Opening der luchtlijn Amsterdam-Hull-Liverpool. De auto-races op het eiland Man. MIDDERNACHT In de Rijnhaven te Rotterdam heerscht sinds langen tijd weder een ongekende drukte Niet minder dan 15 schepen, waaronder 6 a 7 houtbooten worden gelost Ter opening van de nieuwe luchtverbinding Amsterdam Huil Liverpool had Donderdag een oificieele vlucht van de K.L.M. plaats. De autoriteiten o.w de Lord Mayor van Hull en dr. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam ever voor het vertrek van de machine vanaf Schiphol Minister prof Slotemaker de Bruine heeft de Koningin Emma-kliniek op .Meer en Bosch te Heemstede officieel geopend. De minister bezichtigt de operatiekamer het eiland Man, dwars door de straten van Douglas, zijn wereldbekend. Een den wedstrijd, die Woensdag weder onder zeer groote belangstelling plaats had De autoraces ïapshot tijden# Op reis door Griekenland. Na de fortificaties bezichtigd të hebben, dalen de toeristen naar da vlakte van Corlntha af FEUILLETON Detective Roman uit Donker Amsterdam door PIET KLOPPERS. 22) „Het zal een heele karwei worden, Ray. Maar ik bewonder je vasthoudendheid. Al kan ik je op die eene vraag niet antwoorden, toch sta ik aan je zijde De advocaat had zijn kalmte weer min of meer terug en keek nadenkend voor zich heen. „Ik heb ronduit erkend, Ray, dat ik dien nacht in het huis was. Zeg jij me nu even ronduit wie je dat verteld heeft. Jan Hee- ringa?" „Ja." „Die kwajongen. En ik gaf hem nog wel drie honderd gulden om hem uit zijn eeuwige moeilijkheden te helpen en om zijn mond dicht te houden. Je ziet Ray. ik maak van mijn hart geen moordkuil." „Gaf je den jongen Heeringa driehonderd gulden? Nou. het eerste wat hij er van deed, was een armband koopen voor zijn hartsvrien din! Niettemin, dat verklaart hoe hij aan geld kwam. Je weigert overigens te zeggen waarom je in het huis was?" „Absoluut." „Dan spijt het me, dat ik me tot juffrouw Heeringa moet wenden." „Doe het niet, Ray, doe het niet!" „Ik heb geen keus, van Dorsten. Ik zal uit vinden door wiens hand de oude man stierf, en daarbij ontzie ik niemand De detective kwam overeind uit zijn stoel, zette zijn hoed op, en begaf zich naar de deur. „Wacht Ray. wacht een oogenblik. Als het dan niet anders kan, zal ik speken Langzaam keerde de detective naar zijn stoel terug en ging weer zitten. De man tegenover hem had het vouwbeen, waarmee hij zoo zenuwachtig had zitten spelen, op het tafeltje neergeworpen, en scheen in diep nadenken verzonken. Buiten weerklonk nu en dan het gebel van de trams, op de Amstel gilde een boot, ergens boven in het huis zong een schril le vrouwestem. Middernacht wachtte een poosje, blijkbaar verzamelde mr. van Dorsten zijn gedachten en overwoog hij hoe hij zijn verhaal zou inkleeden. Eindelijk begon hij te spreken. „Ray," zei hij, „met den moord heb ik niets uit te staan, dat moet je van me aannemen. Met de inbraak wel, als je wat ik deed, ten minste inbreken wilt noemen. Alles bij elkaar is het een ellendige geschiedenis voor de Hee- ringa's. Maar ik zal je mijn houding ver klaren." „Heel verstandig, van Dorsten. Wie schuld bewust is. heeft gelijk als hij zwijgt, wie geen schuld treft, doet altijd beter te spreken. En dat de Hceringa's het kind van de rekening zijn, zie ik voorloopig nog niet in. Alleen die aap van een jongen „Precies, die aap van een jongen. Zooals je weet, doet hij niet veel anders dan boemelen en fuiven. Zijn vader heeft wel geprobeerd hem tot rede te brengen, maar het is een hopeloos geval. De jongen drinkt, hij kent alle populaire danswijsjes uit zijn hoofd, en hoe losbandiger het gezelschap zich gedraagt, waarmee hij omgaat, hoe liever het hem is. Maar hij is niet altijd zoo geweest. Integen deel. Een maand of tien geleden was hij nog een kalme, prettige jongen. Hij speelde tennis cm hockey, en blonk boven velen uit. Hij had z^fs een kans in het Nederlandsch Hockey ESfcal te komen, en op het tennisveld was hij vooral in een dubbel heel goed. Met mejuf frouw Lien ter Willigen, „Zus" wordt ze meest al genoemd, vormde hij een sterk paar, en „Ter zake, ter zake," viel de detective den ander ietwat ongeduldig in de rede. „Ik tennis zelf ook heel graag, maar we zitten hier niet om een boom over sport op te zetten." „Neen, maar op het tennisveld maakte Jan Heeringa kennis met Zus ter Willigen, en zij waren weldra zoo goed als verloofd." „Het schijnt dat deze jongeman altijd en overal het gezelschap van dames noodig heeft, merkte de detective op. „Precies. Maar in ieder geval is mejuffrouw ter Willigen een beschaafd meisje, en van goede familie. Die aap had het slechter kun nen treffen, maar hij waardeerde zijn geluk niet. Of liever, hij veranderde als een blad op een boom toen hij die tooneelspeelster leerde kennen. Het meisje was werkelijk dol op hem. Zij is een vriendin van Annie Heeringa. en alles had zoo prettig en goed kunnen zijn. Misschien had Zus ter Willigen één gebrek, een gebrek dat meer voorkomt bij moderne, jonge meisjes." „En welk gebrek was dat?" vroeg de scherp toeluisterende detective toen de advocaat aar zelend ophield. „Ze was wat, hoe zal ik het zeggen, wat ro mantisch, wat overdreven in sommige opzich ten." „Dat is niet bij uitstek een gebrek van mo- dèrne meisjes," meende Middernacht. „Ro mantisch aangelegd zijn de meeste vrouwen altijd geweest." „Ja, maar de meisjes van dezen tijd bren gen de romantiek in practijk. Zij matigen zich rechten aan, zij zijn zelfbewust en onafhanke lijk, zij zijn roekeloos. Zus ter Willigen was geheel en al zulk een modern meisje." „Was? Is ze het nü niet meer?" „Ze heeft een lesje gehad, en ze is veranderd. Met haar ouders maakte ze een reisje van een paar weken, naar de Rivièra. lederen dag schreef ze Jan Heeringa een brief, naar wat er mij van verteld is, een brief die voor een jong meisje wat al te vrijmoedig was. Deze brieven waren gericht tot den man van wien ze hield, en dien ze beschouwde als haar toe- komstigen echtgenoot. Het noodlot wilde dat Jan Heeringa in de veertien dagen van haar afwezigheid die Ida Basquette leerde kennen, een vrouw die nota bene tien jaar ouder is dan hij zelf." „Laten we zeggen vijftien!" „En behalve met haar, maakte hij kennis met allerlei individuen die van den nacht een dag maken. Kijk eens hier Ray, ik ben zelf niet altijd zoo'n brave Hendrik geweest, maar wat voor plezier er op den duur in te vinden is om altijd maar vermaak na te loopen, gaat boven mijn verstand. En voor die geraffineerde ac trice gaf hij een lief, mooi, rijk en verstandig meisje als Zus ter Willigen, op.." „Onderschat vrouwen als die juffrouw Bas quette niet, van Dorsten. De jongen staat on der haar suggestie." „Dat moet wel. We belegden onder elkaar een familieraad en probeerden Jan tot inkeer te brengen. Maar het gelukte ons niet: hij was oud en wijs genoeg om voor zichzelf te denken, vond hij. Toen sprak ik onder vier oogen met hem, als man tegenover man, maar dat maakte het nog erger. Hij zei, dat ik mij niet moest verbeelden, dat ik den baas over hem kon spelen, omdat ik toevallig met zijn zuster verloofd was. en dat ik me maar met mijn eigen zaken moest bemoeien. Toen liep hij weg en smeet de deur achter zich dicht. Ik kon verder niets doen dan mijn handen in on schuld wasschen," „En wat deed juffrouw ter Willigen?" „Wij hielden alles zoo lang mogelijk voor haar verborgen. Maar haar vader kwam het te weten, en hij was er van overtuigd, dat Jan Heeringa naar den kelder zou gaan. Hij was verstandig genoeg om het meisje niet te be velen onmiddellijk met dien jongen te breken, maar hij verborg haar niets van de waarheid. Het meisje wachtte een poosje, maar toen zij zelf inzag, dat het mis ging met Jan Heeringa, schreef ze hem af. Het deed haar veel verdriet, en ze zag er een poos slecht uit, maar ten slotte berustte ze en haar gevoel van eigen waarde behield de overhand," „Ook dat is een eigenschap van het moderne meisje!" zei de detective. „Ja, maar daarmee had ze die dwaze brieven niet terug. Ze begon er zich rekenschap van te geven, dat ze die nooit had moeten schrijven, en ze vroeg den jongen schriftelijk ze haar te retourneeren." „H-m." „Hij weigerde. Het ongeluk wilde, dat hij haar kort, zakelijk briefje ontving, terwijl hij juist weer woorden met zijn vader had gehad over zijn schulden. Misschien ook irriteerde, ondanks alles, de zakelijkheid van haar toon hem. In ieder geval: hij weigerde. Zijn stop woord dat ze „allemaal tegen hem zijn", was blijkbaar voldoende motief. Hij zei kort en goed dat hij er niet over dacht de brieven terug te geven. Ze waren van hém, vond hij-..." „Een mooi standpunt." „De jongen was veranderd als een blad op een boom. Ik denk dat zijn mooie vrienden hem hadden aangeraden de brieven te behou den. Zus ter Willigen was natuurlijk veront waardigd, en bedroefd tegelijk. Ik hoorde dat allemaal weer van Annie Heeringa. die Zus' beste vriendin gebleven was. Annie probeerde Jan-lief tot andere gedachten te brengen, maar het hielp haar niet." „In hoeverre heeft het iets te maken met „Het is alles heel interessant, maar in hoe verre „In hoeverre heeft het iets tem aken met wat dien nacht van den moord gebeurde, wil je vragen? Daar kom ik nu aan. Annie smeek te me haar te helpen die brieven machtig te worden. Ze vond, zeer terecht, de houding van haar broer schandelijk, en ze wist dat hij de brieven bewaarde in zijn vak van haar vaders brandkast. Ik vroeg haar waarom ze zelf de brieven niet wegnam, zij wist de com binatie van de brandkast en de sleutel van haar vak paste ook op dat van Jan. Maar zij durfde niet, ze was, geloof ik, een beetje bang voor haar broer, en ze vond dat het meer op mijn weg lag in te grijpen." „En je stemde toe?" „Ja, ik meende er goed aan te doen. Dat meen ik nog. Tusschen Jan en mij was de breuk reeds een voldongen feit, na dat gesprek over de tooneelspeelster, en het kon me weinig schelen of hij me nog meer zou verwijten of niet." „Ik zou in jouw plaats niet anders hebben gehandeld. Gaf juffrouw Heeringa je de sleu tels?" „Ja, zoowel van het huis als van de brand kast." .(Wordt vervolgd.), j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9