DE VROU EEN NAAI-HOOCESCHOOL IN PARIJS. WEEKNIEUWS ABR. MEIJER DONDERDAG 24 MEI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 8 OM ZELF TE MAKEN! SANDALEN. Zoo gemakkelijk zijn ze voor strand en bosch, in boot of auto. die luchtige sandaal tjes. Gedragen met sokjes of desnoods zoo over de bioote voeten vormen ze de meest ideale voetbekieeding, die men zich denken ikan. Het is heel gemakeklijk van een paar oude schoenen, waarvan zolen en hakken nog in tact zijn. zelf zoo'n ipaar sandalen te maken. We hebben daarvoor schoenen noodig met platte hakken. Ons eerste werk bestaat uit het verwijde ren van al het bovenwerk, zoodat alleen de zool met de hak overblijft. Van vilt knippen we nu den vorm van den zool uit, precies passend; er mag niets uit steken. Van dun sterk koord vlechten we daarna biezen: vier voor het voorste gedeelte van den voet; twee maal drie voor den hiel en twee tenslotte voor over de wreef. Met punaises of heele kleine dunne spijker tjes slaan we deze koorden vast aan den zool; de illustratie laat zien op welke wijze. Nu plakken we het vilten zooltje er in, goed ste vig, zoodat het niet los kan laten. Linnen band vormt tenslotte de sluiting en de bevestiigng van het sandaaltje. Heel ge makkelijk is het om het met een strik te slui ten; anders kan men er kleine gespen voor koopen. Het is een werkje dat gauw gedaan is en in de vacantie zullen we veel plezier beleven van onze sandaaltjes. HET STUK CRETONNE EN WAT IK ER MEE DOE. Men vriendin Lize gaat verhuizen en ik help haar pakken. Ze ruimt een heeleboel op. „Wil jij dit stuk cretonne?" „Graag Lize. Dank je wel!" En nu ben ik in het bezit van een stuk cre tonne gekomen, waarvan ik niet goed weet, of het ook bij mij niet van de eene lade in de andere gestopt zal worden. Het patroontje is eigenlijk heel aardig; waschbaar is het ook. Daar moeten toch een heeleboel dingen van gemaakt kunnen worden. Ik ga zitten en denk er over na. En opeens weet ik een massa dingen om van mijn lap cretonne te maken. Ons tuin tafeltje zou wel een nieuw kleedje kunnen gebruiken. Dat is heel gemakkelijk te maken; eerst knip ik een ronden lap, die iets grooter is dan het tafeltje en daaraan zet ik een ruime volant. De theemuts kan ik dan meteen ook een frisch overtrekje geven. Of een sprei voor het bedje in de kinder kamer; dat zou er snoezig uitzien; glad met een volant er langs. Maar misschien is mijn lap daar niet groot genoeg voor. Dan zou ik Hans zijn huisjasje er nieuw mee kunnen voeren, dat is werkelijk wel noodig. Of zou ik er een jakje voor mezelf van ma ken? Op een donkeren rok gedragen zou dat dan een nieuw huistoiletje geven en daar de stof waschbaar is zou het wel practisch zijn en het behoefde ook niet zoo erg gespaard te worden als andere japonnetjes. Nog een goed idee: de waschzak. Die vond ik laatst bij Els zoo aardig. Alle bergplaatsen voor de vuile wasch krijgen een onaangename geur .De waschzak wascht men eenvoudig mee. En hij is zoo eenvoudig te maken. Twee groo- te ronde lappen worden aan elkaar genaaid. De eene lap krijgt in het midden een ope ning, waarvan de randen omzoomd worden en waardoor een koord gehaald wordt. De andere lap in het midden een verzwaring ende waschzak is klaar. Het is een aardig ding. dat lederen keer frisch gewasschen, in het geheel niet stoort in bad- of slaapkamer. Maar eerst moet ik eens precies nameten hoeveel stof ik heb en dan kan ik weten, wel ke van deze leuke dingen ik ga maken. Lize, je hebt mij in een zwaar conflict ge bracht; want wat doe ik nu met mijn stuk cretonne! HUISHOUDELIJKE WENKEN. Kleeren, die onder 't dragen „afgeven" ver oorzaken heel wat last. Vooral nu onze des sous niet meer. zooals vroeger, enkel van lin nen, katoen of batist worden gemaakt, en niet of in elk geval veel minder bestand zijn tegen de inwerking van scherpe, bijtende middelen. Toch komt het vrij dikwijls voor, dat japonnen, blouses of mantels afgeven en dit zelfs nog blijven doen, nadat ze een ver- frisschend bad hebben gehad. Stoffen, die afgeven, moet men eenige ma len flink opspoelen in een vijf procents aluin oplossing. Een dergelijke bewerking wil dik wijls een gunstig resultaat opleveren, daar de aluinoplossing de kleurstof soms fixeert. Wij zefen ,.soms". Met zekerheid is hier niets te voi spellen, en het verstandigst wat men kan doen is de proef te nemen met een lapje van de stof. Wie last heeft van transpireeren (want dat is de oorzaak van veel kwaad) drage geduren de de »-mermaanden zooveel mogelijk luch tige, waschechte stoffen. OUD EN JONG BOTST. Vader en zoon voeren zoowat tweemaal per week een gesprek, dat aan inhoud altijd op hetzelfde neerkomt, alleen de manier van zeg gen is iedere keer anders. „Maar waarom mag ik dan geen motorfiets hebben." „Omdat het meer dan gevaarlijke dingen zijn." „En auto's dan, die rijden toch ook hard?" „Voor auto's is snelheid veel minder ris kant." .Ik zou niet weten, waarom: tachtig kilo meters is tachtig kilometers!" „Een motorfiets probeert altijd overal nog tusschendoor te slippen, en dat kan een auto niet doordat hij te breed is." „Maar dat is juist het voordeel van een motorfiets, je hebt er veel minder gauw een botsing mee!" „Bovendien zijn het ware herriemakers." „Dat is juist zoo fijn, al dat lawaai." En dan vader tenslotte: „Dat schijnt nu modern te zijn: hoe meer kabaal, hoe beter." Waarop het zoontje zijn laatste schot af vuurt: „Gelukkig vader, dat ik modern ben, en niet zoo ouderwetsch als u!" Vader trekt natuurlijk aan het langste eind, want hij moet voor het geld zorgen, en in zijn hart weet zoonlief wel, dat hij dat nooit doen zal maar de jongen kan het toch niet laten om er iedere keer weer over te beginnen. Intusschen ligt de groote kloof tusschen vader en zoon wel hierin, dat het ouderwet- sche en het moderne niet met elkaar in over eenstemming te brengen zijn: vader zegt waarschijnlijk dat de bezonkenheid van zijn meerdere ervaring botst tegen de onbesuisd heid van de jeugd. En daarover maakt hij zich zorg, al zegt hij het niet. Hoe moet zoo'n jongen het leven door, als hij er onbekookte ideeën op nahoudt want natuurlijk blijft het niet alleen bij deze motorfiets-kwestie, het komt in vele problemen tot uiting, even als de verhouding tusschen moeder en dochter botsingen van dien aard met zich meebrengt. De kinderen stormen voorwaarts, inderdaad onbesuisd, de ouders houden ze tegen, inder daad al te bezonken. Toch heeft dit van beide kanten een goeden invloed: de kinderen worden geremd, de ouders wat opgezweept. Dat neemt echter niet weg, dat de ouders meestal het zwaarst hieronder gebukt gaan: zij dragen immers de verantwoordelijkheid, en die drukt hen zwaar, zelfs weieens al te zwaai-, zoodat zij er dag en nacht van vervuld kunnen zijn. De kinderen daarentegen meenen het zoo zwaar niet, zij laten zich door zoo'n meenings- verschil niet ontmoedigen. Op den duur kunnen de kinderen toch de dupe worden van de opgedrongen levenswijs heid der ouders; deze willen hen in een be paalde richting sturen, zij zetten door, omdat zij meenen dat dit het beste is, en de kinderen komen niet tot hun eigenlijke bestemming. Of wel, de ouders beschermen de kinderen zoo overdreven, dat er bangelijke menschen uit groeien, die niet de minste zelfstandigheid hebben. Wellicht zullen er ouders zijn, die meenen dat de jeugd van dezen tijd, die zoo heel erg onafhankelijk doet, zich heusch niet meer in een bepaalde richting zal laten stuwen, zoodat er, wat de invloed der ouders betreft, geen kwestie meer is van niet tot hun bestemming- komen. Deze onafhankelijkheid is echter lang niet zoo groot als ze wel lijkt: wanneer het er in het leven werkelijk op aan komt, blijken die onafhankelijke jongens en meisjes nog maar een heel klein hartje te hebben, dat wat graag bescherming zoekt bij de ouderen. Mits die ouderen dan ook het oogenblik kunnen zien, waarop het noodig is om de jonge menschen los te laten, omdat ze beter op eigen beenen kunnen staan. Zelfs al maken ze dan nog blunders, die anders voorkomen hadden kun nen worden! E. E. J.—P. MODE-TIPS. BLOUSES. Zoo zeer zijn de blousjes de lievelingen van Madame Mode, dat we ons afvragen of ze ooit wel weer uit de gunst kunnen raken Maar in de mode is niets eeuwigdurend, en ook aan de heerschappij der charmante blouses zal wl weer een eind komen. Hetgeen niet wegneemt ,dat ze op het oogenblik nog in het middelpunt der belangstelling staan. Zelfs de groote Parijsche couturiers verwaar digen zich allerliefste modellen te ontwerpen en wij vrouwen kunnen niets anders dan dankbaar zijn. Onze afbeelding toont U eenige der nieuwe zomermodellen. Het meest gebruikte materiaal is organdie, taft en crêpe de chine. Volants, plissées, strik jes en ruches vieren hoogtij. Ook het kleine klokkende schootje, dat over den rok valt, is weer in eere hersteld. In den donkeren avond klimt de tram naar boven toe, de hooge spoorbrug over. Dan slin gert ze opeens en voor de zooveelste maal schrik ik, verbeeld ik me dat de tram kantelt. Ja, voor de hoeveelste maal al? Zeker wel honderd keer ben ik denzelfden weg gegaan en ik weet dat de trambaan hier een bocht maakt. Het is waarschijnlijk mijn hoogtevrees die me telkens weer waarschuwt: als de tram hier derailleert stort ze meteen omlaag. Ik weet niet of u hoogtevrees kent, dat grie zelige gevoel van naar den kant te worden ge trokken. van te moeten springen. Als ik me alleen maar herinner wel eens op een dak te hebben gestaan waar i'k zoo van af had kun nen stappen word ik bij die gedachte al naar. Laten we dus maar zeggen dat het mijn hoogtevrees is die me telkens weer doet schrik ken op de spoorbrug. En ieder geval is het vrees. En dat is iets akeligs, iets wat je uit je leven bannen wilt. Je zou het eigenlijk heerlijk moeten vinden om in een vaart tien maal sneller dan die van de tram voort te vliegen in den donkeren nacht. En voor geen bocht moest je schrikken. VroegerIk herinner me een achtbaan op een kermis. Torenhoog, hoog boven al het an dere van de kermis uit. Van wit ijzer was het gevaarte, een klein karretje bracht je langs een bijna loodrechte baan bovenin. En dan ging het in razende vaart over de bogen van de acht naar beneden. Bij de scherpe bochten leek het of het karretje uit de rails vloog, de heele achtbaan schudde Ik vond op de kermis niets zoo'n attractie als die achtbaan. Ik wou steeds nog een tochtje maken; „wil je poffertjes eten?" nee laat me nog een keer in de achtbaan". Ik mocht wat uitzoeken aan een speelgoedtent, maar ik wou liever voor dat geld in de achtbaan. De volwassenen vonden dat gevaarlijk, ik zag het gevaar niet, ik vond het alleen maar fijn daar zoo door de lucht te vliegen. Roekeloos? Onnadenkend, omdat je nog maar een kind bent? Misschien. Maar wat hebben kinderen een heerlijke durf, en wat komen ze er meestal goed af. Er bestaat een volksgeloof dat zegt,dat een aparte beschermengel voor kinderen en dron ken menschen zorgt. Ik imoest daar nog pas aan denken toen ik las hoe een auto op een onbewaakten overweg totaal versplinterd was en de beide inzittenden ongedeerd waren geble ven. Die beide inzittenden waren in verre staat van dronkenschap. We zullen dat volksgeloof niet overnemen, ht zou tot rare consequenties kunnen leiden. Maar zeker is het dat menschen die „geen ge vaar zien" er dikwijls merkwaardig goed afkomen. En zeker is het dat wij voorzichtige volwas senen, dikwijls veel te veel gevaar zien. Om misverstand te voorkomen laat ik nu de ge varen van den weg en van de achtbaan rusten. Op den weg kan men nooit voorzichtig ge noeg zijn al was het alleen maar voor an deren. En als de achtbaan werkelijk wankel staat waarom zouden we dan ons leven onnoodig wagen? Maar er zijn andere dingen die niet onnoo dig, die niet roekeloos zijn, maar die we na laten omdat er gevaar aan verbonden is, ge vaar- in welken vorm dan ook. We zijn soms te voorzichtig om het leven met al zijn hoog ten en laagten, met zijn bochten slingerin gen aan te durven. we zouden ons dan maar liever in een hoekje schuil willen houden. We missen dan het vertrouwen, het vertrouwen waarmee we in het karretje van de achtbaan stapten: dat we het er goed af zouden bren gen en dat het fijn zou wezen I BEP OTTEN. VOETVERZORGING. Vele vrouwen verzuimen hun voeten te verzorgen. Ze denken, dat het voldoende is de voeten schoon te houden. Juist door de verwaarloozing ervan ontstaat veel pijn, die niet noodig is. Eksteroogen ontstaan meest door het dra gen van te nauw schoenwerk of slecht zit tend schoenwerk. Het zijn vereelde plekken, ontstaan door drukking, die in ieder geval verwijderd moeten worden. Het is heel ver keerd ze zelf met een mes te bewerken, daar hierdoor bloedvergiftiging ontstaan kan. Er zijn zeer goede pleisters in den handel, die de eeltplekkken zacht maken, zoodat men ze er zoo af kan halen. Voeten, die tot sterke transpiratie neigen moeten zeer zorgvuldig behandeld worden. Twee maal per dag 's morgen en 's avonds baden. Dan drogen en met goede poeder in wrijven Stekende pijnen in de voeten kan het begin zijn van platvoeten. Tijdig er bij zijn!! Een steunzool kan genezing brengen. Nog steeds zijn er kunsten kunsten met een kleine k of Kunsten met een groote K, al naar men wil waarvoor geen opleiding bestaat, kunsten, die men zelf al doende onder de knie moet krijgen, struikelend, val lend, weer opstaand, opnieuw pogend; kun sten, die men op geen school, en nog minder op een hoogeschool of een academie leeren kan. De beeldende kunsten hebben van ouds her hun scholen en hun academies, maar de literatuur? In alle groote en zelfs in de klei nere steden van de wereld vindt men mu ziekscholen en conservatoria, maar waar is de school, waar men in de geheimen van de journalistiek ingewijd kan worden? Er zullen er waarschijnlijk velen zijn, die mij verbaasd en een beetje verontwaardigd aanzien, als ik nu ga vertellen, dat de naai- kunst met een groote K of een kleine, maar kunst toch in allen gevalle zeker die het. al warer. er naaischolen te over, tot nu toe nog niet gebracht had tot een acade mie, sinds twee jaar ook haar hoogeschool rijk is: de naaikunst, vinden velen, is toch maar een kunst, of misschien zelfs maar een kunde, van den tweeden rang, die mag toch niet vergeleken worden met de muziek, met de schilder- en beeldhouwkunst, met de lite ratuur. Het zijn zij, die nog zelden een naald in handen hebben gehad, die niet weten wat coupe is, die niet beseffen wat er komt kij ken voor maison Zus of Zoo zeg Patou, of Schiaparelli, of Mainbocher zijn geachte cliëntèle kan berichten, dat het zijn winter collectie gereed heeft en allen tot bezoek uit- noodigt, die zoo spreken; ieder, die zelf een beetje naaien kan of er zich zelfs wel eens wat op laat voorstaan, dat zij zoo handig aardige jurkjes in elkaar kan draaien, zal ronduit erkennen, dat haar werk. gelegd naast een jurkje van Maison Zus of Zoo uit Parijs of Weenen, onhandig, armzalig ama- teurswerk is. dat werkelijke naaikunst iets heel anders is en wel degelijk een kunst en geen kunde, en bovendien een kunst, die wel bijna met een groote K geschreven mag wor den, en die een hoogeschool eerlijk verdient. In 1930 werd die school dan ook voor- loopig. bij wijze van proef, voor een jaar in Parijs opgezocht door een bekend coutu rier, M. Dupouy, die uit een familie van mo dekunstenaars stamt, en die na een ervaring van jaren tot de conclusie was gekomen, dat de naaikunst een kunst was, die als geen an dere hoogeschool verdiende en noodig had. Een hoogeschool, waar ateliermeisjes met aanleg om meer te worden dan een atelier meisje, de noodige kennis en techniek zouden kunnen opdoen om later een leidende positie in de modewereld in te nemen de vraag naar Fransche leidsters van modehuizen, met Franschen smaak, met Fransche handigheid en Fransche distinctie, was in het buitenland, vooral in Engeland en Amerika nog steeds groot, en in Parijs zelf was ook nog voortdu rend plaats voor volleerde couturieres en ont werpsters. M. Dupouy verzekerde zich van den steun van de Ghambre Syndicale de la Couteur Parisienne, van de Parijsche autori teiten en van het Fransche ministerie van Arbeid: de leiders van de voornaamste Parij sche modehuizen zegden daadwerkelijke hulp toe, driehonderd ateliers stelden elk een som gelds ter beschikking, en zoo werd in Sep tember 1930 de schooi geopend. Uit den aard van de zaak waren de leer lingen voornamelijk meisjes, die overdag hun werk hadden; vandaar dat de verschillende cursussen gegeven werden op twee avonden in de week, iederen Zaterdagmiddag en een Zondagmiddag eens in de veertien dagen. Geen kleinigheid voor meisjes, die alle dagen van de week, behalve Zondag, om acht uur 's morgens op hun wex-k moeten zijn! Niette genstaande dat was zelfs voor den eersten cursus de toeloop al buitengewoon groot. Er was echter geen sprake van dat zoo maar ieder toegang tot de lessen kon krijgen. M. Dupouy maakte de toelating afhankelijk van een examen in teeken-, knip- en naai- kunde, waarbij zeer zware eischen gesteld werden. Niettemin slaagden er 117 meisjes, en daarmee ging dus de school haar eerste leerjaar in; aan het eind daarvan zouden zij alle 117 weer aan een examen onderworpen worden, en alleen de zeer goeden zouden den cursus, die tweejarig zou zijn, mogen beëin digen. De leerlingen moesten boven de 21 en onder de 35 jaar oud zijn, en een schoolgeld betalen, dat echter zeer laag werd gehouden: 500 francs voor Frangaises en 1500 francs voor gegadigden uit andere landen; hoewel men het eerste jaar, dat immers een proef jaar was, alleen open stelde voor Francaises, bleek men geneigd te zijn uitzonderingen op dien regel te maken, als daar gegronde rede nen voor bestonden: een Grieksche, een Duit- sche, een Russische en een Spaansche, die al meerdere jaren in Parijs werkten, werden toegelaten en behoefden ook niet meer te be talen dan de Frangaises. De eerste twee jaar leverden zulke goede resultaten op, dat be sloten werd de school te handhaven: en zoo komt het dus dat op het oogenblik Parijs een hoogeschool van de naaikunst heeft, die zeker in Europa, en waarschijnlijk in de heele we reld eenig in haar soort is. Een groot deel van den tijd op de school wordt, dat spreekt vanzelf, in beslag geno men door praktisch werken; de leerlingen moeten steeds weer binnen een bepaald aan tal uren japonnen naar een opgegeven model maken; de resultaten worden iedere week eerst door de leeraren en de directrice, en vervolgens iederen Zaterdagmiddag door een van de groote Parijsche couturiers geïnspec teerd en becritiseerd. De modellen zijn niet verkoopbaar, en de vervaardigsters zouden ze niet eens zelf kun nen dragen: ze worden gemaakt van onge bleekt katoen en na de inspectie verscheurd. Iedere verkeerde steek, elk fout plooitje, hoe klein ook, wordt genadeloos aan de kaak ge steld M. Dupouy en zijn staf gaan uit van het principe dat niets zoo leerzaam is als on barmhartige, maar eerlijke critiek. En de re sultaten bewijzen, dat de leerlingen, die toch al niet de eersten de besten waren, op den duur fabelachtige vorderingen maken: als ze voor hun „overgangsexamen" staan hebben de meesten grondige minachting voor de ken nis, die ze bezaten toen ze zich aanmeldden als leerlingen! Daarbij komt nog, dat hen ook de noodige theoretische kennis wordt bijgebracht; be- schavings- en kunstgeschiedenis en anatomie worden hen door de allerbeste leerkrachten onderwezen in het Fransch natuurlijk, zoo dat de buitenlandsche leerlingen hun Fransch goed machtig moeten zijn om de lessen te kunnen volgen. Dit alles is dus allesbehalve een sinecure; maar vergeleken bij het buitengewoon stren ge toelatingsexamen voor het tweede leer jaar is het nog niets. Aan het eind van het proefjaar deden alle 117 leerlingen, die den cursus meegemaakt hadden, examen: 67 werden er afgewezen, de overige vijftig heb ben aan het eind van het volgend leerjaar de school als volleerde couturieres verlaten, en zonder uitzondering een uitstekende positie in binnen- of buitenland gekregen als leidster van een atelier, als chefdame van een maison de haute couture, als eersite ontwerpster van een modehuis en wie weet misschien toekomstig opvolgster van Paul Poiret, Lu- cien Lelong, of Patou. Zou er op deze manier ook misschien een einde komen aan de hegemonie van den man op het gebied van de vrouwenmode? Het zou kunnen als niet M. Dupouy. aangesooord door het succes van zijn eerste hoogeschool voor de naaikunst. rondliep met plannen om een tweede te stichten: een voor jonge man nen namelijk WILLY VAN DER TAK. GROOTE HOUTSTRAAT 16 Bi] de opening van het badseizoen maken wij U opmerkzaam op onze ge heel nieuwe sorteering BADCOSTUMES, BADMANTELS, BADMUTSEN, BADSCHO ENTJES, STRANDBROEKEN enz. De meest moderne en aparte modellen in alle prijzen. Uit een dergelijke sorteering zult U zeker Uw keus kunnen maken. (Adv. Ingez. Med.) Itcukciwelietmeri Alle voetballers zingen de laatste weken „Wij gaan naar Rome", en om hen. die deze reis slechts in gedachten zullen maken, te helpen een eenigszins Itallaansche sfer.r te scheppen, volgen hier de recepten van enkele Italiaansche "gerechten: Milaneesehe rijst personen) 1 ui. 60 gram boter. 200 gram rijst, 6 deci liter water, 1/2 deciliter witte wijn (te ver vangen door enkele druppels citroensap), 1/2 ons geraspte Parmezaansohe kaas. Hak de ui fijn en smoor ze gaar in de helft van de boter; voeg er, zoodra de ui bruin begint te worden de gewasschen rijst bij en blijf roeren tot ook de rijst een licht bruine kleur heeft aangenomen. Giet er dan het water en de wijn bij, voeg wat zout toe en laat de rijst langzaam gaarkoken. Meng door de gaargekookte rijst de rest van de boter en de geraspte kaas; roer alles goed door elkaar en doe het gerecht zoo warm mogelijk op, zoodat de kaas gesmolten en draderig blijft. Italiaansche sla. (4 personen! 1 groote krop sla, 4 hardgekookte eieren, 75 gram macaroni, 1 deciliter mayonnaise, 1 eetlepel fijngehakte peterselie, enkele olijven een paar plakjes gerookte ossentong. Kook de macaroni gaar in kokend water met zout, leg ze op een vergiet, overgiet ze met koud water, snijd ze in kleine stukjes en laat ze koud worden; maak de sla schoon en snijd de eieren in plakjes. Roer de fijngehakte peterselie door de mayonnaise en vermeng ze met de macaroni, de eieren en de sla (houd enkele blaadjes hiervan achter). Schik het slagerecht op een schotel, leg de overgehou den blaadjes sla er omheen en gaarneer het geheel met reepjes gesneden ossentong en ge halveerde, ontpitte olijven. Italiaansche eierbollen. 21/2 deciliter water met zout, 40 gram bo ter. 2 ons bloem, 4 eieren, ijzeren pannetje met olijfolie. Laat in het kokende water de boter smel ten en roer er dan snel alle bloem door, tot de massa als een bal van de bodem loslaat. Meng de eieren er één voor één door, vorm van deze massa met twee lepels balletjes, bak deze in niet te heete olie gaar (10 min.), zoodat ze tijdens het bakken uitgerezen zijn tot het dubbele van hun oorspronkelijke grootte. Laat de bollen even op grauw papier uitlekken, bestuif ze dik met gezeefde poe dersuiker en presenteer ze als koud gebak, ge stapeld op een schotel, die eerst met een vingerdoekje of papieren servetje is bedekt. Dit gebak doet denken aan onze Hollandsche „sneeuwballen". C. F.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 14