MIDDERNACHT ue ouaen van dagen, die Woensdagmiddag in theater Carré te Am sterdam een voorstelling bijwoonden, vermaakten zich best met den buikspreker Dr. Vos, wethouder van Amsterdam, deed de openingszetten voor de massa-simultaanseance in het Carlton Hotel te Amsterdam en waaraan niet minder dan 300 schakers deelnamen Twee hulpbruggen, ieder 60 meter lang en bestemd voor Arnhem en daarna voor Vianen, zijn Woensdag te Rotterdam op transport gesteld Door twee groote bokken werden de brugstukken gelicht en daarna op vier aaneengebonden schuiten geplaatst, om vervoerd te worden De Koninklijke Militaire Sportvereeniging heeft de gebruikelijke Ratlye Paper van Vorden gehouden, waarvoor ook ditmaal weer veel belangstelling bestond. Een snapshot bij de voorbereidingen op den eersten dag De Nederlandsche keurturners, die deeh nemen aan de wedstrijden om het wereld kampioenschap turnen te Budapest, zijn Woensdag met hun officials uit Utrecht naar Hongarije vertrokken. De groep op het Centraal Station te Utrecht De heer Plesman in gesprek met den bur gemeester van Huil, tijdens de lunch welke door de K.L M te den Haag werd aange boden, bij gelegenheid van de opening van de luchtlijn Amsterdam Hull Liverpool Bij graafwerken in het Oostelijk deel van Londen vonden arbei ders drie oude kanonnen, dateerende van 1 786 De Koning en de Koningin van Engeland brachten Dinsdag een bezoek aan de bloementen toonstelling te Chelsea. De vorstelijke personen bezichtigen de expositie in gezelschap van Lady Aberconway Een rhinoceros in zijn nieuwe omgeving van de thans ge- reedzijnde diergaarde te Vincennes FEUILLETON Detective Roman uit Donker Amsterdam door PIET KLOPPERS. 21) De regen viel nog steeds uit den grauwen hemel, maar Middernacht's woning was dicht bij. In diep nadenken verzonken, begaf hij zich naar zijn kamers, waar hij zich telefonisch opnieuw in verbinding stelde met de recherche. „Laat den jongen Heeringa volgen, dat kan misschien nut hebben." „Als u het noodig vindt meneer Ray, dan zal het gebeuren De detective belde af. Een groote moeheid kwam over hem; de dag. rijk aan gebeurtenissen, mocht dan al niet veel resultaat hebben opgeleverd, de detective had hem niet in ledigheid doorgebracht, van zijn energie was heel wat gevergd, en hij ver langde naar rust en slaap. Zijn hospita liet hij een soberen maaltijd klaarmaken; hij keek nog even de avondbladen door en zocht toen zijn bed op. Onder de koes terende dekens vergat hij den moord op den huisknecht, de zes verdachten, en alles wat verder op de zaak betrekking had; in een diepen, gezonden slaap deed hij nieuwe krach ten op voor het werk dat hij nog voor den boeg had. Den volgenden morgen scheen de zon. In de gezellige zitkamer van den detective stond een goed ontbijt gereed, en verfrischt door den slaap en een koud bad. voelde Middernacht zich tot groote dingen in staat. Hij gebruikte op zijn gemak zijn ontbijt, stak een sigaret op, verliet zijn woning, en wan delde naar de Sarphatistraat, waar mr. van Dorsten's kantoor gevestigd was. Norman Ray liet zich aandienen en werd door den jongen advocaat met uitgestoken handen ontvangen. „Zoo, ouwe speurhond. Blij je weer eens te zien. Wat verschaft rffe de eer van je bezoek? De inbraak in het huis van mijn aanstaanden schoonvader zeker? Dat dacht ik al. Een be roerde geschiedenis, en dat nog wel even voor mijn trouwen. Heb je al licht ontdekt, in de duisternis? Ga zitten, zeg. Een sigaar? Liever een sigaret? Dan heb ik iets lekkers voor je. Middernacht liet dezen woordenstroom langs zich heen gaan, ging in den aangeboden fau teuil zitten, en overwoog op welke wijze hij den aanval zou inzetten. Van Dorsten was een man van de wereld, en geen dwaas; hij had naam gemaakt als pleiter in verschillende groote zaken, hij had met succes de inbrekers verdedigd die een der grootste Nederlandsche juwelierswinkels had den leeggehaald; hij had de directie van de Wallandsche Hypotheek- en Credietbank uit de gevangenis gehouden, hij schreef scherpe, goed-gestelde artikelen voor een der dagbla den, kortom, hij was geen man om te onder schatten. en nog veel minder iemand die men door methoden, die anders wel eens succes hebben, van de wijs kan brengen. Middernacht wist dit alles, en achtte het raadzaam het Fransche spreekwoord in prac- tijk te brengen, dat zegt; de beste list is geen te hebben; klaren wijn zou hij den advocaat schenken, in de hoop er klaren wijn voor terug te krijgen. Hij zei: „Ik kom niet zoozeer hier in verband met de inbraak bij de Heeringa's, dan welin ver band met den moord. En ik zou graag een paar dingen van je vernemen, van Dorsten." Het kwam den detective voor dat de advo caat even op zijn onderlip beet, en voor een paar seconden iets schichtigs in zijn donkere, scherpe oogen had bij deze woorden. Maar van Dorsten antwoordde op kalmen. effen toon: „Als ik je met iets van dienst kan zijn, graag. Ray. Niets zal mij liever zijn dan dat de moordenaar gestraft wordt. Heb je al eenig spoor ontdekt?" „Ik heb.h'm.ik heb al te véél sporen ontdekt. Ik zal openhartig met je spreken, en als je me werkelijk van dienst wilt zijn, ant woord mij dan even openhartig. Kijk eens hier, er zijn zes verdachten. Daar hoor je van op. maar het is niet anders. De eerste is een be roepsinbreker, die. als ik het wel heb, jaren ge leden al eens door je verdedigd is; de tweede is een vrouw, die het met de goede zeden niet te nauw neemt; zij drong het huis binnen om het paarlencollier van juffrouw Heeringa te stelen „Wat zeg je, een vrouw!" De advocaat, die toch heel wat ervaring had in de wereld van de misdaad, riep deze woor den uit of hij nog nooit van zijn leven gehoord had van een vrouw die iets wil stelen, en de detective dacht het zijne van deze opmerke lijke verbazing. „De derde," ging hij bedaard verder, „is een jonge man die niets bezit, niets doet, en geld leent van welgestelde vrienden. Hij drong ook het huis binnen, op zoek naar buit De vierde is Ida Basquette. de actrice, die door Jan Hee ringa mee naar binnen werd genomen, en wie hij het collier liet zien. De vijfde is Jan Heerin ga. een van die knapen, die in geldverlegenheid tot heel wat in staat zijn." „Maar dat is al te ver gezocht, Ray! „Niet zoo ver als je denkt. Er zijn aanwijzin gen, die sterk tegen den jongen pleiten." „En de zesde verdachte?" vroeg de advocaat. „Dat ben je zelf!" „Ha, ha, ha! Je spreekt inderdaad bijzonder openhartig met me. Rav. Maar ik verzeker je dat ik als een onschuldig lam voor je zit." „Best mogelijk, maar je behoort tot het halve dozijn verdachten. Ik wind er geen doekjes om. en ik zal je ook zeggen waaróm er verdenking op je rust. Je was den nacht van den moord in het huis van je aanstaan den schoonvader!" „Wie beweert dat?" „Dat doet er minder toe. Erken je dat je in het huis was. of niet?" „Ik geef het toe." „Omstreeks twee uur 's nachts?" „Ja, zoo laat zal het wel zoowat geweest zijn." „Een rare tijd, van Dorsten om ergens h'm. om ergens op visite te gaan. Bovendien wist je dat de heele familie in Baarn was, en dat je alleen den huisknecht zou kunnen aantreffen." „Dat wist ik, zeker, dat wist ik." „Zeg me dan, waarom je om dien tijd naar het huis ging. hoe je er binnenkwam cn wat je er zocht. Als verstandig man zul je be- begrijpen dat je niet beter kunt doen dan ronduit spreken." „Als verstandig man," zei de advocaat lang zaam. „begrijp ik dat ik niet beter kan doen dan mijn mond dicht te houden." „Je wilt me dus geenerlei inlichting ver schaffen?" „Niet wat dat bezoek betreft." Van Dorsten gaf dit antwoord kalm en vast beraden. maar Middernacht liet zich niet zoo spoedig uit het veld slaan. Hij keek den ander met doordringende blikken aan, en zei; ..Dan zal ik elders mijn licht moeten opsteken. Ik zal je verloofde, juffrouw Annie Heeringa. vragen of ze mij de inlichtingen kan verschaffen die jij me weigert te geven." Dit schot trof doel! Van Dorsten sprong uit zijn stoel op. zijn oogen schoten vonken, al zijn kalmte was ver dwenen. „Dat zul je niet," zei hij heesch. „Laat haar er in ieder geval buiten. Ik ken je langer dan vandaag Ray, ik weet dat je haar naam zult sparen!" „Haar naam0 Het gaat niet om haar naam. Het gaat om het opsporen van een moorde naar. onverschillig wie hij is. Jij weigert mij op een vraag te antwoorden. Goed. dat is jouw zaak. De mijne is het, den moordenaar te vin den. Je weigering om inlichtingen te ver strekken is voldoende om je in voorarrest te doen stellen. Ik ga zonder aanzien des per- soons te werk, van Dorsten, dat stel ik voorop. Een mooi sensatiebericht voor de dagbladen: Bekend Amsterdamsch advocaat gearresteerd! Begrijp me goed, ik zeg niet dat ik overtuigd ben, dat je iets met het geval te maken hebt, mijn overtuigingen hou ik voor het oogenblik voor me. Ik zeg alleen dat je verplicht bent alle inlichtingen te verschaffen die je geven kunt. Ieder der andere verdachten ontkent ten stelligste het collier te hebben ontvreemd, toch moet één van hen het hebben gestolen of jij stal het. Ze ontkennen allen den huis knecht te hebben vermoord en toch is een van hen de dader of jij bent het!!" Gewoonlijk was Middernacht een man van weinig woorden, en de toespraak die hij had gehouden om op van Dorsten's gemoed en mededeelzaamheid te werken, was rijkelijk lang voor zijn doen. Hij blies nu ter verade ming groote rookwolken uit, maar bestudeerde den advocaat zorgvuldig terwijl deze nerveus zat te spelen met.een stalen vouwbeen in den vorm van een dolk. dat naast een paar tijdschriften op het tafeltje tusschen hen in lag. Het was even stil in de kamer, een hoorbare stilte. „Ray," zei de advocaat eindelijk, „toen ik dien nacht het huis binnentrad, dacht ik in de verste verte niet. aan het heele collier. En den huisknecht heb ik niet gezien. Dat is de volle waarheid, je kunt me gelooven of niet." „En gesteld dat ik je geloof: waarom ging je dan naar het huis?" „Die vraag weiger ik te beantwoorden." „Uit vrees jezelf te compromitteeren?" „Dat niet in de eerste plaats." „Uit vrees een ander te compromittee ren??" Van Dorsten's hand klemde zich krampachtig om het stalen vouwbeen. ..Ray," zei hij. „een rechter-commissaris zou me niet scherper kunnen ondervragen dan jij. Maar dring alsjeblieft niet verder aan, want het is vruchteloos." „Dat staat te bezien, van Dorsten. Ik dring aan op een antwoord, en als ik het uit jouw mond niet verneem, zal ik aandringen bij een ander. En je weet nu bij wie!" „Je schijnt vast besloten te zijn schandaal te maken enje te vergaioppeeren. „Ik ben vastbesloten den moordenaar te vinden van den ouden knecht." „Ofde moordenares?" „Precies, óf de moordenares." .(Wordt vervolgd.)!,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9