motief, dat in
de richting van Beethoven's 5de Symphonie
wijst. Men kan zich daarvan gemakkelijk
overtuigen. Overigens bestaat tusschen beide
werken weinig karakterovereenkomst. Daar
entegen heeft het laatste hoofddeel, het Tempo
di Menuetto, een onmiskenbare verwantschap
met het Menuet-achtige tweede hoofddeel van
Mahler's 3de Symphone, die men echter niet
zoo vaak kan hooren, dat men ze van algemee-
ne bekendheid zou mogen veronderstellen. Ik
vermeld de verwantschap, zooals ze mij voor
komt; wie in de gelegenheid daartoe is, moge
mijn bewering toetsen. In het programma van
de hier genoemde uitzending komt het Gon
dellied" van Chopin voor: daarmee moet na
tuurlijk de Barcarolle bedoeld zijn. Waartoe
dienen zulke vertalingen, die men weer terug
vertalen moet om te begrijpen wat er mee be
doeld is. Men noemt Chopin's Etudes toch niet
„Oefeningen" en Haydn's Sonate niet „Klink
stuk"! Ingeburgerde namen en titels late men
zooals ze zijn.
De Bachcantate „Wer da glaubet" (Leipzig,
Donderdag) is speciaal voor den Hemelvaarts
dag geschreven. Schweitzer zegt dat het is als
of de blauwe hemel zich over deze muziek
welft.
Een geheel andere geest heerscht in de Can
tate No. 106, „Gottes Zeit ist die allerbeste
Zeit". Dit door Bach in zijn 26ste levensjaar
geschreven werk, een van de bekendste en be-
teekenendste der Cantates was voor de begra
fenis van een aanzienlijk ingezetene van Wei-
mar bestemd. Oud-Testament-ische angst voor
den dood en Nieuw-Testamentische vrede met
de doodsgedachte wisselen er in af. Bach heeft
waarschijnlijk zelf teksten uit den Bijbel sa
mengesteld; beide, tekst en muziek zijn van
hooge volmaaktheid.
misschien een goed bedoelde hoe zeer mis
plaatste poging om dirigent en spelers te doen
beseffen dat men toch werkelijk wel vol waar-
deering was voor het gebodene.
Zoo begon dan het Seizoen met een wan
klank, tusschen de indrukwekkende klanken
van Beethoven's Fidelio door. De. Time s. al
evenmin onder den indruk van het hooge so
ciale gehalte van het publiek, heeft naar aan
leiding van den eersten avond geschreven dat
het misschien beter was geweest wat te wach
ten alvorens Beethoven voor dit gehoor te
„werpen".
En Covent Garden dat men uitgediend
waande en dat reeds in sloopershanden scheen
te zijn gevallen is inmiddels een nieuw tijd
perk van luister ingegaan. Van de oude in
wendige vervallenheid, die zoo zeer in tegen
stelling placht te zijn met de weelderige men
schen die door foyer en salon paradeerden, is
niets overgebleven. Een nieuw bestuur heelt
het gebouw nieuwe stoffeering en nieuwe tin
ten gegeven. Zelfs de ongelijksoortige tebar-
sten kopjes waaruit men bij traditie in de
pauze zyn koffie dronk zijn verdwenen. Men
wandelt tusschen bedrijven door in couloirs
en salon belegd met dikke grasgroene tapijten
en men zet zich neer in rood gelakte stoelen.
FELIX DE NOBEL.
Felix de Nobel zal op 8 Mei in de zaal van
de Revue Musicale te Parijs o.m. een nieuwe
piano-sonate van Hendrik Andriessen ten
gehoore brengen.
DE TWEEDE VOORJAAESBEURS.
De advertenties van de standhouders op de
Tweede Voorjaarsbeurs zijn in ons nummer
van heden in pagina No. 6 gegroepeerd.
HAARLEMSCHE R.ADIO CLUB.
Bovengenoemde club organiseert op Woens
dag 9 Mei een propoganda-feestavond in
het gebouw van de St. Elisabeth ver. Jans
straat 49.
FAILLISSEMENTEN.
Op 3 Mei werd door de Arrondissements-
Rechtbank te Haarlem in staat van faillisse
ment verklaard:
De Firma Helmus Co.. gevestigd te Kil-
legom, benevens de firmamte mej. O. Brav-
mann, wonende te Hillegom, Burgemeester
Pontstraat 10,
Rechter-Commissaris: Mr. Th. F. Raedt.
Curator: Mr. F. A. Davidson, advocaat en
procure ui' te Haarlem.
EXAMENCOMMISSIE ONDER
WIJZERES).
De Minister van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen heeft benoemd in de com
missie welke In 1934 belast is met het afne
men van de examens ter verkrijging van de
akte van bekwaamheid, bedoeld in artikel
77a der wet tot regeling van het lager on
derwijs van 17 Augustus 1878 te Amsterdam:
tot lid: D. Dangermond. te Beverwijk en
tot. plaatsvervangende leden drs. A. M. H. de
Jongh, Velsen-Driehuis; H. A. Kamermans,
Haarlem en J. H. J. Uylings te Aerdenhout.
AGENDA
Heden:
ZATERDAG 5 MEI
Café-Restaurant Brinkmann, Groote Markt
Demonstratie rythmische gymnastiek door
Mevr. A. Sluis-Slikkers en haar leerlingen.
8 uur.
Koudenhorn 8: Aandeelhoudersvergadering
N.V. Ned. Mij. voor Cinematografie Filmfa
briek „Polygoon" 4 uur.
Gem. Concertgebouw: Tweede Haarlemsche
Voorjaarsbeurs. 1,305.30 en 7,3011 uur.
Circus Amar, Zaanenlaan: Voorstelling
2.30 en 8 uur.
Rembrandt Theater: „Vluchtelingen". Op
het tooneel: The Famous Lorch-Family, Ika-
rische Spelen 2.30, 7 en 9.15 uur.
Palace: „Het lied der Zon". Op het tooneel:
Kees Pruis met zijn nieuw repertoire. 2.30, 7
en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Duivelskunste
naars" en „Koning der Zigeuners" 2.30, 7 en
9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
Santpoort: Ledenvergadering,,De Licht-
hjeve", Kweekerslaan 13, 3 uur.
ZONDAG 6 MEI
Schouwburg Jansweg. Revue „Tijd is geld"
8.15 uur.
Rozekruisers Genootschap, Bakenessergr.
13. Dienstritus met openbare voordracht.
10.30 uur.
Circus Amar, Zaanenlaan, Voorstelling
8 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
MAANDAG 7 MEI
Schouwburg Jansweg: Revue „Tijd is geld"
8.15 uur.
„De Nijverheid", Psychometrische séance.
8.30 uur.
Bioscoopvoorstellingen.
Circus Amar, Zaanenlaan: Voorstelling,
8 uur.
Bloem en daal: N.V. Technisch Handels
bureau Virtus, Alg. vergad. van Aandeelh.,
Kleverlaan 236. 3 uur.
ROOSTER VAN APOTHEKEN
(Samengesteld door den Inspecteur der
Volksgezondheid.)
Voor de apotheken die toestemming ge
vraagd hebben om 's avonds, 's nachts en
Zondags te sluiten, is door den Inspecteur
der Volksgezondheid een sluitingsrooster op
gemaakt.
Van Zaterdag 5 Mei des avonds 8 uur tot
en met Dinsdag 8 Mei zijn de volgende apo
theken op Zondag 's avonds na 8 uur en des
nachts geopend.
P. Th. A. van Rijn, Kleine Houtweg 15. Tel.
10539.
Mej. S. G. Beckeringh, Apotheek Loomeyer,
Zijlweg 34, Tel. 12495.
F. C. Kuipers Azn.. Schoterbosch-Apotheek
Rijksstraatweg 19. Tel. 12711.
W. P. Woutersen, Apotheker, Koninginne
weg 3. Tel. 12038
En van Woensdag 9 Mei des avonds 8 uur
tot en met Vrijdag 11 Mei:
I. Koster, Apotheek Bosch en Vaart, Bosch
en Vaartstraat 26. Tel. 13290.
H. Cohen, Firma H. Remmers en Zn.,
Kruisstraat 6 Tel. 10354.
B. K. Blommendaal, Nolf's Goedkoope Apo
theek, Kruisstraat 26. Tel. 11174.
W. P. Woutersen, Apotheker, Koninginne
weg 3. Tel. 12038.