"raadsels
BRIEVENBUS.
VRIJDAG 27 JULI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
is*
Deze raadsels zijn ingezonden door Jon
gens en Meisjes die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers vier boeken verloot.
AFDEELING L
(Leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door W. B.—Z.)
Wat vind je in alle groote steden, dat hét
omgekeerde van een woord is, dat het tegen
gestelde van vreugd beteekent?
2. (Ingez. door Boerinnetje.) Strikvragen.
a. Wat kan men niet nat mafccn?
b. Welk blik roest niet?
c. Welke munt is niet van metaal?
d. Welke ster staat niet aan den hemel?
e. (Ingez. door Winterkoninkje.) Wie kan
water met 2 letters schrijven?
f. Wat heeft twee oogen en kan niet kijken.
Twee beenen en 't kan niet loopcn?
g. Welke haan kraait nooit?
h. (Ingez. door Zwartkijkertje.) Hoeveel
maanden hebben 28 dagen?
i. Mijn zuster en ik vormen samen den naam
van een specerij. Welke?
3. (Ingez. door Madeliefje.)
Ik ben een Rubriekertjesnaam van 17 let
ters.
1234567 is een koningsdochter.
8 9 10 is heerlijk.
14 15 15 13 is niet hoog.
6 13 6 14 is een stekelig dier.
15 16 16 15 is een meisjesnaam.
11 12 12 li is een ontkenning.
14 15 16 17 is een wapen.
4 (Ingez. door Zwartkijkertje.)
Trek 45 van 45 af, zoodat er 45 overblijft.
5. (Ingez. door Zwartkijkertje.)
Ik ben een klein wezentje, dat tevens een
Rubriekertjesnaam is van 13 letters.
5 4 13 8 is een jongensnaam.
3 2 11 9 10 is een Inhoudsmaat.
5 6 7 is vaak diep
12 13 8 is een meisjesnaam.
1 2 3 is een lichaamsdeel.
3 4 5 is hetzelfde lichaamsdeel.
10 13 13 5 lusten we allen.
AFDPIKT,ING II.
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door Madeliefje.)
Vul de puntjes In met medeklinkers, zoodat
Je een bekende Rubriekertjesnaam krijgt.
o e oo
2. (Ingez. door W. B.Z.) Vierkantraadsel.
sluit den tuin af.
een meisjesnaam.
dient om melk in te bewaren.
Van boven naar beneden moet men 't zelfde
lezen als van links naar rechts.
3. (Ingez. door W. B.Z.)
Ik besta uit 4 letters en je zult Je er in de
vacantie wel eens mee bezig houden Gooi de
letters door elkaar en je krijgt een warm
huidje.
4 (Ingez. door W. B.Z.)
Ik besta uit 9 letters en noem iets, waar we
nu niet aan denken hoeven.
7 4 6 is speelgoed.
8 1 lusten we graag.
9 4 5 1 dient ter berging.
1 2 3 4 6 is een visch.
5. (Ingez. door W. B.Z.) Verborgen meis
jesnamen.
aJe tante komt er aan. Wim.
b. Ma rieip je al zoo dikwijls.
c. Ik kan na negenen pas komen.
d. Vader gaat naar Bern, als het mooi weer
blijft.
6. (Ingez. door W. B.Z.)
Ladderraadsel,
x een edel metaal,
x deelen van den dag
x tegengestelde van zacht
x wordt voor allerlei gebruikt,
x ander woord voor slot
x tegengestelde van ja.
De kruisjes moeten een geldstuk noemen.
RAADSELOPLOSSINGEN.
De raadseloplossingen der vorige week zijn:
AFDEELING L
1. Mook. Gennep. Weert. Blerik. Echt.
Venloo.
2. De kleine Gymnast.
3. Kam, kat.
4. Doornroosje.
5. Storm vogeltje.
6. Veel handen maken licht werk.
AFDEELING II.
1. Zonneroosje.
2. Helmond.
3 Bek, dek, hek. Lek, nek, pek, rek, wek.
4. Dak. bak, hak, lak, mak. jak, mak, wak.
5. Zeeroosje.
6. Vacantie.
Goede oplossingen ontvangen van:
Waterlelie 5 Sunny Boy 5 Pianiste 5 Zwart
kijkertje 6 De rijzende Zon 6 Waghondjie 5
Zandkevertje 6 Kwebbeltje 5.
Stormvogeltje 6 Kwebbeltje 5 Jasmijn 6 Al-
penroosjeö Marianne B. 5 Boerinnetje 6
POSTZECELRUBRIEK.
Poten. Op bijna alle zegels staat Poczta
Polska. Alleen op de eerste zegels voor interne
dienst staat de Poolschc Adelaar met als op-
of inschrift K.OM.W. Vanaf 1924 zijn de hoo-
cere waarden in zloty en de lage waarden In
Groszy aangegeven.
Pcrzië. Hiervan zijn de eerste zegels herken
baar aan de leeuw met op den achtergrond de
zon. die zijn stralen naar alle kanten uit
zendt. Later is er op vermeld Postes Persanes.
Memel. In 1920 werden Duitsche zegels over
drukt met Memelgebiet. Later kregen Fran-
sche zegels een opdruk Memel met waardeaan-
duiding in Mark of Pfennig. In 1923 kregen
eerst zegels uit Lithauen een opdruk. Klaipe
da (Memel), terwijl later in '23 nieuwe zegels
met deze namen werden uitgegeven. De waar
de aanduiding Is 100 Centa 1 Litas.
Rustenburgerlaan 23.
W.L+iichvit
HET SLOT VAN DE GESCHIEDENIS
Ostende, 20 Juli 1934.
Mijn waarde vriend Gerard, met waarde
onderstreept
Even wil ik je berichten, dat ik terecht ben.
Daarmee zou ik kunnen volstaan, doch mis
schien dat je anders weg zou smelten van
nieuwsgierigheid, zooals Truus me hier in m'n
oor fluistert, wil ik je een verklaring geven,
waarom ik je eigenlijk even enkele uren in
doodsangst over je vriend moest laten zitten,
Het geval wil namelijk, dat ik het laatst uit
het vliegtuig stapte, toen we op den grond ge
daald waren, een heel eind van het brandende
toestel af. Wat dat „brandende toestel" aan
gaat, ga ik van de veronderstelling uit, dat je
niet betraande oogene de verslagen hebt ge
lezen, die ook wel in de Nederlandsche pers
zijn terecht gekomen.
De anderen, renden allemaal in de richting
van de D.R.U., die brandde als een fakkel,
maar ik zag wat anders. Ik zag de A.BS., het
andere toestel, en dit reed me maar eventjes
over het veld. alsof er geen brandend toestel
was. Aanvankelijk dacht ik, dat het toestel
werd weggereden, maar toen ik zag, dat het
werd voortgeduwd door een manmet een
masker, kreeg ik argwaan.
Had ik nu maar geen argwaan gehad, dan
had ik jou een paar minder prettige uren be
spaard, want die vent vond waarschijnlijk, dat
ik hem te veel op z'n vingers keek; hij wees
met z'n hand naar mij en onmiddellijk renden
er drie van zijn collega's op mij af, die me zon
der iets te zeggen, overrompelden. Ik kreeg
namelijk een heel raar luchtje in m'n neus en
toen wist ik van m'n eigen bestaan niets
meer af.
Nu moet je niet denken, dat het allemaal
zoo rustig ging, als ik het hier neerschrijf. Je
kunt jezelf wel voorstellen, in welk een angst
ik zat.toen ik die kerels op me zag afstormenJDn
nu zeg jij natuurlijk: „Ezel, waarom heb je
dan niet geschreeuwd!" maar laat ik je dan
even vertellen, dat het een lawaai was op het
terrein, alsof cr compleet oorlog was uitge
broken tusschen alle natiën van de wereld.
Zonder dat ik het wist, en in ieder geval
tegen wil en dank, maakte ik een luchttoertje
en toen ik bijkwam waren we alweer geland
Maar nu moet je niet denken, dat Puck in
de wieg is gelegd, om een snerbverslag te
schrijven van een reclameproef, die mislukt,
nee, ik was van plan, niet alleen mezelf, maar
ook de voorraad fosforgas van prof. Leeder
man te verdedigen, want deze was met het
vliegtuig weggevoerd.
Ik overzag onmiddellijk den toestand en
verwittigde me eigen, hoe mijn positie was
en waarlijk, die was niet ongunstig. Je kon
merken, dat die kerels heelemaal niet op mij
gerekend hadden. Een wacht, om op me te
passen, zag ik niet.
Een der schurken lag luid te snorken op den
grond van de cabine. Die had waarschijnlijk
een slokje te veel op. Ik was niet eens vastge
bonden en ik sloop dan ook doodvoorzichtig
naar den uitgang. Nergens zag ik een sterfe
lijk wezen.
Zooals je weet, ben ik erg bescheiden en
moest op dat moment dan ook al mijn bru
taliteit voor den dag halen, om uit het toestel
te stappen.
Al wat ik zag, was een groot open land, aan
den eenen kant een bosch en aan den andere
een breed water.
Waar ik was, wist ik niet en het zou nog een
heelen tijd duren, voordat ik het weten zou'
Op goed geluk af, liep ik het bosch in, waar
het nog donkerder was. als een nacht bij
nieuwe maan. Je zult zeggen: dat is onmoge
lijk. maar dat komt, omdat je het nog nooit
gezien hebt!
Ik liep maar raak, laantje in laantje uit,
voor zoover er sprake van laantjes was. Ver
schillende malen stootte ik mijn hoofd op een
gevoelige wijze aan een boomtak, schramde
mijn armen en beenen.
Maar met dat al, bereikte ik mijn doel, na
melijk de bewoonde wereld.
Het was een dorp, dat ik op mijn weg tegen
kwam, na ongeveer een 2 1/2 uur door het
„oerwoud" te hebben gespazierd!
Den eersten den besten bewoner, die ik te
genkwam, vroeg ik naar het politiebureau en
ik moest vijf stervelingen raadplegen, voordat
ik het bureau te pakken had. Maar toen was
de zaak ook in orde!
Op het politiebureau bleken ze al volkomen
te zijn ingelicht over het verdwenen vliegtuig
en voor den tweeden keer doorkruiste ik het
donkerder dan donkere bosch!
Nu behoef ik je verder niets meer mee te
deelen. Je kunt met je eigen fantasie wel na
gaan, dat dit zaakje voor den dronken Chi
nees, die in het vliegtuig lag ik kon die zien,
doordat een lichtje in de cabine heel flauw
brandde alsmede voor zijn collega's, die
schijnbaar naar mij liepen te zoeken, want
toen we aankwamen, waren ze allemaal be
zig. met de omgeving te inspecteeren en be
grepen maar niet. hoe gek of een stuivertje
rollen kon; dat „stuivertje" ben ik dan! Het
zaakje werd ingerekend, dat snap je en de
gevolgen zijn voor hui rekening en mijn deel
zal ik als getuige ook nog wel krijgen, dat wil
dan zeggen, als de zaak „voorkomt Hm!
Die schurken hadden een afspraakje ge
maakt met een groote fabriek in Noord
Frankrijk, want daar was ik heelemaal beland,
om hun het fosforgas te leveren en zoodoende
het zelf te gaan fabriceeren.
Maar dat is wel eventjes anders uitgeloopen.
Ik werd per trein naar Ostende teruggedi-
rigeerd, waar ik in Truus d'r armen werd ont
vangen.
En nu nog wat! Ik vind het onnoodig je de
verdere ontvangst nader te omschrijven.
Twee dagen na deze gebeurtenis, dat was
dus eergisteren, kreeg ik een brief van een
der stedelijke dagbladen uit Hollland, welke,
dat zal ik je wel vertellen, als ik weer thuis
ben, die mij een plaats aanbood als verslag
gever met een prachtig honorarium. Weet je
wat dat is? Dat is arbeidsloon!
Ik heb dat „situation" dat is Engelsch,
Gerard en dat ken jij zoo goed! aangeno
men en zal nu binnen afzienbaren tijd weer
heerlijk alle dagen in jullie midden vertoeven.
En nu blijf ik je dierbaren vriend
Zelfs om ontvoerd te worden, is nog ergens
goed voor!
PUCK.
Aan de lezertjes van „Puck's Correspon
dentie."
Jullie hebben nu kunnen lezen, wat voor
avonturen of Puck mee heeft gemaakt in
Ostende, toen hij een verslag moest schrijven
van de lucht-lichtreclameproef.
Ik heb natuurlijk nog wel even geïnformeerd
of nu die proef heelemaal niet doorgaat, want
nu weten we nog heelemaal niet, of we bin
nenkort ook verlichte letters in de lucht zul
len lezen.
En het antwoord wat ik kreeg, was: De
proef zal zeker nog eens genomen worden,
maar dit zal nog wel eenigen tijd duren, om
dat er geweldig veel geld voor noodig is; wel
meer dan f 2000.
En Puck s correspondentie is hiermede ten
einde, want Puck is verslaggever geworden
aan een groot dagblad in Nederland en hij
slaapt nu weer thuis. Correspondeeren is niet
meer noodig dus!
Hoe komen we aan de uitdrukking „op een
grooten voet leven". De graaf van Anjoru
kreeg aan één zijner voeten een gezwel, waar
door hij genoodzaakt werd, buitengewoon
lange, naar voren omgebogen schoenen te
dragen. Voorname lieden aapten hem na en
zoo kwam de dracht in de mode. De punten
van deze schoenen, snebschoenen, waren
soms zoo groot, dat ze met een kettinkje aan
de knie vastgemaakt werden om te zorgen,
dat ze bleven opstaan. Deze mode werd zeer
overdreven, zoodat Karei V er zelfs een bevel
tegen uitvaardigde.
KONIJNTJES.
De konijnen behooren tot de orde der
knaagdieren en houden gaarne verblijf in ho
len onder den grond, zoodat zij bij voorkeur
zandige streken, zooals de duinen bewonen.
Wegens het ondermijnen van den bodem,
zoowel in de bosschen als aan de kusten wor
den de konijnen erg vervolgd en zelfs min of
meer uitgeroeid.
Zelfs op onze kusteilanden, waar men vijf
tig jaar geleden wel eens zestig en meer dier
tjes van de duinen naar het weiland zag trek
ken om te grazen, worden ze langzamerhand
zeldzaam.
Men heeft konijnen tam gemaakt en vele
tamme konijnen hebben de oorspronkelijke
grijze kleur verwisseld voor een zwarte, witte
of bonte kleur. Daarbij zijn rassen ontstaan,
die zioh zoowel door hun bijzondere zwaarte,
als door hun bijzondere lengte der ooren on
derscheiden. Vooral in Frankrijk en Italië wor
den ze om hun vleesch gemest.
Ook als sport beteekent de konijnenfokkerij
tegenwoordig heel veel; dat ziet men aan de
inzendingen op pluimvee-tentoonstellingen.
Onze afbeelding toont ook eenige gefokte
konijnen; n.l. angorakonijnen. Deze hebben
een langharinge pels. Sommige haren zijn
meer dan 25 c M. lang. De witte angorakonij
nen hebben roode oogjes; maar ze kunnen
ook effen, blauw, zwart, geel en zwart van vel
zijn; en dan hebben ze donkere oogen.
OOM KEES.
UIT DE NATUUR.
WATERPLANTEN.
Juli en Augustus zijn de mooiste maanden
om een wandeling te maken langs het water,
want dan is alles pracht en praal. De ondiepe
slootjes zijn begroeid met verschillende soor
ten kroos, in rustige, diepere slooten drijven
gele plompen en witte waterlelies.
De lisch is uitgebloeid en vertoont nu zijn
mooie trossen glimmende groene zaaddoozen.
Ook kalmus en lischdodde ontmoeten we
weer naast bossige pluimen maar nog meer is
er sinds onze laatste wandeling gegroeid.
Daar zien we eerst de statige zwanebloemen
echte waterplanten met rose-roode bloemen
aan den top van den ronden stengel. De bla
den staan aan den voet van den stengel. Li
bellen, glazenmakers en kleinere insecten
rusten graag bij deze sierlijke planten. De
bloeitijd is van JuniAugustus.
Ook het pijlkruid A is in de buurt te vin
den, evenals bij de zwanebloem komen ook
hier de langgesteelae bladeren van af den
voet van den stengel, doch loopen drie-pijl
vormig uit. De stengel is driekantig, blad en
steel driekleurig, terwijl de bloemtrossen be
staan uit witte driebloemige kransen.
Tot de familie der lischdodden behoort de
egelskop. die in slooten, moerassen en poelen
te vinden is. De vleezige wortelstok wortelt in
het slijk en hieruit groeit een rechtopstaande
stevige stengel, die eindigt in verschillende
langwerpige stijve rechtopstaande bladeren.
De kleine bloempjes staan in hoofdjes en zijn
tot een pluim vereenigd. Er zijn meeldraad
en stamperbloemen die bloeien van Juli tot
Augustus.
EEN WANDELING DOOR
ARNHEM.
Gaan jullie met me mee naar 't Openlucht
museum? Bij het station stappen we in lijn 3
Het eindpunt is juist tegenover den ingang.
Het terrein is schitterend Heuvels, vijvers en
weidevelden.
In t museumgebouw zien we talrijke vitrines
die opgepropt zijn met voorwerpen, die op 't
platteland een groote rol spelen. Koperen en
tinnen gebruiksvoorwerpen, gouden en zil
vererf sieraden, allerlei nationale kleeder
drachten. Buitengewoon mooi is een beschil
derde arreslee en oud-Hollandsche kaaspers.
Het Museumpark trekt ons toch meer. Hier
heeft iedere provincie haar eigen terrein. Je
ziet er een Twentsclr boerenhuis en een Bak
huis de 17de eeuw. Een paardenhoefstal uit
Scherpenzeel.
Langs de groote wei staan de oude molens
een windwatermolen uit Gorredijk, een stan
derdmolen uit Huizen, een korenmolen uit
Delft, een houtzaagmolen uit Numansdorp.
Dan sierlijk beschilderde boerenwagens uit
Zeeland, Overijsel, Drente en Groningen.
Achter in het bosch is de Hindelooper Pronk
kamer met het mooie, Friesche huisraad. De
wanden ervan zijn bedekt met 3000 muurtegels
uit Makkum. In 't zelfde gebouwtje is ook de
grutterij uit Wormerveer, zooals er voor hon
derd jaar vele bestonden.
In het park is het Openluchttheater ge
bouwd met 1300 zitplaatsen, 's Zomers worden
daar voorstellingen gegeven.
Als tegenstelling van het Openluchtmuseum
;aan we den volgenden dag naar Burger's Die
renpark. De Arnhemmers spreken van „onzen
dierentuin". Lijn 3 brengt er ons al weer. Het
is een mooi uitgestrekt, beboscht park. De be
woners komen uit alle oorden der wereld. Voor
de dieren zijn ruime, gemetselde verblijven op
getrokken. Kilometers draadgaas zijn hoog
boven den grond gespannen als vormend een
reuze-volière voor allerlei vogels. De laan bij
den ingang voert naar de verblijven der dui
ven, papegaaien en kakatoes. Verder in het
park heb je de roofdieren, bisons, kameelen.
olifanten, apen. Het apenhuis is natuurlijk
ook hier de groote attractie voor de jeugd.
De leeuwen- en tijgerhuizen zijn niet door
hekwerk, waar door onzichtbaar breede sloo
ten van de toeschouwers gescheiden. Er zijn
kunstmatig nagebootste rotsen, waar berg
geiten huizen. Jullie zult zeker het huisje van
Roodkapjes grootmoeder het allerleukste vin
den. Roodkapje zal juist naar binnen gaan.
De vogelverzamelingen zijn schitterend. In
den grooten vijver zijn alle mogelijke zwem
vogels. De pauwen loopen trots rond en ae
struisvogels loopen zoo maar door de kinder
schaar heen. Het roofdierenhuis is op zich
zelf al een heel mooi bouwwerkje, 't Aantal
dieren is grooter aan je zou denken. Buffels,
herten, ijsberen, olifanten, panters, wolven en
nog veel, veel meer kun je er waarnemen.
W. B.—Z.
Slimme eekhoorns. In Zuid-Siberië leeft een
eekhoorn soort die dol is op paddestoelen. Te
gen den winter steken ze de paddestoelen aan
de naalden der denneboomen om ze daar te
laten drogen, om ze later te verzamelen voor
hun winterprovisie.
Een dwergenhuwelijk. Op 't eind van 1675
werd te Parijs het huwelijk voltrokken tus
schen twee dwergen, de man was borduurwer
ker de vrouw was 't eigendom geweest van de
hertogin de Montespan. die haar indertijd ge
kregen had van Lodewijk XIV. De koning was
dan ook bij dit huwelijk tegenwoordig en
schonk het jonge paar als huwelijkscadeau
50.000 francs.
ZANDKEVERTJE. Kind, wat heb jij een
prachtig rapport. Je bent maar glorierijk
overgegaan. En nu geniet je zeker heerlijk
van de vacantie.
WAGHONDJIE. Heb je laatst voor moe
der een mooi zoodje visch meegebracht? Leeft
dat eene vischje nog? Dan gaf ik het maar
de vrijheid. Ik ben 't wel een beetje met moe
der eens. Zijn jullie Zondag naar tante toe-
geweest? Hoe was 't met haar? Heb je al eens
eon papiertje onder je kussen neergelegd?
Heeft 't geholpen?
CORRIE DE M Hartelijk dank voor die
mooie kaart uit Hoenderloo. Is dat Jachtslot
een buitenplaats? Blijf je er nog een poosje?
DE RIJZENDE ZON. Je denkt zeker nog
wel eens aan dat prettige schoolreisje terug.
Zoo'n marktdag in Alkmaar is zoo leuk. Wat
deftig, dat jullie in een hotel hebben gedi
neerd. Reusachtig zooveel als jullie op een
dag hebben gezien. Nog heel hartelijk gefeli
citeerd met je lOden verjaardag. De volgende
week schrijf je me er zeker wel van alles over.
ZWARTKIJKERTJE. Dat is zeker prettig,
als je zoo 't gevoel hebt volop tijd te hebben.
Schrijf je me nu nog eens wat over je leventje.
KERSTROOSJE. Wat ziet het er daar ge
zellig uit in het Broederschapshuis. Ik dank
je wel voor die mooie kaart.
PIANISTE. Zit jij al in 't land der Frie
zen? Heb je het er naar je zin? Misschien wil
moeder je deze Rubriek wel opsturen. Dan
blijf je toch gezellig meedoen.
NAPOLEON Ben je nu weer heelemaal
in orde? Ben je nog nooit in Arnhem geweest?
Het is hier niet minder mooi dan in Nijme
gen. Ik wensch je ouders een heel genoeglijke
reis toe. Jij zult je zeker weer gauw geheel
thuis voelen op de E. S. hoeve. Welke oude
vrienden heb je er aangetroffen? 't Is een
bof je, dat je juist die twee feestdagen mee
maakt.
KWEBBELTJE. Je raadsels zijn goed.
Misschien heb je nu al een kaart van me
ontvangen Ik geniet hier van de mooie om
geving. Ben jij nu in 't Haagje? Daar zul je ook
wel plezier hebben en veel stof tot kweb
belen. Doe nu zeker met den vacantie-wed
strijd mee. Je weet nooit, hoe een koe een
haas vangt. Logeert grootmoeder nog in
Haarlem?
WILGENROOSJE. Wat vond ik 't leuk
van jou een kaart uit Luxemburg te krijgen.
Voor 't hoeveelste jaar is dit wel?" Hoe gaat 't
nu met de gezondheid? 't Is in ieder geval ze
ker een goed teeken, dat je zoover van huls
mocht. Hoor ik nog eens wat van je over alles
en nog wat?
BOERINNETJE. Hoe is 't met de ver
moeide boerin? Hoe kwam dat zoo? Gelukkig
maar, dat je zoon goede secretaresse had.
Je bent een flinke meid. dat je vader zoo flink
helpt, 't Is gezond, dat je nu den heelen dag
buiten bent. Zeg maar tegen moeder, dat ik
het volkomen met haar eens ben, dat de om
geving van Arnhem prachtig mooi is.
JASMIJN. Dat is een heerlijk dagje geweest
in 't Groenendaalsche bosch. Heeft tante Rie
mee gebald? Zit je nu in Nijmegen en heeft
het koffertje goede diensten bewezen? Von
den ze het thuis ook mooi? Je moet zeker naar
de Piasmolen gaan. Daar is het schitterend.
En er zijn ook nog wel leuke dingen op het
water te beleven, 't Is maar verstandig, dat je
je zwempak bij je hebt. Heb je mijn kaart nog
ontvangen?
STORMVOGELTJE. Aan de briefjes kan
ik wel merken, dat het vacantie is. Dat is best
te begrijpen. Ga jij heel naar Oostenrijk? Het
is reusachtig. En wanneer zal de reis plaats
hebben? Je raadsel is goed.
ANNEKE. Is je werk voor een groot deel
klaar? Ik vind het verstandig van je. dat je
je werk maar eerst af maakt, dan heb je na
tuurlijk een rustiger gevoel. Geeft vader je
wel eens een dictée met vreemde woorden? Zoo
moet je ze toch leeren kennen en schrijven
Misschien kun je in de Stads-Bibliotheek
..Vreemde Woorden" van Fokko Bos krijgen.
Sterkte.
BLOEMENVRIENDIN. Ik weet voor jou
ook een heel aardig boekje, nl. Het Bloemen
tuintje door Th. Zwaan. Het kost maar 35
cent. En er staat al op het titelblad, dat je
met zoo weinig mogelijk onkosten zooveel mo
gelijk genoegen van je tuintje kunt hebben.
Er staat ook wat in over het maken van een
broeibakje.
HENK 'k Vind het knap, dat jij al die
electrische apparaten weer in orde hebt ge
bracht. Tante heeft nog eens wat aan zoon
logé. Een electrische beddekruik heb ik nog
niet gezien. Heeft tante ook een electrisch
fornuis? Heeft zus lekkere wafeltjes gebakken
op 't com foor? Nu moest je ook nog electrisch
je schoolwerk kunnen maken, hè.
DE ZWALUW-CLUB. Voor jullie leeftijd
is de boekenkeus nu niet zoo heel groot. Ken
je: De wevers van Rochdale? of De wereld uit
de lucht, 't Eerste is geschiedkundig. De wul
pen roepen is een fijn dierenboek Waar kam
peeren jullie? t Weer valt mee. hè. Wij heb
ben 't hier prachtig. Dinsdag een flinke re
genbui, waar hier naar verlangd werd
ALS HET
ZATERDAGAVOND IS....-
Zaterdagavond is hét van jé voor de kin
deren. Zondag is ook een fijne dag. wanneer
je moeder zich bereid verklaart om een korte
jurk aan te trekken, benevens platte schoe
nen en zioh evenals je zelf gelijk een muil
ezel met een rugzak laat bepakken, wanneer
ze dan met je langs 's Heeren wegen wil
wandelen en er niet onr geeft dat een vreese-
lijk deftige dame met een hond verwonderd
kijkt omdat ze met je meezingt van ..waar de
blanke top der duinen" of .Riet Hein". Maar
gewoonlijk is Zondag niet zoo ..kim" als Za
terdagavond. want in den regel moet je wor
den opgedoft en je haar moet in krullen han
gen en je nagels moeten geboend en gebor
steld en gekrabd worden tot er geen vuil
meer is te zien en je jurk moet worden opge
tild als je gaat zitten omdat het anders kreu
kelt en je pak is gesteven en schuurt langs je
bloote beenen. Natuurlijk blijft er het span
nende boek, de radio en niet te vergeten de
koffie met taartjes. Maar tegenover Zater
dagavond is dat alles niets.
Op Zaterdagavond krijg je een groote tascli
mee en een portemonnale met geld! En dan
moet je Inkoopen en inkoopen met verstand
zooals Mam zegt. Niet eerst de aardbeien en
de eieren en dan apenooten en biblïo-boeken,
zoodat de aardbeien pap worden en de eie
ren struif. En niet zoo maar In den eersten,
winkel de beste! Eerst kijken waar de aard
beien het mooist zijn, want wat geeft het of
ze een cent goedkocper zijn als de helft rot
is! Een belangrijke bezigheid is het, dat in
koopen doen en op Zaterdagavond is alles
zoo heel anders, 't Is zoo druk op straat en
alle winkels zijn open. En veel dat er te zien
ls! Markt Is er ook. Al van verre ruik je de
zuurkramen en je verbaast je er over waar
om ze die leverworst in azijn doén. Hoe kan
dat nou lekker zijn? En wat een stapels ha
ringen! 't Fijnst is het. als je het treft dat er
net een is. die ze zoo heelemaal naar binnen
laat glijden, net een degenslikker! Die kraam
met lekkers ziet er leuk uit. Heele stapels
koekjes en snoepgoed In alle kleuren. Een.
kraam met noga is er ook gekomen. Met je
broertje overleg je dan. dat je het difbbeltje-
voor-jezelf van deze week zult besteden voor
noga met een aap er op, omdat Mam verteld
heeft dat ze vroeger toen ze nog heel klein
was eens naar een kermis is geweest en toen
zoo'n pakje noga heeft gekregen en dat ze
die aap zoo lang heeft bewaard en nu nog
altijd denkt aan zoo'n pakje, wanneer ze iets
van kermis hoort. Ze zal er dus wel blij mee
zijn. Dat is ze dan ook.
De biblio is een heel belangrijk ppnt op
de-zen avond, want nu moet er beslist wor
den welk boek je neemt en je Zondag is be
dorven wanneer het niet spannend ls. Het
moet lekker dik zijn met grooten druk. want
als het fijn gedrukt is, moet je het onherroe
pelijk laten liggen en gaat het ongelezen te
rug. Je mag het ook niet nog even gaan rul
len want Mam zegt dat je het heel best weet
en dat je zelf de verantwoording moet dra
gen wanneer je zelfstandig inkoopen doet.
De juffrouw kent je wel en daarom mag je
zelf bij de boekenplanken uitzoeken. Alle
dikke banden haal je er uit. maar je hebt er
al heel wat van gelezen en 't is een heele
toer om hét boek te vinden, waar je je zin
nen op hebt gezet.
Als een bodem liggen de boeken nu onder
in de tasch. Dan is het de beurt voor de
apenoten en daarna eerst de kersen en dan
de aardbeien. De eieren koop je vlak bij huis
en die leg Je luchtigjes boven op.
Mam heeft je al hooren aankomen, want
natuurlijk heb je op de stoep even gekibbeld
wie aan zal bellen, wie de noga zal geven en
wie het eerst in bad gaat. Als de deur open
gaat hoor je al hoe liet water in het bad
loopt. „Lekker koud hé Mam, want 't is zoo
puf-heet!"
.Dat denk je maar. Hoe moet ik jouw
zwarte toet schoon krijgen met koud water?"
Over je hoofd heen gaat er een knipoogje
naar je zusje en Je weet al dat het „net lek
ker" zal zUn.
De vraag wie het eerste in bad moet, wordt
opgelost met loten. Die het langste papiertje
trekt, gaat eerst. Iedere week verzint Mam
een andere loterij, dat is ook al een onder
deel van het plezier. Eigenlijk weet je niet
goed wat prettiger is. eerst in bad te gaan en
dan te lezen, of lekker al je boek in te kun
nen kijken terwijl de ander geboend wordt
en je de protesten kunt hooren van: „Jakkes
u duwt m'n heele neus vol zeep! En m'n
ooren zijn allang schoon!"
Als je allebei heelemaal schoon bent wor
den er spelletjes gedaan. D^mmeeren, of
dammen of kwartetten Mam kan geen spel
letjes doen en verliest altijd. Je lacht je slao
om haar treurig gezicht. Met sjoelbakken
komt er nooit een schijf in een van de hokjes
en dan gooit ze ze er in! Zoo maar over de
afscheiding heen!
Om precies half tien loopt de wekker af en
tegen dien tijd zit je al in spanning te kijken
of ie al wéér een minuut te laat is, net als
vorige week.
Dan wordt alles opgeborgen en allebei op
een leuning van Mam's stoel mag je nog tot
kwart voor tien luisteren naar een verhaal.
Het is altijd over een meisje en een jongetje,
die toevallig net zoo oud zijn als ie zelf.
Grappig dat die kinderen net diezelfde stre
ken hebben uitgehaald, als die ji.i dacht zoo
zorgvuldig verborgen te hebben. Verschrikke
lïjke straffen volgden er voor die kinderen.
Verkocht werden ze in den uitverkoop bij een
magazijn en een heele week moesten ze in
de étalage staan voor iemand ze wilde koo-
>en! Je moest er wel erg om lachen, maar
och begreep je best wat Mam bedoelde en
je kreeg wel het gevoel dat je niet veel kon
doen. wat ze niet merkte. Langzamerhand
ben je dan zoo moe, 'dat je niet eens spijt
hebt dat de fijne avond om is. want jc weet
immers dat het de volgende week weer zoo
is, en dan weer en weer en weer.
Zaterdagavond? Fijn!
HELEN.