Jeugdig -
en vol
PALMOLIVE
HET FRANSCHE BOEK.
DE BILT
Vertrouwen
1
MAANDAG 18 JUNI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
Tentoonstelling tot 24 Juni in het
Stedelijk Museum in Amsterdam.
Het Fransche boek heeft hier in Holland
jaren en jaren lang in het brandpunt van de
belangstelling gestaan; en tegenwoordig is de
belangstelling voor het Fransche boek in Hol
land teruggeloopen tot het tiende deel en
minder van wat hij vroeger was. Oorzaken?
De Hollandsche uitgever Meulenhof geeft er
in zijn inleidend woord tot de tentoonstelling
„Het Fransche Boek" in het Hollandsche
maandschrift „Het Fransche Boek', onder
welks auspiciën de tentoonstelling tot stand
is gekomen, eenige van aan; het verdwijnen
van het Fransch van de lagere school, het
feit, dat veel meer dan het Fransch het
Er.gëtNh tegenwoordig „in de mode" is. Niet
om iets tegen het Engelsch te zeggen! Maar
het gebrek aan belangstelling voor het
Fransch en het Fransche boek heeft tegen
woordig zulke afmetingen aangenomen, dat
het hoog tijd werd, dat er iets, en op krach-
tigen toon. voor ,.Het Fransche Boek" gezegd
werd; dat te doen is de bedoeling van de ten
toonstelling „Het Fransche Boek", die gedu
rende deze maand in het Stedelijk Museum in
Amsterdam gehouden wordt, een tentoonstel
ling. waaraan Fransche en Hollandsche auto
riteiten. vereenigingen en particulieren met
gelijkelijke enthousiasme en ijver hebben mee
gewerkt, en die dan ook inderdaad een zeer
geslaagd pleidooi voor het Fransche boek is
geworden.
En oorzaken of geen oorzaken, het is en
blijft een treurig verschijnsel, dat het Fran
sche boek hier in Holland eenig pleidooi be
hoeft. Er zijn tijden geweest, waarin de ge-
noegelijke gele Fransche boeken beroemd en
berucht waren: berucht om hun slechte pa
pier, om hun slechten druk. om het feit, dat
ze al uit hun band hingen voor ge hen or
dentelijk gelezen hadt! En niettegenstaande
al die slechte eigenschappen waren ze be
roemd, en waren ze geliefd bij jong en oud;
en juist die merkwaardige slordigheden maak
ten ze zoo dierbaar bij iedereen, zoodat op
het gezicht van zoo'n half verscheurd geel
kaft het hart van den waren Franschen-
boekenminnaar sneller en warmer begon te
kloppen en een koesterend gevoel hem van
top tot teen doorstroomde. Dat gescheurde
kaft. die vergeelde bladeren vertegenwoordig
den voor hem een paar typisch Fransche ka
raktereigenschappen. die voor hem. meestal
omdat hij ze zelf absoluut niet bezat, een
groote charme hadden. De Fransche slag!
Het Latijnsche savoir-vivre! En als het dan
op een keer eens bepaald noodig wras. dan ver
dedigde hij dat merkwaardig slordige uiter
lijk van zijn dierbare Fransche boek met het
argument, dat het bij een boek ook niet gaat
om het uiterlijk, maar om den inhoud, en hij
vergat, dat het uiterlijk van zoo'n geel deel
tje zijn hart minstens even zeer warmde als
de inhoud. Hij vergat daarbij bovendien, dat
hij met die bewering zijn geliefde Franschen
een groot onrecht deed: want het is niet van
vandaag of gisteren, dat een groot deel van
de werkelijk mooi uitgegeven boeken Fran
sche boeken zijnDat is al zoo van het oogen-
blik af, waarop de Franschen Franschen
werden.
Want de Fransche slag moge dan in het
buitenland al beroemd zijn. de Fransche fijn-
proeverssmaak is het evenzeer, en zooals het
met alles gaat in Frankrijk, zoo gaat het er
ook met het boek: het is er één van twee
uitersten, het is er heel goed, of het is er heel
slecht. Dat is altijd zoo geweest en dat is nog
zoo: de Fransche boeken zijn nog steeds, hoe
wel iets minder dan vroeger, de flodderboe-
ken, waarop de echte Fransche boekenmin-
naars zoo dol zijn. of het zijn geraffineerde,
tot in de kleinste kleinigheden minutieus ver
zorgde luxe-uitgaven. Op de tentoonstelling
van „Het Fransche Boek" in het Stedelijk Mu
seum in Amsterdam laat het Fransche boek
zich als een pauw van al zijn zijden zien: van
zijn beminnenswaardige goede, en van zijn
minstens even beminnenswaardige slechte,
zoodat de Fransche boekenliefhebbers er hun
harten op kunnen halen en veel anderen er
als neutrale, nuchtere menschen heen zullen
stappen en er als geestdriftigen met een niet
meer te onderdrukken penchant uit zullen
komen.
Het is bovendien niet heelemaal eerlijk om
zoo bijzonder den nadruk te leggen op de nog
steeds niet zoo bijzonder fraaie wijze van uit
gave van het gemiddelde Fransche boek. Want
één ding moet daar meteen bij gevoegd wor
den, namelijk dat het Fransche boek nog
steeds één van de allergoedkoopste boeken
van de wereld is, en dat het er dikwijls, voor
het weinige, wat men ervoor betalen moet.
merkwaardig fleurig en goed uitziet. Heel wat
van die bekende goedkoope Fransche uitgaven
liggen hier: nog steeds aan de spits de be
kende, gezellige groote gele uitgave vsah
Fa yard: ,.Le Livre de Demain". voor een prijs,
waarvoor men in Holland nog maar net, of
dikwijls nog niet eens. een brochure van
eenige tientallen bladzijden kan krijgen; en
daarop volgend al die verschillende en toch
nog zoo op elkaar lijkende uitgaven van Gras
set. Ollendorff, Nouvelle Revue Francaise.
Librairie Gallimard men noeme maar op.
Ze zijn werkelijk gesoigneerder dan ze vroe
ger waren: vooral papier en druk zijn verbe
terd: toch zijn ze nog net flodderig genoeg
om een liefhebber van Fransche boeken dat
gevoel van gezellige verkneukeling te bezor
gen, dat hii van ouds kent. Ach ja, die Fran
sche slag! Wat een charme kan die hebben als
hij wordt toegepast door iemand die hem
werkelijk beheerscht! Kostelijke dingen liggen
hier voor hem, die van het Fransche boek ook
houdt omdat het hem zoo doet denken aan
wat voor hem de speciale attractie van Frank
rijk en de Franschen uitmaakt: dat wat hij
niet heeft namelijk! En het oude argument,
dat men ten slotte een boek alleen maar leest
om den inhoud, heeft nog niets van zijn kracht
verloren!
Maar we schuiven dat argument onmiddel
lijk in een hoek en kijken er niet meer naar
om: want wat kan een boek een mooi ding
zijn als men zich nog niet eens om den in
houd bekommert, en als men het alleen als
boek beschouwt! Niet het boek om de litera
tuur, maar het boek om het boek! Glorierijk
treedt daar die andere karakteristieke Fran
sche eigenschap naar voren; de Franschman
als de geraffineerdste fijnproever van de
gansche wereld verschijnt op het tapijt en
alles wat bibliophiel is, wat houdt van het
boek om zijn schoonheid als boek alleen,
wrijft zich in de handen en maakt zich ge
reed tot smullen
En deze tentoonstelling zal hem niet teleur
stellen. Zij heet officieel een tentoonstelling
te zijn van wat de Fransche uitgevers in de
laatste twintig jaar bereikt hebben, maar al
te strikt heeft men zich daar niet aan gehou
den: en in glazen vitrines pi-ijken in de laat
ste zaal een aantal prachtige, rijk verluchte
Fransche uitgaven, waar ieder liefhebber van
zal smullen. Maar omdat de resultaten van
die laatste twintig jaar minstens even belang
wekkend zijn, zullen we ons daartoe beper
ken: er is daar waarlijk genoeg bewonderens
waardigs bij!
Tafels en vitrines vol prachtige uitgaven
liggen er. de meeste geïllustreerd: het aller
eerst herkent men een stapeltje van de be
kende. fijntjes geïllustreerde Editions d'Art
van den uitgever Piazza, die zelfs binnen het
bereik van bescheiden beurzen zijn: dan ko
men de kostbaarder werken aan de beurt.
Twee boeken met onuitgegeven teekeningen
van Steinlen liggen hier. een Alphabet galant
et sentimental" met illustraties van Dunoyer
de Ségonzac; verscheidene prachtige uitga
ven van Baudelaires „Fleurs du mal". De
voorliefde van de Franschen voor vignetten
in houtsnede is nog in vollen bloei: daar naast
liggen een aantal prachtige met kleuretsen
geïllustreerde boeken, waarvan een uitgave
van Voltaire's „Candide" met verfijnde etsjes
van Gus Bofa, een Maco Polo met van kleur on
gelooflijk mooie illustraties van Mariette
Lydis. Ergens anders liggen Maeterlinks leven
van de bijen, de mieren en de termieten met
geestige illustraties van J. E. Laboureur: een
Stendhal trekt de aandacht met illustraties
van Auguste Leroux. Berthe Morisot verlucht
te de gedichten van Mallarmé; een prachtige
lithographie van Jean Louis Boissingault siert
Fargue's gedicht „D'apres Paris". Dat de il
lustraties, hoewel een voorname, niet de eeni
ge attractie van die Fransche bibliophiele boe
ken uitmaken, spreekt vanzelf: letter, druk,
alles is even verzorgd en af, en speciaal aan
de omslagen is de noodige zorg besteed. In
een van de laatste zalen staat een vitrine met
prachtige, moderne in leer gebonden boeken;
een „l'Art Hollandais contemporain" is wel
het summum van wat op dit gebied bereikt
kan worden. De uitgever Grasset komt met
een nieuwigheid: in kleurig galaliet gebonden
boeken.
En, wat een Hollandsch hart, niettegen
staande al zijn Fransche penchants, toch goed
doet: in een speciale vitrine in de eerste zaal
prijken de prachtige Fransche uitgaven van
twee Hollandsche uitgeversfirma's: Stols en
Leiter-Nijpels in Maastricht. Ook zij dragen
hier bij tot de greep naar de populariteit in
Holland, die het Fransche boek doet, een po
pulariteit, die het eens oezat en die het waar
lijk verdient terug te winnen. En die het ook
wel terug winnen zal, hopelijk nu. anders ze
ker later. Want noch de Hollander, noch de
Franschman verloochent zich op den duur, en
de cultuurhistorie heeft allang afdoend bewe
zen, dat de Franschman en de Hollander el
kaar veel te zeggen hebben. En hoe spreken
twee volken tot elkaar? Voornamelijk door
hun boeken!
WILLY VAN DER TAK.
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
HET VERKEER OVER HET
NOORDZEEKANAAL?
TUNNEL OF BRUG?
Bij het lezen van het verslag der laatst ge
houden vergadering van de Kamer van Koop
handel te Haarlem, waarin besproken is het
maken van een tunnel onder het Noordzeeka
naal te Velsen is het mij opgevallen dat daar
bij over het plaatselijk belang van Velsen ge
heel gezwegen is. Als het plan van een te ma
ken tunnel wordt uitgevoerd, zooals in het
verslag is vermeld, zal het plaatselijk belang
van Velsen ten hoogste benadeeld worden. Dit
onder de aandacht van de ingezetenen van
Velsen-Noord en Velsen-Zuid te brengen is de
bedoeling van mijn schrijven. De lengte van
den tunnel wordt voorgesteld op 1480 Meter
die zal dus trekken van de Watervlietstraat
tot Waterland. Dat heeft dus om een voor
beeld te noemen tot gevolg, dat als ik op het
Raadhuis moet zijn daarvoor ongeveer een
uur noodig zal hebben.
Dat in deze zaak het plaatselijk belang
recht heeft, dat daarmede rekening wordt ge
houden, berust op den toestand vóór het gra
ven van het kanaal. Indertijd heeft de Am-
sterdamsche Kanaalmaatschappij van de ge
meente Velsen toestemming gekregen tot het
graven van het kanaal onder voorwaarde, dat
op de plaats waar nu de westelijke pont vaart
een voetbrug zou komen in het belang van
het verkeer van de door het kanaal in twee
deelen gesplitste gemeente Velsen.
In 1890, toen de doorvaart al reeds te nauw
was geworden voor de steeds grooter worden
de schepen, werd door aanvaring de pijler
van de brug zoo zwaar beschadigd, dat die
pijler vrenieuwd moest worden. De nieuwe
werd zoo zwaar gemaakt, dat die geschikt was
voor het bouwen van een grootere brug. Tn
plaats, dat die brug is gekomen met een dub
bele doorvaart, werd ruim 10 jaren later over
gegaan tot het maken van stoompontveer.
Van de zijde van den Rijkswaterstaat had
men de verwachting, dat het verkeer te land
daarmede ook gebaat zou zijn. Vele ingezete
nen dachten dat ook. Velen zijn later wel tot
andere gedachten gekomen.
De oude brug was voor het verkeer te wa
ter een groote hinderpaal, maar de spoorbrug
gaf nog meer oponthoud, omdat als een trein
er over moest, de brug gesloten werd en de
voetbrug op het eerste sein open ging. Het
hardst werd evenwel geklaagd over de voet
brug. Naar mijn meening lag het bezwaar
echter niet aan de brug, maar wel aan de
doorvaart. Het grootste schip van 1875 be
hoorde 25 jaar later tot de kleinere schepen.
Had men de doorvaart tijdig ruimer gemaakt,
dan zou over de Velserbrug niet zoo zijn ge
klaagd. Had men toen een nieuwe brug ge
maakt met dubbele doorvaart en op zooda
nige hoogte, dat de brug alleen voor zeesche
pen moest worden opengedraaid, dan zou
naar mijn meening de scheepvaart weinig last
hebben gehad en het verkeer te land veel
vlugger zijn gegaan. Het grootste aantal zee
schepen, dat Velsen tot nu toe dagelijks voor
bij vaart is 20. Een vierde deel zal daarvan
in de nachtelijke uren varen. Op zijn hoogst
zou dus de brug 15 maal per dag opengedraaid
moeten worden en daarbij is niet gerekend op
de keeren, dat 2 schepen tegelijk door de
brug varen.
Ik meen, dat als het verslag juist is de hee-
ren ingenieurs van den Rijkswaterstaat geen
voorstanders zijn van een tunnel en geen te
genstanders van een brug. Als dit inderdaad
zoo is, dan acht ik dat van groot belang, om
dat hun oordeel en invloed in deze zaak van
groote beteekenls is.
Als het pontveer vervangen moet worden,
dan meen ik dat de ingezetenen van Velsen
meer aan een brug dan aan een tunnel heb
ben.
D. BUS,
meldt:
Hoogste barometerstand 768.6 m.M. te
Weenen.
Laagste barometerstand 751.5 m.M. te
Haparanda.
en voorspelt:
Zwakke tot matige winden uit Westelijke
richtingen, toenemende bewolking. Waar
schijnlijk nog droog, behoudens kans op on
weer. Aanvankelijk nog warm.
Uit het Buitenland
WELLICHT NA ONWEER AFKOELING.
De hooge drukking, welke zich gisteren
weer over de Britsche eilanden uitbreidde,
trekt zich nu naar Midden-Europa en Spanje
terug. De depressie in Scandinavië breidde
zich over de Zuidelijke Oostzee uit: die op
den Oceaan neemt bij Ierland toe, zoodat
over enkele dagen een onderbreking van de
droge periode waarschijnlijk wordt.
In Frankrijk, Zuid-DuitschlandZwitser
land en Oostenrijk is het windstil, zonnig,
warm weer.
In Ierland neemt de bewolking toe. In
Noord Schotland valt lichte regen.
Scandinavië had op de Westkust zwaren
regen en is behalve in het Zuid-Oosten, sterk
afgekoeld, terwijl deze afkoeling ook daar
heen zal doordringen om later Oost-Duitsch-
land te bereiken.
Na het passeeren van de hooge drukking,
die thans over Engeland ligt, neemt ook hier
te lande de kans op onweer en afkoeling toe.
Barometer
Stand van heden 767 m.M.
Voxdge stand 770 m.M.
Neiging: Achteruit,
Opgave van
FA. KUIPERS EN ZN., Opticiens
Zijlstraat 97 Telefoon 12726
Thermometer
18 Juni:
Hoogste gisteren
Laagste heden nacht
Hoogste heden tot 12 uur
87 F.
65 F.
80 F.
BURGERLIJKE STAND
HAARLEM, 18 Juni.
Bevallen 13 Juni: H. SchoorlArendse, z.;
14 Juni: C. J. van der Polvan Dam, d.; L.
L. A. KalterTielenius Kruijthoff, z.; 15
Juni: G. M. Pot—Lagerweijd.; E. C. C. Ha-
gedoornBakker, z.; 16 Juni: J. M. Erdtsieck
Zuidweg, d.; L. Fennis—Griekspoor, d.
Overleden 15 Juni: A. C. D. Miezenbeek—-
Terpoorten, 70 j., Amsterdamstraat,
MINISTER VAN ECONOMISCHE
ZAKEN.
BENOEMING VAN JIR. STEENBERGHE?.
SPOEDIG VERWACHT.
Eerstdaags is de benoeming te verwachten
van mr. P. L. W. Steenberghe tot Minister van
Economische Zaken.
Van dezen zomer is ook te verwachten de be
noeming van den directeur-generaal van den
Landbouw.
GOEBBELS SPREEKT.
Tegen de „criticasters en
mopperaars".
HET PROGRAMMA ZAL TOT HET LAATSTE
PUNT WORDEN UITGEVOERD.
Sinds 17 maanden bezitten wij nu de
macht, aldus zeide Dr. Goebbels in zijn op
den Tueringschen landdag te Gex-a ge
houden rede, en op alle gebieden van het
openbare leven hebben wij enorme presta
ties volbracht. Zij dxe op deze beweging cri-
tiek uitoefenen en mopperen bewijzen daar
mede, dat zij er geen enkel aandeel aan heb
ben gehad.
De macht is ons niet als een rijpe vrucht
in de schoot gevallen. 400 dooden en 10.000
gewonden vormen den levenden bloedprijs.
De S. A., S. S.. Hitlerjeugd, bedrijfsorgani
satie en arbeidsdienst leggen thans getuige
nis af van de vastberadenheid der beweging,
en elk onderdeel is een orgaaxx in het bezit
van den „Führer".
Wij willen het program tot het laatste punt
ten uitvoer brengen en zullen niet rusten
voordat staat en volk in eenheid en vrijheid
belichaamd zijn in de Duitsche natie De
geheele beweging verzet zich tegen de ci*iti-
casters en mopperaars. Duitschland is niet
verloren, in ons is 't herrezen, want waar
wij staan, daar staat Duitschland.
Ook Hitier sprak te Gera voor een menig
te van 70.000 menschen.
VOORBEURS TE AMSTERDAM.
IETS HOOGERE KOERSEN.
De vaste stemming, die het einde van de
vo-ige beursweek kenmerkte, kon zich heden
handhaven en opnieuw lagen de koersen op
iets hooger peil, dank zij het krachtige avan
ce, dta Vrijdag en Zaterdag in Wallstreet
plaats had. De staking in de staalindustrie is
thans voor onbepaaledn tijd uitgesteld en
ongetwijfeld zal de Amerikaansche regeering
alles in het werk stellen oxn van uitstel afstel
te verkrijgen.
Koninklijke Olie liepen ruim 2 pet. op. Aku
en Philips gaven een kleine koerswinst te
zien. Unilever bleven op peil evenals H.V.A.
Amsterdam Rubbers waren goed van toon,
terwijl Redjangs ruim 2 pet aantrokken.
Voorts was er eenige vraag naar Oude Deli
op een koers, die 4 pet. hooger lag, doch tot
affaire kwam het niet. De Youngleening
boekte een fractioneele koerswinst.
De wisselmarkt had hedenmorgen een uiterst
rustig verloop. De koersen ondergingen
slechts uiterst kleine wijzigingen.
PERSONALIA.
Te Amsterdam is geslaagd voor het Staats
examen L. O. mej. Chr. Barkbra, te Haarlem.
Zoo is de moderne vrouw, ongeacht
haar leeftijd! Want zij weet dat
blikken van bewondering haar zullen
blijven volgen zoolang haar teint
frisch, jeugdig en charmant blijft.
Om dit te bereiken gebruikt zij regel
matig Palmolive zeep de verzach
tende, verjongende zeep, samenge
steld uit een mengsel van olijf- en
palmoliën de edelste schoonlieids-
producten ooit door de Natuur voort
gebracht.
's Morgens en 's avonds masseert
zij twee minuten lang gezicht en hals
met het rijke, fluweelzachte schuim
van Palmolive zeep en warm water.
Dit schuim dringt zelfs de fijnste po
riën binnen en verwijdert alle stof
deeltjes, zoodat de huid onbelemmerd
ademt. Na deze massage spoelt zij
zich af: eerst met warm, daarna met
koud water. Pas nog heden deze een
voudige, doeltreffende methode toe!
.„de 2£op der Jeugd
(Adv. Ingez. Med.)
ONDERWIJZERSEXAMEN.
Rijkskweekschool voor onderwijzers (essen)
te Haarlem.
Haarlem 15 en 16 Juni. Geslaagd de dames:
G. P. Heitlager, Haarlem; G. Jaxxsma, Bloe-
mendaal; S. B. J. Jorritsma, Heemstede: L. E.
M. van der Putte, Haarlem; A. W. Rijkens,
Haarlem.
EXAMEN NUTTIGE HANDWERKEN.
Nutskweekschool Haarlem. 16 Juni. Geëx. 4
candidaten. Geslaagd de dames: E. O. B.
Hoomans, M. J. Rijke. L. C. G. Kalis en A.
Mets. Deze examens zijn afgeloopen.
Van de 22 candidaten slaagden er 21.
LETTEREN EN KUNST
PROPAGANDA-AVOND.
Nederl. Theater Unie en Volksuniversiteit
De Nederlandsche Theater Unie en de Volks
universiteit trachten gezamenlijk de belang
stelling van het Nederlandsche publiek voor
de dramatische kunst te wekken door het uit
schrijven van abonnementsvoorstellingen in
het volgend seizoen, en wel van twee tooneel-
opvoeringen, te geven door de Amsterdam-
sche Tooneelvereeniging en twee opera's
Hoffmann's Vertellingen van Offenbach en
Cosi Fan Tutte van Mozart door de Opera
Studio. Strevingen in deze richting hebben na
tuurlijk onze volle sympathie en daarom juist
spijt het ons zoo, dat wij onmogelijk enthou
siast kunnen schrijven over den propaganda-
avond, die hiervoor Zaterdag in onzen Stads
schouwburg was georganiseerd. Want wat toch
was het doel van dezen avond? De leden van
de Volksuniversiteit er toe te brengen op deze
abonnementsvoorstellingen in te teekenen.
Maar als dit het doel was, dan had deze
avond ook artistiek een grooter bevrediging
moeten schenken. Er werd een kleine opera
van Pergolesi gegeven, een danseres voerde
twee daxxsen uit, er werd een film „De Am-
sterdamsche Tooneelvereeniging in Vogel
vlucht" vertoond en wij kregen na de pauze
een soort muzikale grap, maar wij vroegen
ons heel den avond af. of iemand in de zaal
door deze vertooningen zou worden opgewekt
om op de abonnementsvoorstellingen in te
schrijven. Want hierom was het toch te doen.
Het was alles min of meer dilettantisch en gaf
in het geheel geen afspiegeling van de waar
achtige en serieuze kunst, die èn de Amster
damsche Tooneelvereeniging van Van Dalsum
en Defresne en de Opera Studio, onder leiding
van Pella en van der Vies plegen te brengen.
Wanneer de leden van de Volksuniversiteit
op deze abonnements-voorstellingen inteeke-
nen, dan zullen zij dat doen met de herinne
ring aan prachtige voorstellingen van de Am-
sterdamsche Tooneelvereenigingen als van
Eindexamen, Circus Knie, Noach op de Wa
teren. den Gysbreght, en Phaea of aan de
opera Julius Caesar van Handel door de Opera
Studio dit jaar gegeven, maar zeker niet door
wat zij Zaterdag hebbexi gezien en gehoord.
Over het muzikale deel van den avond zal
de heer Kax-el de Jong zijn oordeel schrijven.
Wat de twee dansen, die een jonge danseres
uitvoerde, betreft, die waren beide zoo on
beholpen, dat zij voor ernstige kritiek nauwe
lijks in aanmerking komen. De danseres miste
technische vaardigheid en rhytmisch gevoel,
zóó zelfs, dat de dans doorgaans achter de
muziek aankwam. Russisch was in den eer
sten dans alleen het costuum; in den wals,
die daarop volgde, vloeiden de bewegingen
niet harmonieus in elkaar over en de dans
was bovendien stijf en weinig gracieus van
uitvoering.
De film „De Amsterdamsche Tooneelver
eeniging in Vogelvlucht" door Mannus Fran
ken vervaardigd, gaf wel een aardig kijkje
achter de schermen en op de voorbereidingen
van een tooneelopvoering en was ook inte
ressant voor hen, die de opvoeringen van dit
voortreffelijk gezelschap hebben gezien, maar
zij zal het publiek, dat met deze voorstellin
gen onbekend was, allerminst een denkbeeld
hebben gegeven van de superioriteit van de
Amsterdamsche Tooneelvereeniging boven de
andere Nederlandsche gezelschappen. Daar
voor was alles uit den aard der zaak te frag
mentarisch, te veel „in vogelvlucht". Waar
om heeft men in Mei niet een voorstelling
bijvoorbeeld van De Drie Stuivers-Opera te
gen sterk gereduceerde prijzen gegeven? Zoo'n
opvoering zou het publiek waarschijnlijk en
thousiast hebben gestemd en wij zouden aan
het succes van de door de Volksuniversiteit
uitgeschreven abonnementsavonden geen
oogenblik getwijfeld hebben.
[Want men begrijpe pns goed: wij zouden
niets liever wenschen dan het succes van deze
inschrijving. Zij verdient het volkomen en het
moest eigenlijk onnoodig zijn, dat een
kunstenaar als Defresne een oratio pro domo
hield zooals Zaterdag om het publiek voor deze
abonnementen op te wekken. De heer Defresne
beklaagde zich xiiet geheel ten onrechte over
de te geringe belangstelling van het Haarlem-
sche publiek voor de voorstellingen van de
Amsterdamsche Tooneelvereeniging in het af
geloopen seizoen, al vergat hij daarbij, dat de
Haarlemmers toch wel in het seizoen daarvoor
in zeer grooten getale naar Eindexamen en
Circus Knie waren komen kijken en dat zoo
wel Phaea als Schuld en Boete twee keer voor
stampvolle zalen al was het dan voor een
vereenigïng en voor abonné's waren gege
ven. Dat Defresne eenigszins bitter gestemd
was door het totale gemis aan steun ja ze'.fs
door de tegenwerking men denke aan de
veel te hooge vermakelijkheidsbelasting
van de overheid, is te verklaren en wij zouden
het daarom van harte toejuichen, wanneer de
leden van de Volksunivex'siteit in g xoten ge
tale inteekenden op de abonnementen van de
Amsterdamsche Tooneelvereeniging en de
Opera Studio. Wij weten, dat de opvoeringen
van deze twee kunstinstellingen op zeer hoog
peil staan, op een vèèl hooger peil dan deze
propaganda-avond zou doen vermoeden.
Daarom wekken wij met den meesten aan
drang op om alsnog in te teekenen. Wij zijn
er van ovex^uigd, dat deze 4 abonnements
avonden aan de leden van de Volksuniversiteit
een zeer groote voldoening zullen schenken.
J. B. SCHUIL.
In aansluiting met het verslag van mijn
collega J. B. Schuil wil ik enkele opmer
kingen omtrent het muzikale gedeelte van den
Propaganda-avond der Ned. Theater-Unie
maken.
De keuze van de kleine opera-buffa „La
Serva Padrona" mocht op zich zelve een ge
lukkige heeten. Immers het in 1733 geschrevexi
werkje van den ook door zijn „Stabat Mater"
beroemden Italiaanschen componist is des
tijds van historische beteekenis geworden. De
operabuffa is ontstaan uit de „intermezzi",
die men als entre-actes tusschen de bedrijven
„opera seria", (ernstige opera) speelde en die
een humoristische tegenwicht vormden tegen
het hoogdravende pathos daarvan, xxxaar na
tuurlijk den indruk der handeling geheel ver
stoorden. Daarom begon men intermezzi als
zelfstandige stukken te vertoonen en, wijl de
basso-buffo als meest geschikte voor komische
werkingen er een hoofdrol in vervulde, kwam
de naam opera-buffa er voor in zwang. „La
Serva Padroxia", een der eerste zelfstandige
werkjes van dit genre, schijnt weliswaar aan
vankelijk geen buitengewoon succes te heb
ben geboekt, maar toen het werk in 1752 te
Parijs voor 't eerst opgevoerd werd, veroor
zaakte het een soort van omwenteling in de
Fransche opera: de komische opera deed haar
intrede. En door haar heeft Italië twee eeuwen
lang de muzikale wereld kunnen beheerschen.
Het geestige werkje verlangt op het tooneel
slechts drie personen, waarvan twee zingende
en één stomme. De begeleiding is geschreven
voor strijkorkest, behalve in de recitatieven,
die door cembalo begeleid werden. Het ver
langt dus slechts een kleine bezetting en ook
uit dien hoofde zou de keuze een gelukkige
hebben moeten heeten, indien men het stuk
in originali gegeven had. Maar het strijk
orkest was door een tweede klavier vervangen,
en t.o. der costumeering was geen rekening
gehouden met het 18de eeuwsche karakter der
muziek. Zoo kregen we een eenigszins half
slachtig surrogaat, dat geen voorproef gaf
het goede, dat wij van de Opera-Studio te
wachten hebben. Dat deze onderneming tot
zeer goed artistiek werk in staat is, hebben de
opvoeringen van „Julius Cesar" en „Die Fie-
dermaus" in het afgeloopen seizoen mij be
wezen.
De buffo-bas was ook in „La Serva Padrona"
goed; de sopraan sprak voor een klucht te
weinig duidelijk. In een dergelijk werkje moet
elk woord duidelijk verstaanbaar zijn, wil het
geestige tot zijn recht komen. De stomme
knecht had het in dit opzicht gemakkelijk,
maar zijn acrobatische toeren doet niet elkeen
hem xxa.
Later op den avond bleek dat de stomme
knecht Erwin Parker heette. Dat was in een
soort van muzikale revue, waarin hij zich met
zingen onledig hield en ons het bewijs leverde
dat men hem in Pergolesi's werk de juiste rol
had toebedeeld. In de bewuste revue won de
vrouwelijke vocale kracht het verre. Maar het
stukje zelf was te cabaretachtig om als re-
cclame voor een serieus operagezelschap te
dienen.
Het is geen wijs commercieel beleid om van
goede koopwaar minder goede monsters rond
te zenden. Daarom acht ik het noodig het werk
van de Opera-Studio nog eens uit andere er
varing warm aan te bevelen.
K. DE JONG, 2