MIDDERNACHT De traditioneele „Luilak- of Potjesmarkt" te Haarlem was wederom druk bezocht De nieuwe voor Amsterdam bestemde tram-coach heeft Vrijdag te den Haag proefgereden. De tram-coach op het Buitenho! Aan de Vredesbe- tooging der Neder- landsche vrouwen, welke Vrijdagmiddag te den Haag gehou den werd, namen zeer velen deel. Een kijkje op het Malieveld Gereed voor de eerste rit op de nieuwe bus-lijn HaarlemZandvoort, die Vrijdag door de N.Z.H T.M. werd geopend Terug van de Haarlemsche Luilakmarkt. - Het opgespaarde geld is goed besteed Op de Loosdrechtsche Plassen werden Vrijdag de eerste internationale zeilwedstrijder gehouden, georganiseerd door de watersportvereeniging „Loosdrecht". Bob Maas door de finish van dit seizoen ging als eerste Asquini, onderstaatssecretaris van Italië, legde bij zijn bezoek aan Parijs een krans op het graf van den onbekenden soldaat FEUILLETON Detective Roman uit Donker Amsterdam door PIET KLOPPERS. 12) Hij schudde den detective de hand ten af scheid, en zei: „U moet al het mogelijke doen om dien laffen moordenaar te vinden, meneer Ray. En als ik u met iets helpen kan, ben ik geheel tot uw dienst." „Afgesproken. Om te beginnen moet u met niemand over de misdaad spreken en ook tegen niemand reppen over ons onderhoud van vandaag." ,Kan ik anders niets doen? Ik zou u graag willen assisteeren. Detectivewerk lijkt me reuzen interessant." „Het heele leven is interessant, behalve als je het vermorst in bars Met deze woorden verliet Middernacht het vertrek, knikte den jongen Heeringa vriende lijk toe, en daalde de trap af. De atmosfeer van die jonggezellenkamen onder de dak pannen was hem niet bevallen, het heele huis der Heeringa's, hoe smaakvol en kostbaar overigens ingericht, deed Middernacht denken aan een grafkelder, het was er onheilspellend, als in het konings graf van een Egyptischen vorst, tot mummie vergaan, roerloos liggend temidden van schatten die tot niets nut zijn. Buiten scheen de zon en rumoerde het volle leven, buiten daverde de arbeid, en lag de we reld open, voor ieder, die haar zonder booze gedachten tegemoet treedtbuiten was de waarheid, maar achter de muren lokte het verderf De detective wandelde in gedachten voort, hij begaf zich regelrecht naar de woning van de soubrette, die in een artistenpension op de Prinsengracht haar bivak bleek te hebben op geslagen. Een dienstmeid met een laag poeder en rouge op haar bruut, dom gezicht, deed open op Middernacht's bellen. Een eigenaardige lucht van gebraden uien en patsjoelie walmde den detective uit de gang tegen. „Juffrouw Basquette thuis?" Voordat de meid kon antwoorden, klonk een rauwe stem achter haar: „Nee hoor!" Het was de pensionhoudster in eigen per soon, die deze mededeeling deed. De detective schoof de gepoederde dienst bode op zij en trad de gang binnen. Tegenover hem stond een gezette vrouw van een jaar of vijftig. In haar goeden tijd was ze misschien knap geweest. Vage sporen van ver dwenen schoonheid vielen in hanr bleek ge zicht nog wel te onderkennen, voor den scher pen waarnemer, die in haar onmiddellijk de gewezen variété-artiste zag, van haar spaar penningen een pension begonnen, zooals zoo- velen van haar collega's, en haar laatste dagen slijtend temidden van het rumoerige volkje dat op de variété-planken de wereld vermaakt. „Politie", zei Middernacht kortaf. „En geen kunsten! De juffrouw moet mij een paar in lichtingen verschaffen. Dien mij aan." „Een-hoog, derde deur links," antwoordde de pensionhoudster laconiek, „maar ik heb anders alleen fatsoenlijke menschen in mijn huis." „Daar twijfel ik geen oogenblik aan", grin nikte de detective, en liep zonder verdere plichtplegingen de trap op. Hij tikte op de deur in de donkere gang. „Binnen!" Ida Basquette. revue-ster met een schoone stem. onberispelijke vormen, een groote dosis brutaliteit, en niet veel meer hart dan de crème-pot die ze in haar wei-gemanicuurde hand hield toen Middernacht binnentrad, had blijkbaar een anderen bezoeker verwacht. Zij slaakte in ieder geval een gilletje, en deed erg verwonderd. „Wie is meneer?", vroeg ze aan een dienst bode of kamenier, even opgedirkt als het exemplaar beneden. „En wat wenscht meneer, Nellie?" Het meisje lachte nerveus en zweeg. „Ray is mijn naam, Norman Ray, detective." Onmiddellijk liet de revuester haar theatrale houding varen. Zij verbleekte onder haar rouge, maar zij beheerschte zich, terwijl zij haar bezoeker een stoel bood.. Zij was een vrouw van een jaar of vijf-, zes-en-dertig, maar gaf zich uit voor tien jaar jonger, en leidde met behulp van verf en mas sage de meeste menschen om den tuin, vooral de meeste mannen. Van figurante in allerlei theaters waar revues worden gegeven, had ze het door brutaliteit en de financieele hulp van toegewijde beschermers, gebracht tot diva, maar zij was nu op een leeftijd gekomen, waarop de verliefdheid van dwazen als Jan Heeringa haar goed te stade kwam. „Waarmee kan ik u van dienst zijn?" vroeg zij. „Ik ben niet erg lekker, u moet mij ver ontschuldigen. Soms heb ik last van hoofd pijnen en dan houd ik het bed en laat me door niemand storen. Maakt u het kort alstublieft." „Juffrouw Basquette," zei de detective, „als ik u was, zou ik een andere houding aan nemen. Uw kwalen interesseeren me niet. En u zou mij ook niet interesseeren, wanneer u niet „Wanneer ik wat niet?" „Wanneer u niet de vriendin was van Jan Heeringa." „O! is het dat? Nou, die jongen verveelt me al lang. Maar ik kan hem niet kwijt raken. Wij vrouwen hebben wat te verduren." „Dat hij u verveelt, wil ik aannemen. Maar hij zal u wel voor gezelschap en.... h'm voor uw vervelingbetalen." „Meneer! ,,Ik ken u, juffrouw Basquette. U en uw methoden." „Mag ik u verzoeken, onmiddellijk mijn kamer te verlaten." „Zeker, zekerMaar u gaat méé. Het bureau Stadhouderskade is het dichtstbij!" De vrouw trok zenuwachtig aan het kanten zakdoekje, dat ze tusschen haar handen hield. Zij keek den detective angstig aan, en aarzel de. Zij was brutaal, maar ze wist hoever ze gaan kon. Van de politie moest ze niets heb ben, als die in de modder van het verleden ging roeren, nou. dan kon er wel 's zoo een en ander te voorschijn komen. „Wat wilt u van mij weten?" vroeg ze ge dwee. „Zoo, dat klinkt beter. Wel, in de eerste plaats: hoe lang duurt die verhouding al met dien jongen Heeringa? Heeft hij u nogal veel cadeaux gegeven?" „Eerst wel. Ik ken hem een goed half jaar. Maar den laatsten tijd zit hij nogal krap. Zijn vader is er op tegen, dat hij met mij omgaat." „En den laatsten tijd geeft hij u dus niets?" Weer aarzelde de vrouw, maar ze achtte het blijkbaar verstandiger er geen verdere doekjes om te winden. „Vanmorgen zond hij me bloemen en dit ringetje. De steen is echt, hè?", vroeg ze. en strekte haar elegant handje naar den detec tive uit. „De steen is echt", knikte deze. „Voorloopig zult u hem dus wel weer in genade aannemen." „Wat moet een vrouw die alleen staat al niet doen?" zuchtte de artiste. ..Wat al niet. meneer Ray. Maar de steen is echt, nietwaar?" „Niet alleen echt, maar heel zuiver ook. Die ring. moet den jongen Heeringa zeker 'n drie honderd gulden gekost hebben." „Die lieve jongen! Maar u bent toch, hoop ik, niet hier gekomen om dien ring?" De detective was niét gekomen om den ring. Maar de royale gift interesseerde hem toch. Jan Heeringa kon dus een duren ring cadeau geven, en hij had zich wel gewacht erover te spreken met Middernacht. Niettemin het was een privé-aangelegenheid. En misschien had hij, verliefde dwaas die hij was, het sieraad op afbetaling gekocht bij een juwelier, die hem crediet had willen geven. Middernacht keek de dame tegenover hem strak aan. „Vertelt u me nu eens," zei hij langzaam, „wat er dien avond gebeurde toen de huis knecht van de familie Heeringa vermoord werd." Ida Basquette werd doodsbleek. Zij trilde als. een espenblad, zette haar scherpe nagels in haar handpalmen en antwoordde met moeite: „Als u alles precies weten wilt, zal ik het u zeggen. Maar het is het is niet van belang. Werkelijk niet. Neen, Nellie, dit tot het meisje dat zich wilde verwijderen) blijf maar gerust. Het is heelemaal geen geheim, en jij mag het ook hooren, wat mij betreft. Dien avond, dien afschuwelijken avond, nam Jan mij mee naar zijn huis. Dat is waar. Hij wilde me het collier laten zien, dat zijn zuster zou krijgen. Een prachtstuk naar wat ik er van gehoord heb, bedoel ik." ,.Wat gebeurde er in het huis?" De ster van de revues was verstandig genoeg om b te zeggen nu ze a had gezegd. Zij kende den detective van naam. en zijn reputatie kende zij ook. Het kwam haar het verstandigst voor open kaart te spelen en zichzelf zoo mooi mogelijk voor te doen zij meende het im mers goed met alle menschen, detectives niet uitgezonderd. „Jan nam mij mee naar de kamer waar het collier was, hij wilde het juist uit de brandkast halen toen wij plotseling naderende voet stappen hoorden, het was de oude huisknecht, en Jan was bang voor hem. De man is zoo lang bij de familie geweest, dat hij iets in de melk te brokken had. Jan zei, dat hij zeker met den ouden heer zou spreken over mijn aanwezigheid in hun huis, en dat hij niet wou dat ik gezien werd." „Verder?" vroeg Middernacht, terwijl de ar tiste weer aan haar kanten zakdoekje trok. „Jan ging naar boven. Ik had mij achter de portières verborgen, en dacht dat de huis knecht was heengegaan. Ik kwam dus te voor schijn, en juist op dat oogenblik trad de oude man binnen." „Wat gebeurde er toen?" „Hijhij beschuldigde mij van allerlei leelijks. Ik was een vampier, zei hij, ik maakte den jongen ongelukkig. Hij pakte me bij een arm, we stonden naast een schrijftafel en ik moest me vastgrijpen om niet te vallen. Een paar boeken vielen daardoor op den grond." IWordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 18