DE KONINCIN-EMMA-KLINIEK
TE HEEMSTEDE.
De officieele opening.
Een bijzonder sia-recept
VRIJDAG I JUNI 1934
HAARLEM' S DAGBLAD
6
STADSNIEUWS.
't Was feest Donderdagmiddag op „Meer en
Bosch" te Heemstede. De vlaggen wapperden
van de beide gebouwen en van het Boschhuis
en de vlag zou weldra óók wapperen van
de Koningin-Emma-Kliniek, de prachtige
nieuwe inrichting op „Meer en Bosch", waar
van wij Dinsdag een beschrijving gaven.
Maar aan het hijschen van de vlag zijn
wc nog niet toe.
Eerst moet de openingsplechtigheid beschre
ven worden.
In het kerkgebouw van Meer en Bosch dan,
waren tal van genoodigden, autoriteiten en
belangstellenden, aanwezig, van wie men velen
hieronder vermeld vindt in de rede van Ds.
van Paassen. Wij kunnen deze lijst nog aan
vullen met verschillende doktoren, Mr. J.
Schokking. lid van den Raad van State, den
heer N. Vos, gemeente-secretaris van Heem
stede en vele Heemsteedsche raadsleden.
Rede Ds. C. J. van Paassen
De voorzitter der Ohr. Vereen, tot verplet-
ging van lijders aan vallende ziekte. Ds. C. J.
van Paassen, voerde als volgt het woord:
Namens het bestuur van „de Christelijke
vereeniging voor de verpleging van lijders aan
vallende ziekte te Haarlem" dank ik U allen,
die hier zijt gekomen om de opening van
onze Koningin Emma-kliniek bij te wonen.
Mijn dank richt zich tot u, Excellentie Prof.
Slotemaker de Bruïne, niet alleen om uw ko
men hierheen, maar vooral ook voor uwe be
reidwilligheid tot het houden van een toe
spraak, bij de opening van ons nieuwe ge
bouw.
En voorts breng ik mijn dank aan alle bur
gerlijke en kerkelijke autoriteiten, die aan
onze uitnoodiging gevolg hebben gegeven om
deze plechtigheid met hun tegenwoordigheid
te vereeren.
Ik dank B. en W. van de gemeente Heem
stede en mevr. Maarschalk, die in de plaats
van den burgemeester der gemeente Haarlem
gekomen is, omdat deze zelf door gezond
heidsredenen verhinderd is: voorts Dr. Pas-
meijer, inspecteur van het Staatstoezicht op
krankzinnigen en het krankzinnigen wezen:
Dr. L. C. Kersbergen die de Ned. Maatschappij
tot bevordering der Geneeskunst vertegen
woordigt; Dr. A. Sluyterman, den voorzitter
van de afd. Haarlem van de Ned. Maatschap
pij voor Geneeskunde; den Gemeente Genees
kundige en hoofden van den gezondheids
dienst der Gemeente Amsterdam; Dr. J. van
Konijnenburg, directeur van den Gem. Ge-
neesk. en Gezondheidsdienst te Haarlem en
alle andere vertegenwoordigers van genees
kundige diensten; Dr. Klessens, den genees
heer-directeur en het bestuur van de Ned. Ver
eeniging voor lijders aan vallende ziekte te
.Amsterdam, en alle geneesheeren, die in vroe
gere». of lateren tijd hun belangstelling in
't werk onzer vereeniging getoond hebben of
met ons hebben samengewerkt, onder wie ik
met blijdschap ook Prof van Walsem opmerk.
Het verheugt ons dat de Algemeene Synode
der Ned Herv. Kerk Mr. H. E. Cost Budde als
haar afgevaardigde gezonden heeft. En met
hem heet ik den kerkeraad der Ned. Herv.
Gemeente van Heemstede, vele predikanten,
den bisschop der Oud-katholieke kerk en
Rabbijn de Vries hier hartelijk welkom.
Dat vele leden van directies en besturen
van de met ons verbonden Nederlandsche
Diakonessenhuizen ons de eer aandoen hier
tegenwoordig te zijn, stemt ons tot erkente
lijkheid.
Wat wij met het gebouw, dat wij vandaag
willen openen, bedoelen, zal straks door onzen
dirigeerenden geneesheer uiteengezet worden.
De nieuwe kliniek is een geschenk van het
Nederlandsche volk. en het bestuur onzer ver
eeniging dankt alle Nederlanders, die het mo
gelijk gemaakt hebben het resultaat te berei
ken. dat wij u straks willen toonen.
Toen het gouden jubileum onzer vereeniging
in het gezicht kwam. heeft de besturende
Broeder'van Meer en Bosch, broeder Jonker,
het denkbeeld geopperd, aan ons volk een
feestgave te vragen. Broeder J. A. Hoekendijk
heeft dit initiatief niet alleen gesteund, maar
met groote toewijding en ijver zich ingespan-
De besturende zuster van Bethesda-Sarepta,
nen om het denkbeeld in daden om te zetten,
zuster Mary Pot en zuster Knottenbelt heb
ben met deze beide broeders heel wat arbeid
achter de schermen verricht en Ds. van
Leeuwen was bij dit alles de wijze en behoed
zame raadsman. Een eere-comité heeft zich
gevormd en Dr. J. Th. de Visser is, namens
ons volk. op een avond hier in Irene ons be
stuur de vele duizenden guldens komen
brengen, die het ons mogelijk maakten tot
.den bouw over te gaan.
Veel hebben wij bij dit alles te danken ge
had aan de nu overleden Koningin-Moeder
Zij toch is de beschermvrouwe van ons Jubi-
levmfonds geweest. In ons gouden feestboek
„Licht en Schaduw" hebben wij als kostbaar
geschenk het portret van Hare Majesteit, met
Haar naam geteekend. mogen opnemen. En
eenige maanden vóórdat koningin Emma van
ons weggenomen werd heeft zij niet alleen
goedgevonden dat Haar naam aan onze nieu
we kliniek verbonden werd. maar zelfs ge
schreven dat zij met ingenomenheid van ons
voorstel het nieuwe gebouw „Koningin Emma-
kliniek" te heeten, kennis had genomen. De
gedachtenis aan de Koningin-Moeder zal dan
ook bij ons. gelijk bij zoovele inrichtingen en
stichtingen van weldadigheid en barmhartig
heid. in zegenend aandenken blijven.
Het schijnt mij tenslotte niet overbodig', u
te zeggen dat onze vereeniging hoopt te blij
ven de vereeniging, die zij altijd geweest is,
d.w.z. dat het praedicaat „christelijk" niet
maar een ornament is. doch uitdrukking geeft
aan onze diepste bedoelingen. Onze stich
tingen zijn kinderen van het Réveil. De man,
die den stoot tot de oprichting heeft gegeven,
Ds. O. G. Heldring; jonkvrouwe Teding van
Berkhout, die aan de roepstem van Ds. Hel
dring gehoor heeft gegeven; de eerste be
stuurders. van wie wij met eerbied Ds. E.
Barger en de heer en mevr. Bierens de Haan
van Leeuwen noemen: de mannen en vrou
wen. die ons en onze patiënten jaren hebben
gediend. Ds. Lentzberg. zendeling Zegers en
Ds Barger. de geneesheeren Dr. Burkens en
Dr. v. d. Spek. zuster Breda Kleynenberg en
zoovele anderen meer, van wie er velen reeds
zijn ontslapen, hebben zich gedrongen gewe
ten door de liefde, waarmede Christus ons
lief gehad heeft. Wij wenschen het lichtend
spoor, dat zij nagelaten hebben, te blijven
volgen En hoe goed wij ook de medische ver
zorging van de aan ons toevertrouwde patiën
ten willen behartigen, wij wenschen allereerst
en allermeest aan hun geestelijke belangen
te denken. Voor niemand, van welke kerk of
van welke richting of van welke overtuiging
hij zijn mocht, zijn onze deuren gesloten.
Maar wij zelf staan met beide voeten op den
bodem van het historisch Christendom. Wij
bidden dat onze patiënten hier verzorging,
verpleging, verbetering, kan 't zijn genezing
mogen vinden, maar wij vragen ook dat zij
hier mogen leeren hun kruis te zetten in de
schaduw van het kruis van Golgotha en dat
het gezondmakend leven van Jezus Christus
hen vervullen mag. Daarom is het dat wij
vandaag niet alleen de mensehen danken,
maar dat wij bovenal de oogen omhoog slaan,
om God te prijzen voor de aanwinst van onze
nieuwe kliniek.
God zegene er het werk der geneesheeren
en dat van alle broeders en zusters, diaconen
en diaconessen, tot in lengte van dagen. Hij
wake over alle patiënten, die er, gedurende
korteren of langeren tijd, in opgenomen wor
den. Hij zelf doe ze er vinden hulp in hun
lijden en bemoediging en vertroosting!
Hierna kwam Prof. Dr. J. R. Slotemaker de
Bruïne,
de Minister van Sociale Zaken
aan het woord
die door een deputatie uit het bestuur was
ontvangen en binnen geleid.
Spr. begon met er de aandacht op te vesti
gen dat door het bouwen en in gebruik nemen
van de Koningin-Emma-Kliniek weer nieuwe
uitbreiding is gegeven aan het groote barm-
hartigheidswerk dat op Meer en Bosch ge
schiedt. Telkens openbaren zich nieuwe nooden
maar telkens ook openbaren zich nieuwe
krachten ter bestrijding van die nooden. Deze
taaiheid in den strijd vindt haar bron in het
Christendom, f 80.000 is bijeengebracht, uit
kleine bedragen. Hieruit blijkt wel „de Macht
van het Kleine". Dit is een daad geweest, een
uit gemoedsontroering grijpen naar de, daad.
In 't bijzonder memoreerde spr. nog, dat alles
bereikt is zonder Rijkssubsidie.
Een andere daad is. dat men in deze inrich
ting de medische bekwaamheid in dienst wil
stellen van het werk van barmhartigheid, dat
er wordt verricht. En naar# men hoopt met
meer succes dan vroeger werd bereikt. Tegen
woordig toch is er genezingsmogelijkheid voor
lijders aan vallende ziekte, er is perspectief. In
dit feit ligt moreele kracht, voor de lijders,
voor hun gezinnen, voor het geheele volk.
Tenslotte verklaarde de minister de nieuwe
kliniek geopend voor den arbeid, dien God
er voor lengte van dagen in moge zegenen.
(Het patiëntenkoortje onder leiding van
Broeder .Jac. Lagas, zong vervolgens op ont
roerend-eenvoudige wijze een feestlied, waarna
Dr. Ledeboer het woord verkreeg.
Rede van den
geneesheer- directeur.
De Directeur-Geneesheer, Dr. B. Ch. Lede
boer. sprak ongeveer als volgt:
Daar ge allen zoo vriendelijk zijt geweest
om gehoor te geven aan onze uitnoodiging
tot het bijwonen van de openingsplechtigheid
van het nieuwe Ziekenpaviljoen. de Koningin-
Emma-Kliniek, mag ik veronderstellen dat
het uw belangstelling zal hebben wanneer ik
u iets mededeel omtrent de wordingsgeschie
denis en bedoeling van dit monument van den
weldadigheidszin van het Nederlandsche Volk.
Meer nog, ik voel mij gedrongen er reken
schap van af te leggen, hoe wij de giften, die
wij van zoo zeer velen hebben mogen ontvan
gen bij de viering van het 50-jarig bestaan
onzer Vereeniging, hebben besteed.
De tijden zijn lang voorbij, waarin men
volstaan moest en daarom volstaan kon, met
aan de lijders en lijderessen aan vallende
ziekte een goed tehuis te bezorgen, er naar
vermogen voor te waken, dat bij het groote
aantal toevallen dat voorkwam, de zieken
zich niet al te veel wondden en pogingen in het
werk te stellen om de veelvuldig voorkomende
status epilepticus eenigszins te remmen. Zou
men in onze dagen een inrichting stichten
waarin men zich tot deze verzorging zou be
perken, zulk een inrichting zou instede van een
y-gen een gevaar voor de patiënten, die lijdende
zijn aan vallende ziekte, beteekenen en een
goede kans loopen van staatswege als een ge
vaar voor de volksgezondheid te worden ge
sloten.
Wat toch is het geval? Stonden wij vroe
ger vrijwel machteloos tegenover dit ernstig
lijden, geleidelijk aan is het mogen gelukken,
eenig inzicht te verwerven in het wezen dezer
ziekte en zijn ons middelen geschonken. Jie
met stijgend succes tegen haar kunnen wor
den aangewend. Drie feiten noem ik, die in
staat zijn om zonder nader commentaar dit
aan te toonen:
Ten eerste; het aantal in onze Inrichting
voorgekomen toevallen, berekend naar een
zelfde aantal verpleegdagen, n.l. 100.000 per
jaar, is van de oprichting onzer vereeniging
af gedaald van ruim 30.000 tot minder dan
3000. Een dergelijke enorme vermindering
komt niet vanzelf tot stand.
Ten tweede is de status epilepticus, die in
de maatschappij nog regelmatig voorkomt.
In ieder gezin wordt sla gegeten, aan
gemaakt op de gebruikelijke manier
en natuurlijk met slaolie. Maar weet
U dat U van een gewone sla-schotel
iets heel bijzonders kunt maken? Volg
dan niet de gewone bereiding, maar
onderstaand recept, en gebruik geen
gewone slaolie, maar Saladine! Een
verrukkelijk sla-gerecht is het resultaat
Twee kroppen sla voorzichtig plukken, goed
afwasschen en gedurende I uur in frisch water
laten staan. De sla laten uitlekken op zeef of
sla-mand niet uitdrukken.
Een hard gekookt ei fijnwrijven met een
vork. Dit aanmaken met een lepeltje Holland-
sche mosterd, een theelepeltje zout, een snufje
peper en een fijn gehakt uitje of sjalotje
Daarna oproeren met 3 lepels azijn en 4 lepels
Saladine. De sla met deze saus op het laatste
oogenblik aanmaken,
GOUDZEGEL 80 CENT - GROENZEGEL 65 CENT - ROODZEGEL 50 CENT
(Adv. lngez. Med.)
Minister Slotemaker de Bruïne slaat het hij
schen van de vlag op de kliniek gade. Naast
hem de besturende Broeder Jonker.
uit onze inrichtingen geheel verdwenen. Ook
dit danken wij aan de consequente toepassint
van een daartegen gevonden geneesmiddel.
Als punt 3 deel ik u mede. dat onze nazorg-
dienst, die sedert drie jaar werkzaam is,
reeds meer dan 108 patiënten, die weer in de
maatschappij konden terugkeeren, onder haar
toezicht heeft.
Dat de Epilepsie thans niet meer die ho-
pelooze ziekte is van vroeger dagen, zal ook
de meest sceptisch gestemde tegenover deze
feiten moeten erkennen.
Maar juist omdat wij vat beginnen te krij
gen op deze ernstige ziekte, die een echte
volksziekte is, en die een zeer ernstig lijden
beteekent èn voor de zieken èn voor de fa
milie der getroffenen, moet en wil een vereeni
ging als de onze, die zich als taak opgelegd
weet. de verpleging van lijders aan vallende
ziekte, alles in het werk stellen om dit lijden
op te heffen of te lenigen. De Christelijke
barmhartigheid aan deze menschen bewezen
behoort in de eerste plaats te bestaan in de
bestrijding van hun ziekte. Zou men dat niet
doen, dan geeft men hun steenen voor brood,
hoe schoon deze steenen ook zouden fonkelen.
Dat dit gevoel van barmhartigheid met deze
zoo zwaar getroffen medemenschen ook door
ons volk gevoeld wordt, is ons gebleken uit
het antwoord dat wij mochten ontvangen op
onze oproeping tot steun voor den bouw van
een nieuw ziekenpaviljoen, welke oproeping
wij gedaan hebben ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan onzer vereeniging en waar
door het ons mogelijk gemaakt is de thans in
gebruik te nemen Koningin-Emma-Kliniek te
stichten. Namens onze Vereeniging, maar
meer nog namens onze patiënten, breng ik aan
allen die daartoe hebben medegewerkt een
warm woord van. dank! Met recht mag deze
groote aanwinst voor-onze patiënten een gift
van het Nederlandsche Volk genoemd worden.
Het is een eigenaardige, schijnbare tegen
stelling, dat wij tot de stichting van een nieuw
paviljoen, tot stichting van de kliniek ter ver
betering van de verpleging van lijders aan
vallende ziekte zijn over gegaan op een tijd
stip, waarop het medisch inzicht tot de con
clusie is gekomen, dat er naar alle waar
schijnlijkheid geen vallende ziekte, geen Epi-
lepsie-als-zoodanig bestaat.
Evenwel zooals gezegd, deze paradox is
slechts schijnbaar. Het is n.l. gebleken dat wij
niet moeten spreken van de vallende ziekte of
de Epilepsie, maar van vallende ziekten en van
Epilepsieën, Wat zich oppervlakkig gezien als
eenheid voordeed, blijkt een veelheid te zijn.
Zeer groot is het aantal oorzaken, dat het
symptomen beeld der vallende ziekte kan ge
ven. Begrijpelijk is het daarom, dat dan ook de
mogelijkheden van onderzoek en behandeling
groot moeten zijn om in elk afzonderlijk ge
val tot het inzicht van de oorzaak en tot het
instellen der juiste behandeling te geraken. En
dit nu is één van de grondgedachten, die aan
het plan van den bouw van het nieuwe pa
viljoen, zooals dat in de Koningin-Emma-
Kliniek verwezenlijkt is, ten grondslag ligt.
Zoo zal men in het nieuwe paviljoen aantref
fen een groep van vertrekken die voor dit doel
bestemd is. Ik noem u o.a. de onderzoekka-
mer. de Röntgenkamer, het laboratorium, de
diëetkeuken. de operatiekamer, de ruimte
voor heilgymnastiek en massage, de huis
apotheek e.a.
Behalve deze afdeeling zal men aantreffen
vier andere afdeelingen, die alle hun speciale
bestemming hebben. Als eerste noem ik de
zoogenaamde observatie afdeeling. Deze ver
leent ruimte aan de nieuw gekomen patiën
ten en aan hen, die slechts voor korten tijd
zullen worden opgenomen. Zij bestaat uit een
een ziekenzaal, een dagverblijf, eenige ka
mertjes en bijbehoorende vertrekken, als thee-
keuken, badkamer, etc.
Dan noem ik de kinderafdeelihg. Juist op de
door deze ziekte getroffen kinderen is onze
speciale aandacht gevestigd. Zij hebben nog
een heel leven voor zich. waarin ontzaglijk
veel voorkomen kan worden, wanneer het- lukt
door een doelmatige behandeling de ziekte tot
staan te brengen. Dan vermeld ik de afdee
ling bestemd voor lijders aan een intercu-
rente ziekte als griep, tuberculose, enz. en ten
slotte de z.g. broederziekenafdeeling ter ver
pleging van eventueel ziek personeel.
Wanneer ik aan deze opsomming nog toe
voeg eenige verspreide vertrekken als daar
zijn in het sousterrein, de rouwkamer en de
sectiekamer en op de bovenste verdieping een
brandvrij archief en 17 zit-slaapkamers voor
Broeders, dan heb ik hiermede in vogelvlucht
een beeld gegeven van het gebouw.
Hulde aan den architect.
Thans rest mij nog, aldus spr. de aangename
taak om een woord van waardeering uit te
-oreken gericht tot alle ;n die. naast de gevers
en geefsters, er 't hunne toe bijgedragen hebben
om den bouw van de kliniek te doen slagen.
Ik denk daarbij in de eerste plaats aan onzen
architect, den heer H. Korringa. met wien ik
zoo aangenaam heb mogen samenwerken. On
getwijfeld heeft de heer Korringa een prachtig
bewijs van zijn kunnen ook op het zoo spe
ciale terrein der ziekenlruisbouw geleverd!
Wij danken ook den aanemer, den heer Ro-
meyn, den onvermoeiden opzichter, den heel
de Graaf en onzen tuinbroeder. Broeder de
Haan, die met zijn medewerkers leiding heeft
gegeven bij de uitvoering van het omvangrijke
grondwerk, dat tot onze vreugde voor een
groot deel door onze patiënten kon worden tevoren tien gulden van zijn oom en tante
verricht, die daarmede ook het hunne hebben
bijgedragen aan het werk.
Wijlen Koningin Emma herdacht.
Ik moge eindigen, zoo besloot spr., met een
eerbiedige hulde te brengen aan onze over
leden Koningin-Moeder, die eerst door hare
bescherming van het huldigingscomité en la
ter door het verleenen van haar naam aan de
Kliniek, getoond heeft ook voor deze zieken
te willen zijn, wat in haar vermogen was. Op
den dag harer begrafenis is haar naam ge-
plaats boven den ingang als blijvende her
innering aan deze Vrouwe, wier innigste ver
langen het was de verpleging van zieken met
haar Koninklijken hulp te steunen.
Het is in haar geest dat ik eindig met den
wensch uit te spreken, dat het werk in de
Koningin-Emma-Kliniek gezegend moge wor
den en hulp moge bieden aan zeer vele door
zwaar lijden getroffen medemenschen.
De bijeenkomst werd besloten met het zin
gen van een lied ter nagedachtenis van wijlen
Koningin Emma, door Broeder Jac. Lagas.
in het Boschhuis
werden hierna ververschingen aangeboden.
Velen maakten gebruik van de gelegenheid die
hier gegeven werd om het woord te voeren en
gelukwenschen aan te bieden. Gesproken werd
door: Dr. Pameyer, Inspecteur van het Staats
toezicht op het Krankzinnigenwezen; Dr. L.
C. Kersbergen, namens de Ned. Mij. tot be
vordering der Geneeskunst (in opdracht 'van
het Hoofdbestuur); Mr. Kost Budde, namens
de Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk; Zuster
Mary Pot, namens de zusters van Bethesda
Sarepta; den heer A. J. Da Costa. voor den
Centralen Bond voor inwendige en Chr. philan-
Lropische inrichtingen; Dr. Klessens, genees
heer-directeur van de inrichting der Ned.
Vereen, voor lijders aan vallende ziekte te
Amsterdam.
Dr. Colenbrander te Heemstede en Dr. Morel,
namens den Bond van Ned. Diakonessenhuizen.
De vlag wordt geheschen.
Daarna begaf het gezelschap zich naar buiten
waar het muziekcorps, gevormd uit de patiën
ten, zich deed hooien.
Op het voorplein van de Koningin-Emma-
Kliniek sloegen de Minister van Sociale Zaken
en de genoodigden gade, hoe onder trompet
geschal de vlag (een geschenk van iemand die
onbekend wenscht te blijven) langzaam van
den toren werd geheschen
Spontaan werd hierna het Wilhelmus ge
zongen.
Onthulling van een
gedenksteeen.
Tenslotte onthulde Ds. van Paassen in de
vestibule van het nieuwe gebouw een gedenk
steen met het opschrift;
„De bouw dezer kliniek in de jaren 1933
1934 werd tot stand gebracht uit giften, die 't
Nederlandsche Volk schonk aan de Chr. Ver
eeniging voor verpleging van lijders aan val
lende ziekte te Haarlem, ter gelegenheid van
haar 50-jarig bestaan 1882-1932".
Hierna bezichtigden de genoodigden de kli
niek, onder geleide en voorlichting.
(Wij vestigen de aandacht op onze foto
pagina van heden, waar men om. ziet, hoe
kamer der nieuwe kliniek bezichtigt, in tegen-
mininiscter Slotemaker de Bruïne de operatie-
woordigheid van de dirigeerend geneesheer,
Dr. B. Ch. Ledeboer).
ARROND.-RECHTBANK
POGING TOT DIEFSTAL MET
GEWELDPLEGING.
NEEF SLAAT ZIJN OOM BEWUSTELOOS.
EISCH 31/2 JAAR GEVANGENISSTRAF.
Een 34-jarige man uit Amsterdam bezocht
op 24 Januari zijn te Haarlem wonende oom
en tante, waar hij bleef koffiedrinken. Er was
nog een dame, maar die verliet na koffie
drinken de woning, waarop de tante naar de
keuken ging. Neef bleef alzoo met zijn oom
alleen in de kamer. Oom zat in zijn leuning
stoel bij de kachel en neef naast hem. Zij
praatten eenige oogenblikken over het verza
melen van postzegels, toen neef opstond, zich
achter den stoel van oom begaf en dezen, zon
der dat de oude man daarop maar eenigszins
verdacht kon zijn, met een in een stuk papier
gewikkelde nijptang een hevigen slag op het
achterhoofd toebracht. Oom werd eenigszins
bewusteloos, maar had toch de kracht om te
schreeuwen. Hierop kwam zijn vrouw binnen,
die haar neef toeriep: „wat doe je daar?"
De neef zei, dat hij geld wilde hebben en,
sprak er over, dat hij zou schieten, maar
wachtte niet lang en verliet het huis, zonder
verder geweld te plegen of te pogen geld te
stelen. Twee dagen later meldde hij zich zelf
bij de politie aan
Hij stond thans terecht wegens poging tot
diefstal met geweldpleging. Zijn oom en tante
waren om gezondheidsredenen niet versche
nen.
Verdachte bekende en zei, dat hij, voordat
hij zich naar zijn oom en tante begaf, een
nijptang had gekocht met de bedoeling dit
voorwerp eventueel te gebruiken om zijn oom
bewusteloos te slaan, want hij ging naar de
woning van zijn oom met de bedoeling daar
te stelen. Hij had geld noodig en wilde naar
het buitenland gaan. Hij had eenige maanden
geleend en t, dat zijn tante dit geld uit
het buffet haaide.
Uit de beëedigde verklaringen, door oom en
tante in de -instructie afgelegd en ter terecht
zitting voorgelezen, bleek, dat neef, toen hij
aan de koffietafel zat, herhaaldelijk belang
stellend informeerde, wanneer de dame, die op
bezoek was. zou vertrekken.
Ook had verdachte, toen hij met oom alleen
was. uiterst zenuwachtig snel eenige sigaretten
opgerookt. Verdachte zei nu ter terechtzit
ting, dat hij zijn daad sterk afkeurde en er
spijt van had.
De officier van justitie vond dit misdrijf zeer
ernstig. Verdachte heeft met voorbedachten
rade gehandeld en het is een toeval, dat de
oom, een 76-jarig man, er het levend heeft
afgebracht.
De psychiaters verklaren, dat verdachte
slechts weinig minder toerekeningsvatbaar is,
•dus kan men zeggen, dat hij voor zijn mis
daad aansprakelijk gesteld kan worden. Er is
hier heel weinig ter verontschuldiging te
vinden en spreker eischte dan ook drie jaar en
6 maanden gevangenisstraf met aftrek voor
arrest.
De verdediger Mr. D. de Jong was van mee
ning, dat hier van poging tot diefstal niet
gesproken kan worden, omdat verdachte niets
heeft gedaan wat op diefstal wijst. Rechter
Mr. Raedt merkte hierbij op. dat niet poging
tot diefstal, maar diefstal met geweldpleging
is ten laste gelegd en de slag met de nijp
tang is zeker een begin van uitvoering daar-
Pleiter riep verder de clementie der recht
bank in.
Uitspraak over 14 dagen.
Doodelijk ongeval te Velsen.
In den morgen van 14 December omstreeks
7 uur reed een 26-jarig bestuurder van een
vrachtauto van Alkmaar komende, over den-
Wij kerstraatweg naar de Velserpont. Daar
bevond zich ook een vischboertje met een van
een hulpmotor voorziene bakfiets. De motpr
werkte niet en de bestuurder liep naast de
bakfiets, ter linkerzijde daarvan, maar rechts
van den weg. De auto reed den vischhande-
laar aan, die zoodanig ernstig werd verwond,
dat hij bijna op slag dood was. De auto-be
stuurder had zich thans te verantwoorden
voor het veroorzaken van den dood door
schuld
Er waren 16 getuigen gedagvaard, waaron
der twee deskundigen. De agent van politie,
die bijna onmiddellijk na de aanrijding ter
plaatse was, verklaarde gezien te hebben,
dat het slachtoffer op straat lag, ongeveer 14
M. vóór de vernielde bakfiets en eenige me
ters achter de auto. Op den rijweg lag een
bloedplas.
Getuige had aan den autobestuurder ge
vraagd wat er gebeurd was, waarop verdachte
zei: ik heb hem niet gezien. Nu beweerde ver
dachte, dat hij dit maar gezegd had, omdat
hij bang was voor het publiek.
Getuige Versteeg verklaarde, dat hij per
fiets op den Wijkerstraatweg reed, een paar
honderd meter achter de bakfiets, toen hem
in razende vaart en rakelings een vrachtauto
passeerde, wat getuige deed denken: daar ben
ik goed afgekomen. Hij hield zijn hart vast
voor andere wegberijders. Het verbaasde hem
dan ook geenszins, dat hij een paar honderd
meters verder zag, dat de bakfiets was aan
gereden en er iemand op den weg lag. Getuige
voegde toen den autobestuurder toe: Heb je
nu je zin?
Dr. Hulst, de deskundige, die sectie op het
lijk heeft verricht, verklaarde, dat het
slachtoffer een gebroken schedel had. eenige
gekneusde ribben, een ingedrukte borstkas,
wat hevige inwendige verbloedingen, o.a. \ran
het verlengde merg. veroorzaakt had en des
kundige was van oordeel, dat de dood zeer
spoedig na de aanrijding was ingetreden.
De deskundige luitenant Hulst, heeft bak
fiets en motorrijtuig onderzocht en geconsta
teerd, dat de remmen van de vrachtauto goed
waren, het rechterspatscherm ingedrukt
was en er bloedvlekken op den radiateur wa
ren. Deskundige meent, dat de auto met de
moer van het rechtervoorwiel het tandrad
van de fiets heeft gegrepen en veronderstelt,
dat het slachtoffer door de bumper is gegre
pen en met het hoofd tegen de motorkap
geslagen, om daarna voorover op straat te
vallen.
De rechtbank begaf zich daarop met ver
dachte, deskundige en verdediger naar de
binnenplaats, waar de bakfiets stond en een
auto van ongeveer de afmetingen en con
structie als de vrachtauto; deskundige gaf
ter plaatse aanwijzingen ter staving van zijn
beweringen.
De getuigen a décharge brachten weinig
licht een hunner verklaarde, dat het
slachtoffer iemand was, van wien men kon
verwachten, dat hij niet altijd evengoed zou
opletten.
Verdachte verklaarde, dat hij niet over
matig snel had gereden. Hij had den man
met de bakfiets gezien, toen hij aan kwam
rijden en wat naar rechts uitgehaald, omdat
er tegenliggers waren, maar hij was zoover
van de rechterzijde, dat hij de bakfiets had
kunnen passeeren, indien deze niet op het
laatste oogenblik naar links had uitgehaald,
waardoor de aanrijding was ontstaan.
Verdachte had oogenblikkelijk geremd en
getracht hulp te bieden.
De Officier van Justitie achtte hier wel
schuld aanwezig; de bestuurder, die den man
met de bakfiets zag, had dezen kunnen ont
wijken. In aanmerking genomen, dat hier
een menschenleven verloren is gegaan
eischte, het O.M. 4 maanden gevangenisstraf.
De verdediger Mr. v. d. Loos uit Alkmaar,
bestreed de conclusies, van den deskundige,
luitenant Hulst; hij was van oordeel, dat
het bewijs voor schuld niet was geleverd en,
vroeg vrijspraak.
TABAKSACCIJNS
De Ontvanger der Accijnzen te Haarlem
vestigt er de aandacht van belanghebbenden
op, dat zij, die op 1 Juni 1934 nog sigaren be
last met een accijns van lT/2 percent en/of
sigaretten waarvoor de verhoogde accijns niet
is voldaan, elders dan in entrepot of in een
pand waarin het bedrijf van fabrikant wordt
uitgeoefend, voor zich zelf of voor een ander
ten verkoop in voorraad hebben, uiterlijk 2
Juni a.s. met betrekking tot die sigaren
en/of sigaretten voor elk pand, waarin die
tabaksfabrikanten zich bevinden een schrif
telijke aangifte moeten inleveren te zijnen
kantore Klein Heiligland no. 84, kamer 12.
Voor de aangifte moet gebruikt worden het
van Rijkswege vastgestelde formulier dat kos
teloos bij hem verkrijgbaar is.
De genoemde Ontvanger vestigt tevens de
aandacht op de strafbepaling, luidende dat
hij. die tot aangifte gehouden, zijn verplich
ting niet of niet volledig nakomt of een on
juiste opgaaf doet, gestraft wordt met een
geldboete van ten minste honderd en ten
hoogste duizend gulden
INSTITUUT VOOR ARBEIDERS
ONTWIKKELING
De leden van dit instituut houden op Zon
dagmorgen 3 Juni a.s. een dagfietstocht naai
de Westeinderplassen. Het vertrek is bepaald
van de Groote Markt des morgens 8 uur.