MUZIKANTENLEVEN. Een nieuwe gemeente Heerenveen. Indische middelen lager ZATERDAG 26 MEI 1934 HAARLEM' S DAGBLAD 3 In het beloofde land. Don Miguel wijst ons den weg. Weer een restaurant. De eerste saxo- phoon in Cordoba. Feest in den politiepost. Het werd al donker toen Jeno en ik in Cor doba aankwamen. De avond was warm en stil; Andalucia houdt in September de zomer hitte nog lang gevangen. Bagage en instru menten (viool, saxophoon en trompet) lieten wij aan het station achter en drentelden za lig van verrukking in de richting van de stad. Eindelijk waren wij er dus in dat legendari sche Zuid-Spanje, waarnaar wij beiden ons leven lang gehunkerd hadden! En dit was het begin. Nooit zal ik dien avond vergeten. Wij liepen langzaam door een breede. don kere, zwaar beschaduwde laan; er was nog niets anders te zien dan boomen en duister nis, maar bij eiken stap die wij deden, bij elke beweging die wij maakten, bij eiken ademtocht realiseerden wij ons: Dit is het, wij hebben het bereikt, het heerlijke droo- menland, wij wandelen er binnen, rustig, zonder haast, wij hebben den tijd, morgen zien wij en overmorgen en daarna, eindeloos, zooveel wij willen. Wel tien maal zeiden wij het elkaar: Wij zijn er! Ik weet niet of een jong mensch zich wel vrijer, rijker en gelukkiger kan voelen dan op zoo'n oogenblik. Het doet me nu denken aan mijn kindsheid toen ik als klein jongetje een van die eerste primitieve bioscoopvoorstellin gen bijwoonde en trilde van geluk als het belletje, dat het begin van de vertooning aankondigde, begon te rinkelen. Nu komt het, nu! Al spoedig vonden wij een goedkoop hotel letje, een z.g. fonda. voor Spaansche begrip pen vrij zindelijk bestierd door vriendelijke dikke menschen met het uiterlijk van str uik- roovers. Alle fondahouders en -houdsters zijn dik, vriendelijk en schrikwekkend. Dikwijls ook vies, maar altijd goedhartig tegemoetko mend en hulpvaardig. Wij werden zorgzaam en met veel bombarie gehuisvest in een broeie rdg kamertje en gingen toen onze bagage ha- len. Onderweg ontdekten wij een bar. Denkt u bij dat woord niet aan Carlton of zoo iets: een bar in Andalucia is een kleine open kroeg welks achterwand geheel wordt inge nomen door enorme, pyramide-vormig opge stapelde tonnen en vaten, waaruit de waard koppige koele Manzanilla 1) schenkt. Een vette olijf of een stukje gebakken visc.h ver hoogt het genot. Prijs van dit alles: 10 Spaansche pl.m. 3 Hollandsche centen. Daarna doolden wij door donkere geheim zinnige straatjes en stonden plotseling voor een onafzienbaren muur, hoog, zwaar en van kanteelen voorzien: de' moskee, of liever de buitenste vestingmuur daarvan. Beschut on der een luifel boven ons aan dien somber dreigenden Moorse hen muur straalde, om kranst door bloemen en het stilte devote licht van ontelbare kaarsen, een peinzend, mild Mariabeeld. Cordoba! Gelukkig en onbezorgd sleten wij ér onze dagen. Het was en bleef volop zomer. Andalucia brandde en vlamde in een felle droge woestijnachtige hitte, maar die hitte deerde ons niet, het hoorde erbij, het land was er des te schooner door. Bijna een eeuw geleden heeft Théophile Gauthier al zeer te recht opgemerkt dat men een land moet zien in het jaargetijde dat zijn karakter het best doet uitkomen. Rusland in den winter, Spanje in den zo mer. Wij beleefden Spanje op zijn sterkst, maak ten einidelooze wandelingen door nauwe kron kelende straatjes met bebloemde balconne- tjes in schrilwitte muren, wij zagen de Moskee met haar fantastisch perspectief van bogen en zuilen, haar heerlijke mozaïeken, de ca- thedraal, gebouwd in haar centrum na de verdrijving der Moren, en waarvoor een reus achtig stuk der moskee zelve werd uitgebro ken. Wij gluurden door hooge, sierlijk be werkte ijzeren hekken in vredige patios 2) waar een zacht klaterend fonteintje wat koelte verstoof op marmer en bloemen. Wij verdroomden uren op de Romeinsche brug over de Guadalquivir waar achter een heete vlakte begint. De Guadalquivir waarin de plompe ruines der Romeinsche watermo lens langzaam tot puin vervallen, was in dat jaargetijde, evenals de Mondego bij Coimbra in Portugal, niet meer dan een bleeke zand vlakte met een paar ondiepe geuten waardoor het glinsterende water traag voortkabbelde. Wij doolden door de onbeschrijfelijke wilde bloementuinen in het gebergte ten Noord- Westen van de stad en leschten onzen dorst met groene, zoete citroenen en zware sappige granaatappelen, Wij leefden maar voort tot... Jeno, interesseert het je te weten hoe rijk wij nog zijn? Neen, geld kan me niet meer scheten, ik vind het allemaal best zooals het gaat. Ik ook. maar de kwestie is dat het zoo niet meer gaat. Wij hebben nog bijna 4 pe seta plus een onbetaalde rekening in de fonda. O. Ja, en als je er, zooals ik, prijs op stelt nog langer van dit verrukkelijke bestaan te genieten, dan zit er niets anders op dan er voor te gaan werken. Hm. Als we ons meneertje eens in den arm namen? Goed. Ons meneertje heette Don Miguel en was een schat van een meneertje. Wij hadden al den eersten dag kennis met hem gemaakt toen wij in de gelagkamer van de fonda onze instrumenten uitpakten en nakeken. Deze bezigheid wekte in hooge mate de belang stelling van Don Miguel die in een koel hoek je bedachtzaam een glas wijn zat te savou- reeren. Zijn vriendelijke oogen zagen verlan gend naar de hem onbekende saxophoon. eindelijk hield hij het niet langer uit. kwam met deftige pasjes op ons toedribbeten, maas- te een buiging en vele verontschuldigingen, stelde zich voor en vroeg of hij oxxs,_ vreem delingen en musici, van dienst kon zijn, waar bij zijn keurig verzorgd puntbaardje van ge- pensionneerd ambtenaar ceremonieel op en neer wipte. Hier kwamen wij voor het eerst in aanraking met een der charmantste eigen schappen van den Zuid-Spanjaard: zijn ver trouwelijke, onbegrensde hoffelijkheid jegens den vreemdeling, zijn liefde en eerbied voor muziek en alles wat daarmee in verband staat. Deze eigenschap, die zich nooit en ner gens verloochende, heeft, ons door heel waf- moeilijkheden heen geholpen. Wij klampten dus Don Miguel aan. en leg den hem onzen toestand uit. Gemakkelijk ging dat niet, Don Miguel sprak nl. geen an dere taal dan Spaansch en wij kenden ver schillende talen behalve juist Spaansch. De conversatie bestond dan ook meestal in hoofdzaak uit welwillende glimlachjes weder zijds, gebaren en monosyllaben. Nadat Don Miguel ons eindelijk begrepen had dacht hij even na. kwispelde toen listig met zijn sikje en wenkte ons mee te gaan. Hij bracht ons in een restaurant tegenover het station, re deneerde hevig met den eigenaar en beduidde ons tenslotte dat wij daar 's avonds op eigen risico voor de klanten speten konden. Een restaurant, ja, onder andere. Er stonden ta feltjes en in een hoekje van de vitrine lagen een paar droge, harde, wit-uitgeslagen stuk jes worst. In veel sterker mate echter was dat lokaal huishoudwinkel. Het hing vol bor stels. bezems, dweilen etc.. doch het indruk wekkendste van alle verkrijgbare artikelen, in ontstellende hoeveelheden voorradig, was aangewend als wandversiering- Langs alle balken, pilaren, deuren en raamkozijnen hin gen in sierlijke witte lijnen lange rijen van een zeker meubel dat men in Holland slechts te zien krijgt als men tersluiks een nacht kastje opentrekt. Het gekste was dat het heel mooi stond. In die inspireerende omgeving maakten wi.i 's avonds voor een luidruchtig gezelschap Cordobaansche notabelen ons debuut en haal den vrij veel op. Ik kreeg er de beschikking over een prachtig instrument, een mechani sche piano, die sinds jaren nóóit anders ge bruikt was dan als pianola, maar die voor deze speciale gelegenheid weer een gestreeld werd door menschenvingeren en even gemak kelijk en licht bespeelbaar was als een toren- carilHon uit de 17e eeuw. Den volgenden avond kon om de een of an dere duistere reden het feest niet herhaald worden zoodat wij naar andere bronnen van inkorpsten moesten omzien. Wij besloten het op straat te probeeren en begonnen 's mid dags in het park tegenover onze fonda. Daar klonken dan plotseling, tot stomme verwon dering der eerwaardige bewoners van Cordo ba. de klagelijke geluiden van een saxophoon. Wij openden de séance met een duo voor saxophoon en trompet, de Amerikaansche wals „All alone", in een geïmproviseerd ar rangement van schrijver dezes. De talrijke omstanders hoorden verbijsterd toe, zooiets hadden ze nog nooit beleefd. Wij ook niet trouwens. Wij trokken echter gezichten alsof het allemaal doodgewoon was en toen Jeno eenige virtuose vioolsoli ten beste had gege ven daverde het applaus. Nu was voor mij het oogenblik aangebroken om met den hoed rond te gaan. Ik koos daarvoor Jeno's hoofd deksel. een breede grijsvilten hoed die hem volstrekt niet stond en die wij al, in broeder lijken hoon, de ambassadeurshoed gedooot hadden, bij arkorting: het ambassadeurtje. Welnu, het ambassadeurtje circuleerde naar- stiglijk en kwam terug met een dikken buik vol muntstukken. De eerste slag was inderdaad een daalder waard en dadelijk probeerden wij ons geluk elders, met evenveel succes. Zoo kwamen wij tenslotte bij den massieven Romeinschen to ren aan de overzijde van de brug over de Guadalquivir. Die toren dient tegenwoordig als wachtlokaal voor de Guardia Civil (gen darmerie). Voor de brug patrouilleerde een vervaarlijk uitziende gendarme die. toen v' hem vroegen of het ook op die plaats geoor loofd was muziek te maken de gulden woor den sprak: Jaals het mooi is. Dus hier geen reglementen, geen Instruc ties, geen politieverordeningen, maar aesthe- tica! Gezegend land, gezegende menschen. En dat onvergetelijke antwoord hoorden wij uit den mond van den eersten den besten politie agent! Nu. het was mooi. Daar zorgde Jeno wel voor. Ik hield wijselijk mijn mond of lie ver mijn trompet. Jeno speelde zijn mooiste soli en de wachtman schappen waren zoo ver rukt dat ze ons inviteerden binnen het con cert voort te zetten. Er stond daar in dat wachtlokaaleen piano! Zelden hebben wij met meer animo gespeeld. Het publiek stroomde binnen, er werd wijn gehaald, doxx- keroogige meisjes met bloemen tusschen de tanden dansten fandangos, het was een roes van vreugde en muziek. In Cordoba hadden wij met nslag het pteit gewonnen. MUSICUS. 1) Manzanilla: Spaansche wijnsoort. 2) Patio, binnenplaats, meestal van de straat afgesloten door een poort, waarin geen deur maar een hek. STA TEN-GENERAAL TWEEDE KAMER De schrijfwijze onzer taal. Een vaste Kamer-commissie voor de Indische Zaken. Met 4 stemmen tegen, die van 3 comm. en den heer Sneevliet (rev.-soc.) heeft de Kamer goedgekeurd het ontwerp tot heffing der Indische crisis-inkomstenbelasting. De heer Tilanus (C.H.) heeft verlof ge vraagd, om Minister Marchant te> interpel- leeren over de schrijfwijze onzer Nederland- sche taal. Dat kan interessant worden, doch in ieder geval wordt deze interpellatie niet eerder gehouden dan in de tweede helft van Juni, want de Kamer is nu tot 19 Juni naar huis. De heer Drop (Soc. Dem.) heeft verlof ge kregen, om den Minister van Waterstaat te interpelleeren over de uitvoering der Zuider- zeesteunwet. De Kamer heeft zich bezig gehouden met het ontwerp inzake de vereeniging van de ge meenten Aengwirden en Schoterland en wijzi ging van de grens tusschen de gemeenten Aengwirden—Schoterland en Haskerland. De heer Van Dijk (A.R.) kwam met een uit voerige en gedetailleerde bestrijding van dit ontwerp. Hij erkende, dat er wel enkele moei lijkheden kunnen zijn, nu Heerenveen tot drie gemeenten behoort, doch meende, dat deze door samenwerking altijd zijn opgelost en in de toekomst ook opgelost kunnen worden. Hij meende, dat hier de gemeente Aengwirden, die eeuwen zelfstandig bestaan heeft, het slachtoffer wordt. Zijn forsche conclusie was, dat dit wetsontwerp niet aanvaard moest worden, omdat hier administratief onrecht staat te gebeuren. De heer Vliegen (S.D.) deed een ander ge luid hooren. Namens de groote meerderheid zijner fractie verklaarde hij sympathiek tegenover het ontwerp te staan. Heerenveen kan niet langer over drie gemeenten ver deeld zijn. Dat moet moeilijkheden geven en die dienen nu opgelost te worden. Een ander geluid deed de heer v. d. Heide (S.D.) hooren. Hij had groote bezwaren tegen het ontwerp en hield een betoog ten gunste van Aengwirden, waar men meent, dat ruw en plomp is ingegrepen. Hij meende, dat de moeilijkheden op administratief gebied niet onoverkomelijk zijn en hij informeerde of Heerenveen wel eens niet slachtoffer van het platteland kan worden en of het oirbaar is, om een zelfstandige gemeente op te heffen en of de prijs voor de voordeelen niet te hoog is. Mr. Rutgers (C.H.) had ook bezwaren, ter wijl de heer Amelink (A.R.) verklaarde zich wel met het ontwerp te kunnen vereenigen, al had hij de nieuwe gemeente liever Heeren veen genoemd gezien. Mr. Joekes (V.D.) wilde de nieuwe gemeente ook Heerenveen ge noemd zien. Minister De Wilde heeft het ontwerp uit voerig verdedigd, als gevende z.i. de beste op lossing van de moeilijkheden, waarin Heeren veen geraakt is, nu het behoort tot drie ge- meenten. Dat moet z.i. tot moeilijkheden lei den en dat die er zijn, toonde hij aan. Hij waardeerde de oppositie, maar meende, dat deze zeer eenzijdig is. De nu geboden oplossing' heeft bezwaren, maar de meerderheid der drie gemeenteraden heeft er zich mee vereenigd, al geldt dit niet voor de dubbele Raden van Aengwirden en Haskerland. De minister meende, dat het probleem- Heerenveen opgelost moet worden. Dit is geen kwestie van annexatie, maar van een juiste oplossing. Spr. heeft er weinig bezwaar tegen om de nieuwe gemeente Heerenveen te noe men, wat hij voorstelde, deed hij op histori sche gronden. De bewoners van Heerenveen zelf zijn alle voor deze oplossing. Het slot van het debat was, dat met 55 tegen 95 stemmen is aangenomen een amen dement van 2vlr. Joekes (V.D.) en een aantal andere leden, om niet te spreken van de ge meente AengwirdenSchoterland, maar van de gemeente Heerenveen. Daarna is het wetsontwerp zelf, bij zitten en opstaan, door de overgroote meerderheid der Kamer aanvaard. De Bankwet is met ingang van 1 April 1934 zoo gewijzigd, dat het voortaan mogelijk is om met één directeur van de Nederl. Bank te volstaan. Stil gestaan heeft men ook bij het voorstel der heeren Aalberse (R.K.), Albarda (S.D i. Bierema (Lib.), De Geef (C.H.) en Joekes (V.D.) om het Reglement van Ox-de zoo te wijzigen, dat er een vaste Kamercommissie van 7 leden zal worden ingesteld voor de Indisjhe Zaken. De heer Tilanus (C.H.) bestreed het voorstel als niet gewenscht en ook niet noodzakelijk. Het voorstel is z.i. een drang van de Kamer om de rechten der volksvertegenwoordiging- verder uit te breiden, doch daaraan is in dezen tijd allerminst behoefte. Ook Dr. Rutgers (A.R.) bestreed het voor stel op dezelfde gronden. Ook hij meende, dat de Kamer door dit voorstel haar taak gaat overschrijden ën de heer Effendi (Comm.) wilde van onder-onsjes, als men hier wil scheppen, niets weten; de vergaderingen dei- commissie zijn immers niet toegankelijk voor de Kamerleden, die er geen lid van zijn. Men wil bepaalde groepen uitschakelen. Ook de heer Sneevliet (Rev. Soc.) bleek tegen het voorstel gekant, ook omdat men zoo eerste- en tweede-rangs kamerleden maakt. Mr. Westerman (Nat. Herstel) achtte bij de instelling van zulk een commissie geen enkel reëel belang gediend. Ook de heer Wijnkoop (Comm.) dikte de bezwaren aan. Hij keerde zich speciaal tegen den heer Sneevliet. Mr. Joekes (V.D.) verdedigde het voorstel namens de onderteekenaars. Hij meende, dat er stellig geen belangrijke wijzigingen door zullen komen. Hoofdzaak is het verkrijgen van inlichtingen, die voor de Kamer van nut kun nen zijn. Spr. betoogde tegenover den heer Tilanus, dat deze commissie wel gewenscht is, daar zij alleen bedoelt eventueele inlichtingen te verkrijgen. Absoluut niet bedoelt zij iets aan de Kamer te onttrekken, wel om haar juist beter in te lichten. De Kamer heeft het voorstel om een Com missie voor de Indische Zaken te benoemen, aanvaard met aanteekening dat de Anti-Rev., de heer Tilanus (C.H.) en de heei-en Snee vliet en Westerman, benevens de Communis ten tegen zijn. De Kamer is nu naar huis tot 19 Juni. Dan komt o.m. ook aan de orde het ontwerp inzake het Vei-voersfonds en het ontwerp inzake de belasting op de goederen in de doode hand, OBSERVATOR. BEROOVING TE AMSTELVEEN OPGEHELDERD. DEZELFDE DADERS ALS IN DEN HAAG. Men zal zich herinneren, dat in den och tend van 5 Maart jl. op den Amsterdamschen weg onder Amstelveen een brutale overval met berooving heeft plaats gehad ten huize van den veekoopman H. J. Gels, tijdens zijn afwezigheid, waarbij geld en sieraden zijn ontvreemd, nadat de daders de vrouw des huizes ernstig hadden mishandeld, bloedend verwond en vastgebonden. De politie van Nieuwer Amstel is er thans ixx geslaagd de beide mannen, die den over val hebben gepleegd op het spoor te komen. Het zijn de Hagenaars O. en H., die dezer dagen in het Huis van Bewaring te Den. Haag zijn opgesloten, als verdacht van den oveiwal met berooving aldaar gepleegd op 12 Mei jl.. waarbij, zooals men weet in een leegstaand huis een man aan den Rijswijkschenweg ern stig is mishandeld. Vrijdagmiddag heeft mevrouw Gels bij con frontatie haar belagers pertinent herkend. Ook een boomenrooier, die tijdens den over val in de nabijheid van. het huis werkte, her kende een der mannen. De verdachten hebben nog niet bekend. Voorloopig geen belasting- verhoogingen. Uitgaven belangrijk verlaagd. Aneta meldt uit Batavia: De begrootings- vergadering, onder voorzitterschap van den Gouverneui'-Generaal van Ned.-Indië. is gis teren aangevangen. Zij wordt bijgewoond door den heer J. Hardeman, vertegenwoordiger van minister Colijn. den president van de Javasche Bank en de autoriteiten, die steeds deze verga dering bijwonen. Er kan worden medegedeeld, dat de belas- tingverhoogingen niet in het voornemen lig gen, behoudens de reeds het vorig jaar aan gekondigde loonbelasting, zoomede omwerking van het tarief der inkomstenbelasting, welke nog bij de regeering in behandeling is. Nader wordt gemeld, dat de begrooting van uitgaven, v/elke in 1934 nog f 385.000,000 be droeg, is teruggebracht tot f 333.000.000. In deze verlaging is f 19.000.000 begrepen als ge volg van de conversie van de Ned.-Indische dol lar - leen ixx gen Dit uitgavencijfer zal dalen beneden de f 300.000.000 wanneer de maatregelen, door den minister van Koloniën aangekondigd in de Sta ten-Generaal, worden verwezenlijkt, nl, lo. verdex-e conversie van Ned.-Indische leexxixx- gen, 2o. andere financiering van het pensioen, volgens door de pensioen-financieringscom- missie voorgesteld omslagstelsel, waarbij de bestaande kapitalen der fondsen intact wor den gelaten, en 3o. bijdx-age van Nederland in de defensiekosten. Daardoor zal dan de mijlpaal, welken de re geering zich voorloopig had gesteld, bereikt zijn. De middelen vertoonen echter nog een be langrijken terugval Tegen een raming voor 1934 van f 287.000.000 kaxx voor 1935 slechts worden gerekend op f 247.000.000, derhalve f 40.000.000 minder. Er blijft dus nog' een ver schil te overbruggen, waarmede dit middelen- budget achterblijft bij het f 300.000.000 niveau, waarvan ten vorigen jax*e als voorloopige werk basis werd uitgegaan. Tenzij dit middelenni- veau belangrijk stijgt, waarop vooi'alsnog niet mag worden gerekend, zal een verder terug dringen der uitgaven in de toekomst met eenige tientallen millioenen noodig blijven om aan den eisch, dat geexx verdere schuldver meerdering volgt, te voldoen. De omwerking van het tarief der Inkom stenbelasting beoogt de samensmelting van de bestaande Inkomstenbelasting exx de Crisis heffing tot een heffing, waarop 50 opcenten worden gelegd, zonder dat de totale dnuk dezer belasting zal uitgaan boven de Inkomstexibe- lasting en de Crisisheffing. FRAUDE MET AARDAPPEL BIJSLAG. WETHOUDER VAN RECHTSVERVOLGING ONTSLAGEN. Zooals reeds bekend is, werden eenigen tijd geleden twee bestuursleden van de veiling- vereeniging te Hoogcarspel gearx-esteerd ïn verband met fraude inzake aardappelbijslag. Een der vex-daefhten, de ontvanger der ge meente Wervershoof. werd zeer spoedig ont slagen, maar de andere verdachte, voorzitter van de veilingvereeniging, tevens wethouder der gemeente Hoogcarspel, werd geruimen tijd in hechtenis gehouden. In de veilingver eeniging is dit aanleiding geworden tot het ontslag van laatstgenoemde. Thans, zoo ver nemen wij, is bericht ingekomen, dat ook deze verdachte, de heer C. de Reus, van alle rechtsvervolging is ontslagen. VERZAMELGESPREKKEN INDIë. MET Aantal deelnemers hier hoogstens vijf. AANVANG 1 JUNI. De directeur-generaal der posterijen, tele grafie en telefonie maakt bekend, dat met ingang van 1 Juni a.s- in het verkeer met Ned.-Indië verzamelgesprekken kunnen wor den gevoeld, waaraan door eenige personen in verschillende spreekgelegenheden hier te lande kan worden deelgenomen. Het aantal deelnemers in Nederland mag ten hoogste vijf tegelijk bedragen, waarbij een radiospreekcel, waarin vier personen aan het gesprek kunnen deelnemen, voor één deelne mer wordt gerekend. Voor deze gesprekken zijn door den aanvra ger, boven het normale tarief in het verkeer in NederlandNed. Indië, per Nederlandschen deelnemer verschuldigd: a. een vast recht van f 1; b. een bedrag van f 0.50 per gesprek van drie minuten of gedeelte daarvan. DROOGDOK MIJ. „SOERABAJA". VERLIESSALDO ƒ2855. Aan het jaarverslag over 1933 der Dx*oog- dok Maatschappij „Soerabaja", ontleenen wij het volgende. De kx-achtige bezuinigingen en de verhoog de omzet, maken het exploitatie-saldo be langrijk minder ongunstig dan in het jaar tevoren, doch nog onvoldoende om ook de noodzakelijke afschrijvingen en een deel der overige bedrijfskosten daaruit te bestrijden. In 1934 zal daarom nog krachtiger op de be- drijfsuitgaven worden bezuinigd. Gedurende het eerste kwartaal van het nieuwe boekjaar bleef, de tijdsomstandighe den in aanmerking genomen, het aanbod van werk bevredigend; het prijsniveau blijft even wel te laag. De algemeene exploitatierekening sluit met een verliessaldo van f 2,855 (73,444), na dat de verplichtingen wegens pensioensaan spraken van ons personeel uit het bedrijfs- overschot zijn gekweten. De afschrijvingen, waarvoor ditmaal ïn totaal f 189.765 (193.308) noodig is, zijn niet verdiend en hiervoor wordt derhalve een gelijk bedrag aan het dok- en vernieuwingsfonds onttrokken. Het wegens intrest aan person eeltegeoed en Soerdok- stichting verschuldigde bedrag alsmede de steungelden van werkloos geworden employé's worden uit de reserve voor crisisomstan digheden geput. DE ROTTERDAMSCHE CORRUPTIE-AFFAIRE. KEURMEESTERS BEVOORDEELDEN ZICH OP ALLE MOGELIJKE MANIEREN. Na de pauze komen evenals tijdens de ocïi- tendzitting af en toe advocaten eexx kijkje in de strafkamer nemen; de belangstelling van de zijde van het publiek is weer afgenomen, men heeft al zoo veel van wrakke beesten, dunne koeien enz. gehoord- Het verhoor vangt aaxx met den grossier A. J. Zegers en diens zoon die handel drijven in! binnen- en buitenlandsch vleesch. In 1931 en 1932 hebben deze getuigen Deensoh vleesch geimporteerd, dat de Rotterdam werd ge keurd. Om snelle keuring te bewerkstelligen werd aan den keurmeester een extraatje van vijf gulden gegeven. De fooien waren geens zins bedoeld om de keuxmeesters minderwaar dig vee in strijd met hun plicht te laten keu ren. Beide getuigen verklaren, dat zij meer dere maten aan verdachte De H. zwezerikken hebben afgestaan. De H. erkende dit in zoo- verx-edat hij wel eens eexx zwezerik van Ze gers heeft weggegeven aan een vrouw, die huilend aan het abattoir kwam om een stukje vleesch voor haar zieke dochter af te bedeten. Nadien heeft De H. nog eens een zwezerik gekocht, die niet betaald werd. De halwerker De Hoog weet te vexiellen. dat verd. De H meermalen pakjes vleesch naar Friesland heeft gestuurd. Verder werd wel vleesch naar den burgemeester van Schie- broek gebracht. Get. wist wel dat De H. fooien aannam. Pres.: In het keurlokaal was een kantoor tje dat het „biecht kamer tje" werd genoemd? Wat beteekende dat? Get.: Dat weet ik niefc. Pres.: Daar zal De H. wel opheldering over moeten geven. Verdachte De H. weet het echter niet; het is de tweede maal. dat hij zijn kant-oorntje zoo hoox-t noemen. Dien naam zal het gekre gen hebben, toen het abattoir werd gebouwd. Hij licht de zaak dan xxader toe. Hij weet zich nog te herinneren dat slager Van Wal- sum op zekeren dag uit het kamertje kwam, zeggende: „Die chaxxro<repteger heeft me wéér voor een knaak te pakken Uit de verklaring van Van Wal sum blijkt dat de H. hem eenvoudig dwong tot afgifte van hoeveelheden vet van 3 tot 5 K.G. per week. Uit de vei-klaring van den halwerker W. Terluin blijkt, dat De H. vaak koffers met vleesch naar den vx-oegeren directeur en den burgemeester van Schiebroek liet brengen. De President wenscht blijkbaar nog niet op deze onverkwikkelijkheden in te gaan. Daarna worden firmanten van de firma De Vries gehoord, omtrent de beenderbonnen-af faire, waarbij blijkt, dat de slagers bij De Vries kwanxexx klagen dat zij geen geld voor de beexx- deren hadden ont-vangeix, terwijl De Vries aan den hulpkeurmeester reeds betaling had ge daan. Verd. De H. geeft toe betaling voor beender- boixnen te hebben ontvangen, doch dat was daxx op verzoek van de slagers zelf geweest Verd, inde dat geld omdat De Vries maar 1 keer per week op het abattoir kwam. Het wordt stil in de rechtszaal als de oud directeur van het Rotterdamsche abattoir wordt voorgeroepen. Op de vraag van den President of hem be- kexxd was. dat de keurmeesters zich aan cor ruptie schuldig maakten, antwoordt getuige, dat hij dit wel eens heeft hooreix moxxxpelexi. Hij heeft de corruptie echter nooit kuxxnen ontdekken en had tenslotte den indruk gekre gen, dat de geruchten grond van waarheid misten. Getuige wijst er dan op, naar aanleiding van de vraag vaxx mr. Donker of het vaak voor kwam dat de kern-meesters geen veearts kon den vinden, dat dit juist is. Ixx diexx tijd was het academisch gevormd persoixeel buitengewoon schaarsch. Hierdoor is de keuriixg van levend vee, die sinds 1922 wettelijk voorgeschreven is, achterwege moe ten blijven. Pres.: Waarom was er zoo weinig personeel? Get.: Dat heb ik nooit begrepen. Het was er zuinig en nog eens zuinig. Dr. J. J. F. d'Hont, die als laatste getuige wordt voorgeroepen, is gedurende vele jaren directeur van het Rotterdamsche abattoir- ge weest. Tijdens zijn directeurschap, dat tot 1925 heeft geduurd, is de vleeschkeuringswet ixx werking gesteld, waarbij de verplichte'keu ring van levend vee werd ingesteld. Get. heeft ixx 1922 een ontwerp-verordening gemaakt, waarin ook een bepaling was opgenomen, om- trent de verplichte keuring van levend vee. Ongeveer tegelijkertijd heeft getuige namens het gemeentebestuur van Rotterdam met de Inspectie te Den Haag gecorrespondeei'd over het niet-invoeren van de keuriixg van levend vee. De inspectie is blijkbaar over tuigd geworden van de moeilijkheden welke de keuring van levend vee voor Rotterdam op leverde, waxxt zij heeft er nooit aaixmerking op genxaakt, dat het niet gebeurde en is ook nooit op haar eenixxaal ingenomen standpunt te ruggekomen. De President merkt op, dat het onaange naam klixxkt te verxxemexx, dat getuige zich door de keurmeesters vleesch heeft laten zen den in hoeveelheden van 8 K.G. ongeveer, het geen wettelijk verboden was. Getuige erkent, dat hij de keurmeesters af exx toe heeft verzocht hem en aan het adres van den burgemeester van Schiebroek en an- deiren vleesch te zenden. Getuige verklaart, uitdrukkelijk, dat hij dit vleesch door bemiddeling van de verdachten W. de H. of J. L. B. bij een slager heeft ge kocht en aan de keurmeesters betaald. Dat de keurmeesters de slagers op hun beurt niet heb ben voldaan, is getuige nooit bekend geweest en hij heeft het ook nooit vermoed. Verd. De H. erkent het geld van getuige d'Hont te hebben ontvangen. Dat hij het niet aan de slagers heeft afgedragen komt omdat hij het vleesch heeft gekregen. Hierop wordt het nadere verhoor van dezen getuige in verband met het vergevorderd uur van den dag geschorst. Maandagmorgen om negen uur wordt de behandeling voortgezet. MET EEN JACHT ER VANDOOR. DRIE JONGE NEDERLANDERS GEARRESTEERD Uit Ostende wordt aan de „Tijd" gemeld, dat drie jonge Nederlanders aldaar Woens dagavond met een jacht, toebehoorende aan een Engelschman, zijn gaan varen. Donder dagmiddag is het jacht gestrand te Nieder- kerken. De drie passagiers werdexx door dé politie aangehouden en naar Biuxgge over» gebracht,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5