MIDDERNACHT
De Lutine-toren op transport.
De nieuwe toren voor de bergingswerken van den inhoud der .Lutine' heeft Woensdag de fabriek van de firma Jonker
te Amsterdam, waar deze werd geconstrueerd, verlaten. Het transport
In het huis van de landbouwers A. en P. Verhoeven te Oyen bij Oss werd
Woensdagnacht een overval gepleegd, waarbij de 67 jarige A Verhoeven
gedood werd en zijn broer ernstige verwondingen bekwam De plaats van
den overval
Het transformatorhuisje van het Julianakanaa! te Maasbracht is
Woensdag door brand vernield
De 19de Venetiaansche internationale kunsttentoonstelling is door den Koning van Italië
zelf gaopend. - De Koning wordt bij aankomst aan het Engelsche paviljoen door den
Engelschen gezant verwelkomd
De mijngas-ontploffing te Paturages in België heeft waarschijnlijk meer dan 40 slachtoffers geeischt. - Familieleden
der slachtoffers wachten voor de mijn op het reddingswerk
De bekende paedagoge mevr. dr Maria Monlessori heeft Woensdagavond
te Amsterdam de eerste van een serie lezingen gehouden in de aula van
de meisjes-H B S. aan de Euterpestraat
FEUILLETON
Detective Roman uit Donker Amsterdam
door
PIET KLOPPERS.
10)
ZESDE HOOFDSTUK.
Complicaties.
Er verliepen een paar dagen en de moord
zaak op de Keizersgracht scheen opgelost. De
dader bevond zich achter slot en grendel, de
politie beschouwde de zaak als afgedaan. Dolle
Bult ontkende den moord weliswaar, maar
ontkennen doen alle recidivisten. Wie anders
zou den huisknecht vermoord kunnen hebben
dan de inbreker, die in het bezit was gevonden
van sieraden en geld, uit de brandkast ont
vreemd?
Men prees de voortvarendheid van Norman
Ray, den jongen detective, die wederom de
aandacht op zich had gevestigd, en ook de
politie moest, zij het schoorvoetend, erkennen
dat de detective haar voor de zooveelste maai
den loef had afgestoken; de dader was geknipt
en vermoedelijk zou Dolle Bult twintig jaar of
levenslang hebben gekregen, wanneer er niet
één man was geweest, die wat den moord
betreft aan zijn schuld was gaan twijfelen.
Die man was Middernacht, en hij had voor zijn
twijfel goede redenen. Hij twijfelde ditmaal
niet omdat hij scherpzinniger was dan de
politie, maar omdat hij kennis droeg van fei
ten die anderen niet bekend waren, en omdat
er een paar punten in de zaak onopgehelderd
waren gebleven.
Van zijn meening, dat de zaak nog volstrekt
niet was opgehelderd, gaf hij ook zijn op
drachtgever kennis; hij had het overigens
raadzaam geoordeeld niemand iets te vertel
len van zijn nachtelijke ontmoeting met de
jonge dame en den jongen man, die onder een
voorwendsel het huis van den bankier waren
binnengedrongen, want het bloed steeg hem
naar het hoofd wanneer hij er aan dacht hoe
hij voor den gek was gehouden, en hij was
vast besloten dit spoor verder te volgen.
Want hoe meer hij over de zaak nadacht,
hoe meer hij tot de overtuiging kwam dat Dolle
Bult niets te maken had met den moord. De
kris, waarmee de misdaad was gepleegd, placht
de bankier naar zijn eigen getuigenis, ónder
het vloeiblok te leggen, zoodat het wapen niet
voor het grijpen was voor een oningewijde, een
omstandigheid, die de politie ontgaan was.
Een ander punt waaraan de detective veel
gewicht hechtte, was het verdwijnen van het
kostbare collier. De inbreker hield stijf en strak
vol. dat hij het niet gestolen had, en de ban
kier, die geen schade kon lijden, omdat hij
tegen inbraak verzekerd was, opperde dat de
dader het sieraad het eerst van de hand had
gedaan, en de opbrengst in bewaring had ge
geven aan het een of ander liefje, dat hij nu
niet verraden wilde. Dit was mogelijk, maar
niet. waarschijnlijk.
Ongetwijfeld waren er voorbeelden van mis
dadigers die. zelf tegen de lamp geloopen. een
vrouw of een medeplichtige spaarden, zelfs al
hadden zij eigen straf kunnen verlichten door
te spreken, maar Dolle Bult was niet een der-
zulken.
De detective had reeds vaker met dezen re
cidivist te maken gehad, hij kende dit karak
ter en hij was overtuigd dat de mar, inderdaad
niets wist van het verdwenen collier. En hij
nam het besluit dieper op de zaak in te gaan
en niet. gelijk de politie, den moord en al wat
er aan vast zat, als opgehelderd te beschou
wen.
De familie Heeringa was inmiddels uit Baarn
teruggekeerd, en op een somberen middag be
gaf Middernacht zich naar het huis op de
Keizersgracht, en vroeg naar meneer Jan. Hij
trof het, de jonge Heeringa was thuis, juist
bezig zich te scheren.
Of de bezoeker maar even op zijn kamer
wilde komen. De kamer bleek achterin het
perceel te liggen, op de bovenste verdieping,
vlak onder de pannen.
„U hebt trappen moeten klimmen, meneer
Ray, maar de kwestie is, dat ik aan deze
kamer gehecht ben. Van mijn schooljongens
jaren af, bivakkeer ik hier al. Het is hier
ruim, licht en rustig."
De detective keek om zich heen, en kon zich
de voorliefde van den jongen man voor dit
vertrek heel goed indenken. Modern behangsel
bedekte de balken, een ontelbaar aantal foto's
hing in het rond, op vele waarvan Jan Heerin
ga prijkte als voetballer en als tennisser. Klee-
den, een divan, speren, krissen en boeken,
maakten de kamer tot een der gezelligste ver
trekken die Middernacht ooit had gezien.
De jonge Heeringa veegde de laatste zeep
resten van zijn knap gelaat, en bood zijn be
zoeker een stoel.
„U moet mij maar nemen zooals ik ben,"
verontschuldigde hij zich. „Sans Géne. zeg ik
altijd maar. En wat verschaft mij de eer?"
„Ik kom ueen paar inlichtingen vragen
over Hendrik Bosman, en zoo, in verband
met
Met den moord? Maar die is toch allang
opgehelderd?"
Jan Heeringa's stem klonk onthutst, naar
het den detective voorkwam.
.Misschien wel en misschien niet," zei Mid
dernacht langzaam. „Wat was Bosman eigen
lijk voor iemand? Ik bedoel: ten opzichte
van u?"
..Een beste kerel, maar hij vergat altijd, dat
hij zelf ook jong was geweest."
„Hoe zoo?"
„Och. hij schoolmeesterde altijd over me. Hij
hield van me als een vader. Zijn grootste lief
hebberij was te spreken van de dagen toen ik
nog op een hobbelpaard zat. Arme Hendrik."
„Enh'mwaaroverschoolmees
terde hij?"
„Als u het precies weten wilt: over mijn zor
geloosheid, zooals hij het noemde. Ik vind dat
je niet voor je verdriet op de wereld bent. En
je leeft maar eens. Ik heb meer op met vroo-
lijke menschen dan met zeurkousen. Zoo ben
ik nou. maar vader heeft zijn strenge buien.
„Zooals de meeste vaders," glimlachte de
detective, maar hield den jongen man scherp
in het oog.
„Hendrik vond, dat ik verkeerd gezelschap
zocht. Niet dat hij dat ronduit zei, tenminste
niet dikwijls, maar hij kon zijn hoofd schud
den, dat je bang was, dat het eraf zou vallen.
Hij kon erg somber zijn. die oude Hendrik,
maar dat was dan ook zijn eenige fout."
„H'mdus het kwam nooit tot een be
paalde woordenwisseling tusschen u en den
ouden man?"
„Een enkele, hoogst enkele maal. Hij kon
wel eens te ver gaan. Hij waarschuwde mij
"bijvoorbeeld, niet om te gaan met een zekere
dame, die ik graag mag lijden. Dat werd me te
bar, en ik zei hem ronduit, dat hij zich met zijn
eigen zaken moest bemoeien. Maar ik heb er
nu spijt van; hij meende het goed."
„Is die dameIda Basquette?"
„Ja, kent u haar? Zij is aan het tooneel."
..Ik heb haar hooren zingen," zei de detec
tive. en glimlachte.
..Ze is om te stelen.'" meende Jan Heeringa.
„Verreweg de beste revue-artiste die ik ken."
..Zoo, zoo, zoo. en wanneer precies sprak u
Hendrik voor het laatst over deze affaire met
die soubrette?"
De detective scheen door den jongen man
heen te willen kijken, en deze begon zich min
der op zijn gemak te gevoelen.
Hij trommelde nerveus met zijn vingers op
de tafel en kreeg een kleur als vuur.
„Blijft alles wat wij hier bespreken tusschen
ons, meneer Ray?"
„Natuurlijk."
„Dan zal ik er geen doekjes om winden. Ik
sprak Hendrik voor het laatst om een uur of
half tien dien avond van den moord."
„En waar sprak u hem?"
„Hier in huis! Eerlijk gezegd, meneer Rav.
het heele geval bezwaart me, en ik ben blij,
dat ik eens met iemand kan spreken. Mijn
vader begrijpt zulke dingen niet, en ook mijn
zuster kan ik moeilijk in vertrouwen nemen.
Ziet u, ik reed dien avond naar Amsterdam,
want ik had een afspraak met Ida. Ze werkt
op het oogenblik niet, maar binnenkort treedt
ze weer op in een groote revue. „Ziet gij hoe
veel duizend sterren?!!", is de titel. Ik ont
moette Ida in de Schillerbar, zooais we had
den afgesproken. Zij wou wat frissche lucht
hebben en een eindje rijden. Ik had er niets
tegen. We reden den Zuidelijken Wandelweg
om, en onderwijl vertelde ik haar. dat ik weer
eens overhoop lag met den ouden heer, die
mijn maandgeld verminderd had, omdat hij
een paar kleine schulden voor me had moeten
betalen
„Dat vond ze zeker niet erg prettig?"
„Neen, ze zei dat er zooveel heeren waren,
die haar naliepen en van wie ze alles kon krij
gen wat ze hebben wou. En of de oude heer
ieder dubbeltje om keerde, voordat hij het uit
gaf. vroeg ze. Ik antwoordde, dat dit niet het
geval was, en schepte een beetje op over het
paarlsnoer, dat mijn zuster cadeau krijgt bij
haar huwelijk. Ze zei dat ik mijn sprookjes
wel voor me kon houden. En toen
„En toen," herhaalde ae detective in span
ning.
„Toen stelde ik me aan als een idoot. en zei,
dat ze het collier kon zien. als ze me niet ge
loofde. Ze antwoordde: daar hou ik je aan!
en vroeg uit hoeveel parels het bestond, en
wat de waarde was en nog een heeleboe! meer.
Ik kan me best voorstellen dat een meisje als
Ida belang stelt in juweelen."
„Ik ook," zei Middernacht droog.
„Nou om kort te gaan, we reden naar ons
huis op ae Keizersgracht, en gingen naar bin
nen. Hendrik, die erg doof was. hoorde ons
niet. Wij gingen naar vader's werkkamer, en
ik opende de safe."
„Hoe wist u de combinatie van het letter
slot?"
„Van vader Mijn zuster Annie weet haar
ook. Als wij ii. Ams. dan wonen is er nooit
iets in de brandkast van bijzondere waarde.
Wat contant geld, en paperassen van vader.
Zoowel Annie als ik bergen er ons maandgeld,
als we het pas ontvangen hebben. Het mijne is
er nooit lang...."
.(Wordt vervolgd):,