DE VROU
EEN NAAI-HOOCESCHOOL IN PARIJS.
WEEKNIEUWS
ABR. MEIJER
DONDERDAG 24 MEI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
8
OM ZELF TE MAKEN!
SANDALEN.
Zoo gemakkelijk zijn ze voor strand en
bosch, in boot of auto. die luchtige sandaal
tjes. Gedragen met sokjes of desnoods zoo
over de bioote voeten vormen ze de meest
ideale voetbekieeding, die men zich denken
ikan.
Het is heel gemakeklijk van een paar oude
schoenen, waarvan zolen en hakken nog in
tact zijn. zelf zoo'n ipaar sandalen te maken.
We hebben daarvoor schoenen noodig met
platte hakken.
Ons eerste werk bestaat uit het verwijde
ren van al het bovenwerk, zoodat alleen de
zool met de hak overblijft.
Van vilt knippen we nu den vorm van den
zool uit, precies passend; er mag niets uit
steken.
Van dun sterk koord vlechten we daarna
biezen: vier voor het voorste gedeelte van den
voet; twee maal drie voor den hiel en twee
tenslotte voor over de wreef.
Met punaises of heele kleine dunne spijker
tjes slaan we deze koorden vast aan den zool;
de illustratie laat zien op welke wijze. Nu
plakken we het vilten zooltje er in, goed ste
vig, zoodat het niet los kan laten.
Linnen band vormt tenslotte de sluiting en
de bevestiigng van het sandaaltje. Heel ge
makkelijk is het om het met een strik te slui
ten; anders kan men er kleine gespen voor
koopen.
Het is een werkje dat gauw gedaan is en in
de vacantie zullen we veel plezier beleven van
onze sandaaltjes.
HET STUK CRETONNE EN
WAT IK ER MEE DOE.
Men vriendin Lize gaat verhuizen en ik help
haar pakken. Ze ruimt een heeleboel op.
„Wil jij dit stuk cretonne?"
„Graag Lize. Dank je wel!"
En nu ben ik in het bezit van een stuk cre
tonne gekomen, waarvan ik niet goed weet,
of het ook bij mij niet van de eene lade in
de andere gestopt zal worden. Het patroontje
is eigenlijk heel aardig; waschbaar is het
ook. Daar moeten toch een heeleboel dingen
van gemaakt kunnen worden. Ik ga zitten en
denk er over na. En opeens weet ik een massa
dingen om van mijn lap cretonne te maken.
Ons tuin tafeltje zou wel een nieuw kleedje
kunnen gebruiken. Dat is heel gemakkelijk te
maken; eerst knip ik een ronden lap, die
iets grooter is dan het tafeltje en daaraan
zet ik een ruime volant. De theemuts kan ik
dan meteen ook een frisch overtrekje geven.
Of een sprei voor het bedje in de kinder
kamer; dat zou er snoezig uitzien; glad met
een volant er langs. Maar misschien is mijn
lap daar niet groot genoeg voor. Dan zou ik
Hans zijn huisjasje er nieuw mee kunnen
voeren, dat is werkelijk wel noodig.
Of zou ik er een jakje voor mezelf van ma
ken? Op een donkeren rok gedragen zou dat
dan een nieuw huistoiletje geven en daar de
stof waschbaar is zou het wel practisch zijn
en het behoefde ook niet zoo erg gespaard te
worden als andere japonnetjes.
Nog een goed idee: de waschzak. Die vond
ik laatst bij Els zoo aardig. Alle bergplaatsen
voor de vuile wasch krijgen een onaangename
geur .De waschzak wascht men eenvoudig mee.
En hij is zoo eenvoudig te maken. Twee groo-
te ronde lappen worden aan elkaar genaaid.
De eene lap krijgt in het midden een ope
ning, waarvan de randen omzoomd worden
en waardoor een koord gehaald wordt. De
andere lap in het midden een verzwaring
ende waschzak is klaar.
Het is een aardig ding. dat lederen keer
frisch gewasschen, in het geheel niet stoort
in bad- of slaapkamer.
Maar eerst moet ik eens precies nameten
hoeveel stof ik heb en dan kan ik weten, wel
ke van deze leuke dingen ik ga maken.
Lize, je hebt mij in een zwaar conflict ge
bracht; want wat doe ik nu met mijn stuk
cretonne!
HUISHOUDELIJKE WENKEN.
Kleeren, die onder 't dragen „afgeven" ver
oorzaken heel wat last. Vooral nu onze des
sous niet meer. zooals vroeger, enkel van lin
nen, katoen of batist worden gemaakt, en
niet of in elk geval veel minder bestand zijn
tegen de inwerking van scherpe, bijtende
middelen. Toch komt het vrij dikwijls voor,
dat japonnen, blouses of mantels afgeven en
dit zelfs nog blijven doen, nadat ze een ver-
frisschend bad hebben gehad.
Stoffen, die afgeven, moet men eenige ma
len flink opspoelen in een vijf procents aluin
oplossing. Een dergelijke bewerking wil dik
wijls een gunstig resultaat opleveren, daar de
aluinoplossing de kleurstof soms fixeert. Wij
zefen ,.soms". Met zekerheid is hier niets te
voi spellen, en het verstandigst wat men kan
doen is de proef te nemen met een lapje van
de stof.
Wie last heeft van transpireeren (want dat
is de oorzaak van veel kwaad) drage geduren
de de »-mermaanden zooveel mogelijk luch
tige, waschechte stoffen.
OUD EN JONG BOTST.
Vader en zoon voeren zoowat tweemaal per
week een gesprek, dat aan inhoud altijd op
hetzelfde neerkomt, alleen de manier van zeg
gen is iedere keer anders.
„Maar waarom mag ik dan geen motorfiets
hebben."
„Omdat het meer dan gevaarlijke dingen
zijn."
„En auto's dan, die rijden toch ook hard?"
„Voor auto's is snelheid veel minder ris
kant."
.Ik zou niet weten, waarom: tachtig kilo
meters is tachtig kilometers!"
„Een motorfiets probeert altijd overal nog
tusschendoor te slippen, en dat kan een auto
niet doordat hij te breed is."
„Maar dat is juist het voordeel van een
motorfiets, je hebt er veel minder gauw een
botsing mee!"
„Bovendien zijn het ware herriemakers."
„Dat is juist zoo fijn, al dat lawaai."
En dan vader tenslotte:
„Dat schijnt nu modern te zijn: hoe meer
kabaal, hoe beter."
Waarop het zoontje zijn laatste schot af
vuurt:
„Gelukkig vader, dat ik modern ben, en niet
zoo ouderwetsch als u!"
Vader trekt natuurlijk aan het langste eind,
want hij moet voor het geld zorgen, en in zijn
hart weet zoonlief wel, dat hij dat nooit doen
zal maar de jongen kan het toch niet laten
om er iedere keer weer over te beginnen.
Intusschen ligt de groote kloof tusschen
vader en zoon wel hierin, dat het ouderwet-
sche en het moderne niet met elkaar in over
eenstemming te brengen zijn: vader zegt
waarschijnlijk dat de bezonkenheid van zijn
meerdere ervaring botst tegen de onbesuisd
heid van de jeugd. En daarover maakt hij
zich zorg, al zegt hij het niet. Hoe moet zoo'n
jongen het leven door, als hij er onbekookte
ideeën op nahoudt want natuurlijk blijft
het niet alleen bij deze motorfiets-kwestie,
het komt in vele problemen tot uiting, even
als de verhouding tusschen moeder en dochter
botsingen van dien aard met zich meebrengt.
De kinderen stormen voorwaarts, inderdaad
onbesuisd, de ouders houden ze tegen, inder
daad al te bezonken.
Toch heeft dit van beide kanten een goeden
invloed: de kinderen worden geremd, de
ouders wat opgezweept.
Dat neemt echter niet weg, dat de ouders
meestal het zwaarst hieronder gebukt gaan:
zij dragen immers de verantwoordelijkheid, en
die drukt hen zwaar, zelfs weieens al te
zwaai-, zoodat zij er dag en nacht van vervuld
kunnen zijn.
De kinderen daarentegen meenen het zoo
zwaar niet, zij laten zich door zoo'n meenings-
verschil niet ontmoedigen.
Op den duur kunnen de kinderen toch de
dupe worden van de opgedrongen levenswijs
heid der ouders; deze willen hen in een be
paalde richting sturen, zij zetten door, omdat
zij meenen dat dit het beste is, en de kinderen
komen niet tot hun eigenlijke bestemming.
Of wel, de ouders beschermen de kinderen zoo
overdreven, dat er bangelijke menschen uit
groeien, die niet de minste zelfstandigheid
hebben.
Wellicht zullen er ouders zijn, die meenen
dat de jeugd van dezen tijd, die zoo heel erg
onafhankelijk doet, zich heusch niet meer in
een bepaalde richting zal laten stuwen, zoodat
er, wat de invloed der ouders betreft, geen
kwestie meer is van niet tot hun bestemming-
komen.
Deze onafhankelijkheid is echter lang niet
zoo groot als ze wel lijkt: wanneer het er in
het leven werkelijk op aan komt, blijken die
onafhankelijke jongens en meisjes nog maar
een heel klein hartje te hebben, dat wat graag
bescherming zoekt bij de ouderen. Mits die
ouderen dan ook het oogenblik kunnen zien,
waarop het noodig is om de jonge menschen
los te laten, omdat ze beter op eigen beenen
kunnen staan. Zelfs al maken ze dan nog
blunders, die anders voorkomen hadden kun
nen worden!
E. E. J.—P.
MODE-TIPS.
BLOUSES.
Zoo zeer zijn de blousjes de lievelingen van
Madame Mode, dat we ons afvragen of ze
ooit wel weer uit de gunst kunnen raken
Maar in de mode is niets eeuwigdurend, en
ook aan de heerschappij der charmante blouses
zal wl weer een eind komen. Hetgeen niet
wegneemt ,dat ze op het oogenblik nog in het
middelpunt der belangstelling staan.
Zelfs de groote Parijsche couturiers verwaar
digen zich allerliefste modellen te ontwerpen
en wij vrouwen kunnen niets anders dan
dankbaar zijn.
Onze afbeelding toont U eenige der nieuwe
zomermodellen.
Het meest gebruikte materiaal is organdie,
taft en crêpe de chine. Volants, plissées, strik
jes en ruches vieren hoogtij. Ook het kleine
klokkende schootje, dat over den rok valt, is
weer in eere hersteld.
In den donkeren avond klimt de tram naar
boven toe, de hooge spoorbrug over. Dan slin
gert ze opeens en voor de zooveelste maal
schrik ik, verbeeld ik me dat de tram kantelt.
Ja, voor de hoeveelste maal al? Zeker wel
honderd keer ben ik denzelfden weg gegaan
en ik weet dat de trambaan hier een bocht
maakt. Het is waarschijnlijk mijn hoogtevrees
die me telkens weer waarschuwt: als de tram
hier derailleert stort ze meteen omlaag.
Ik weet niet of u hoogtevrees kent, dat grie
zelige gevoel van naar den kant te worden ge
trokken. van te moeten springen. Als ik me
alleen maar herinner wel eens op een dak te
hebben gestaan waar i'k zoo van af had kun
nen stappen word ik bij die gedachte al naar.
Laten we dus maar zeggen dat het mijn
hoogtevrees is die me telkens weer doet schrik
ken op de spoorbrug. En ieder geval is het
vrees. En dat is iets akeligs, iets wat je uit je
leven bannen wilt. Je zou het eigenlijk heerlijk
moeten vinden om in een vaart tien maal
sneller dan die van de tram voort te vliegen
in den donkeren nacht. En voor geen bocht
moest je schrikken.
VroegerIk herinner me een achtbaan op
een kermis. Torenhoog, hoog boven al het an
dere van de kermis uit. Van wit ijzer was het
gevaarte, een klein karretje bracht je langs
een bijna loodrechte baan bovenin. En dan
ging het in razende vaart over de bogen van
de acht naar beneden. Bij de scherpe bochten
leek het of het karretje uit de rails vloog, de
heele achtbaan schudde
Ik vond op de kermis niets zoo'n attractie
als die achtbaan. Ik wou steeds nog een tochtje
maken; „wil je poffertjes eten?" nee laat
me nog een keer in de achtbaan". Ik mocht
wat uitzoeken aan een speelgoedtent, maar
ik wou liever voor dat geld in de achtbaan. De
volwassenen vonden dat gevaarlijk, ik zag het
gevaar niet, ik vond het alleen maar fijn daar
zoo door de lucht te vliegen.
Roekeloos? Onnadenkend, omdat je nog
maar een kind bent? Misschien. Maar wat
hebben kinderen een heerlijke durf, en wat
komen ze er meestal goed af.
Er bestaat een volksgeloof dat zegt,dat een
aparte beschermengel voor kinderen en dron
ken menschen zorgt. Ik imoest daar nog pas
aan denken toen ik las hoe een auto op een
onbewaakten overweg totaal versplinterd was
en de beide inzittenden ongedeerd waren geble
ven. Die beide inzittenden waren in verre staat
van dronkenschap.
We zullen dat volksgeloof niet overnemen,
ht zou tot rare consequenties kunnen leiden.
Maar zeker is het dat menschen die „geen ge
vaar zien" er dikwijls merkwaardig goed
afkomen.
En zeker is het dat wij voorzichtige volwas
senen, dikwijls veel te veel gevaar zien. Om
misverstand te voorkomen laat ik nu de ge
varen van den weg en van de achtbaan rusten.
Op den weg kan men nooit voorzichtig ge
noeg zijn al was het alleen maar voor an
deren. En als de achtbaan werkelijk wankel
staat waarom zouden we dan ons leven
onnoodig wagen?
Maar er zijn andere dingen die niet onnoo
dig, die niet roekeloos zijn, maar die we na
laten omdat er gevaar aan verbonden is, ge
vaar- in welken vorm dan ook. We zijn soms
te voorzichtig om het leven met al zijn hoog
ten en laagten, met zijn bochten slingerin
gen aan te durven. we zouden ons dan maar
liever in een hoekje schuil willen houden. We
missen dan het vertrouwen, het vertrouwen
waarmee we in het karretje van de achtbaan
stapten: dat we het er goed af zouden bren
gen en dat het fijn zou wezen I
BEP OTTEN.
VOETVERZORGING.
Vele vrouwen verzuimen hun voeten te
verzorgen. Ze denken, dat het voldoende is
de voeten schoon te houden. Juist door de
verwaarloozing ervan ontstaat veel pijn, die
niet noodig is.
Eksteroogen ontstaan meest door het dra
gen van te nauw schoenwerk of slecht zit
tend schoenwerk. Het zijn vereelde plekken,
ontstaan door drukking, die in ieder geval
verwijderd moeten worden. Het is heel ver
keerd ze zelf met een mes te bewerken, daar
hierdoor bloedvergiftiging ontstaan kan. Er
zijn zeer goede pleisters in den handel, die
de eeltplekkken zacht maken, zoodat men ze
er zoo af kan halen.
Voeten, die tot sterke transpiratie neigen
moeten zeer zorgvuldig behandeld worden.
Twee maal per dag 's morgen en 's avonds
baden. Dan drogen en met goede poeder in
wrijven
Stekende pijnen in de voeten kan het begin
zijn van platvoeten. Tijdig er bij zijn!! Een
steunzool kan genezing brengen.
Nog steeds zijn er kunsten kunsten met
een kleine k of Kunsten met een groote K,
al naar men wil waarvoor geen opleiding
bestaat, kunsten, die men zelf al doende
onder de knie moet krijgen, struikelend, val
lend, weer opstaand, opnieuw pogend; kun
sten, die men op geen school, en nog minder
op een hoogeschool of een academie leeren
kan. De beeldende kunsten hebben van ouds
her hun scholen en hun academies, maar de
literatuur? In alle groote en zelfs in de klei
nere steden van de wereld vindt men mu
ziekscholen en conservatoria, maar waar is
de school, waar men in de geheimen van de
journalistiek ingewijd kan worden?
Er zullen er waarschijnlijk velen zijn, die
mij verbaasd en een beetje verontwaardigd
aanzien, als ik nu ga vertellen, dat de naai-
kunst met een groote K of een kleine,
maar kunst toch in allen gevalle zeker
die het. al warer. er naaischolen te over, tot
nu toe nog niet gebracht had tot een acade
mie, sinds twee jaar ook haar hoogeschool
rijk is: de naaikunst, vinden velen, is toch
maar een kunst, of misschien zelfs maar een
kunde, van den tweeden rang, die mag toch
niet vergeleken worden met de muziek, met
de schilder- en beeldhouwkunst, met de lite
ratuur. Het zijn zij, die nog zelden een naald
in handen hebben gehad, die niet weten wat
coupe is, die niet beseffen wat er komt kij
ken voor maison Zus of Zoo zeg Patou, of
Schiaparelli, of Mainbocher zijn geachte
cliëntèle kan berichten, dat het zijn winter
collectie gereed heeft en allen tot bezoek uit-
noodigt, die zoo spreken; ieder, die zelf een
beetje naaien kan of er zich zelfs wel eens
wat op laat voorstaan, dat zij zoo handig
aardige jurkjes in elkaar kan draaien, zal
ronduit erkennen, dat haar werk. gelegd
naast een jurkje van Maison Zus of Zoo uit
Parijs of Weenen, onhandig, armzalig ama-
teurswerk is. dat werkelijke naaikunst iets
heel anders is en wel degelijk een kunst en
geen kunde, en bovendien een kunst, die wel
bijna met een groote K geschreven mag wor
den, en die een hoogeschool eerlijk verdient.
In 1930 werd die school dan ook voor-
loopig. bij wijze van proef, voor een jaar
in Parijs opgezocht door een bekend coutu
rier, M. Dupouy, die uit een familie van mo
dekunstenaars stamt, en die na een ervaring
van jaren tot de conclusie was gekomen, dat
de naaikunst een kunst was, die als geen an
dere hoogeschool verdiende en noodig had.
Een hoogeschool, waar ateliermeisjes met
aanleg om meer te worden dan een atelier
meisje, de noodige kennis en techniek zouden
kunnen opdoen om later een leidende positie
in de modewereld in te nemen de vraag
naar Fransche leidsters van modehuizen, met
Franschen smaak, met Fransche handigheid
en Fransche distinctie, was in het buitenland,
vooral in Engeland en Amerika nog steeds
groot, en in Parijs zelf was ook nog voortdu
rend plaats voor volleerde couturieres en ont
werpsters. M. Dupouy verzekerde zich van
den steun van de Ghambre Syndicale de la
Couteur Parisienne, van de Parijsche autori
teiten en van het Fransche ministerie van
Arbeid: de leiders van de voornaamste Parij
sche modehuizen zegden daadwerkelijke hulp
toe, driehonderd ateliers stelden elk een som
gelds ter beschikking, en zoo werd in Sep
tember 1930 de schooi geopend.
Uit den aard van de zaak waren de leer
lingen voornamelijk meisjes, die overdag hun
werk hadden; vandaar dat de verschillende
cursussen gegeven werden op twee avonden
in de week, iederen Zaterdagmiddag en een
Zondagmiddag eens in de veertien dagen.
Geen kleinigheid voor meisjes, die alle dagen
van de week, behalve Zondag, om acht uur
's morgens op hun wex-k moeten zijn! Niette
genstaande dat was zelfs voor den eersten
cursus de toeloop al buitengewoon groot. Er
was echter geen sprake van dat zoo maar
ieder toegang tot de lessen kon krijgen.
M. Dupouy maakte de toelating afhankelijk
van een examen in teeken-, knip- en naai-
kunde, waarbij zeer zware eischen gesteld
werden. Niettemin slaagden er 117 meisjes,
en daarmee ging dus de school haar eerste
leerjaar in; aan het eind daarvan zouden zij
alle 117 weer aan een examen onderworpen
worden, en alleen de zeer goeden zouden den
cursus, die tweejarig zou zijn, mogen beëin
digen. De leerlingen moesten boven de 21 en
onder de 35 jaar oud zijn, en een schoolgeld
betalen, dat echter zeer laag werd gehouden:
500 francs voor Frangaises en 1500 francs
voor gegadigden uit andere landen; hoewel
men het eerste jaar, dat immers een proef
jaar was, alleen open stelde voor Francaises,
bleek men geneigd te zijn uitzonderingen op
dien regel te maken, als daar gegronde rede
nen voor bestonden: een Grieksche, een Duit-
sche, een Russische en een Spaansche, die al
meerdere jaren in Parijs werkten, werden
toegelaten en behoefden ook niet meer te be
talen dan de Frangaises. De eerste twee jaar
leverden zulke goede resultaten op, dat be
sloten werd de school te handhaven: en zoo
komt het dus dat op het oogenblik Parijs een
hoogeschool van de naaikunst heeft, die zeker
in Europa, en waarschijnlijk in de heele we
reld eenig in haar soort is.
Een groot deel van den tijd op de school
wordt, dat spreekt vanzelf, in beslag geno
men door praktisch werken; de leerlingen
moeten steeds weer binnen een bepaald aan
tal uren japonnen naar een opgegeven model
maken; de resultaten worden iedere week
eerst door de leeraren en de directrice, en
vervolgens iederen Zaterdagmiddag door een
van de groote Parijsche couturiers geïnspec
teerd en becritiseerd.
De modellen zijn niet verkoopbaar, en de
vervaardigsters zouden ze niet eens zelf kun
nen dragen: ze worden gemaakt van onge
bleekt katoen en na de inspectie verscheurd.
Iedere verkeerde steek, elk fout plooitje, hoe
klein ook, wordt genadeloos aan de kaak ge
steld M. Dupouy en zijn staf gaan uit van
het principe dat niets zoo leerzaam is als on
barmhartige, maar eerlijke critiek. En de re
sultaten bewijzen, dat de leerlingen, die toch
al niet de eersten de besten waren, op den
duur fabelachtige vorderingen maken: als ze
voor hun „overgangsexamen" staan hebben
de meesten grondige minachting voor de ken
nis, die ze bezaten toen ze zich aanmeldden
als leerlingen!
Daarbij komt nog, dat hen ook de noodige
theoretische kennis wordt bijgebracht; be-
schavings- en kunstgeschiedenis en anatomie
worden hen door de allerbeste leerkrachten
onderwezen in het Fransch natuurlijk, zoo
dat de buitenlandsche leerlingen hun Fransch
goed machtig moeten zijn om de lessen te
kunnen volgen.
Dit alles is dus allesbehalve een sinecure;
maar vergeleken bij het buitengewoon stren
ge toelatingsexamen voor het tweede leer
jaar is het nog niets. Aan het eind van het
proefjaar deden alle 117 leerlingen, die den
cursus meegemaakt hadden, examen: 67
werden er afgewezen, de overige vijftig heb
ben aan het eind van het volgend leerjaar de
school als volleerde couturieres verlaten, en
zonder uitzondering een uitstekende positie
in binnen- of buitenland gekregen als leidster
van een atelier, als chefdame van een maison
de haute couture, als eersite ontwerpster van
een modehuis en wie weet misschien
toekomstig opvolgster van Paul Poiret, Lu-
cien Lelong, of Patou.
Zou er op deze manier ook misschien een
einde komen aan de hegemonie van den man
op het gebied van de vrouwenmode? Het zou
kunnen als niet M. Dupouy. aangesooord
door het succes van zijn eerste hoogeschool
voor de naaikunst. rondliep met plannen om
een tweede te stichten: een voor jonge man
nen namelijk
WILLY VAN DER TAK.
GROOTE HOUTSTRAAT 16
Bi] de opening van het
badseizoen maken wij U
opmerkzaam op onze ge
heel nieuwe sorteering
BADCOSTUMES,
BADMANTELS,
BADMUTSEN,
BADSCHO ENTJES,
STRANDBROEKEN
enz. De meest moderne en
aparte modellen in alle
prijzen. Uit een dergelijke
sorteering zult U zeker
Uw keus kunnen maken.
(Adv. Ingez. Med.)
Itcukciwelietmeri
Alle voetballers zingen de laatste weken
„Wij gaan naar Rome", en om hen. die deze
reis slechts in gedachten zullen maken, te
helpen een eenigszins Itallaansche sfer.r te
scheppen, volgen hier de recepten van enkele
Italiaansche "gerechten:
Milaneesehe rijst
personen)
1 ui. 60 gram boter. 200 gram rijst, 6 deci
liter water, 1/2 deciliter witte wijn (te ver
vangen door enkele druppels citroensap),
1/2 ons geraspte Parmezaansohe kaas.
Hak de ui fijn en smoor ze gaar in de
helft van de boter; voeg er, zoodra de ui
bruin begint te worden de gewasschen rijst
bij en blijf roeren tot ook de rijst een licht
bruine kleur heeft aangenomen. Giet er dan
het water en de wijn bij, voeg wat zout toe
en laat de rijst langzaam gaarkoken. Meng
door de gaargekookte rijst de rest van de
boter en de geraspte kaas; roer alles goed
door elkaar en doe het gerecht zoo
warm mogelijk op, zoodat de kaas gesmolten
en draderig blijft.
Italiaansche sla.
(4 personen!
1 groote krop sla, 4 hardgekookte eieren,
75 gram macaroni, 1 deciliter mayonnaise, 1
eetlepel fijngehakte peterselie, enkele olijven
een paar plakjes gerookte ossentong.
Kook de macaroni gaar in kokend water
met zout, leg ze op een vergiet, overgiet ze
met koud water, snijd ze in kleine stukjes en
laat ze koud worden; maak de sla schoon en
snijd de eieren in plakjes. Roer de fijngehakte
peterselie door de mayonnaise en vermeng ze
met de macaroni, de eieren en de sla (houd
enkele blaadjes hiervan achter). Schik het
slagerecht op een schotel, leg de overgehou
den blaadjes sla er omheen en gaarneer het
geheel met reepjes gesneden ossentong en ge
halveerde, ontpitte olijven.
Italiaansche eierbollen.
21/2 deciliter water met zout, 40 gram bo
ter. 2 ons bloem, 4 eieren, ijzeren pannetje
met olijfolie.
Laat in het kokende water de boter smel
ten en roer er dan snel alle bloem door, tot de
massa als een bal van de bodem loslaat.
Meng de eieren er één voor één door, vorm
van deze massa met twee lepels balletjes,
bak deze in niet te heete olie gaar (10 min.),
zoodat ze tijdens het bakken uitgerezen zijn
tot het dubbele van hun oorspronkelijke
grootte. Laat de bollen even op grauw papier
uitlekken, bestuif ze dik met gezeefde poe
dersuiker en presenteer ze als koud gebak, ge
stapeld op een schotel, die eerst met een
vingerdoekje of papieren servetje is bedekt.
Dit gebak doet denken aan onze Hollandsche
„sneeuwballen".
C. F.