HAAS
WAT VERTELT
UW MAAG U
HET TOONEEL.
Nieuwe Uitgaven
Radiomuziek der week
HONIG'S BOUILLONBLOKJES thans 6 voor lOct
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN.
ZATERDAG 14 JULI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
Het Mek je. Klucht in drie bedrij
ven door Charivarius (vrij naar
Milne). (Uitgave H. D. Tjeenk
Willink en Zoon, Haarlem).
Wij weten allen, dat Charivarius een zeer
geestig man is. een der weinige werkelijk
geestige menschen in Nederland. Ik vermoed,
dat hij het in geestigheid ver wint van Milne.
den Engelschman, van wien hij een klucht
in drie bedrijven Het Vlekje heeft be
werkt. Dat hij dit stukje in het onder zijn
redactie staand ..dilettanten-tooneel" heeft
opgenomen, zal dan ook wei voornamelijk zijn,
omdat hij dit kluchtje bijzonder geschikt
achtte voor liefhebbers. Als zoodanig is dit
kluchtje aan ook zeker te accepteeren.
Het is beschaafd van toon, het stelt geen
hooge eischen aan amateurs en in den dia
loog herkent men nu en dan den geestigen
bewerker. Maar toch. dit Vlekje is 'n beetje
uit den tijd. Het zou door een Franschman
van een halve eeuw geleden geschreven kun
nen zijn. Een door haar echtgenoot in het
begin van haar huwelijk verlaten vrouwtje
bezit nog genoeg charmes om mannen het
hoofd op" hol te brengen. Om haar heen zwe
ven twee candidaten. een dichter van 22 jaar
en een droge statisticus van 50. Het is vooral
in deze twee zeer carricaturaal geteekende
minnaars de namen Fantasio Rooze en Jo
hannes Stoppel zeggen al genoeg dat Het
Vlek ie aan blijspelletjes uit de oude doos her
innert.
En ook in de intrige is dit stukje wel wat
I erg „vieux jeu". Het jonge vrouwtje, dat moe
der is van een meisje van 18 belooft haar
hand aan hem, wien het gelukt haar man. die
herkenbaar is aan een moedervlek op zijn lin
kerarm op te sporen. De twee minnaars
nemen de voorwaarde aan en de schrijver
maakt het hun niet al te moeilijk den man
met de moedervlek te vinden, want onmiddel
lijk na het aangaan van de weddenschap
stapt een onbekende de kamer binnen en aan
gezien hij behalve de dichter en de statisti
cus de eenige nog in het stukje optredende
man is, behoef je geen Sherlock Holmes te
zijn om te vragen waar het moedervlekje zit.
Verrassingen biedt het kluchtje dan ook
allerminst; het gaat alles precies, zooals wij
verwachten. Het vrouwtje wordt natuurlijk
weer verliefd op haar eigen man. de jonge
poëet krijgt na zijn lange dichtersharen te
hebben afgeknipt en een eed te hebben afge
legd, dat hij zich nooit meer aan het maken
van verzen zal bezondigen de 18-jarige,
dochter, en de statisticus vindt zijn troost in
de bibliotheek, waar hij een boek ontdekt met
den toepasselijken titel „De toeneming van
den waanzin".
Het is alles nogal goedig ouderwetsch, ook
in de uitwerking. Vermoedelijk heeft Chari
varius met zijn bewerking gedacht aan clubs
van jonge spelers schoolvereenigingen
vooral en daarvoor lijkt mij het stukje dan
ook geknipt. Dilettanten van rijperen leeftijd
zoeken doorgaans ander soort stukken en
vinden die tegenwoordig ook wel dan dit
Vlekje van Milne.
Ook in dit boekje van het dilettanten-
tooneel wordt weer danig met afkortingen ge
werkt, zoodat wij soms aan gecomprimeerde
advertenties gaan denken. Charades als ,,Af
L. S. naar L. ontmoet A., die naar R. gaat. S.
zit op stoel L. van tafel R." maken de lezing
niet aangenamer en ook niet gemakkelijker,
vooral omdat R. hier nu eens Rooze en dan
weer Rechts beteekent. Zouden de kosten van
de uitgave zoo veel hooger worden, als de na
men en de woorden rechts, links, achter en
midden voluit werden gedrukt? Plaats was
er genoeg voor in dit boekje, dat immers nog
8 blanco bladzijden bevat.
De Waarzegster. Tooneelspel in
twee bedrijven door H. R. Kruger
(uitg. W. J. Thieme en Cie
Zutphen).
Ook dit stukje lijkt mij het meest geschikt
voor jonge dilettanten. Het is vlot nu en
dan zelfs amusant van dialoog en evenals
Het Vlekje beschaafd van toon, maar het is
nogal mager van handeling. Het stukje speelt
in een pension, waar 2 heeren om 2 dames
heenfladderen zonder haar te durven vragen.
Een der heeren verschijnt ten slotte als
„waarzegster" en weet in die vermomming het
geheim van de liefde aan het meisje van zijn
hart te ontlokken en het lukt hem ook de
andere twee gelieven in elkanders armen te
voeren. Met twee verlovingen aan het slot
voldoet dit blijspelletje aan de eischen. welke
men aan zulk soort stukjes stelt en ik ver
moed dan ook dat vooral jongelui van de op
voering van De Waarzegster wel plezier zul
len beleven.
J. B. SCHUIL
„Dc groote Bisschop''
In de vertaling door Ad. Vorstman en met
een bandteekening van Lou Manche is bij de
N.V. Het Nederlandsche Boekhuis, te Tilburg
verschenen; .De groote Bisschop", roman van
Franz Herwig.
„Tim en Clara"
Van denzelfden schrijver Franz Hei-wig,
verscheen, ook bij de N.V. Het Nederlandsche
Boekhuis, te Tilburg, een wereldstadroman:
„Tim en Clara". De banateekening is weer van
Lou Manche, de vertaling van Jean E. Marre.
Legenden langs de Noordzee
Bij W. J Thieme en Cie. te Zutphen is ver
schenen; „Legenden langs de Noordzee", door
S. Franke, schrijver van 't gunstig ontvangen
book Sicen en legenden rond de Zuiderzee".
Dit bock verhaalt van de wonderlijke, ge-
heimzlnnige en onbegrepen dingen, die vol
gens de overlevering in vroeger dagen ge
beurd zijn langs d:- kusten van de Noordzee.
Het is een waardevolle bijdrage tot de
„folklore" van de zee.
De suggestieve illustraties zijn van Willem
Backer.
EEN VOORBESPREKING
DOOR KAREL DE JONC
Wie zich voor vergelijkende studie der his
torische muziekontwikkeling interesseert, kan
beproeven de Zondagochtend-uitzending van
Beromünster op te vangen..
Deze is vooral daarom merkwaardig, omdat
bewerkingen van verschillende meesters over
hetzelfde koraal ten gehoore gebracht zullen
worden. Het koraal schijnt in de eerste plaats
in aanmerking te komen als de kiem. waaruit
zich later de orgelmuziek ontwikkeld heeft.
In het begin der 17e eeuw vallen de eerste po
gingen om het gemeentegezang door net koor
te laten uitvoeren en in het midden dier eeuw
neemt het orgel die rol over.
In 1650 verschijnt het Tabula turbuch"
van Samuel Scheidt, dat honderd koraalhar-
moniseeringen voor de begeleiding van het ge
zang der gemeente bevat.
Scheidt, (15871654 was een leerling van den
beroemden Nederlandschen orgelmeester Jan
Pieterszoon Sweelinck (15621621). Maar zij
volgden den gekleurden orgelstijl van zijr.
leermeester niet na, integendeel Zij stelden
het zich tot een levenstaak om dezen stijl door
een anderen te doen vervangen. Van Scheidt
komt geen koraalbewerking op het radiopro
gramma voor. Wel vinden we daaiin verte
genwoordigd Pachelbel, Böhm. J. B. Bach.
Wehrli. David Grabert, Buxtehude, Walther.
J S. Bach en Grundmann. Johann Pachelbel
(16531706) was een der voornaamste be
wonderaars van de ontwikkeling van den or
gelstijl vóór J. S. Bach en schreef een groot
aantal orgelwerken, waarvan we om der cu-
riositeitswille zijn 941!) Fuga's over de melo
die van het „Magnificat" noemen.
De koraal voorspel en van Pachelbel bestaan
elk uit een reeks van kleine fuga's, waarvan
elke afzonderlijk een strofe der koraalmelodie
als thema bevat. Ook Bach heeft deze wijze
van koraalbewerking enkele malen toegepast.
Pachelbel'was geen genie maar een groot ta
lent. Zijn kunst is wat stijf en vormelijk.
Georg Böhm, (1661—1731) was als organist
en als klavierspeler beroemd; zijn klaviercom
posities behooren tot de meest beteekenende
vóór J. S. Bach.
Johann Bernard Bach (1676—1709) was een
volle neef van Johann Sebastian. Hij leefde
van 1703 te Eisenach als hof en stedelijk orga
nist, als hoedanig hij zijn neef Johann Chris-
toph. (1663—1703 opgevolgd was. Omtrent
Werner Wehrli kan ik tot mijn spijt niets na
ders meedeelen, evenmin over Johann
Nepomuk David. Martin Grabert (geb. 1808)
behoort meer tot den nieuweren tijd. Dietrich
Buxtehude (1637—1707 was van Deensche af
komst en wordt beschouwd als de grootste or
gelmeester vóór J. S. Bach. Hoe groot zijn
roem was blijkt wel daaruit, dat de 20rJarig©
J. S. Bach in 1705 te voet van Amstadt naar
Lie berk trok om Buxtehude daar te hooren
spelen en van hem te leeren. Hij geldt als de
schepper van de Duitsche orgeltoccata. Zijn
koraal voorspelen, zijn koraalfantasieën van
de meest verscheiden soort van eenvoudige af
tot zeer kunstige toe. In zijn grootste ko
raalvoorspelen breekt hij de melodie in stuk
ken, die hij op de meest fantastische wijze
combineert en aldus aan den geest van den
hoorder laat voorbijgaan.
Zijn kunst staat veel hooger dan die van
Böhm, die meer den „gekleurden" stijl van
Sweelinck navolgde en ook den „basso osti-
nato" reeds aanwendde. Joh. Georg Walther
is waarschijnlijk Joh. Gottfried Walther be
doeld, een tijdgenoot van J. S. Bach, want hij
was in 1684 te Erfurt geboren en overleed te
Indien Uw maag U iets „vertelt", dan komt
dit omdat zij in mindere of meerdere mate
ongesteld is. want men behoort werkelijk niet
te bemerken dat men een maag bezit. Indien
U echter op het bestaan van dit orgaan op
merkzaam wordt gemaakt door een der vol
gende bezwaren, dan wordt daardoor het be
wijs geleverd dat U behoefte heeft aan een
beetje Gebismureerd Magnesium. Zure opris
pingen. opeenhooping van gassen in de maag.
maagzuur, oprispingen van gal, kwalijk rie
kende adem, schele hoofdpijn, slapeloosheid,
al deze ziekteverschijnselen, die van goedaar-
digen aard zijn indien zij binnen een korten
tijd verdwijnen, kunnen, indien zij verwaar
loosd worden, chronisch worden en een lang
durige behandeling vereischen. Een half thee
lepeltje Gebismureerd Magnesium in een
beetje water zal U onmiddellijk verlichting
brengen en U in staat stellen te eten wat
wilt, zonder voor spijsverterings-stoornlssen
bevreesd behoeven te zijn. Gebismureerd
Magnesium is verkrijgbaar bij alle Apothekers
en Drogisten a Lper flesch of f 1.75 per
groote flesch, die voordeeliger is.
(Adv. Ingez. Med.)
Weimar in 1748. Walther was met hem ver
want en een tijdlang zeer bevriend, later
schijnt de vriendschap geluwd te zijn, ten
minste heeft Walther in het door hem geschre
ven muziek lexicon maar heel weinig aan
dacht aan zijn grooten tijdgenoot gewijd.z
Behalve lexicograaf was Walther een uitste
kend contrapuntist en op het gebied van het
koraalvoorspel een meester, die slechts voor
Bach onderdeed. Grundmann zal wel tot den
nieuweren tijd behooren.
De pianosonate van Mozart K.V. 576 staat
chronologisch geheel afgezonderd. Zij is veel
later dan eenige andere geschreven en toont
sterk de liefde voor contrapuntische combi
naties, die Mozart in zijn laatste scheppings
periode bezat. Het eerste hoofddeel wemelt
van car.onische imitaties, die een correcte
uitvoering in het voorgeschreven snelle tempo
lang niet gemakkelijk maken. Ook de finale,
die het midden houdt tusschen rondo en
hoofdvorm bevat vele imitatorische combina
ties. Deze sonate zal Dinsdag door Berlijn uit
gezonden worden.
De vioolsonate van Beethoven op. 12 no. 1
(Hilversum Maandag) Is heel wat eenvoudi
ger van makelij. De finale er van is een ty
pisch voorbeeld van den rondovorm: het hoofd
thema in D; na een moduleerende overgang
het zangthema in A, dan weer het hoofdthema
in D. een nieuwe contrasteerende periode in
een verwante toonsoort in dit geval F. het
hoofdthema in D, het zangthema in D, een
Coda.
Bij het rondo heet het hoofdthema dan
refrein, deandere themas heeten coupletten,
Noemt men nu het hoofdthema A, het zang
thema B, het tweede couplet (alternatief) C,
dan wordt het (beschouwd) bouwschema: A,
B, A, C, A. B. A. coda.
FILMKUNST.
DE TUNNEL
In Cinema Palace zal men te beginnen met
heden het Duitsche filmdrama De Tunnel
kunnen zien, dat in vele opzichten een welge
slaagd werk is te noemen. De vervaardiger is
Kurt Bernhardt, die zijn stof heeft ontleend
aan een roman van Bernhard Kellermann.
Het gegeven behandelt den aanleg van een
tunnel, welke onder den oceaan door Amerika
met Europa verbindt. Een jong ingenieur heeft
het plan hiertoe ontworpen en hij biedt het
aan een gezelschap van geldmagnaten aan.
Onder dezen is een oplichter, Woolf genaamd,
die zijn bekendheid met het plan misbruikt
voor speculaties in scheepvaartaandeelen.
Want deze zullen begrijpelijkerwijze dalen, als
de tunnel gereed komt en rijzen als de tunnel
mislukt. Ook met dit laatste houdt de heer
Woolf rekening en zelfs ontziet hij zich niet
om terwille van zijn speculatieve manipulaties
op misdadige wijze het in aanbouw zijnde
werk te bederven, hetgeen aan tweehonderd
arbeiders het leven kost. De lafaard mist den
moed om pei-soonlijk den aanslag te plegen:
hiervoor gebruikt hij een duister individu, dat
op zijn instigatie ook reeds een staking onder
de tunneiarbeiders heeft uitgelokt.
Wanneer deze poging door den ingenieur is
verijdeld en deze den heer Woolf heeft door
zien. is zijn lot beslist. Wegens het vervalschen
van de balans der Tunnel-Maatschappij, in
welker bestuur hij een vooraanstaande plaats
inneemt, laat de ingenieur Woolf arresteeren,
doch deze pleegt zelfmoord, juist op het oogen-
blik waarop de tunnel-arbeiders zijn hand
langer hebben betrapt- Dan is het echter te
laat om de ramp alsnog te voorkomen; bij de
ontploffing komt ook Mary om. het meisje
van den ingenieur, over wiens lot zij zoo on
gerust is geworden, dat zij met de reddings
brigade mee in den brandenden tunnel af
daalt.
De ingenieur Is na dit alles levensmoe ge
worden: hij voelt den dood van Mary en de
tweehonderd arbeiders als zijn persoonlijke
schuld en kan over den tunnel niet meer hoo
ren spreken. Maar zijn vriend overtuigt hem,
dat hij zijn levenswerk moet voleinden. De
verwezenlijking van alie groote ideeën kost nu
eenmaal slachtoffers en de arbeid is het eeni
ge. dat over het verlies van persoonlijk levens
geluk kan heenhelpen.
Zoo neemt de ingenieur de leiding van den
arbeid weer op zich en tenslotte ziet hij zijn
streven met welslagen beloond, als de rots
wand. welke den Europeeschen en den Ame-
rlkaanschen tunnelbouw nog van elkaar
scheidt, is doorboord.
Het centrale deel van de film speelt in den
in aanbouw zijnden tunnel. Dit is ook het be
langrijkste deel. Het is den vervaardiger ge
lukt. een zeer suggestief en reëel aandoend
beeld te geven van het leven der arbeiders on
der den grond; zoowei de technische aanblik
van de werkzaamheden als de psychologische
verplaatsing in het gevoelsleven dezer onder
voortdurende spanning werkende en steeds
door gevaren bedreigde menschen is zuiver ge
troffen, hetgeen behalve aan het voortreffe
lijke gebruik van het fotomateriaal mede te
danken is aan de eerlijke wijze van arbeiden.
Ongetwijfeld is het een sensationeele film,
maar de sensatie, welke zij wekt. is nergens
aangedikt met overdreven nadrukkelijkheden
en schreeuwerige trucs. De soberheid, welke
Kurt Bernhardt bij het bewerken van zijn
emotioneel gegeven heeft betracht, doet ons
hem kennen als een man met zin voor propor
ties. een man dus van smaak.
Hetgeen buiten den tunnelbouw speelt, is als
tegenstelling bedoeld en geeft op even natuur
lijke en dus overtuigende wijze den samenhang
weer tusschen den eigenlijken arbeid en het
geen daarop aan financieele transacties en
affectieve conflicten berust. Ofschoon van een
tendenz in den nadrukkelijken zin van het
woord geen sprake is, raakt de toeschouwer
toch als vanzelf onder den indruk van de
tegenstrijdigheid tusschen het moeizame wer
ken der arbeiders en de gemakkelijke wijze,
waarop de aandeelhouders, op weelderige
stoelen keuvelend, de vrucht daarvan plukken,
en leeft hij de tragische botsing tusschen de
liefde voor het levenswerk en die voor de
vrouw mee.
H. G. CANNEGIETER.
Behalve de hoofdfilm De Tunnel geeft Cinema
Palace nog een aai'dige Betty Boop-film. Het
Profilti-nieuws bevat o.a. een uitvoerige weer
gave van de plechtigheden, welke met de bij
zetting van Prins Hendrik gepaard zijn ge
gaan.
Op het tooneel geeft de cabaret-zangeres
Lidy Bergman enkele liedjes uit haar repertoire
ten beste.
LUXOR THEATER.
Het Luxor-theater geeft deze week een re
prise van het indertijd reeds in ons blad be
sproken fantastische werk: De onzichtbare
Man, dat de aantrekkelijkheid zoowel van het
sensationeele als van het raadselachtige be
vat. Liefhebbers van filmtechnische puzzles
en van griezelige filmsprookjes kunnen belden
aan dit fenomenale werk hun hart ophalen.
Ook in dit theater zijn de bijzetting
van Prins Hendrik en de begrafenisoptocht op
het doek te aanschouwen. Een teekenfilm en
een humoristische revue ln twee bedrijven vul
len met het bultenlandsche nieuws het pro
gramma aan.
(Adv. Ingez. Med.)
Alie van Wijhe-Smeding: „Ik
verwacht het Geluk". Leiden,
A W. Sijthoff's Uitg. Mij.
„Ik verwacht het geluk"is een prachtig
boek. Niet alleen omdat men het. zooals de
uitgevers 't in 'n prospectusje vertellen „zon
der eenige aarzeling ook aan jonge menschen
kan laten lezen". Evenmin omdat het volgens
Dr. P. H. Ritter, aangehaald in hetzelfde bil
jetje. het eerste „opbouwend werk" van de
schrijfster zou zijn. waarom zij thans „even
nadrukkelijk aanvaard en bewonderd dient te
worden als zij vroeger verworpen werd".
Dat Alie Smeding eens in ..De Zondaar"
een offer van tien. twaalf pagina's aan de
smakeloosheid heeft gebracht en daarmee een
overigens goed boek voor een belangrijk deel
bedorven, hebben wij. toen het werk verscheen
onmiddellijk vastglegd. Dat daarom haar ge-
heele vroegere productie zou moeten worden
verworpen is even onbegrijpelijk als het feit
dat onder de jongere litteratoren, die onder
elkaar de lakens en de goed- en afkeuringen
uitdeelen, de figuur van Alie Smeding toch
nog altijd een beetje „herablassend" behandeld
wordt. Daarvoor lijkt zeer weinig grond voor
handen er. wie Alie Smeding van den beginne
af. van haar .Achter het Anker", via Tijne
van Hilletje". naar haar tegenwoordige pro
ductie belangstellend volgde, kan weten dat
er in deze schrijfster een belangwekkender
stuk leven in kunst wordt omgezet can de
meeste harer collega's vermogen ter tafel te
brengen. Door haar beste werk loopt als zil
veren draad het contact-zoeken van eenvou
dige zielen met de eeuwigheid, de mystiek van
weinig gecompliceerde geesten, die zij mis
schien zuiverder boetseert dan de wereld ze
oplevert, doch daarmeede tegelijkertijd haar
kunstenaarschap bewijst, daar men ook in
deze materie met een soort psychische foto
grafie niet ver komt als kunstenaar
In Piëta die het geluk zoekt. Is soms eenzelf
de stemming als in „Tijne van Hilletje." een
voudiger. natuurlijk misschien, en minder
kerksch-beinvloed, maar even aantrekkelijk
in haar oprechtheid, in de ontwikkeling van
haar zuiveren drang naar genegenheid. De
sfeer van dit nieuwe boek ls minder zwaar ge
laden dar. in het verhaal van de ..Markensche
Tyne'; het gaat er in het weeshuis, waar Piëta
wordt opgevoed, wat luchtiger toe en de ge-
heele historie van Piëta ls wat blijder gestemd,
maar tusschen Tyne en Piëta blijft een zekere
verwantschap opmerkelijk
Als Piëta weg wil loopen uit het huis, omdat
alles haar donker en afgrondsdiep voor de
oogen wordt, voelen we een echt Smedingsche
sfeer geschapen. Bij de beschrijving van de
angst om het onvindbare kind, overdrijft, de
auteur haar eigen manuaal een beetje, dat
zijn een paar rare blaadjes in dit overigens
zoo acceptabel weeshuisleven.
Als getrouwde vrouw gaat Piëta later nog
eens aan den kuier; dan beschrijft Alie Sme
ding de situatie veel en veel aannemelijker
Want Piëta krijgt een man. ze doet uit het huis
een pracht van een huwelijk en het ls een ge
noegen van haar ontluikende liefde te lezen
van haar zuiver instinctief geheel-vrouw-zijn
voor den man die haar ontdekte en verkoos
In haar argeloosheid zal ze nog moeten
leeren dat een man weer wat anders is. dat
haar man twee harten, twee gezichten zal
kunnen vertoonen en ook hoe ze daarop rea
geert geeft Alie Smeding heel fijn en geestig
Het dreigt spaak te loopen met het gevon
den geluk, maar het komt toch nog weer in
orde.
Aan den einder van het boek verschijnt, als
een belofte „het Kind" en het is niet onwaar
schijnlijk dat een zoo zuiver geaard, van
schipperen afzijdig figuurtje als Piëta eerst
dan het ware ge'.uk gaat vinden, want wat is
zuiverder, vertrouwenden rijker dan de liefde
die tusschen het kind en de moeder met de
geboorte meekomt!
De loop van het verhaal is dus. zal de lezer
opmerken niet bijster sensationeel. Dat kind
aan den einder is meer vertoond. Inderdaad
En die innige genegenheid van den ouden heer
Bahuut voor de vrouw van zijn neef. die zijn
Piëta met een kleinzielige geprikkeldheid gaat
verwaarloozen, is ook een motoief dat in een
Tornar, al eens meer werd doorgeborduurd.
Maar dat is de quaestie niet. die de kunst
waarde van een boek bepaalt. Ware dat wel
zoo dan zou de soort grap in tien deeien van
Mr. Bomans tot de geslaagdste producten der
Neder!, letteren zijn gaan behooren. Die waren
immers van een verontrustende nieuwheid in
visie en conceptie. Hoe zielig zijn die thans
om hals gebracht, al zou. zelfs al waren ze
beter geschreven geweest, dit roemloos einde
niet voorkomen zij"- uitgerekend in den
kersentijd met groote heeren aan tafel gaat
zitten, loopt kans met pitten bekogeld te wor
den. Dat wisten we immers.
Alie Smeding had. geloof ik. geen wedden
schap tusschen de heeren X.Y en Z r.oodig om
eens een blU. ©en opbouwend, en niet-pc-ssi-
mistisch boek te schrijven. Volgens Dr. Ritter
is in „Ik zoek het Geluk" een geheel nieuwe
Alie Smeding aan het woord. Ik zie dat niet
zoo. De grondtoon van haar wezen, een warme
hartstochtelijkheid, door eerbied voor het
eeuwig-ongewetene meestal in bedwang ge
houden. men vindt hem ook in dit nieuwe
werk. De wijze waarop ze haar innigst gevoel
voor het gewetene en het ongewetene gestalte
geeft, is zeer persoonlijk-eigen en bijna vol
komen gaaf. Er ls een wijsheid in die met pes
simisme noch met optimisme van doen heeft.
Daarom kon ik beginnen, zooals ik begon: een
prachtig boek. Dat het hier en daar ditmaal
ook „snoezig" gevonden kar. worden, neemt
van de pracht niets weg en is bijkomstig, geen
hoofdzaak.
An toon Thiry. De zevenslager.
Den Haag. 't Gildeboek.
Reeds lang kennen wij Antoon Thiry als
prettig, maathoudend verteller uit den Tim
mermans-kring. Reeds verscheidene zijner
boeken werden sinds de verhalen van onder
den Sint Gomaar. in deze aanteekeningen ver
meld. Dit is de amusante historie van Fllpke,
een Vlaamsche kwajongen met karakter en
een goeden kop. uit de buurt van Antwerpen.
Zijn schooljaren en zijn vechten tegen de
meesters die de knapen uit de „bourgeoisie"
voortrekken. Zijn apestreken en zijn liefde
voor den jongen tijdelijken onderwijzer die
geen vriendjes kent en Flipke op z'n waarde
stelt.
Dan Flipke s artiest willen wezen en z'n gaan
naar de Antwerpsche Akademie. En overal is
Flipke het succesnummer. Zelfs in de oorlogs
jaren redt hij zich het lijf door zijn stoutmoe
dige levenslust en durf. Terug ln Antwerpen
wint hij zich de liefste vrouw die hij droomen
dorst. Smeedt plannen voor grootheid en aan
zien en alles loopt hem mee. Het heeft werke
lijk iets van vuurwerk, dit levenskrachtig be
staan waar tegen geen bezwaren stand hou
den. Jammer dat het ook als een vuurwerk
uit moest gaan. In zijn eerste huwelijksjaar,
als hij met groote plannen en vol energie
naar Afrika gereisd is voor zijn zaken, wordt
hij daar ziek en sterft. En Mhteke blijft ach
ter in een sombere wereld en blijft wachten
op haar zon, die niet meer schijnen zal. Triest
een beetje, dat slot van Flip den zevenklap
per. Maar zoo kan immers het leven ook zijn.
En wij hebben dankbaar genoten van het
geen vooraf ging: een vlot verhaal van leutig,
toch serieus leven, van welk mengsel te brou
wen ook deze Vlaamsche schrijver het ge
heim bezit.
J. H. DE BOIS.
REMBRAND-THEATER.
De Wandelende Jood.
Voor hen die van een pompeus en statig
werk houden, zal de film van Maurice Elvey
..De Wandelende Jood" welke deze week ln het
Rembrandt Theater te zien is. veel aantrekke
lijks bieden.
Heel het werk wordt gekenmerkt door een
nadrukkelijke plechtigheid: het langzame tem
po, herinnerend aan een onder txeurmarsch
voorbijtrekkende militaire begrafenis: de in
leidingen van den als een ouderwetsche predi
kant galmenden explicateur; de gedragen ver
zen van den lyrischen dialoog; de romantische
decors en de melodramatische figuren en over
eenkomstig met dit uiterlijk aanschijn, de
stemmige inhoud met zijn bUbelsche en-legen
darische motleven. het is alles bestemd om
den indruk van het verhevene te wekken.
Of deze bestemming bereikt is? Het verheve
ne is zoo teer. en al moge op deze film dan al
niet van toepassing zijn. dat er tusschen het
verhevene en het belachelijke slechts één
schrede is. toch is de afstand tusschen het ver
hevene en het langwijllge hier soms wel bij
zonder klein. Het geheele geval loopt op ko-
thurnen en doet den modernen toeschouwer te
veel denken aan het tooneelspel en de decla-
matiekunst uit den tijd van de rederijkers-
waarin men de rollende R. de geplengde traan
en de ter. hemel geheven handen bijzonder op
prijs stelde.
Wat ondanks alles deze film beteekenis ver
leent, is de aanwezigheid van Conradt Veidt,
Deze vervult de hoofdrol van De Wandelende
Jood. wiens geschiedenis hier is weergegeven
naar het tooneelstuk van Temple Thurston,
dat omstreeks vijftien Jaar geleden te Londen
avond op avond uitverkochte zalen trok.
Veidt verschijnt hier achtereenvolgens a^s
de Jerusalemmer die Christus in het gelaat
spuw:, terwijl deze, belast met het kruis, hem
voorbijgaat: als kruisridder, als middeleeuwsch
koopman en als Spaansch arts tijdens de in
quisitie. Doordat er ln deze metamorfoses zoo
wel wat den tijd als watt de omgeving betreft,
weinig variatie is. ontkomt men niet aan den
indruk van een herhaling. De herhaling van
het motief zou weliswaar zin hebben en zelfs
verplicht zijn. maar men zou in de uitwerking
wat meer verrassing kunnen hebben aange
bracht. Dit zwaar opgezette stuk mist volko
men de opluistering van het speelsche vernuft
en het is dit plompe en trage, dat de belang
stelling in den weg staat.
De herhaling van het motief: de straf, welke
de man voor zijn godslastering ontvangt door
dat hij met sterven op Christus wederkomst
zal moeten wachten, is hier op wel zeer zin
rijke wijze verbonden met een ander motief:
dat Christus niet komt volgens de tradicio-
neele verwachting van buiten af, maar als in
nerlijke wezensverandering in het slachtoffer
zelf verschijnt.
De Wandelende Jood wordt Christus en deze
ontwikkeling van het karakter geeft de film
verdienstelijk weer. Oorspronkelijk verbitterd
door het verlies van zijn beminde, dat hij
aan Christus toeschrijft, en als kruisridder
zich voor deze verbittering wrekend op de
vrouw die hem liefheeft, aanvaardt hij als
koopman den dood van zijn kind en het vertrek
van zijn tot het nonnenklooster bekeerde gade
reeds met weliswaar nog smartelijke berusting.
Maar gedurende de laatste étappe van zijn
wandeling op aarde is hij als weldoener der
armen en uitgestootenen reeds zoozeer aan
Christus gelijk geworden, dat de opzettelijke
overeenkomst tusschen zijn beeld als marte
laar op den brandstapel en de tradltloneele
voorstelling van Christus aan het Kruis niet
meer aanstootelijk aandoet, maar als een wel
sprekend symbool het verhaal besluit.
Conradt Veidt blijft ook ln de veelvormige
gestalte van den Wandelende Jood zichzelf
gelijk en handhaaft zijn reputatie als film
treurspelspeler. Hij acteert ln den grooten,
breeden stijl, die bij de door hem belichaam
de figuur past en heeft oogenbllkken. waarin
hij ondanks de belemmeringen, welke het ka
der hem biedt, ontegenzeggelijk boeit. Vooral
in de laatste acte, waarin hij van zijn vrou
welijke partner goed tegenspel krijgt, is hij als
de weldoende dokter een tragische acteur van
beteekenis.
Ook dit theater reproduceert de vorstelijke
begrafenisplechtigheden, welke hier door Po
lygoon op het doek zijn gebracht.
Op het tooneel brengen Burns en Ray met
l un excentrieke dansen een aangename afwis
seling.
H. G. CANNEGIETER.
AZIJN
MOSTEAD
TAFEL1UREN
(Adv. Ingez. Med.)
AGENDA
ZATERDAG 14 JULI
Dreef (Houtplein): Tentsamenkomst Leger
des Heiis. 8 uur
Palace: „De Tunnel". Tooneel: Liddy Berg
man in haar repertoire. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „De onzichtbare man"
2.30, 7 en 9.15 uur.
Rembrandt Theater: „De wandelende Jood"
Tooneel: Burns en Ray. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
ZONDAG 15 JULI
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
MAANDAG 16 JULI
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
ROOSTER VAN APOTHEKEN
(Samengesteld door den Inspecteur der
Volksgezondheid.)
Voor de apotheken die toestemming ge
vraagd hebben om 's avonds, 's nachts en
Zondags te sluiten, ls door den Inspecteur
der Volksgezondheid een sluitingsrooster op
gemaakt.
Van Zaterdag 14 Juli des avonds 8 uur tot
en met Vrijdag 20 Juli zijn de volgende apo
theken op Zondag 's avonds na acht uur en
des nachts geopend.
J. Dienske. Firma Duijm en Keur, Keizer
straat 6. Tel. 10378.
L. Schoorl, Frans Hals Apotheek. Frans
Halsplein 1. Tel. 11180
P. Kruysse, Firma Begemann en Sneltjes.
Kruisweg 30. Tel. 10043.
W. P. Woutersen. Apotheker, Koninginne
weg 3. Tfl. 1203#.