Zilveren Feest Aanbiedingen H EEREN CQSTUM ES De Croote Houtstraat in den loop der eeuwen. HUIZING? Groote Houtstraat^Yereeniöiei IFEESTTWiiliC G R. HOUT5TR.hoenGR.MMT HAMM ScltOeMMHOQMtiih Groote Houtstraat 42-44 Biizoudet vaotdee&tye geduteude de GR. HOUTSTRAAT 36 VRIJDAG 22 JUNI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Superieur £nge!sch Kleermakers handwerk UIT VOORRAAD LEVERBAAR (Adv. Ingez. Med.) Steeds de hoofdstraat van Haarlem gebleven. De Croote Houtpoort, Bally it en blijft het beite, ook voor Heerenschoenen De prijzen zijn «terk VERLAAGD Zwarte Molières v.a. Fl. 12,25 Bruine 13,50 (Adv. Ingez. Med, Het vroegere Heerenlogement, thans Proveniershuis Het Bestuur der Groote Houtstraat Vereenig ing. Van links naar rechts (staande)J. Voogd en J. E. Voetcommissarissen. Zittend: F. H. KehlenbrinksecretarisA. van Weerden, voor zitter, en W. J. van Bilder heek, penningmeester. „Willen we niet zinken, dan moeten we blijven roeien....'' Het doet goed. in deze dagen van onzeker heid, onrust en vertwijfeling een man te mogen spreken, als den heer A. van Weerden, den energieken voorzitter van de Groote Hout- straatvereenigrng; die behoort tot de gelukkige menschen, die den moed niet verliezen en nog hoop en vertrouwen in de toekomst hebben. Hij voelt ontzaglijk veel voor de straat, waar hij dagelijks vertoeft en waar hij zijn zaak drijft. Wanneer iemand het zou wagen, in zijn nabijheid smalend over de Groote Houtstraat te spreken, dan kan men er van op aan, dat hij hem tot de orde zou roepen en hem zou wijzen op de groote beteekenis van deze straat voor onze stad en haar inwoners. Nietwaar, wat zou Haarlem zijn zonder de Groote Houtstraat! Dat zou gelijk zijn aan een Amsterdam zonder Kalverstraat en Den Haag zonder Spuistraat. De Groote Houtstraat vormt nu .al sinds on heuglijke tijden het middelpunt van onze goede Spaarnestad, eerst als woning der beter gesitueerden men lette op de vroegere pa triciërshuizen later als de winkelstraat bij uitnemendheid. Het is daarom goed, dat vijf-en-twintig jaar geleden een straatvereeniging werd opgericht, om er voor te zorgen, dat deze straat voor stadgenoot en vreemdeling aantrekkelijk blijft. En de 110 leden hebben verstandig gedaan, een wakkeren en schranderen voorzitter en ijverige, enthousiaste medebestuursleden te kiezen, die voortdurend de belangen der leden behartigen. De heer Van Weerden, zei ons: ,Jk acht het vaan heel groote waarde als buurt- genooten elkaar de hand reiken; dan leeren zij elkanders nooden en belan gen kennes^ en kunnen ze elkaar steu nen. Het is toch eigenlijk belachelijk, dat het vroeger onmogelijk werd geacht, dat bij voorbeeld een boekverkooper en een slager be sprekingen gingen houden. Wat weten die nu aldus dacht men van elkanders belangen af. Dit foutieve standpunt heeft men gelukkig verlaten. Bijna alle winkeliers in de Groote Houtstraat zijn nu in onze organisatie veree- nigd en zij voelen er zich thuis. Men komt tot gedachtenwisseling en door het wisselen van gedachten wordt de blik verruimd en een band gevormd. Wat in een klein dorp gebeurt, wordt ook in een straatvereeniging beleefd. Zoo ooit, dan komt hier het bekende spreekwoord „een goede buur is beter dan een verre vriend" tot zijn recht. En goede buren z ij n de leden van de Groote Houtstraat Vereeniging; dat kan ik u verzekeren. Zij leven allen met elkaar mee en steken in deze moeilijke tijden elkander een riem onder het hart. Hoewel het misschien velen zal verbazen, kan ik u toch meedeelen, dat in onze vereeniging geen verloop van leden te constateeren valt. Men dénkt er eenvoudig niet aan om weg te loopen, omdat de leden voelen dat ze elkaar noodig hebben. Zij heb ben een vriendenkring gevormd en zijn van het nut dezer vereeniging ten zeerste door drongen." De oprichting. „Vertelt u ons eens wat van de oprichting der Groote Houtstraat Vereeniging". „Ik vind het wel aardig om er nog eens aan te herinneren, dat de geboorte van Prinses Jifliana de aanleiding was om tot de stichting van een vereeniging over te gaan. Op initiatief van de heeren Abr. Meijer en J. A. Vermeer werden de koppen bijeengestoken om te over leggen op welke wijze dè bewoners van de Groote Houtstraat aan hun vreugde over de geboorte van de Prinses uiting zouden geven. Besloten werd een straatversiering aan te brengen. De animo, om hieraan deel te nemen, was zóó groot, dat er nog een flink batig saldo overbleef. Dit vormde het eerste kasgeld van de jonge vereeniging, waarvan het eerste be stuur als volgt werd samengesteld: Abr. Meijer, voorzitter; Mr. H. Ph. 't Hooft, secretaris; B. Langeveld, penningmeester; H. J. Leupen en M. Scheer. Het doel was: het behartigen der belangen van de Groote Houtstraat als win kelstraat. De aantrekkelijkheid van de straat moest voortdurend bevorderd worden. Dit doel is dat is in deze kwart eeuw wel gebleken door bestuur en leden steeds nagestreefd; vooral op feestdagen is men altijd goed voor den dag gekomen. In het bijzonder werd ge ijverd voor de asphalteering der straat, want bijna alle winkeliers hadden last van de kei bestrating, vooral wanneer het geregend had. In 1923 kwam de gewenschte bestrating. Voorts werd en wordt er steeds naar gestreefd om alles, wat het aangename verblijf en het vlotte verkeer aangaat, te bevorderen. In dit verband werd op het gebied van: parkeerverbod, col portage verbod en dergelijke met succes met de autoriteiten of andere belanghebbenden over leg gepleegd. Indien daartoe aanleiding be stond. werd den leden speciale kennis bijge bracht over voor hen belangrijke onderwerpen men denke aan de lezingen over winkelslui ting, Ziektewet, etalageverlichting, enz. De leden waren ook steeds bereid steun te ver- leenen. Dat is in 1914 bij de komst van de Bel gische vluchtelingen wel gebleken. De heeren Abr. Meijer en F. H. Kehlenbrink namen voor de Groote Houtstraat Vereeniging zitting in het algemeen comité. Bij verschillende gele genheden gaf de vereeniging blijk van haar medeleven, o.a. bij de Haarlemsche winkelweek in 1915; bij het bezoek van de Koningin; bij de bloemententoonstelling; bij de Hamit, enz." De toekomst der vereeniging. Ten opzichte van de toekomst der Groote Houtstraat Vereeniging is' de heer Van Weer den buitengewoon optimistisch gestemd. De leden, die hem tot voorzitter van deze oudste Haarlemsche straatvereeniging benoemd heb ben, deden wel een gelukkige keuze. Zij kunnen het behartigen van hun belangen met volko men vertrouwen aan hem overlaten. Met liefde offert hij vele vrije uren voor zijn vereeni ging op. „Als de leden er voor zorgen", aldus de heer Van Weerden, „dat hun etalages er steeds smaakvol en uitstekend verzorgd uitzien, dan zal het publiek gaarne in deze straat blijven komen. De winkels moeten midden in de be langstelling blijven staan. De leden moeten zich vooral niet door de ongunstige tijden ter neer laten slaan. Zij moeten niet versagen en ruggegraat toonen. Alleen wanneer allen ver- eenigd .zijn, kan er kracht ontwikkeld worden. De menschen moeten niet steeds probeeren, el kaar vliegen af te vangen, maar welwillend met elkaar meeleven. Men moet blijven werken en er den moed in houden; zich zien te hand haven. Want als een winkelier genoodzaakt- wordt, zijn zaak naar een andere, minder aan zienlijke straat te verplaatsen, dan doet hij een groote schrede achteruit. Nietwaar, als men een ouden boom verplant, kan dit óók niet ongestraft geschieden; hij lijdt verder een kwijnend bestaan en krijgt zijn vroegeren fleur niet gauw terug. Willen we niet zinken, dan moeten we blijven roeien! Dus allemaal krach tig aanpakken, dan zie ik de toekomst heusch niet zoo donker in!" „Koestert u voor de Groote Houtstraat nog speciale wenschen?" „Ja, die electrische tram is voor ons nog al tijd een zorgenkind, vooral sinds de zware Leidsche tram er doorheen rijdt. Dat is een ware lampenmoordenaar, om niet te spreken van de ergernis, veroorzaakt aan radio-luiste raars!" Met dankbaarheid gewaagt de heer Van Weerden van de groote medewerking, steeds van de politie autoriteiten ondervonden. Als de voorzitter over de aanstaande feest- week begint, raakt hij er niet gauw over uit gepraat. Succes verwacht hij van het feest- concert, dat de jubileerende vereeniging aan de bewoners van Haarlem en omstreken aan biedt en dat Maandagavond wordt uitgevoerd door de Kon. Militaire Kapel van het regiment Grenadiers en Jagers. Een goed nummer be looft ook te worden de propaganda-optocht op a.s. Woensdag, waarvoor door de vele deel nemers mooi werk is gemaakt. En dan de goede gedachte om de toeschouwers tot jury te proclameeren! De heer Van Weerden roemt de spontaneïteit van de Federatie van Haarlemsche muziek corpsen en waardeert ten zeerste de aangebo den serenade: het concert, door deze federatie verzorgd op Vrijdag, zal een beeld geven van het kunnen der Haarlemmers. Maar vooral is hij enthousiast over het vele materiaal aan foto's, oude bescheiden enz. over de Groote Houtstraat van voorheen, dat van vele zijden binnen komt, om te vormen de tentoonstelling: „De Groote Houtstraat in den loop der tijden", welke gedurende de feestweek gehouden wordt in de Tijdingzaal van Haarlem's Dagblad. Hier zal men kunnen zien „hoe mooi het was!", zooals de heer Van Weerden het uitdrukte op een toon van spijt over hetgeen verging. Meermalen hebben wij er opgewezen, dat er geen juiste gegevens over den oorsprong van Haarlem bestaan. In stukken uit de elfde eeuw wordt al gewag van de stad gemaakt, maar er zijn aanwijzingen die veronderstel lingen over de nog hoogere ouderdom wetti gen. mits men dan maar niet een te weidsche uitlegging geeft aan het begrip stad. Het staat evenwel vast. dat zoolang Haar lem bestaat de Groote Houtstraat de hoofd straat is geweest. En zoo zal het in de toe komst ook wel blijven. In den ouden tijd was het Sant (thans Groote Markt) ook al het centrum van de stad. Het plein moet toen evenwei belangrijk gTooter zijn geweest, anders zouden er nooit ridderspelen gehouden kunnen zijn waaraan honderden ridders deelnamen. Haarlem was toen evenwel een klein stadje. In het zuiden werd de grens gevormd door de Oude Gracht. Eerst in de 15e eeuw werd de stad ver groot. De Gasthuis- en Raamsingel werden gegraven waardoor de Houtstraat kon wor den doorgetrokken van de Oude Gracht tot de nieuwgebouwde Houtpoort. In den eersten tijd had de Groote Hout straat evenwel een geheel ander karakter dan thans. Nu is het een volmaakte winkel straat. Het laatste particuliere huis is juist deze dagen tot winkel verbouwd. Wanneer men althans het patriciërshuis dat nu in gebruik is bij de sociëteit „Tr-ou moet blijcken" niet meer tot de particuliere huizen rekent, hoe wel het oude uiterlijk gespaard is gebleven. Onze voorouders openden hun winkels liever in kleine straten. Bijzonder in trek daarvoor was bijvoorbeeld de Spaarnwouderstraat, om dat- daar veel verkeer was. De trekschuit meerde bij de Amsterdamsche Poort, terwijl de postkoets zelfs door de straat reed. Het verkeer Haarlem-Amsterdam was blijk baar van grooter omvang dan dat van Haar lem met Leiden. In de Groote Houtstraat werden de patri ciërshuizen gevonden. Ook stonden er eenige kloosters. Het klooster der Karmelieter mon niken stond in de Groote Houtstraat tus- schen de Anegang en de Spekstraat. In de Houtstraat vindt men nog het Guldenberger poortje dat tot eenige gebouwen, die achter de winkelhuizen staan, toegang ver leent. In die gebouwen (meest tot pakhuizen en werkplaatsen ingericht, vindt men nog eenige overblijfselen van het oude klooster. Op de plaats waar nu het Proveniershuis staat werd vroeger het St. Michielklooster ge vonden, dat in het begin der 15e eeuw werd gesticht. Later werd dit klooster tot doelen voor de schuttei's verbouwd, terwijl het ook een tijd gediend heeft als heerenlogement. Uit de oude teekeningen die wij hier af drukken (afkomstig uit onze serie „Het Haarlemsche Stadsbeeld hoe het geweest is. hoe het geworden is") is te zien dat in vroeger eeuwen het verkeer in de Groote Houtstraat niets te beteekenen had. De deur van de Houtpoort was smal, maar voldeed ruimschoots aan de verkeerseischen. Een paar keer per dag reed de postkoets binnen, dat was voor de poorters een moment van beteekenis; Het goederentransport ging bijna uitsluitend per schuit. De schuiten kwa men voor de singels waaraan de pakhuizen gebouwd waren. Slechts enkele bierbrouwers re-den met paard en wagen. Teekenend voor den verkeerstoestand onze stad is, dat het nog pas 80 jaar geleden is, dat begonnen werd met het maken van trottoirs. Voor dien tijd waren de voetgan gers op den rijweg nog zonder gevaar De toegang van de Groote Markt naar de Groote Houtstraat- was al bijzonder smal. Toen later het gebouw van de sociëteit gezet Voorzitter A. van Weerden over verleden, heden en toekomst. Is (thans het gebouw van de Spaarnebank en eenige winkels) kon de ingang belangrijk verbreed worden. Langzaam aan begon te winkelstand beslag te leggen op de Groote Houtstraat. De eer stelingen deden er blijkbaar goede zaken, want hun voorbeeld werd steeds meer na gevolgd. Vandaar dat het karakter van de bebouwing der Groote Houtstraat in den loop der eeuwen zoo sterk veranderd is. Er zijn behalve het Proveniershuis nog weinig resten van de bouwkunst uit vroeger eeuwen over. Eenige bovenstukken van gevels zijn gespaard gebleven, maar de onderstukken zijn dan in elk geval verbouwd tot moderne winkelpuien. Zelfs in de laatste 25 jaar is nog veel in de Gr. Houtstraat veranderd. Als men stuk voor stuk de perceelen nagaat zal men er weinige vinden, die in de laatste kwarteeuw niet door timmerman en metselaar onderhanden geno men zijn. Een zeer groote verandering brach ten de laatste jaren door de vestiging van het groote winkelcomplex van V. en D. De Groote Houtstraat is nu een zeer drukke winkelstraat geworden met mooie groote za ken, die kunnen wedijveren met de hoofdstad. Het verkeer is er zeer druk, waartoe de ver vanging van de oude paardentram door de electrische zeer veel heeft bijgedragen. De oude kinderhoofdjes zijn vervangen door een asphaltplaveisel, die een druk autoverkeer mogelijk maakte. Een groote verbetering was ook de bouw van de nieuwe Houtbrug. Eerst moest de Poort aan de verkeerseischen opge offerd worden, terwijl het tegenwoordige ge slacht de Kommiezenhuisjes heeft zien sloo- pen en de nieuwe breede Houtbrug zien bouwen. De Groote Houtstraat viert nu haar zilve ren feest. Wij zijn er van overtuigd, dat deze vereeniging met haar energiek bestuur nog lang bestaan zal. want de straat zal haar ka rakter van winkelstraat in de toekomst natuurlijk blijven behouden. Alles wijst er zelfs op, dat de beteekenis van de Groote Houtstraat als de winkelstraat van Haarlem steeds zal blijven toenemen. C. J. van T. (Adv. Ingez. Med.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5