Naar de Europeesche Reconstructie DE TOESTAND IN DUITSCHLAND. DE KAMPEERDERS DINSDAG 10 JULI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 4 BUITENLAND. Habicht spreekt de geruchten inzake het Oostenrijksche Legioen tegen. Het krantenconflict met Zwitserland. MUNCHEN, 9 Juli. (D. N. B.) De landslei- ding der N. S. D. A. P. Oostenrijk deelt mede dat de sensationeele berichten ln sommige Oostenrijksche bladen, volgens welke vooraan staande leiders van de N. S. D. A. P, Oostenrijk aan de revolte van Roehm deelgenomen zou den hebben, onjuist zijn. Geen enkele leider van de N.SD.A.P. Oostenrijk heeft ook maar in eenigerlei zin deelgenomen aan de revolte en geen was er ook maar in eenigerlei zin bij betrokken. Het Oostenrijksche legioen staat gesloten en met onvoorwaardelijke trouw achter Hitier, Ook de berichten dat de landsinspecteur Theo Habicht doodgeschoten zou zijn, zijn te eenenmale onjuist, evenals de berichten dat zekere gouwleiders gefusilleerd, andei'en ge vangen genomen en derden gevlucht zouden zijn. Evenmin is waar dat de gouwleider van Salzburg, Scharitzen, de hand aan zichzelf ge slagen zou hebben. Volgens een V. D. bericht uit Praag zouden vier en twintig vluchtelingen van Oostenrijk sche nationaliteit, die dienst hadden genomen in het Oostenrijksche legioen in Duitschland, de Beiersch-Tsjechoslowaaksche grenzen heb ben overschreden. Zij droegen S. A.-dolken. Veertien hunner zijn veroordeeld tot vier da gen gevangenisstraf wegens het binnenkomen van Tsjecho-Slowakije zonder paspoort. Hoewel emigranten uit Duitschland van dezen aard hier beschouwd worden als onge wenschte vreemdelingen, is het nog niet ze ker welke maatregelen zullen worden geno men om hen over de grens te zetten. Boheemsch-Duitsche legioen opgeheven? PRAAG, 9 Juli. (V.D.) Volgens alhier ont vangen berichten, is het Boheemsch Duitsche legioen in Duitschland dat zijn hoofdkwartier had in Ratiber in Silezië opgeheven. Eenige leiders van het legioen zouden zijn gearres teerd, terwijl de overige leden van het legioen bevel zouden hebben gekregen onmiddellijk uit Duitschland te vertrekken. Het verbod van Zwitsersche bladen in Duitschland. In de Zwitsersche bladen wordt bijzonder scherp commentaar geleverd op het besluit van de Duitsche regeering om drie der groot ste Zwitsersche bladen in Duitschland te ver bieden voor den tijd van zes maandfen. ,.Der Bund" uit Bern schrijft o.m. dat de ware reden-en die tot dit verbod aanleiding hebben gegeven, zijn ten eerste dat verhinderd moest worden dat Duitsche lezers kranten in handen kregen die volkomen vrij stonden in hun berichtgeving en ten tweede dat ook een motief gelegen is in kleinzielige wraakzucht. De zoogenaamde moreele verontwaardiging van Goebbels is niets anders dan bluf evenals de moreele verontwaardiging over den „ont maskerden'' Roehm en zijn consorten, met wie men jaren lang onder één hoedje speelde vóór men merkte hoe vuil het daaronder was. De „Neue Zuercher Zeitung" constateert, dat de buitenlandsche bladen genoodzaakt geweest zijn groote lacunes in de officieele Duitsche berichtgeving aan te vullen met ver slagen van eigen correspondenten in Duitsch land. De Bondsraad zal zich in zijn eerstvolgende zitting bezig houden met de verscherping van het ZwitserschDuitsche persconflict. Italiaansche critiek op Hitler's maatregelen. Reuter meldt uit Rome: Een opmerkelijke ommekeer in de meening ten aanzien van de gebeurtenissen in Duitsch land is merkbaar in Italië, sedert het uit brengen van den jongsten opstand. Aanvan kelijk keurden de Italiaansche fascisten de krachtige energie en strengheid waarmede Hitier den opstand in de kiem smoorde goed, daar zij hierin een bewijs zagen, dat Hitier werkelijk een „sterke man" was. Ook juichte men de maatregelen toe om de nationaal- socialistische partij van ongewenschte elemen ten te zuiveren. Doch de stemming is later geheel veranderd. Men is opgeschrikt door de berichten over terreur, die Italië eiken dag bereiken. In officieele kringen is men als gevolg van de gebeurtenissen in Duitschland tot de vol gende conclussies gekomen: le. De nazi's hebben te snel willen handelen. Zij trachtten in één jaar, te doen waar het fascisme tien jaar over gedaan heeft. 2e. De bronnen van het gezag zijn in Duitsch land niet zoo zuiver gehouden als in Italië. Terwijl in Italië de wet en autoriteit alleen van Mussolini uitgaat, heeft Hitier geen abso lute macht in Duittchland. Zijn luitenants zijn te machtig en konden verscheidene dingen doen buiten medeweten van den Führer. Het doel va nhet fascisme is juist, dat de leider alleen moet leiden. 3e. Het in hun positie handhaven van man nen als Heines, toonde zwakheid in plaats van kracht van Hitier. 4e. Terwijl in de eerste dagen van het fas cisme in Italië het zwarte hem alleen gedra gen werd door de beste Italianen schijnt het bruine hemd in Duitschland meer een at tractie te zijn geweest voor een ander slag menschen en de buitensporigheden van deze jonge lieden, hebben de beweging in discre- diet gebracht. Franschc persstemmen rede van Hess. over de PARIJS, 9 Juli (V.D.) De Parijsche och tendbladen wijden veel aandacht aan de groo te rede van Hess en leggen daarbij vooral den nadruk op de uiteenzettingen welke direct betrekking hebben op Frankrijk. De Matin" begint met op te merken, dat Rudolf Hess een van de bezadigste leiders van het nieuwe Duitschland is, die zich steeds achteraf gehouden heeft. Al kan men hem ook niet den nieuwen man noemen, men kan hem toch minstens beschouwen als een man, die geschikt is het teeken te geven voor de nieuwe aera van het nationaal-socialisme. Zijn uiteenzettingen zijn belangrijk, daar zij vele gedachten bevatten waarvan men kan aannemen, dat zij tevoren grondig besproken zijn met Hitier. De Fransche openbare mee ning zal zeker verrast zijn na de gebeurtenis sen van 30 Juni plotseling te staan tegenover een zoo verstandige buitenlandsch-politieken opbouw. De „Echo de Paris" beweert, dat in de bul- 1 tenlandsche politieke koers van den Rijks kanselier niets veranderd is, doch legt ook den nadruk op de oproep tot alle voormalige frontstrijders en tot de bijzondere klem waarmede gesproken is tot de Fransche oud strijders. De "Quotidien" verklaart, deze oproep tot de Fransche oudstrijders als een „vertraagd pacifisme". De „Jour" waarschuwt voor een politiek' manoeuvre van de Duitsche regeering, en is van meening, dat de tot de Fransche oud strijders gerichte woorden een speculatie vormen op de tegenstellingen in de Fransche binnenlandsche politiek. Verder schrijft het blad den echter: Geen Franschman weigert deze bewogen woorden aan te hooren. Men erkent ook in Frankrijk de moreele waarde en de historische beteekenis, van een Duitsch Fransche overeenstemming. Hoogstens is men enigszins teleurgesteld, dat Hess de waarde en beteekenis ervan teruggebracht heeft tot een te verwachten hooger inkomen voor iede ren Duitscher, wanneer een zoodanige over eenkomst tot stand zou komen In Duitschland wordt steeds weer vergeten dat men Frankrijk niet moet overtuigen van de voordeelen van een zoodanige overeen stemming, maar van de mogelijkheid van een zoodanige overeenstemming.. Duitschland moet het vertrouwen van Frankrijk winnen. Hess is daarin nog niet geheel geslaagd. De „Excelsior" is van meening, dat de in voering van Hess moet worden beschouwd ah een voorbode van 'n wijziging der buitenland sche politiek van Duitschland.Men heeft den indruk, dat dit de eerste stap is, die in krasse tegenstelling staat tot de laatste aanvallen op Frankrijk en beschouwd moet worden als een begin voor exactere voorstellen. Litauem, Na de putsch van Woldemaras c.s. Uit Kowno, 9 Juli. Alle bij de militaire putsch van 14 Juli j.l. betrokken actieve of ficieren, ongeveer veertien in getal, zijn bij decreet van den President der republiek van elke strafvervolging ontslagen. Dit decreet heeft echter geen betrekking op de bij de putsch betrokken reserve-officieren en bur gers, waarvan de drie hoofdschuldigen, met Woldemaras aan de spits, reeds door een krijgsraad zijn veroordeeld. De actieve offi cieren zijn nog slechts onderworpen aan de gewone disciplinaire bepalingen, die slechts voor een aantal hunner tot ontslag uit den dienst zouden kunnen leiden. Engeland. Barthou's besprekingen te Londen. Aan het einde der Engelsche Fransche be sprekingen werd Maandagmiddag door het Foreign Office een communiqué uitgegeven, waarin wordt verklaard: De Fransche minister van Buitenlandsche Zaken, Barthou en de Frnsche ministers voor de Oorlogsmarine, Piétri, hebben Maandag ochtend in gezelschap den leden van het Fransche ministerie van Buitenlandsche Za ken, Corbin, Leger en Massigli een bezoek gebracht aan het Foreign Office. Zij werden o.m. ontvangen door den Britschen minister van Buitenlandsche Zaken, Sir John Simon, en Eden, Het onderhoud had betrekking op Europeesche kwesties, welke beide landen in teresseeren. De gedachtenwisseling werd des middags voortgezet door de ministers van Buitenlandsche Zaken der beide landen. De Frnsche minister van Oorlogsmarine, Piétri, en de Eerste Lord der Admiraliteit, Eyres Monsell, hebben tegelijkertijd in het gebouw der admiraliteit een bijeenkomst gehouden, waarbij de voorbereidingen voor de vloot- conferentie werden besproken. Reuter meent te weten, dat Piétri, nog eenige dagen te Londen zal blijven. Barthou zou vanmiddag naar Parijs teru'gkeeren. Explosie bij Hamburg. Drie personen door vallend puin gedood. HAMBURG. 9 Juli (VD.) Maandag' heeft in een te Volksdorf gelegen huis een gasont ploffing plaats gehad. Drie personen werden door vallend puin ;edood n.l. de eigenaar van het huis, de blinde oorlogsinvalide Westphal, zijn schoonmoeder en een bezoekster, mevrouw Rabe. Vijf perso nen werden gewond. Reeks branden in Duitschland. Groote oppervlakten bosch vernield. Brand in Mecklenburg gebluschL WAREN, 9 Juli De reusachtige bosch- brand kon in den afgeloopen nacht eindelijk worden bedwongen; Maandagmorgen is het blusschingswerk beëindigd. Een wacht van 600 man is nog ter plaatse. Bij Rothenburg. ROTHENBURG, 9 Juli. Op een helling van den berg Dubiau ten Noorden van Groes- Radisch is Zondagmiddag een brand uitge broken, die oversloeg op het nabijgelegen bosch, Door den feilen wind is Groes-Radiseh een oogenblik bedreigd geweest. Des avonds was het gevaar voor uitbreiding geweken. Ongeveer 1000 morgen zijn verwoest. In den Oberpfalz. NEURENBERG, J Juli (V. D.) Maandag middag is nabij Mitterteich aan den spoor weg Wiesau-Tirschenreuth een groote bosch- brand uitgebroken, die ongeveer 200 morgen boschgebied vernielde. Alle brandweren uit de geheele omgeving ,en de arbeidsdienst- kampen uit Marktredwitz, Waldsassen, Mit- texJch en Tirschenreuth werden ter as- slistentie geroepen. Ruim 1500 personen na men aan het blusschingswerk deel en tegen 7 uur in den avond was het grootste gevaar overwonnen. De vernielde bosschen zijn ge deeltelijk staatseigendom, gedeeltelijk parti culier bezit. Een persoon, die ervan verdacht werd door onvoorzichtigheid den brand te hebben veroorzaakt, is gearresteerd. Bij Troebi^z. FINSTERWALDE, 9 Juli. Gisteren is een groote boschbrand uitgebroken in de om geving van Troebitz. Door den sterken Wes ten wind breidde het vuur zich snel uit. Een in de nabijheid gelegen glasfabriek moest voortdurend nat gehouden worden. Het blus schingswerk werd zeer bemoeilijkt door de sterke rookontwikkeling en de groote hitte. Bij de glasfabriek kon men het vuur staande houden. Een oppervlakte van ruim 200 mor gen boschgrond is vernield. Fabrieksbrand te Hannover. BURGDORF, 9 Juli. Op het terrein van de chemische fabriek „Dollbergen" in het district Burgdorf is een brand ontstaan, die zich snel uitbreidde. Een naast den spoorweg gelegen loods van ongeveer 30 bij 12 meter waarin licht brandbare stoffen voor de fa bricage van naphthaline waren opgeslagen, is geheel afgebrand. Bovendien is een olietank wagen vernield DUITSCHE KATHOLIEKEN WENSCHEN VERZOENING MET DE NAZI'S. ECHTER GEEN VERDERE CONCESSIES. BAMBERG. 9 Juli (V.D.) In een R.K. massa bijeenkomst alhier heeft kardinaal Faulhaber een rede uitgesproken, waarin hij te kennen dat de R.K. autoriteiten verzoeningsge zind stonden tegenover de nationaal socialis ten. Tevens gaf hij echter duidelijk te ken nen dat van R.K. zijde geen verdere conces sies meer verwacht kunnen worden. Gevecht op 270 voet onder den zeespiegel. Duiker door hoornvisschen aangevallen. SYDNEY, 9 Juli. (V.D.) De duiker Locke heeft 5 mijl ten Oosten van Sydney Heads een gevecht geleverd met zwermen bloeddor stige hoornvisschen op een diepte van 270 voet. De heer Locke maakte bij zijn duikin gen gebruik van een speciaal duikerpak, uit gevonden door een inwoner van Sydney, dat hem in staat stelde ook op groote diepte ge makkelijk adem te halen. Hij deelde mede, dat hij toen hij op een diepte van 30 voet kwam reeds werd omringd door duizenden hoornvisschen, wier aantal nog toenam, toen hij dieper daalde. Aanvankelijk slaagde hij erin, zich de visschen van het lijf te houden, maar tenslotte beet een hem in zijn vinger en het bloed, dat zich nu in het water mengde maakte de visschen razend. Hij liet zich snel ophalen en na een gevecht van 4 minuten verscheen hij weer aan de oppervlakte, nog steeds vergezeld door een geleide van hoorn visschen. Het Locarno van het Oosten" en het Middellandsche Zee Pact. Door Frangois de Tessan, Kamerlid, en oud-onderstaatssecretaris van buitenlandsche zaken. Overal, waar hij geweest is tijdens zijn di plomatieke rondreis de ontvangsten moe ten volgens zijn bewonderaars „geweldig", „triomfantelijk" en enthousiast" zijn geweest heeft Louis Barthou verzekerd, dat hij er uit naam van Frankrijk naar streefde een systematische organisatie van den vrede te vormen, die er niet op gericht was iemand te benadeelen. De minister van buitenlandsche zaken heeft zoowel te Boekarest als te Bel grado getracht de wereld aan te toonen, dat de algemeene veiligheid vergroot wordt door de regionale pacten, waarvan volgens hem de Kleine Entente een typisch voorbeeld is. Hij acht zich gelukkig met het Balkanpact, waarij van hij hoopt dat Bulgarije er zich tenslotte bij zal aansluiten en hij heeft zelfs de moge lij kheid van een pact, dat geheel Oostelijk Europa zou omvatten, onder oogen gezien. Sovjet Rusland heeft die denkbeelden over genomen en is begonnen met een werk van aanzienlijken omvang, teneinde het plan te verwezenlijken. Uitgaande van het principe, dat de veiligheid aan de ontwapening aient vooraf te gaan, en dat het iederen aanvaller onmogelijk moet worden gemaakt nadeel te veroorzaken, heeft Litwinof aan Duitschland een accoord voorgesteld, dat tot doel heeft het wederzijdsche regionale garantiepact, dat in 1925 in Duitschland geteekend is, uit te breiden in den geest van het Verdrag van Lo carno. Polen, de Baltische landen en Tsjecho- Slovakije zouden er deel van uitmaken en op deze wijze de stabiliteit van een belangrijk deel van het continent verzekeren. Dit „Lo carno van het Oosten" zou op zijn beurt weer worden aangevuld door een „Middellandsche Zee Pact", dat Turkije, Roemenië, Joego Sla- vië, Griekenland, Bulgarije, Italië. Frankrijk, Rusland, kortom alle staten aan den oever van de Zwarte Zee en de Middellandsche Zee zou omvatten. Deze verzameling van verplich tingen zou, toegevoegd aan het Verdrag van Locarno, dat het westen beschermt, doordat het rechtsgelijkheid garandeert op een voor allen bevredigende wijze, de terugkeer van Duitschland naar Genève en het succes der ontwapeningsconferentie tot gevolg hebben. Dit is het grootsche plan voor de veiligheid van Europa, waar Barthou mee voor den dag hoopt te komen. Zijn bezoeken aan Boekarest en Belgrado zouden volgens de officieele be richtgevers geen ander oogmerk hebben. Niet temin moet men erkennen, dat de doelmatig heid van dit omvangrijke systeem, dat er uiterlijk verleidelijk uitziet, niet door iedereen onderschreven wordt. ,.De plannen van Frankrijk en de Kleine Entente hebben zonder eenigen twijfel tot doel", merkt de Times op, „den Europeeschen toestand te stabiliseeren. Toch is het moge lijk dat de vredesmethode, welke door Briand gevolgd werd, geschikter is om een dergelijk resultaat te bereiken, dan het systeem van de organisatie der veiligheid, dat eenzijdig lijkt. Zooals Sir John Simon het in het La gerhuis uitdrukte „neemt Engeland deze po litiek waar zonder er aan deel te nemen" Engeland blijft in een positie van verwach ting, doch houdt zich gereserveerd. Andere mogendheden vreezen, dat de mani festaties- die schijnbaar plaats hebben in af wachting van een algemeen pact, niet anders dan de terugkeer van de verbonden van de oude politiek beteekenen en tenslotte zullen uitloopen op een versterking van de militaire overeenkomsten. Zij zijn ongerust, omdat zij in verschillende redevoeringen niet den wa ren geest van Genève terugvinden, welke daarenboven de mogelijkheid der revisie in sluit, waarvan nu in het geheel geen sprake meer is. Nu, na het verdrag van wederzijdsche hulp, is het de gezamenlijke goedkeuring van de procedures van bemiddeling en arbitrage, die als basis van het internationale leven overblijven. Het ziet er niet naar uit, dat het ontwerp van 1928 aanwezig is in de herinne ring van die redenaars, die in hun vlammende toespraken liever een samenwerking tot den OPNIEUW EEN SPOORWEG ONGELUK IN FRANKRIJK. VERKEERDE WISSELSTAND DE OORZAAK PARIJS, 9 Juli (V. D.) In een buitenwijk van Lyon zijn door verkeerden wisselstand twee tramwagens met elkaar in botsing geko men. Beide wagens werden bijna geheel ver nield. Tien personen werden gewond, van wie een zoo ernstig, dat men voor zijn leven vreest. ONZE DAGELIJKSCHE KINDER VER TELLING. „Ik wil koopen," zei de Amerikaan, die met zijn vrouw naar de prestaties van Ben stond te kijken en deze be greep daaruit, dat hij het schetsje van de hand kon doen. „Een gulden," zei Ben met een doodgewoon gezicht en de man betaalde hem twee, stopte de teekenlng in zijn zak en wandelde verder. En toen Ben hem een gulden terug wilde geven, wees liij, dat het wel in orde was. „Dan heb ben we een glas fosco verdiend," riep Ben en hij trok de anderen mee. Met het bezoek aan Marken was de pret ten einde. Den volgenden dag bracht men Sietske naar den trein. „Tot de Kerstvacantie bij den baron," riep de bengel en hij hing zoo ver uit het raampje, dat een dikke meneer hem met een ruk terugtrok. „Laat me los," schreeuwde Sietske en hij wuifde net zoolang, tot Ben en Sjef heele kleine stipjes waren geworden. vrede aanbevelen volgens het voor-oorlogsch model. Het is daarom, dat de politiek van Louis Barthou van begin af aan heftige reactie heeft verwekt. De eerste is geweest het be zoek van Hitier aan Venetië, waar de Duit sche kanselier Mussolini heeft ontmoet. Te genover het ontwerp van het „Locarno van het Oosten" is gesteld de hergroepeering van Duitschland, Italië en Hongarije. En terwijl het vliegtuig van de „Führer" over de Dolo mieten vloog en dat van Goebbels den Corri dor overschreed om Warschau te bereiken.... kwam het er voor Duitschland op aan om aan te toonen, dat het in het geheel niet geïsoleerd is en voor Italië om nog eens te bewijzen, dat het een „reëele en onafhanke lijke politiek" wenscht voort te zetten. Duitschland en Italië hebben heftig gepro testeerd tegen een politiek, die er naar zou leiden, dat zij een kleiner aandeel in het Europeesche concert zouden toegewezen krij gen. Polen heeft na alle verklaringen van hechte vriendschap, waarmede het Louis Barthou overlaadde aangeduid, dat het zich op sommige punten afzijdig houdt en heeft den afgevaardigde uit Duitschland een warme ontvangst bereid. Dat er in al die manoeuvres een dosis bluf schuilt en dat men zich respectievelijk te Rome, Berlijn en Warschau door tamelijk egoïstische overwe gingen heeft laten leiden, lijkt waarschijn lijk. Het is niet minder waar zelfs al zijn de politieke resultaten van het onderhoud HitlerMussolini niet zoo positief als sommi gen beweren dat zich tegen het Fransche program een onloochenbare oppositie heeft gevormd, welke een onverzoenlijk, dogma tisch karakter draagt. Van zijn kant heeft Hongarije, door middel van het orgaan van den premier Goemboes, die kort na elkaar op 17 en 19 Juni twee ver handelingen publiceerde, laten weten, dat het absoluut geen vertrouwen heeft „in de wonderbaarlijke, buitengewoon eenzijdige vredesaanbiedingen van de heeren Titulescu en Benesj". Hongarije is niet voornemens bij te dragen aan een herstel van den huidigen toestand, dat in schijn economische voordee len biedt, maar in werkelijkheid er op ge richt is de revisiegedachte, welke dit land zoo na aan het hart ligt, te schrappen. „Honga rije" zoo verklaarde Goemboes, „heeft een be langrijke taak te vervullen in het gebied om de Karpathen en natuurlijk ook in de regeling van het Centraal- en Oost-Europeesche vraag stuk. Door zijn geographische ligging en zijn energie heeft dit land een veel grooter be- langrijkhid, dan men met het oog op het aan tal inwoners zou vermoeden. Deze natie is de eenige, die er in den loop der eeuwen in geslaagd is een staat in het Karpathengebied te stichten en zich daar te midden der stor men te handhaven ten spijt van diegenen., die haar zochten te vernietigen". Hongarije doet dan ook een beroep op. Duitschland en Italië voor steun bij zijn her- stelarbeid en het maakt bekend, dat het de „valstrikken" zal weten te vermijden, die door de Kleine Entente zijn uitgezet. Men ziet, dat het plan van de Fransche re geering, dat de volle instemming van Boeka rest, Belgrado en Praag heeft, elders beter begrepen dient te worden om de Europee sche hereeniging te kunnen bereiken. Het tournée van Barthou is nog niet geëindigd, want weldra zal de minister van buitenland sche zaken zich te Londen bevinden, waar zijn explicaties met ongeduld verwacht wor den. Wij hopen, dat hij de rol van Frankrijk zijn trouw aan den Volkenbond en de politiek der Europeesche samenwerking zal precisee ren. Zonder twijfel zal hij inlichtingen vex1- schaffen over de juiste grenzen der verbin tenissen, welke hij ten opzichte van de lan den der Kleine Entente genomen heeft. Te Boekarest heeft Barthou deze woorden uitge sproken: „Te Genève en hier hebben onze ge sprekken de algeheele gelijkheid van opvat ting inzake de internationale vraagstukken bevestigd". Opdat „deze gelijkheid van opvatting" het gewenschte resultaat zal hebben met betrek king tot de groot-Europeesche verzoening, is het noodig, dat Barthou, na de Engelsche on gerustheid te hebben verdreven, Mussolini tot een duidelijker inzicht in de Fransche regee- i'ingsvoorstellen brengt. Men zal er in Frank rijk zonder ophouden den nadruk op blijven vestigen, dat onze liefste wensch is een wij der beteekenis te geven aan de Italiaansch- Joego-Slavische betrekkingen en een over eenkomst voor te bereiden, die voor beide landen nuttig is. Wij hebben iedere over- heerschingsgedachte verworpen. Het lijkt ons echter onvermijdelijk, dat wij aantoonen, dat het systeem der open verbintenissen, het welk wij aanprijzen, het onderpand vormt voor onze oprechtheid en dat wij deze poli tiek zonder schroom verder ontwikkelen exr haar op korten termijn aanvullen met een conventie tot vermindering der bewapenin gen. Maar nu doet zich opnieuw de kwestie van de Duitsche houding voor. Het was mis schien goed geweest de besprekingen met Italië dadelijk te beginnen in plaats van Hit- Ier met Mussolini te laten onderhandelen. De „Duce" zou veel voor een direct contact met den afgevaardigde van Frankrijk moeten ge voeld hebben. Naar onze meening zou het handig en voordeelig geweest zijn aan dezen wensch tegemoet te komen. Van zijn kant wenscht rijkskanselier Hitier, dat men in spoedige onderhandeling met hem treedt. Het officieuze bezoek van Von Ribbentrcp aan Parijs is daar het beste bewijs van. Na zijn diplomatieke rondreis zal Barthou zich tenslotte weer tegenover de deeigenooten van het Viermogenahedenverdrag bevinden. Als hij er in slaagt hun dé pricipes van de veiligheid door wederkeerige hulpverleening, arbitrage en non-agressiepacten te doen aan nemen, zal hij, zij het via veel omwegen en eenige onduidelijkheden in de uiteenzetting van zijn politieke leer, een mooi werk vol bracht hebben. Men zal hem niet langer kun nen beschuldigen zich te hebben overgele verd aan de oude diplomatiek en de stichter te zijn van nieuwe militaire verbonden. Maar daarom is het noodzakelijk, dat door open hartige en moedige onderhandelingen het di plomatieke klimaat verbeterd worde en dat zich de wegen openen naar een politiek van algemeen vertrouwen. Zoo niet, dan zal de Europeesche malaise morgen een nog inten siever karakter kx-ijgen en de onzekerheid, waarin de volkeren zich bevinden nog worden vex-groot. (Nadruk verboden.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 6