Welkom thuis! Op de grens van Dreumel en Wamel zijn Vrijdag drie boerderijen en zeven schuren door brand vernield waarbij zeventig duizend kilo hooi verloren ging. De rookende puinhoopen In het Amsterdamsche hoofdpostkantoor is een nieuwe zonverlichting aangebracht door middel van een op het dak geplaatsten heliostaat De achtste etappe van den Tour de France Grenoble Gap De ren nersonderweg bij de kust van Laffrey Een zonderling quartet. Musiceeren In de warme dagen is een vermoeiend werkje en alles wordt in het werk gesteld om zoo min mogelijk door de zonnestralen gehinderd te worden Te Zevenbergen had Vrijdag een groote premie keuring plaats voor paarden. Dravend voor de jury Mr P. W. Litchfield (rechts), president van de Good Year Rubberfabrieken, vertoeft momenteel in ons land. De heer Litchfield aan de rijsttafel in een restaurant te den Haag Een Nederlandsch Oberammergau. In 1935 zullen te Tegelen (L.) wederom passie spelen opgevoerd worden De uit te beelden personen zijn thans reeds goed kenbaar aan hun baard- en haargroei. De Petrus-vertolker FEUILLETON De wonderlijke belevenissen van dr. Kaiserlien Honr WILL AMBERG. 11) (Nadruk verboden). En daarom stond hij. tot groote teleur stelling van de oude dame. plotseling op om kort. maar hartelijk afscheid van haar te nemen, waarbij zij hem de verzekering gaf dat hij ten allien tijde welkom zou zijn. wan neer hij behoefte mocht gevoelen zijn bezoek nog eens te herhalen. Bovendien kreeg hij de hartelijke groeten mee voor zijn vertrokken neef. Maar naar dien opdracht luisterde hij slechts met een half oor, omdat hij zeer nieuwsgierig was naar het resultaat van Ina Heldt's nasporingen naar de verblijfplaats en de antecedenten van Eduard Stolzenberg Het blijkt ook ditmaal, dat hij zich volko men op Ina Heldt kan verlaten. Klokslag elf uur is zij op de afgesproken plaats; haar mededeelingen zijn kort en duidelijk en getui gen van de gewone accuratesse, waarmee zij voor hem pleegt te werken. Zij schijnt trouwens haar bemoeienissen in deze zaak niet anders dan haar plicht te beschouwen en het is wel kenmerkend, dat zij bij de uitoefe ning van die plicht weer geheel In het grijs gekleed gaat: het aardige toiletje van eergis- steren en gisteren was dus slechts een episo de „Een zekere Eduard Stolzenberg woonde het laatste anderhalf jaar ten huize van den hoofdonderwijzer Calvarl aan den Kurfürsten- damm", deelde zij mede. „Drie dagen geleden heeft hij de huur opgezegd en is hij vertrok ken zonder adres achter te laten. Stolzenberg was een man van middelbaren leeftijd, tegen de 40 ongeveer, clean shaven, middelmatig van postuur. Hij gaf zich uit als auteur". Kan men in drie zinnen meer zeggen? Kan men nog beknopter meedeelen, wat een lang niet vlotte en niet altijd aangename discussie met den hoofdonderwijzer Calvari slechts druppelsgewijs aan het licht heeft gebracht? „Wat mij over mijn naamgenoot bij me vrouw Reinhardt ter oore is gekomen, gelijkt als twee druppels water op uw inlichtingen omtrent Stolzenberg", merkt Kaiserlien op om daarna een uitvoerig verslag te geven van zijn bezoek aan de woning in de Kantstraat. Ina Heldt valt hem niet in de rede en ook als hij aan het eind Ls van zijn verhaal, zwijgt 2Ü nog eenigen tijd. Eindelijk vraagt zij en het klinkt, alsof zij dat doet om maar iets te zeggen: „Bent u tevreden over het resul taat van uw onderzoek?" .Bent u tevreden?" is Kaiserlien's weder vraag. „Eenigszins", antwoordt zij aarzelend. „Dat belde heeren terzelfder tijd hier in Berlijn op doken en ook tegelijkertijd weer spoorloos verdwenen, kan gevoegelijk als het overtui gend bewijs van de juistheid van mijn ver moeden worden opgevat". „Van welk vermoeden?" „Van mijn vermoeden, dat het heele proces Stolzenberg-Kaiserlien niets meer of minder was dan een comedie. Siechts geënsceneerd met het doel uw villa te kunnen verkoopen. Ik kan mij nu gemakkelijk indenken hoe die twee te werk zijn gegaan: Uit een of andere, ons tot dusver onbekende bron ontvingen zij de mededeeling, dat u voor langen tijd op reis was gegaan en dat niemand in Starnberg wist of weten mocht wat het doel was van die reis. Van deze onbekendheid met uw verblijfplaats maakten de beide heeren een dankbaar ge bruik om beslag te leggen op uw villa. Het is eenvoudig geniaal, zooals zij zich daarbij van de medewerking der autoriteiten hebben weten te verzekeren. Dé geheele comedie heeft zich om zoo te zeggen met de volle medewer king van de rechtbank en van den notaris afgespeeld. Het schijnen inderdaad meesters in hun vak te zijn. Ik kan me werkelijk niet voorstellen hoe u dit zaakje nu verder denkt te kunnen behandelen zonder de hulp van de politie in te roepen". ..U beweert zelf, dat de autoriteiten mede de hand in deze oplichterij hebben gehad en desondanks verwacht u van me, dat ik nu de politie in den arm zal nemen? Het spijt me. maar daartoe kan ik toch heusch niet beslui ten. In ben er nu meer dan ooit van overtuigd dat ik dit zaakje alleen moet opknappen", houdt Kaiserlien koppig vol en Ina Heldt haalt: bijna beleedigd, de schouders op. Kaiserlien ontgaat dat of hij doet, alsof het hem ontgaat, omdat hij zich nu een maal door niet van zijn besluit wil laten af brengen. Hij is optimistisch gestemd en steek: dat niet onder stoelen of banken: „Zóó moeilijk zal het toch wel niet zijn om die heeren te vinden; het aantal Kaiserlien's is maar zaer gering en zoo heel veel Stolzenberg's zullen er ook wel niet rondloopen". Ina Heldt buigt zich met een ruk over de tafel en haar oogen schitteren opgewonden, als zij hem, verbijsterd door zooveel naïveteit, toevoegt: „U gelooft toch, hoop ik, niet da: Kaiserlien en Stolzenberg de ware namen van 'de beide oplichters zijn?" Kaiserlien is minstens even verbaasd. Daar aan heeft hij tot dusver nog in 't geheel niet gedacht. „Denkt u van niet?" „Ik wil u wel garandeeren, dat dit duistere tweetal in wekelijkheld heel anders heet en dat zij zich slechts onder de namen Kaiser lien en Stolzenberg hier hebben aangemeld". „Dat zal toch wel niet zoo gemakkelijk gaan". „Waarom niet? Welke bezwaren zouden daaraan verbonden kunnen zijn? Denkt u. dat mevrouw Reinhardt van haar huurders cischt, dat zij zich lcgitimeeren?" .Mevrouw Reinhardt waarschijnlijk niet mar de politie!" „Die verlangt alleen legitimatie in geval len, dat zij verdenking tegen iemand koestert. Als regel berust het verhuisbiljet bij het Be volkingsbureau waar niemand er verder naai omkijkt. Neen, van de politie hadden de heeren wel het minst te duchten. Bovendien hadden zij ruimschoots gelegenheid om hun slag te slaan. U moet niet vergeten, dat u meer dan anderhalfjaar in het buitenland bent geweest en eerst nu, in de laatste maanden, hebben zij den beslissenden stap gewaagd. Aanvan kelijk hebben zij als solide ingezetenen een paar maanden bij Calvari en Reinhardt ge woond. Was een of ander ambtenaar van het Bevolkingsbureau achter de onjuiste aangifte gekomen, clan hadden zij eenvoudig een stu dentengrap of iets dergelijks voorgewend en dan zouden zij er hoogstens met een kleine boete zijn afgekomen; in geen geval zou men hun hebben kunnen bewijzen, dat zij een of andere misdaad in den zin hadden. Pas toen zij zich, na een verblijf van ettelijke maan den volkomen veilig waanden en nadat zij vrij algemeen dus niet alleen bij hun ver huurders, maar bijvoorbeeld ook bij de post, die hun correspondentie bezorgde, bij de win keliers die de boodschappen aan huis aflever den en bij ambachtslieden, die verschillende karwijtjes voor hen opknapten de over tuiging hadden gevestigd, dat de namen Kaiserlien en Stolzenberg hun werkelijke na men waren, zijn zij met het proces begon nen". „Kunt u alles, wat u daar beweert, nu ook bewijzen?" vraagt Kaiserlien. die nog lang niet overtuigd schijnt te zijn, droog. Ina Heldt lacht eenigszins geheimzinnig ,U bent op 12 November 1901 geboren, niet waar?" „Dat klopt", moet Kaiserlien verwonderd toegeven. „Dan heb ik het bewijs al", zegt zij met een triomfantelijk lachje. „Ik ben namelijk van morgen ook op het Bevolkingsbureau geweest. De dr. Kaiserlien, die zich anderhalf jaar ge leden als huurder bij mevrouw Reinhardt aan meldde, heeft opgegeven, dat hij op 12 Novem ber 1901 geboren is! Wilt u een nog duidelijker bewijs, dat de man niet werkelijk dr. Kai serlien heet, doch zich slechts tijdelijk dien 'naam heeft toegeëigend?" „U schijnt vanochtend al heel wat gepres teerd te hebben", zegt Kaiserlien met iets van waardeering in zijn stem. En dit ontwij kende antwoord op de zakelijke mededeeling van zijn secretaresse bewijst, dat hij zich bij haar argumenten neerlegt. „Ja", antwoordt zij kort, en met dezelfde koppigheid als die van haar chef tot haar eigen advies terugkeerend, laat zij er op volgen: „De politie zou zooiets echter nog gemakkelijker kunnen vaststellen dan u en ik". Een tijdlang zwijgen zij, Aan de naburige tafeltjes klinkt het gerinkel van glazen; er wordt gelachen en gepraat. Dit is niet de ge schiktste omgeving om met zijn gedachten alleen te zijn; Kaiserlien verlangt naar het halfduister van zijn studeerkamer in de villa aan het meer, waar hij rustig, zonder gestoord te worden, op en af zou kunnen loopen, zijn aandacht geheel concentreerend op de zaak, die hem bezighoudtMaar dat was vooiioopig voorbij. Hij fixeert Ina Heldt. doch deze staart pein zend naar buiten, naar het troostelooze front van het Anhalter station aan de overzijde van het Askanïsche plein. Zij voelde zich blijkbaar gekrenkt, omdat hij weigerde op haar advies in te gaan. Maar, hij was nu eenmaal vast besloten zonder politie de zaak tot een goed einde te brengen; dat moest zij goed begrijpen zonder zich on middellijk verongelijkt te voelen. „Misschien is het niet ongewenscht de ad vocaten Vogt en Arnheimer eens op te zoeken", zegt hij eindelijk op goed geluk en eigenlijk slechts met het doel haar tot een antwoord te dwingen. „Daarmee bereikt u niets!" antwoordt zij kort. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 16