DE KONINCIN-EMMA-KLINIEK TE HEEMSTEDE. De officieele opening. Een bijzonder sia-recept VRIJDAG I JUNI 1934 HAARLEM' S DAGBLAD 6 STADSNIEUWS. 't Was feest Donderdagmiddag op „Meer en Bosch" te Heemstede. De vlaggen wapperden van de beide gebouwen en van het Boschhuis en de vlag zou weldra óók wapperen van de Koningin-Emma-Kliniek, de prachtige nieuwe inrichting op „Meer en Bosch", waar van wij Dinsdag een beschrijving gaven. Maar aan het hijschen van de vlag zijn wc nog niet toe. Eerst moet de openingsplechtigheid beschre ven worden. In het kerkgebouw van Meer en Bosch dan, waren tal van genoodigden, autoriteiten en belangstellenden, aanwezig, van wie men velen hieronder vermeld vindt in de rede van Ds. van Paassen. Wij kunnen deze lijst nog aan vullen met verschillende doktoren, Mr. J. Schokking. lid van den Raad van State, den heer N. Vos, gemeente-secretaris van Heem stede en vele Heemsteedsche raadsleden. Rede Ds. C. J. van Paassen De voorzitter der Ohr. Vereen, tot verplet- ging van lijders aan vallende ziekte. Ds. C. J. van Paassen, voerde als volgt het woord: Namens het bestuur van „de Christelijke vereeniging voor de verpleging van lijders aan vallende ziekte te Haarlem" dank ik U allen, die hier zijt gekomen om de opening van onze Koningin Emma-kliniek bij te wonen. Mijn dank richt zich tot u, Excellentie Prof. Slotemaker de Bruïne, niet alleen om uw ko men hierheen, maar vooral ook voor uwe be reidwilligheid tot het houden van een toe spraak, bij de opening van ons nieuwe ge bouw. En voorts breng ik mijn dank aan alle bur gerlijke en kerkelijke autoriteiten, die aan onze uitnoodiging gevolg hebben gegeven om deze plechtigheid met hun tegenwoordigheid te vereeren. Ik dank B. en W. van de gemeente Heem stede en mevr. Maarschalk, die in de plaats van den burgemeester der gemeente Haarlem gekomen is, omdat deze zelf door gezond heidsredenen verhinderd is: voorts Dr. Pas- meijer, inspecteur van het Staatstoezicht op krankzinnigen en het krankzinnigen wezen: Dr. L. C. Kersbergen die de Ned. Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst vertegen woordigt; Dr. A. Sluyterman, den voorzitter van de afd. Haarlem van de Ned. Maatschap pij voor Geneeskunde; den Gemeente Genees kundige en hoofden van den gezondheids dienst der Gemeente Amsterdam; Dr. J. van Konijnenburg, directeur van den Gem. Ge- neesk. en Gezondheidsdienst te Haarlem en alle andere vertegenwoordigers van genees kundige diensten; Dr. Klessens, den genees heer-directeur en het bestuur van de Ned. Ver eeniging voor lijders aan vallende ziekte te .Amsterdam, en alle geneesheeren, die in vroe gere». of lateren tijd hun belangstelling in 't werk onzer vereeniging getoond hebben of met ons hebben samengewerkt, onder wie ik met blijdschap ook Prof van Walsem opmerk. Het verheugt ons dat de Algemeene Synode der Ned Herv. Kerk Mr. H. E. Cost Budde als haar afgevaardigde gezonden heeft. En met hem heet ik den kerkeraad der Ned. Herv. Gemeente van Heemstede, vele predikanten, den bisschop der Oud-katholieke kerk en Rabbijn de Vries hier hartelijk welkom. Dat vele leden van directies en besturen van de met ons verbonden Nederlandsche Diakonessenhuizen ons de eer aandoen hier tegenwoordig te zijn, stemt ons tot erkente lijkheid. Wat wij met het gebouw, dat wij vandaag willen openen, bedoelen, zal straks door onzen dirigeerenden geneesheer uiteengezet worden. De nieuwe kliniek is een geschenk van het Nederlandsche volk. en het bestuur onzer ver eeniging dankt alle Nederlanders, die het mo gelijk gemaakt hebben het resultaat te berei ken. dat wij u straks willen toonen. Toen het gouden jubileum onzer vereeniging in het gezicht kwam. heeft de besturende Broeder'van Meer en Bosch, broeder Jonker, het denkbeeld geopperd, aan ons volk een feestgave te vragen. Broeder J. A. Hoekendijk heeft dit initiatief niet alleen gesteund, maar met groote toewijding en ijver zich ingespan- De besturende zuster van Bethesda-Sarepta, nen om het denkbeeld in daden om te zetten, zuster Mary Pot en zuster Knottenbelt heb ben met deze beide broeders heel wat arbeid achter de schermen verricht en Ds. van Leeuwen was bij dit alles de wijze en behoed zame raadsman. Een eere-comité heeft zich gevormd en Dr. J. Th. de Visser is, namens ons volk. op een avond hier in Irene ons be stuur de vele duizenden guldens komen brengen, die het ons mogelijk maakten tot .den bouw over te gaan. Veel hebben wij bij dit alles te danken ge had aan de nu overleden Koningin-Moeder Zij toch is de beschermvrouwe van ons Jubi- levmfonds geweest. In ons gouden feestboek „Licht en Schaduw" hebben wij als kostbaar geschenk het portret van Hare Majesteit, met Haar naam geteekend. mogen opnemen. En eenige maanden vóórdat koningin Emma van ons weggenomen werd heeft zij niet alleen goedgevonden dat Haar naam aan onze nieu we kliniek verbonden werd. maar zelfs ge schreven dat zij met ingenomenheid van ons voorstel het nieuwe gebouw „Koningin Emma- kliniek" te heeten, kennis had genomen. De gedachtenis aan de Koningin-Moeder zal dan ook bij ons. gelijk bij zoovele inrichtingen en stichtingen van weldadigheid en barmhartig heid. in zegenend aandenken blijven. Het schijnt mij tenslotte niet overbodig', u te zeggen dat onze vereeniging hoopt te blij ven de vereeniging, die zij altijd geweest is, d.w.z. dat het praedicaat „christelijk" niet maar een ornament is. doch uitdrukking geeft aan onze diepste bedoelingen. Onze stich tingen zijn kinderen van het Réveil. De man, die den stoot tot de oprichting heeft gegeven, Ds. O. G. Heldring; jonkvrouwe Teding van Berkhout, die aan de roepstem van Ds. Hel dring gehoor heeft gegeven; de eerste be stuurders. van wie wij met eerbied Ds. E. Barger en de heer en mevr. Bierens de Haan van Leeuwen noemen: de mannen en vrou wen. die ons en onze patiënten jaren hebben gediend. Ds. Lentzberg. zendeling Zegers en Ds Barger. de geneesheeren Dr. Burkens en Dr. v. d. Spek. zuster Breda Kleynenberg en zoovele anderen meer, van wie er velen reeds zijn ontslapen, hebben zich gedrongen gewe ten door de liefde, waarmede Christus ons lief gehad heeft. Wij wenschen het lichtend spoor, dat zij nagelaten hebben, te blijven volgen En hoe goed wij ook de medische ver zorging van de aan ons toevertrouwde patiën ten willen behartigen, wij wenschen allereerst en allermeest aan hun geestelijke belangen te denken. Voor niemand, van welke kerk of van welke richting of van welke overtuiging hij zijn mocht, zijn onze deuren gesloten. Maar wij zelf staan met beide voeten op den bodem van het historisch Christendom. Wij bidden dat onze patiënten hier verzorging, verpleging, verbetering, kan 't zijn genezing mogen vinden, maar wij vragen ook dat zij hier mogen leeren hun kruis te zetten in de schaduw van het kruis van Golgotha en dat het gezondmakend leven van Jezus Christus hen vervullen mag. Daarom is het dat wij vandaag niet alleen de mensehen danken, maar dat wij bovenal de oogen omhoog slaan, om God te prijzen voor de aanwinst van onze nieuwe kliniek. God zegene er het werk der geneesheeren en dat van alle broeders en zusters, diaconen en diaconessen, tot in lengte van dagen. Hij wake over alle patiënten, die er, gedurende korteren of langeren tijd, in opgenomen wor den. Hij zelf doe ze er vinden hulp in hun lijden en bemoediging en vertroosting! Hierna kwam Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruïne, de Minister van Sociale Zaken aan het woord die door een deputatie uit het bestuur was ontvangen en binnen geleid. Spr. begon met er de aandacht op te vesti gen dat door het bouwen en in gebruik nemen van de Koningin-Emma-Kliniek weer nieuwe uitbreiding is gegeven aan het groote barm- hartigheidswerk dat op Meer en Bosch ge schiedt. Telkens openbaren zich nieuwe nooden maar telkens ook openbaren zich nieuwe krachten ter bestrijding van die nooden. Deze taaiheid in den strijd vindt haar bron in het Christendom, f 80.000 is bijeengebracht, uit kleine bedragen. Hieruit blijkt wel „de Macht van het Kleine". Dit is een daad geweest, een uit gemoedsontroering grijpen naar de, daad. In 't bijzonder memoreerde spr. nog, dat alles bereikt is zonder Rijkssubsidie. Een andere daad is. dat men in deze inrich ting de medische bekwaamheid in dienst wil stellen van het werk van barmhartigheid, dat er wordt verricht. En naar# men hoopt met meer succes dan vroeger werd bereikt. Tegen woordig toch is er genezingsmogelijkheid voor lijders aan vallende ziekte, er is perspectief. In dit feit ligt moreele kracht, voor de lijders, voor hun gezinnen, voor het geheele volk. Tenslotte verklaarde de minister de nieuwe kliniek geopend voor den arbeid, dien God er voor lengte van dagen in moge zegenen. (Het patiëntenkoortje onder leiding van Broeder .Jac. Lagas, zong vervolgens op ont roerend-eenvoudige wijze een feestlied, waarna Dr. Ledeboer het woord verkreeg. Rede van den geneesheer- directeur. De Directeur-Geneesheer, Dr. B. Ch. Lede boer. sprak ongeveer als volgt: Daar ge allen zoo vriendelijk zijt geweest om gehoor te geven aan onze uitnoodiging tot het bijwonen van de openingsplechtigheid van het nieuwe Ziekenpaviljoen. de Koningin- Emma-Kliniek, mag ik veronderstellen dat het uw belangstelling zal hebben wanneer ik u iets mededeel omtrent de wordingsgeschie denis en bedoeling van dit monument van den weldadigheidszin van het Nederlandsche Volk. Meer nog, ik voel mij gedrongen er reken schap van af te leggen, hoe wij de giften, die wij van zoo zeer velen hebben mogen ontvan gen bij de viering van het 50-jarig bestaan onzer Vereeniging, hebben besteed. De tijden zijn lang voorbij, waarin men volstaan moest en daarom volstaan kon, met aan de lijders en lijderessen aan vallende ziekte een goed tehuis te bezorgen, er naar vermogen voor te waken, dat bij het groote aantal toevallen dat voorkwam, de zieken zich niet al te veel wondden en pogingen in het werk te stellen om de veelvuldig voorkomende status epilepticus eenigszins te remmen. Zou men in onze dagen een inrichting stichten waarin men zich tot deze verzorging zou be perken, zulk een inrichting zou instede van een y-gen een gevaar voor de patiënten, die lijdende zijn aan vallende ziekte, beteekenen en een goede kans loopen van staatswege als een ge vaar voor de volksgezondheid te worden ge sloten. Wat toch is het geval? Stonden wij vroe ger vrijwel machteloos tegenover dit ernstig lijden, geleidelijk aan is het mogen gelukken, eenig inzicht te verwerven in het wezen dezer ziekte en zijn ons middelen geschonken. Jie met stijgend succes tegen haar kunnen wor den aangewend. Drie feiten noem ik, die in staat zijn om zonder nader commentaar dit aan te toonen: Ten eerste; het aantal in onze Inrichting voorgekomen toevallen, berekend naar een zelfde aantal verpleegdagen, n.l. 100.000 per jaar, is van de oprichting onzer vereeniging af gedaald van ruim 30.000 tot minder dan 3000. Een dergelijke enorme vermindering komt niet vanzelf tot stand. Ten tweede is de status epilepticus, die in de maatschappij nog regelmatig voorkomt. In ieder gezin wordt sla gegeten, aan gemaakt op de gebruikelijke manier en natuurlijk met slaolie. Maar weet U dat U van een gewone sla-schotel iets heel bijzonders kunt maken? Volg dan niet de gewone bereiding, maar onderstaand recept, en gebruik geen gewone slaolie, maar Saladine! Een verrukkelijk sla-gerecht is het resultaat Twee kroppen sla voorzichtig plukken, goed afwasschen en gedurende I uur in frisch water laten staan. De sla laten uitlekken op zeef of sla-mand niet uitdrukken. Een hard gekookt ei fijnwrijven met een vork. Dit aanmaken met een lepeltje Holland- sche mosterd, een theelepeltje zout, een snufje peper en een fijn gehakt uitje of sjalotje Daarna oproeren met 3 lepels azijn en 4 lepels Saladine. De sla met deze saus op het laatste oogenblik aanmaken, GOUDZEGEL 80 CENT - GROENZEGEL 65 CENT - ROODZEGEL 50 CENT (Adv. lngez. Med.) Minister Slotemaker de Bruïne slaat het hij schen van de vlag op de kliniek gade. Naast hem de besturende Broeder Jonker. uit onze inrichtingen geheel verdwenen. Ook dit danken wij aan de consequente toepassint van een daartegen gevonden geneesmiddel. Als punt 3 deel ik u mede. dat onze nazorg- dienst, die sedert drie jaar werkzaam is, reeds meer dan 108 patiënten, die weer in de maatschappij konden terugkeeren, onder haar toezicht heeft. Dat de Epilepsie thans niet meer die ho- pelooze ziekte is van vroeger dagen, zal ook de meest sceptisch gestemde tegenover deze feiten moeten erkennen. Maar juist omdat wij vat beginnen te krij gen op deze ernstige ziekte, die een echte volksziekte is, en die een zeer ernstig lijden beteekent èn voor de zieken èn voor de fa milie der getroffenen, moet en wil een vereeni ging als de onze, die zich als taak opgelegd weet. de verpleging van lijders aan vallende ziekte, alles in het werk stellen om dit lijden op te heffen of te lenigen. De Christelijke barmhartigheid aan deze menschen bewezen behoort in de eerste plaats te bestaan in de bestrijding van hun ziekte. Zou men dat niet doen, dan geeft men hun steenen voor brood, hoe schoon deze steenen ook zouden fonkelen. Dat dit gevoel van barmhartigheid met deze zoo zwaar getroffen medemenschen ook door ons volk gevoeld wordt, is ons gebleken uit het antwoord dat wij mochten ontvangen op onze oproeping tot steun voor den bouw van een nieuw ziekenpaviljoen, welke oproeping wij gedaan hebben ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan onzer vereeniging en waar door het ons mogelijk gemaakt is de thans in gebruik te nemen Koningin-Emma-Kliniek te stichten. Namens onze Vereeniging, maar meer nog namens onze patiënten, breng ik aan allen die daartoe hebben medegewerkt een warm woord van. dank! Met recht mag deze groote aanwinst voor-onze patiënten een gift van het Nederlandsche Volk genoemd worden. Het is een eigenaardige, schijnbare tegen stelling, dat wij tot de stichting van een nieuw paviljoen, tot stichting van de kliniek ter ver betering van de verpleging van lijders aan vallende ziekte zijn over gegaan op een tijd stip, waarop het medisch inzicht tot de con clusie is gekomen, dat er naar alle waar schijnlijkheid geen vallende ziekte, geen Epi- lepsie-als-zoodanig bestaat. Evenwel zooals gezegd, deze paradox is slechts schijnbaar. Het is n.l. gebleken dat wij niet moeten spreken van de vallende ziekte of de Epilepsie, maar van vallende ziekten en van Epilepsieën, Wat zich oppervlakkig gezien als eenheid voordeed, blijkt een veelheid te zijn. Zeer groot is het aantal oorzaken, dat het symptomen beeld der vallende ziekte kan ge ven. Begrijpelijk is het daarom, dat dan ook de mogelijkheden van onderzoek en behandeling groot moeten zijn om in elk afzonderlijk ge val tot het inzicht van de oorzaak en tot het instellen der juiste behandeling te geraken. En dit nu is één van de grondgedachten, die aan het plan van den bouw van het nieuwe pa viljoen, zooals dat in de Koningin-Emma- Kliniek verwezenlijkt is, ten grondslag ligt. Zoo zal men in het nieuwe paviljoen aantref fen een groep van vertrekken die voor dit doel bestemd is. Ik noem u o.a. de onderzoekka- mer. de Röntgenkamer, het laboratorium, de diëetkeuken. de operatiekamer, de ruimte voor heilgymnastiek en massage, de huis apotheek e.a. Behalve deze afdeeling zal men aantreffen vier andere afdeelingen, die alle hun speciale bestemming hebben. Als eerste noem ik de zoogenaamde observatie afdeeling. Deze ver leent ruimte aan de nieuw gekomen patiën ten en aan hen, die slechts voor korten tijd zullen worden opgenomen. Zij bestaat uit een een ziekenzaal, een dagverblijf, eenige ka mertjes en bijbehoorende vertrekken, als thee- keuken, badkamer, etc. Dan noem ik de kinderafdeelihg. Juist op de door deze ziekte getroffen kinderen is onze speciale aandacht gevestigd. Zij hebben nog een heel leven voor zich. waarin ontzaglijk veel voorkomen kan worden, wanneer het- lukt door een doelmatige behandeling de ziekte tot staan te brengen. Dan vermeld ik de afdee ling bestemd voor lijders aan een intercu- rente ziekte als griep, tuberculose, enz. en ten slotte de z.g. broederziekenafdeeling ter ver pleging van eventueel ziek personeel. Wanneer ik aan deze opsomming nog toe voeg eenige verspreide vertrekken als daar zijn in het sousterrein, de rouwkamer en de sectiekamer en op de bovenste verdieping een brandvrij archief en 17 zit-slaapkamers voor Broeders, dan heb ik hiermede in vogelvlucht een beeld gegeven van het gebouw. Hulde aan den architect. Thans rest mij nog, aldus spr. de aangename taak om een woord van waardeering uit te -oreken gericht tot alle ;n die. naast de gevers en geefsters, er 't hunne toe bijgedragen hebben om den bouw van de kliniek te doen slagen. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan onzen architect, den heer H. Korringa. met wien ik zoo aangenaam heb mogen samenwerken. On getwijfeld heeft de heer Korringa een prachtig bewijs van zijn kunnen ook op het zoo spe ciale terrein der ziekenlruisbouw geleverd! Wij danken ook den aanemer, den heer Ro- meyn, den onvermoeiden opzichter, den heel de Graaf en onzen tuinbroeder. Broeder de Haan, die met zijn medewerkers leiding heeft gegeven bij de uitvoering van het omvangrijke grondwerk, dat tot onze vreugde voor een groot deel door onze patiënten kon worden tevoren tien gulden van zijn oom en tante verricht, die daarmede ook het hunne hebben bijgedragen aan het werk. Wijlen Koningin Emma herdacht. Ik moge eindigen, zoo besloot spr., met een eerbiedige hulde te brengen aan onze over leden Koningin-Moeder, die eerst door hare bescherming van het huldigingscomité en la ter door het verleenen van haar naam aan de Kliniek, getoond heeft ook voor deze zieken te willen zijn, wat in haar vermogen was. Op den dag harer begrafenis is haar naam ge- plaats boven den ingang als blijvende her innering aan deze Vrouwe, wier innigste ver langen het was de verpleging van zieken met haar Koninklijken hulp te steunen. Het is in haar geest dat ik eindig met den wensch uit te spreken, dat het werk in de Koningin-Emma-Kliniek gezegend moge wor den en hulp moge bieden aan zeer vele door zwaar lijden getroffen medemenschen. De bijeenkomst werd besloten met het zin gen van een lied ter nagedachtenis van wijlen Koningin Emma, door Broeder Jac. Lagas. in het Boschhuis werden hierna ververschingen aangeboden. Velen maakten gebruik van de gelegenheid die hier gegeven werd om het woord te voeren en gelukwenschen aan te bieden. Gesproken werd door: Dr. Pameyer, Inspecteur van het Staats toezicht op het Krankzinnigenwezen; Dr. L. C. Kersbergen, namens de Ned. Mij. tot be vordering der Geneeskunst (in opdracht 'van het Hoofdbestuur); Mr. Kost Budde, namens de Alg. Synode der Ned. Herv. Kerk; Zuster Mary Pot, namens de zusters van Bethesda Sarepta; den heer A. J. Da Costa. voor den Centralen Bond voor inwendige en Chr. philan- Lropische inrichtingen; Dr. Klessens, genees heer-directeur van de inrichting der Ned. Vereen, voor lijders aan vallende ziekte te Amsterdam. Dr. Colenbrander te Heemstede en Dr. Morel, namens den Bond van Ned. Diakonessenhuizen. De vlag wordt geheschen. Daarna begaf het gezelschap zich naar buiten waar het muziekcorps, gevormd uit de patiën ten, zich deed hooien. Op het voorplein van de Koningin-Emma- Kliniek sloegen de Minister van Sociale Zaken en de genoodigden gade, hoe onder trompet geschal de vlag (een geschenk van iemand die onbekend wenscht te blijven) langzaam van den toren werd geheschen Spontaan werd hierna het Wilhelmus ge zongen. Onthulling van een gedenksteeen. Tenslotte onthulde Ds. van Paassen in de vestibule van het nieuwe gebouw een gedenk steen met het opschrift; „De bouw dezer kliniek in de jaren 1933 1934 werd tot stand gebracht uit giften, die 't Nederlandsche Volk schonk aan de Chr. Ver eeniging voor verpleging van lijders aan val lende ziekte te Haarlem, ter gelegenheid van haar 50-jarig bestaan 1882-1932". Hierna bezichtigden de genoodigden de kli niek, onder geleide en voorlichting. (Wij vestigen de aandacht op onze foto pagina van heden, waar men om. ziet, hoe kamer der nieuwe kliniek bezichtigt, in tegen- mininiscter Slotemaker de Bruïne de operatie- woordigheid van de dirigeerend geneesheer, Dr. B. Ch. Ledeboer). ARROND.-RECHTBANK POGING TOT DIEFSTAL MET GEWELDPLEGING. NEEF SLAAT ZIJN OOM BEWUSTELOOS. EISCH 31/2 JAAR GEVANGENISSTRAF. Een 34-jarige man uit Amsterdam bezocht op 24 Januari zijn te Haarlem wonende oom en tante, waar hij bleef koffiedrinken. Er was nog een dame, maar die verliet na koffie drinken de woning, waarop de tante naar de keuken ging. Neef bleef alzoo met zijn oom alleen in de kamer. Oom zat in zijn leuning stoel bij de kachel en neef naast hem. Zij praatten eenige oogenblikken over het verza melen van postzegels, toen neef opstond, zich achter den stoel van oom begaf en dezen, zon der dat de oude man daarop maar eenigszins verdacht kon zijn, met een in een stuk papier gewikkelde nijptang een hevigen slag op het achterhoofd toebracht. Oom werd eenigszins bewusteloos, maar had toch de kracht om te schreeuwen. Hierop kwam zijn vrouw binnen, die haar neef toeriep: „wat doe je daar?" De neef zei, dat hij geld wilde hebben en, sprak er over, dat hij zou schieten, maar wachtte niet lang en verliet het huis, zonder verder geweld te plegen of te pogen geld te stelen. Twee dagen later meldde hij zich zelf bij de politie aan Hij stond thans terecht wegens poging tot diefstal met geweldpleging. Zijn oom en tante waren om gezondheidsredenen niet versche nen. Verdachte bekende en zei, dat hij, voordat hij zich naar zijn oom en tante begaf, een nijptang had gekocht met de bedoeling dit voorwerp eventueel te gebruiken om zijn oom bewusteloos te slaan, want hij ging naar de woning van zijn oom met de bedoeling daar te stelen. Hij had geld noodig en wilde naar het buitenland gaan. Hij had eenige maanden geleend en t, dat zijn tante dit geld uit het buffet haaide. Uit de beëedigde verklaringen, door oom en tante in de -instructie afgelegd en ter terecht zitting voorgelezen, bleek, dat neef, toen hij aan de koffietafel zat, herhaaldelijk belang stellend informeerde, wanneer de dame, die op bezoek was. zou vertrekken. Ook had verdachte, toen hij met oom alleen was. uiterst zenuwachtig snel eenige sigaretten opgerookt. Verdachte zei nu ter terechtzit ting, dat hij zijn daad sterk afkeurde en er spijt van had. De officier van justitie vond dit misdrijf zeer ernstig. Verdachte heeft met voorbedachten rade gehandeld en het is een toeval, dat de oom, een 76-jarig man, er het levend heeft afgebracht. De psychiaters verklaren, dat verdachte slechts weinig minder toerekeningsvatbaar is, •dus kan men zeggen, dat hij voor zijn mis daad aansprakelijk gesteld kan worden. Er is hier heel weinig ter verontschuldiging te vinden en spreker eischte dan ook drie jaar en 6 maanden gevangenisstraf met aftrek voor arrest. De verdediger Mr. D. de Jong was van mee ning, dat hier van poging tot diefstal niet gesproken kan worden, omdat verdachte niets heeft gedaan wat op diefstal wijst. Rechter Mr. Raedt merkte hierbij op. dat niet poging tot diefstal, maar diefstal met geweldpleging is ten laste gelegd en de slag met de nijp tang is zeker een begin van uitvoering daar- Pleiter riep verder de clementie der recht bank in. Uitspraak over 14 dagen. Doodelijk ongeval te Velsen. In den morgen van 14 December omstreeks 7 uur reed een 26-jarig bestuurder van een vrachtauto van Alkmaar komende, over den- Wij kerstraatweg naar de Velserpont. Daar bevond zich ook een vischboertje met een van een hulpmotor voorziene bakfiets. De motpr werkte niet en de bestuurder liep naast de bakfiets, ter linkerzijde daarvan, maar rechts van den weg. De auto reed den vischhande- laar aan, die zoodanig ernstig werd verwond, dat hij bijna op slag dood was. De auto-be stuurder had zich thans te verantwoorden voor het veroorzaken van den dood door schuld Er waren 16 getuigen gedagvaard, waaron der twee deskundigen. De agent van politie, die bijna onmiddellijk na de aanrijding ter plaatse was, verklaarde gezien te hebben, dat het slachtoffer op straat lag, ongeveer 14 M. vóór de vernielde bakfiets en eenige me ters achter de auto. Op den rijweg lag een bloedplas. Getuige had aan den autobestuurder ge vraagd wat er gebeurd was, waarop verdachte zei: ik heb hem niet gezien. Nu beweerde ver dachte, dat hij dit maar gezegd had, omdat hij bang was voor het publiek. Getuige Versteeg verklaarde, dat hij per fiets op den Wijkerstraatweg reed, een paar honderd meter achter de bakfiets, toen hem in razende vaart en rakelings een vrachtauto passeerde, wat getuige deed denken: daar ben ik goed afgekomen. Hij hield zijn hart vast voor andere wegberijders. Het verbaasde hem dan ook geenszins, dat hij een paar honderd meters verder zag, dat de bakfiets was aan gereden en er iemand op den weg lag. Getuige voegde toen den autobestuurder toe: Heb je nu je zin? Dr. Hulst, de deskundige, die sectie op het lijk heeft verricht, verklaarde, dat het slachtoffer een gebroken schedel had. eenige gekneusde ribben, een ingedrukte borstkas, wat hevige inwendige verbloedingen, o.a. \ran het verlengde merg. veroorzaakt had en des kundige was van oordeel, dat de dood zeer spoedig na de aanrijding was ingetreden. De deskundige luitenant Hulst, heeft bak fiets en motorrijtuig onderzocht en geconsta teerd, dat de remmen van de vrachtauto goed waren, het rechterspatscherm ingedrukt was en er bloedvlekken op den radiateur wa ren. Deskundige meent, dat de auto met de moer van het rechtervoorwiel het tandrad van de fiets heeft gegrepen en veronderstelt, dat het slachtoffer door de bumper is gegre pen en met het hoofd tegen de motorkap geslagen, om daarna voorover op straat te vallen. De rechtbank begaf zich daarop met ver dachte, deskundige en verdediger naar de binnenplaats, waar de bakfiets stond en een auto van ongeveer de afmetingen en con structie als de vrachtauto; deskundige gaf ter plaatse aanwijzingen ter staving van zijn beweringen. De getuigen a décharge brachten weinig licht een hunner verklaarde, dat het slachtoffer iemand was, van wien men kon verwachten, dat hij niet altijd evengoed zou opletten. Verdachte verklaarde, dat hij niet over matig snel had gereden. Hij had den man met de bakfiets gezien, toen hij aan kwam rijden en wat naar rechts uitgehaald, omdat er tegenliggers waren, maar hij was zoover van de rechterzijde, dat hij de bakfiets had kunnen passeeren, indien deze niet op het laatste oogenblik naar links had uitgehaald, waardoor de aanrijding was ontstaan. Verdachte had oogenblikkelijk geremd en getracht hulp te bieden. De Officier van Justitie achtte hier wel schuld aanwezig; de bestuurder, die den man met de bakfiets zag, had dezen kunnen ont wijken. In aanmerking genomen, dat hier een menschenleven verloren is gegaan eischte, het O.M. 4 maanden gevangenisstraf. De verdediger Mr. v. d. Loos uit Alkmaar, bestreed de conclusies, van den deskundige, luitenant Hulst; hij was van oordeel, dat het bewijs voor schuld niet was geleverd en, vroeg vrijspraak. TABAKSACCIJNS De Ontvanger der Accijnzen te Haarlem vestigt er de aandacht van belanghebbenden op, dat zij, die op 1 Juni 1934 nog sigaren be last met een accijns van lT/2 percent en/of sigaretten waarvoor de verhoogde accijns niet is voldaan, elders dan in entrepot of in een pand waarin het bedrijf van fabrikant wordt uitgeoefend, voor zich zelf of voor een ander ten verkoop in voorraad hebben, uiterlijk 2 Juni a.s. met betrekking tot die sigaren en/of sigaretten voor elk pand, waarin die tabaksfabrikanten zich bevinden een schrif telijke aangifte moeten inleveren te zijnen kantore Klein Heiligland no. 84, kamer 12. Voor de aangifte moet gebruikt worden het van Rijkswege vastgestelde formulier dat kos teloos bij hem verkrijgbaar is. De genoemde Ontvanger vestigt tevens de aandacht op de strafbepaling, luidende dat hij. die tot aangifte gehouden, zijn verplich ting niet of niet volledig nakomt of een on juiste opgaaf doet, gestraft wordt met een geldboete van ten minste honderd en ten hoogste duizend gulden INSTITUUT VOOR ARBEIDERS ONTWIKKELING De leden van dit instituut houden op Zon dagmorgen 3 Juni a.s. een dagfietstocht naai de Westeinderplassen. Het vertrek is bepaald van de Groote Markt des morgens 8 uur.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 10