Grafkelder der Oranjes wachtte wederom Tienduizenden bewezen den Prins de laatste eer Een begrafenisdag zooals Prins zich wenschte. Hendrik WOENSDAG II JULI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD Vandaag trok. voor de tweede maal in enkele1 maanden tijds, een koninklijke rouwstoet door de straten van den Haag. Op één der laatste dagen van Maart werd de geliefde grijze Koningin-Moeder, die door haar eenvoud, haar hartelijkheid en karakteradel het koningschap adelde, naar het mausoleum der Oranjes ge dragen. Heden werd het stoffelijk hulsel van den Prins-Gemaal naar de Nieuwe Kerk te Delft vervoerd, om daar aan den koninklijken grafkelder te worden toevertrouwd. De vorstin uit Waldeck-Pyrmont stierf, na haar leven ge wijd te hebben aan het Nederlandsche volk, kalm en rustig in den avond des levens Prins Hendrik werd middenin zijn werk door een ongesteldheid, welke hem na enkele dagen ten doode leidde, overvallen. Van haar is met woord en daad getuigd hoe ieder door haar overlijden was getroffen, hoe een verlies Nederland door haar verscheiden leed. Dezer dagen is ook gebleken, dat de Prins door zijn werkzaamheid en goedmoedigheid bijna evenzeer geliefd was. Duizenden hebben daarvan blijk gegeven door het plaatsen van hun handteekenmg, door het brengen van een laatsten groet, door het leggen van kransen. Op dezen stralenden Julidag, een dag zooals hij dien waarschijnlijk gewenscht heeft bij zijn uitvaart een dag, die geen rouw scheen te kennen, is het stoffelijk overschot van hem. die van uiterlijk rouwbetoon afkeerig was, naar het nabije Delft vervoerd. Dit nam evenwel niet weg, dat onder hen, die schouder aan schouder in meer dan dubbele rijen langs den te volgen weg geschaard ston den. velen oranje-rouw-strikken op de borst droegen, terwijl overal ten teeken van rouw de nationale vlag half stok was ontplooid. Het was nog vroeg in den morgen toen de straten, waarlangs de stoet zal gaan, zich reeds met duizenden en nog eens duizenden vulden, gekomen uit alle plaatsen en oorden van ons land om getuige te zijn van den laatsten tocht van den Prins-Gemaal. Het zakenleven lag vandaag natuurlijk zoo goed als stil. De openbare diensten waren stop gezet met uitzondering van die, welker werkzaamheid onontbeerlijk was. Aan de de partementen en andere rijksgebouwen en aan de provinciale en gemeentelijke diensten werd niet gearbeid; winkels en magazijnen waren gesloten. Langs den weg wachtten de duizen den met spanning het oogenblik verbeidende waarop de stoet voorbij zou trekken. Bij het Paleis. Tegen acht uur werd voor een groot stads gedeelte alle rijverkeer afgesloten en gaande weg werden ook de verdere verkeers- en orde maatregelen in toepassing gebracht. Even na acht uur kwamen de militaire troe pen aanmarcheeren. Het eerst de militairen, die in Den Haag bij het paleis de eerewacht betrokken en verder de troepen, welke het eer ste gedeelte van den weg afzetten. De eerewacht ter weerszijden van den in gang van het Koninklijk Paleis aan het Noord einde werd betrokken door een detachement van het regiment grenadiers, groot honderd man met het omfloerste vaandel. Bij deze eere wacht stelde zich op de regiments-comman dant, luitenant-kolonel Jhr. De Brauw en het muziekcorps van het le regiment infanterie. De trommels waren met rouw omfloerst en ook aan de muziekinstrumenten waren rouwstrik ken bevestigd. De officieren droegen wel een rouwband om den linkerarm, doch het zwart van de decoraties en van de dragons was ach terwege gelaten. De militaire afzetting langs het eerste ge deelte van den weg, van Paleis tot Vijverdanv bestond uit vertegenwoordigers van bijna alle korpsen der Nederlandsche landmacht, welke geen deel van den stoet uitmaakten. Het dichtst bij het Paleis, nog vóór de mili taire afzetting, stond in het Noordeinde ter weerszijden van den weg een eerefront opge steld van honderd man van de transport colonne van het Nederlandsche Roode Kruis onder commando van den militairen commis saris, kolonel W. J. Lucardie. Veel publiek was er in de naaste omgeving van het Paleis niet toegelaten. Onder den ouden kastanjeboom, recht tegenover het Pa leis, stonden de burgemeesters van een groot aantal Nederlandsche gemeenten, ongeveer vijfhonderd in aantal. Ook stond hier een de putatie van de Johanniterorde, om hun Com- mendator een laatsten groet te brengen en voorts een groote vertegenwoordiging van de Nederlandsche padvinders. Bij de rechter colonnade hadden verschil lende oud-opper- en hoofdofficieren van ons leger een plaats gevonden. De Heulstraat was geheel bestemd voor de schoolkinderen. Elke school had een deputatie van vijf kinderen daarvoor mogen aanwijzen. Het was ongeveer negen uur toen de Ko ningin en de Prinses van het Huis ten Bosch in het Paleis Noordeinde aankwamen De mi litaire eerbewijzen werden gebracht en onder doodsche stilte betraden moeder en dochter het Paleis. De stoet wordt opgesteld. De troepen, die aan het militair escorte zou den deelnemen, hadden zich inmiddels uit Waalsdorp, waar zij den nacht hadden door gebracht. naar het Malieveld begeven en zich aldaar opgesteld. Omstreeks kwart voor negen gaf de algemeene troepencommandant de generaal-majoor J. van Andel, bevelhebber in de eerste militaire afdeeling, het teeken, dat naar het Paleis opgemarcheerd moest worden, langs de Koninginnegracht, de Dr Kuvperstraat, Mauritskade naar het Noord einde. Voorop reed een detachement van de Ko ninklijke Maréchaussee te paard met om floersten standaard en standaardwacht. De Maréchaussees droegen den zwarten kolbak en de nestels. Dadelijk daarachter kwam generaal Van Andel met zijn staf. Direct achter den algemeenen troepencom mandant volgde de Koninklijke Miltaire Kapel onder leidinz van den kapitein-directeur Wal- ther Boer. Vervolgens kwam het voorste ge deelte var het eigenlijke militaire escorte van den stoet. Als commandant hiervan fungeerde kotenel Sillevis. Achtereenvolgens marcheer den voorbü vier comoaenieën. te zamen vor mende een bataljon en daarna twee escadrons huzaren te paard met den omfloersten standaard. Nauwelijks waren de laatste huzaren het Noordeinde ingezwenkt of van de andere zijde kwam he' eerste gedeelte van den rouwstoet van het Koninklijk Huis welke zich in de Ko ninklijke Stallen had opgesteld, aanrijden en sloot zich bjj de militairen aan. Ontroerende uren langs den weg en in de Nieuwe Kerk. De rouwstoet bestond uit zes gala-hofkoet sen bestemd voor de buitenlandsche vorste lijke personen en enkele hooge hofignitaris- sen. voorts een aantal gala-coupés en andere hofrij tuigen. De rouwwagen bood voor de duizenden, die langs den weg geschaard stonden, een schouw spel als nog nimmer gadegeslagen Overeen komstig den reeds Jaren geleden kenbaar ge- maakten wensch van den Prins, zou zijn be grafenis een „witte begrafenis" zijn. In ver band hiermede was de rouwwagen dan ook geheel wit geschilderd. Acht zwarte paarden met witte kleeden en manekappen om hangen. trokken den wagen voort. Zes daar van werden va nden bok gereden en het voor ste span door een postiljon. Het was dezelfde wagen, welke ook het stoffelijk overschot van de Koningin-Moeder naar haar laatste rustplaats had gebracht. Het doffe zwart had thans echter plaats gemaakt voor wit. De wagen had zilveren tuitbanden. De gala-bok was gedrapeerd met wit laken, omzoomd met zilver en franje en droeg ter weerszijden het koninklijke wapen in zilver De hemel van den wagen was afgezet met een zilveren omlijsting en draagt een zilveren kroon, terwijl aan de vier hoeken witte struispluimen met zilveren franje waren aangebracht. Ook de lan taarns waren met een witten rouwhoes om hangen. Te ongeveer tien uur reed deze wagen, het stempel van vorstelijke soberheid dragend het voorplein vóór het paleis op. Het plech tige oogenblik. waarop de blank-eikenhouten met zilver gemonteerde kist. met het stof felijk overschot van de Prins, het paleis zou uitdragen, was aangebroken. Militaire commando's weerklinken. De ge weren werden gepresenteerd, de vaandels zonken tot een laatsten afscheidsgroet, de duizenden ontblootten de hoofden. En terwijl Dlechtig de muziek van het le regiment in fanterie de melodie inzette van een oud-Hol- landsch lied. gemaakt op den dood van Prins Willem I uit de „gedenkklancken van Va lerius", werd de kist door 12 hofiagers van het Paleis Het Loo door de vestibule naar buiten gedragen en in den rouwwagen ge- Dlaatst. De kist werd met een ivoorkleurig laken gedekt. Daaroverheen werd de Neder landsche vlag gespreid. Een wit fluweel kus sen. waarop de ordeteekenen van Prins Hen drik waren gehecht, werden evenals zijn ad- miraalssteek en twee gekruiste sabels, op het witte rouwkleed geplaatst. Als slippendragers fungeerden de gepen- sionneerde luitenant-generaal Swart. adju dant i.b.d. van de Koningin, vlce-admiraal Brutel de la Rivière, commandant van de Marine te Den Helder, de gepensionneerde luitenant-generaal Seyffardt, de gepen sionneerde schout-bij-nacht Von Mühl-en. adjudant i.b.d. van de Koningin, de hofmaar schalk van den Prins von Biilow Stolle, de kolonel-titulair Jhr. Laman Trip, adjudant, van wijlen Z.K.H.. de gepensionneerde kolonel-titulair Schmidt, adjudant i.bd. van de Koningin en d^ luitenant ter zee le klasse Callenfels". adjulant van den Prins. Aan beide zijden van den rouwwagen gingen 16 Kamerheeren en wel ter rechter zijde. van achteraf gerekend, Jhr. Mr. H. G van Hol the tot Echten, Mr. S B. W. Graaf van Limburg Stirum, A. J. Looxma van Wei deren Baron Rengers. Mi-, G. W. H Baron van Imhoff. Jhr. H. J. Repelaer van Driel. C. S. Sixma Baron van Heemstra, Jhr, E R. van der Wijck, J. M. H. F. J. Baron de Weichs de Wenne. en ter linkerzijde F M. L. Baron van Geen. Jhr. Mr Dr W F. Röell. Mr. Dr. J. D H. de Beaufort, Mr. C. J. Baron van Tuyll van Serooskerken, R. L. J. H. M. Graaf de Marchant d'Ansembourg. Mr. J. C. Baron Baud. R. F C. Baron Bentinck van Schoon- heeten en Jhr. Mr. C. Dedel. Ter rechterzijde van den rouwwagen reed de Chef van het Militaire Huis. de Adjudant- Generaal. gepensionneerde Vice-Admiraal Bauduin. en ter linkerzijde de Gouverneur der Koninklijke Residentie. Luitenant-Generaal Jhr. Röell. De eigenlijke rouwstoet werd achter het eerste militaire gedeelte geopend door een rijknecht-maioor en twee rijknechts te paard. Daarachter volgde een Hofrijtuig. waarin de Kamerheer-ceremoniemeester Baron van Hardenbroek van Hardenbroek was gezeteld In het twee rijtuig, dat hierop volgde, waren gezeten Dr. Hannema en Dr Goteling Vinnis. Daarachter volgden vier Hofrijtuigen bestemd voor de 16 Kamerheeren. die het stoffelijk overschot begeleidden, terwijl direct daarop volgden twee Hofrijtuigen. bestemd voor de dragers van de slippen van het rouwkleed Hierna volgde in den stoet direct rijdende vóór den rouwwagen een Hofrijtuig waarin gezeten de Opperceremoniemeester van de Koningin, graaf Du Monceau. Terwijl zich op het lijkkleed, waarmee de baar was bedekt, slechts bloemen van de Ko ningin en de Prinses bevonden, werden achter in den stoet in rijtuigen kransen en bloemen meegevoerd. Officianten en het personeel, benevens eenige oud-geöienden van den Prins, waar van een gedeelte als dragers waren aange wezen. volgden den rouwwagen. Daarna kwamen de officieren der land macht van het Militaire Huis te paard, rij dende twee aan twee naar ouderdom en rang Luxemburg en de erfprins von Wied en hertog Christiaan"Lodewijk van Mecklenburg, alsmede de vorst van Bentheim en Steinfurt. In daarop volgende hofrytuigen reden in den stoet mede: Freiherr von Fritsch, opper- hofmaarschalkft vertegenwoordiger van de groothertogin van Saxen Weimar-Eisenach, de vorst Rijngraaf van Salm Horstmar, commen- dater van de Commendarij Westfalen der Jo- hanniter Orde. mr. baron van Hövell tot Wes- terflier. baljuw van het Kapittel der Souve- reine Orde van Malta, balije Nederland, de heer Barbey Ador, vertegenwoordigende het internationaal Comité van het Roode Kruis te Genève. de gep. luitenant-generaal Jhr. van Suchtelen van de Haare. grotofficier van de Koningin. Jhr. mr. dr. Scnimmelpenninck. oud-waarnemend grootmeester van het Huis van wijlen de Koningin-Moeder, Jhr. Boreel van Oldenaller, opperhofmaarschalk van ce Koningin, mr. baron van Lijnden, opperka merheer van de Koningin, voorts het Convent van de Commenderij Nederland der Johanniter Orde in twee hofrijtuigen, in het eerste daar van waren gezeten baron Röell van Hazers- woude. eere-commendator en Jhr. E. H. van Loon. coadjutor In het tweede zaten Jhr. J Beelaerts van Blokland, wnd. secretaris, Jhr. W. F. A. van Pestel, schatmeester en F. Ch. C. baron van Tuyll van Serooskerken, ridder. In de hierachter volgende hofrijtuigen had den plaats genomen het dagelijksch bestuur van het Nederlandsche Roode Kruis. In het eerste hofrijtuig hadden plaats genomen gep. luitenant-generaal Jhr. J. F. H. Röell, eerste onder-voorzitter, generaal-majoor Praag, in specteur van den Geneeskundigen Dienst der Landmacht, tweede ondervoorzitter, mr. dr. Denker Curtius, afgevaardigde van de ,Xigue de Sociétés de la Croix Rouge" te Parijs secretaris-generaal en prof. Koolemans Beijnen In het tweede hofrijtuig de gep. luit.-generaal Bakker, mr. dr. Kooien lid van den Raad van State. W. C. J. J. baron van Voorst tot Voorst en dir.-officier van gezondheid 2e kl. Boes man, allen leden van het dagelij ksch bestuur Kamerheer Freiherr von Ende en Majoor von Stephan volgden hierna in een hofrijtuig. Baron Goffinet, gevolg van Prins Karei en de Heer van Mecklenburg, gevolg van den groothertog van Mecklenburg, hadden in het volgende hofrijtuig plaats genomen. Daar achter kwam een hofrijtuig, waarin de hof maarschalk van de Koningin en de oud-hof maarschalk van wijlen de Koningin-Moeder, de heeren baron de Smeth en Juckema van Burmania, Baron Rengers van Warmenhuizen. vervolgens kwamen eenige hofrijtuigen met de hoofdofficieren e.a.. die aan de buitenland sche gasten waren toegevoegd tijdens hun ver blijf in Den Haag. Nadat de bloemen en kransen welke in den stoet zullen worden meegevoerd, zijn opgeladen volgt het tweede gedeelte van het militair escorte. Voorop reed de commandant, luitenant kolonel J. E. Haitsma Muiier. Vervolgens kwam de vertegenwoordiging van de Koninklijke Ma rine. De tamboers en pijpers liepen aan het hoofd, gevolgd door een compagnie Mariniers en twee compagnieën matrozen. Achter de marinetroepen kwam een compagnie van hon derd man van de Koloniale Reserve uit Nij megen in hun mooie zwarte uniformen met gele tressen, aan dit gedeelte van het escorte een bijzonder cachet gevende. Daarna ging in den stoet het muziekkorps van het 5e regt. Infanterie uit Amersfoort onder leiding van den kapelmeester Van der Glas en hierachter marcheerden vier compagnieën infanterie ge volgd door twee batterijen veld-artillerie, ter wijl een detachement maréchaussee den stoet sloot. de voor hen bestemde hofrijtuigen plaats te nemen. In het gebouw van het Gemeente-Archief aan de Rijswijksche plein had de Haagsche Gemeenteraad plaats genomen om het voor bijtrekken van den rouwstoet gade te slaan. Verder ging de stoet langs den Rijswijksche- weg in de richting van Rijswijk. De massale belangstelling, welke overal langs den weg bestond, te beschrijven, zou monotoon worden. Overal zag men hetzelfde beeld, een menschenmenigte. welke in stille en gespannen aandacht het voorbij trekken gade sloeg, terwijl alle vaandels negen en nU/% hoofden ontbloot werden. Omstreeks half elf was de rouwstoet aan de grens van het Haagsche gebied gekomen en schreed de gemeente Rijswijk binnen. Ook hier dezelfde massale belangstelling. Voor het raadhuis stond het gemeentebestuur met den raad opgesteld om den vorstelijken doode een laatsten groet te brengen. Vele duizenden Landstormers hadden hun plaats op Rijswijk's territoir gekregen. Bij de Hoornbrug stond de officieele vertegenwoordiging van den Bij zonderen Vrijw. Landstorm, samengesteld uit deputaties van alle gewestelijke commissies. De officieren waren in uniform, de overige bestuursleden in het zwart. Tot aan de Hoornbrug deden de muziek korpsen zich hooren. de Koninklijke Militaire Kapel speelde treurmuziek van Chopin, Beet hoven. Bouwman e. a.. afgewisseld door de muziek van het Ve regiment infanterie. Via de Hoornbrug schreed de stoet voort over den nieuwen Rijksweg in de richting naar Delft, gedurende welk gedeelte van den tocht de tamboers en de pijpers zich deden hooren. de oudsten voor. Daarop volgden in den stoet de hofrijtuigen waarin gezeten waren de buitenlandsche vor stelijke personen. In het eerste zaten hertog Adolf Fnedrich van Mecklenburg en de erfgroothertog van Ol denburg; in het tweede rijtuig Prins Karei van Be'.gie. graaf van Vlaanderen en de graaf van Athlone"; in het derde rijtuig Prins Felix van Tienduizenden stonden langs den Het was een compacte menschenmenigte zoover het oog reiken kon. welke men langs den weg. welke den stoet ging. waarnam. In eerbiedige stilte stonden de tienduizenden, vele rijen dik geschaard te wachten op het aan grijpende schouwspel van het voorbijtrekken van de vorstelijke begrafenis. Slechts het ge beier van de klokken verbrak de stilte. Tallooze deputaties hadden langs den weg een plaats gevonden. Van het gebouw der Nederlandsche Hande'.-maatschappij tot aan den Hofweg stond een eerefront opgesteld van de officieren en reserve-officieren der Konink lijke Landmacht en de Koninklijke Marine, zoo mede officieren van het Indische Leger met verlof hier te lande en onderofficieren van Land- en Zeemacht. Aan de overzijde op de Plaats stonden ter weerszijde van het stand beeld van Johan de Witt de oud-officieren van het Indische Leger. Voorts hadden zeer vele vereenigingen en organisaties gelegenheid gekregen zich langs den bijna tien kilometer langen weg, welken de stoet moest gaan, op te stellen. Deputaties van Oranje-vereenigingen, van het Mobilisatiekruis. van het Nationaal- Jongeren Verbond, de weeskinderen, eenige duizenden leden van burgerwachten uit on derscheidene plaatsen des lands, eveneens eenige duizenden leden van den Bijzonderen Vrijwilligen Landstorm hadden zich langs de wegen geschaard. Vele waren met omfloersten vereenigingsvaandels welke bij het voorbij trekken van den stoet een laatsten groet aan het stoffelijk overschot brachten. Langs Kneterdijk, Hofweg. Spui en Pletterij- kade werd naar het Rijswijksche plein gereden. Op de Pletterljkade werd een oogenblik halt ge houden om aan de slippendragers en de ka merheeren. die tot hiertoe te voet den tocht hadden meegemaakt gelegenheid te geven in De Koningin en de Prinses De Koningin. Prinses Juliana en de vrouwe lijke verwanten van Prins Hendrik waren in het paleis achtergebleven. Zij vergezelden den ontslapene niet op zijn laatsten tocht, doch zouden zich afzonderlijk naar Delft begeven Zoodra het laatste gedeelte van den rouw stoet de Hoornbrug was gepasseerd, werd dit aan het Paleis gemeld. Een aantal gesloten Hofauto's reed voor, waarin de Koningin en de Prinses en de dames uit haar gezelschap plaats namen. Langs den afgezetten weg werd naar de Hoornbrug gereden. En terwijl de rouwstoet zich langs de breede heerbaan te midden van de weilanden bewoog snelden de auto's over den ouden weg langs de Vliet, en zoo bereikte de Koningin Delft, geruimen tijd voordat de stoet in zicht was. Bij de grens der gemeente wachtte de bur gemeester mr. Van Baren, H.M. op en bege leidde haar naar de kerk. Toen de Koningin de Markt opreed en uit de auto stapte, werden door de daar opge stelde eere-wacht van mariniers de militaire eerbewijzen gebracht en speelde de Marine kapel. die terzijde van den ingang stond op gesteld, onder leiding van kapelmeester Leis- tikow het Wilhelmus. Duizenden brachten in Delft een laatsten groet. Ook in Delft was de belangstelling buiten gewoon. Langs den weg stonden deputaties zonder tal opgesteld en daarachter de men schenmenigte bij duizenden. De afzetting ge schiedde hier door Genietroepen en Wielrij ders en voorts door de Wcerbaarheidsafdee- lingen van de studentencorpsen. Bij het bereiken van het Kalverbosch aan de grens der gemeente Delft hadden de slip pendragers en de kamerheeren hun rijtuigen weer verlaten en zich ter weerszijden van den rouwwagen opgesteld. Het was omstreeks 12 uur, toen de rouwstoet het Marktplein opreed. Aan het stadhuis, dat recht tegenover den ingang der kerk ligt, was ook een zeer sobere grijze versiering aangebracht. Aan het balkon was een wit-zwarte draperie bevestigd. Voor den hoofdingang was een baldakijn opgericht in een witte tint. waar lila als contrasteoren- de kleur bij gebruikt was In het algemeen waren de kleuren in een lichteren tint gehou den. dan bij de begrafenis van de Koningin- Moeder het geval was. Ook de corridor, welke de vestibule der Kerk met het koor verbindt was eveneens in witte kleur gehouden. In het eerste gedeelte van het koor. daar. waar de kist op de katafalk geplaatst werd. was een hangend baldakijn bevestigd, dat eveneens veel bijdroeg tot een stemmig stijlvol effect. Recht tegenover den ingang van den grafkelder was een grooie krans van de Noord-Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij geplaatst, terwijl andere kransen om den in gang heen waren gerangschikt. Ook de tunnel was één groote bloemenpracht. Kransen van Koning Leopold en Koningin Astrid. van koningin Elisabeth, van den koning en de ko ningin van Engeland, van zeer vele buiten landsche regeeringen, alsmede een reusachtig bloemstuk van den keizer van Japan sierden de wanden. Langzaam marcheerde het voorste gedeelte van den stoet de Markt op. De Koninklijke Militaire Kapel zwenkte spe lende uit en stelde zich naast het standbeeld van Hugo de Groot op, met het front naar de Kerk. Zachte treurmuziek bleef klinken tot de witzilveren rouwwagen om den hoek van het stadhuis kwam. Eensklaps zweeg alle muziek. Slechts het getrappel der paarden verstoorde de stilte. Zoo reed de rouwwagen tot voor den ingang der kerk. Op dat oogenblik zette de Marinekapel het Wilhelmus in op de oude toonzetting en onder deze plechtige tonen werd de kist uit den rouwwagen in het voorportaal der kerk gedragen, waar de Koningin en de Prinses wachtten om haar echtgenoot en vader voor het laatst te volgen. In de kerk Geruimen tijd voor de aankomst van de Koningin had zich reeds een groote schare genoodigden in het koor verzameld. De kerk was ongeveer op dezelfde wüze ingericht als bij de plechtige bijzetting van het stoffelijk overschot van Koningin Emma. Een sobere verslering in witte en grijze tinten was aan gebracht. Om de twaalf zuilen der Oranje's waren parelgrijze linten bevestigd. Groote kransen van sparregroen en witte lelies waren in de verschillende vakken opgehangen. Bo ven in de pilaren waren afhangende bouquet- ten van witte en oranje lelies aangebracht, aartusschen zinni's waren verwerkt. Het aantal plaatsen was dit keer grooter dan by de vorige gelegenheid. Voor de ontvangst en de verdere regeling in de kerk waren een aantal ceremoniemees ters aangewezen. Het geheel stond hier onder leiding van den kamerheer Jhr. A. G. Sickinghe. generaal-majoor b- d. adjudant i. d van H M de Koningin Voor de ontvangst van de diplomaten was speciaal aangewezen de chef van het kabinet van het departement van Buitenlandsche Za ken. Jhr. mr. P. D. E. Telxelra de Mattos. Ruim 900 personen waren in de kerk aan wezig Het ambtscostuum der vele hoogwaar- digheidsbekleeders. de officieele klecclij der diplomaten, het ceremonieele tenue der offi- aeren wisselde af met de zwarte of pui peren toga's der geestelijkheid en orolessoren. Het is ondoenlijk alle aanwezigen bij de plechtigheid ,e noemen. Slechts de voornaamste kunnen w(| vermelden. Het eerste vak links van den Ingang was be stemd voor de vorstelijke personen, groot officieren van het Huis der Koningin, leden der Hofhouding, en verdere personen die in den stoet medekwamen. Hier hadden om. ook de deputaties van het Roode Kruis, van de Johanniter-Orde en van de Maltheser-Ridders plaats genomen. In het tweede vak zaten de hofprediker, zes leden van de Eerste Kamer met den Griffier en vijftien leden van de Twee de Kamer, eveneens met den griffier, voorts vertegenwoordigers van de gemeentebesturen van Amsterdam. Rotterdam. Den Haag. Delft, Rijswijk, en Voorburg. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met den griffier, de oud burgemeester van Apeldoorn en de presiden ten van de Nederlandsche Bank. In het derde vak zaten deputaties van alle vereenigingen waarvan de Prins beschermheer of eere-voor zitter was. Daarnaast zaten in het vierde vak de rectoren-magnlflci en de president-curator van de verschillende Rijks-Universiteiten, van de Technische Hoogschool. Landbouw-Hooge- school, van de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam. Vrlje-Universtitelt. Roomsch- Katholieke Universiteit. Rotterdamsche Han- delshoogeschool en van de R.K. Handels Hoo- geschool. Ook hadden hier plaats gevonden vertegen woordigers van de geestelijkheid der verschil lende kerkgenootschappen In Delft, de garni zoenscommandant, de voorzitter en secretaris van de Koninklijke Academie van Weten schappen en van de Rijks-Commissie voor den Monumentenzorg, de architect Van der Kloot Meijburg en verschillende vrienden van den Prins. Het vijfde vak was in tweeën verdeeld en bood rechts plaatsen aan het Corps Diploma tique. aan de leden van het Permanente Hof van Internationale Justitie en van het Perma nente Hof van Arbritage, alsmede aan vijf Duitsche vrienden van den Prins. Links zaten de Ministers van Staat, de Raad van State, de Voorzitter van de Algemeene Rekenkamer, de Vice-president en procureur- generaal van den Hoogen Raad. de Ministers, de Voorzitters van do Eerste en Tweede Ka mer. de directeur van het Kabinet der Konin gin. de ridders-grootkruis der Nederlandsche ridderorden, de Commissaris der Koningin in Zuid-Holland, enkele Nederlandsche gezanten, de voorzitter van den Hoogen Raad van Adel en de Land-Commandeur van de Duitsche Orde Balije van Utrecht In het volgende vak hadden vele opper-, hoofd- en vlagofficieren der Nederlandsche Land- en Zeemacht plaats genomen onder wie de chef van den Gcneralen Staf van het In disch Leger. Hier hadden ook een plaats de Leger en Vlootpredikant In algemeenen dienst, de Hoofd-aalmoezenler. de Hoofd-commissa ris van politie in Den Haag en voorts vele hoo ge rechterlijke ambtenaren uit de Residentie. In vak zeven zaten de vertegenwoordigers van de verschillende kerkgenootschappen in Nederland en ook de twee zonen van den sul tan van Djokja. van den Soesoehoenan van Solo en een zoon van den Sultan van Pontia- nak. In het achtste vak zat het personeel van wij len de Koningin-Moeder en van H M de Ko ningin. zoowel In de Residentie als van het Loo. alsmede do twaalf jagers van Het Loo. Toen de muziek buiten weerklonk als het teeken dat de rouwstoet voor de kerk was aan gekomen en de kist in het voorportaal was in gedragen, verhieven zich allen van hun zit plaatsen Ter weerszijden van den Ingang van den grafkelder stond een eerewacht opgesteld van het corps adelborsten en van de cadetten met hun corpsvaandels. Terzijde van het monu ment van Willem den Zwijger stonden vier bazuinblazers. Achter het monument stond het koor van de Dulnoordkerk te 'sGravenhage onder leiding \-an zijn directeur, den heer H. Ph Bles. De muzikale leiding van den dienst berustte bij dr Joh Wagenaar Het orgel werd bespeeld door den heer J H. Storm. Terwijl bulten de muziek van Lelstikow's treurlied „De laatste eer" weerklonk, stelde de Koninklijke stoet zich in het voorportaal der kerk op. Langzaam en plechtstatig werd de kist door den 45 Meter langen corridor gedra gen naar den ingang van het Koor. waar zich le grafkelder der Oranje's bevindt. Het stoffelijk overschot werd begeleid ter rechter- en ter linkerzijde door de slippcndra- ?ers en de daarvoor aangewezen kamerheeren ?n voorafgegaan door den kamerheer-o'-emo- niemeester. de belde adjudanten van d« ~ver- ledene, Jhr. Lagian Trip en luitgnani .e* zee

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5