"raadsels BRIEVENBUS. VRIJDAG 27 JULI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD is* Deze raadsels zijn ingezonden door Jon gens en Meisjes die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers vier boeken verloot. AFDEELING L (Leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door W. B.—Z.) Wat vind je in alle groote steden, dat hét omgekeerde van een woord is, dat het tegen gestelde van vreugd beteekent? 2. (Ingez. door Boerinnetje.) Strikvragen. a. Wat kan men niet nat mafccn? b. Welk blik roest niet? c. Welke munt is niet van metaal? d. Welke ster staat niet aan den hemel? e. (Ingez. door Winterkoninkje.) Wie kan water met 2 letters schrijven? f. Wat heeft twee oogen en kan niet kijken. Twee beenen en 't kan niet loopcn? g. Welke haan kraait nooit? h. (Ingez. door Zwartkijkertje.) Hoeveel maanden hebben 28 dagen? i. Mijn zuster en ik vormen samen den naam van een specerij. Welke? 3. (Ingez. door Madeliefje.) Ik ben een Rubriekertjesnaam van 17 let ters. 1234567 is een koningsdochter. 8 9 10 is heerlijk. 14 15 15 13 is niet hoog. 6 13 6 14 is een stekelig dier. 15 16 16 15 is een meisjesnaam. 11 12 12 li is een ontkenning. 14 15 16 17 is een wapen. 4 (Ingez. door Zwartkijkertje.) Trek 45 van 45 af, zoodat er 45 overblijft. 5. (Ingez. door Zwartkijkertje.) Ik ben een klein wezentje, dat tevens een Rubriekertjesnaam is van 13 letters. 5 4 13 8 is een jongensnaam. 3 2 11 9 10 is een Inhoudsmaat. 5 6 7 is vaak diep 12 13 8 is een meisjesnaam. 1 2 3 is een lichaamsdeel. 3 4 5 is hetzelfde lichaamsdeel. 10 13 13 5 lusten we allen. AFDPIKT,ING II. (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door Madeliefje.) Vul de puntjes In met medeklinkers, zoodat Je een bekende Rubriekertjesnaam krijgt. o e oo 2. (Ingez. door W. B.Z.) Vierkantraadsel. sluit den tuin af. een meisjesnaam. dient om melk in te bewaren. Van boven naar beneden moet men 't zelfde lezen als van links naar rechts. 3. (Ingez. door W. B.Z.) Ik besta uit 4 letters en je zult Je er in de vacantie wel eens mee bezig houden Gooi de letters door elkaar en je krijgt een warm huidje. 4 (Ingez. door W. B.Z.) Ik besta uit 9 letters en noem iets, waar we nu niet aan denken hoeven. 7 4 6 is speelgoed. 8 1 lusten we graag. 9 4 5 1 dient ter berging. 1 2 3 4 6 is een visch. 5. (Ingez. door W. B.Z.) Verborgen meis jesnamen. aJe tante komt er aan. Wim. b. Ma rieip je al zoo dikwijls. c. Ik kan na negenen pas komen. d. Vader gaat naar Bern, als het mooi weer blijft. 6. (Ingez. door W. B.Z.) Ladderraadsel, x een edel metaal, x deelen van den dag x tegengestelde van zacht x wordt voor allerlei gebruikt, x ander woord voor slot x tegengestelde van ja. De kruisjes moeten een geldstuk noemen. RAADSELOPLOSSINGEN. De raadseloplossingen der vorige week zijn: AFDEELING L 1. Mook. Gennep. Weert. Blerik. Echt. Venloo. 2. De kleine Gymnast. 3. Kam, kat. 4. Doornroosje. 5. Storm vogeltje. 6. Veel handen maken licht werk. AFDEELING II. 1. Zonneroosje. 2. Helmond. 3 Bek, dek, hek. Lek, nek, pek, rek, wek. 4. Dak. bak, hak, lak, mak. jak, mak, wak. 5. Zeeroosje. 6. Vacantie. Goede oplossingen ontvangen van: Waterlelie 5 Sunny Boy 5 Pianiste 5 Zwart kijkertje 6 De rijzende Zon 6 Waghondjie 5 Zandkevertje 6 Kwebbeltje 5. Stormvogeltje 6 Kwebbeltje 5 Jasmijn 6 Al- penroosjeö Marianne B. 5 Boerinnetje 6 POSTZECELRUBRIEK. Poten. Op bijna alle zegels staat Poczta Polska. Alleen op de eerste zegels voor interne dienst staat de Poolschc Adelaar met als op- of inschrift K.OM.W. Vanaf 1924 zijn de hoo- cere waarden in zloty en de lage waarden In Groszy aangegeven. Pcrzië. Hiervan zijn de eerste zegels herken baar aan de leeuw met op den achtergrond de zon. die zijn stralen naar alle kanten uit zendt. Later is er op vermeld Postes Persanes. Memel. In 1920 werden Duitsche zegels over drukt met Memelgebiet. Later kregen Fran- sche zegels een opdruk Memel met waardeaan- duiding in Mark of Pfennig. In 1923 kregen eerst zegels uit Lithauen een opdruk. Klaipe da (Memel), terwijl later in '23 nieuwe zegels met deze namen werden uitgegeven. De waar de aanduiding Is 100 Centa 1 Litas. Rustenburgerlaan 23. W.L+iichvit HET SLOT VAN DE GESCHIEDENIS Ostende, 20 Juli 1934. Mijn waarde vriend Gerard, met waarde onderstreept Even wil ik je berichten, dat ik terecht ben. Daarmee zou ik kunnen volstaan, doch mis schien dat je anders weg zou smelten van nieuwsgierigheid, zooals Truus me hier in m'n oor fluistert, wil ik je een verklaring geven, waarom ik je eigenlijk even enkele uren in doodsangst over je vriend moest laten zitten, Het geval wil namelijk, dat ik het laatst uit het vliegtuig stapte, toen we op den grond ge daald waren, een heel eind van het brandende toestel af. Wat dat „brandende toestel" aan gaat, ga ik van de veronderstelling uit, dat je niet betraande oogene de verslagen hebt ge lezen, die ook wel in de Nederlandsche pers zijn terecht gekomen. De anderen, renden allemaal in de richting van de D.R.U., die brandde als een fakkel, maar ik zag wat anders. Ik zag de A.BS., het andere toestel, en dit reed me maar eventjes over het veld. alsof er geen brandend toestel was. Aanvankelijk dacht ik, dat het toestel werd weggereden, maar toen ik zag, dat het werd voortgeduwd door een manmet een masker, kreeg ik argwaan. Had ik nu maar geen argwaan gehad, dan had ik jou een paar minder prettige uren be spaard, want die vent vond waarschijnlijk, dat ik hem te veel op z'n vingers keek; hij wees met z'n hand naar mij en onmiddellijk renden er drie van zijn collega's op mij af, die me zon der iets te zeggen, overrompelden. Ik kreeg namelijk een heel raar luchtje in m'n neus en toen wist ik van m'n eigen bestaan niets meer af. Nu moet je niet denken, dat het allemaal zoo rustig ging, als ik het hier neerschrijf. Je kunt jezelf wel voorstellen, in welk een angst ik zat.toen ik die kerels op me zag afstormenJDn nu zeg jij natuurlijk: „Ezel, waarom heb je dan niet geschreeuwd!" maar laat ik je dan even vertellen, dat het een lawaai was op het terrein, alsof cr compleet oorlog was uitge broken tusschen alle natiën van de wereld. Zonder dat ik het wist, en in ieder geval tegen wil en dank, maakte ik een luchttoertje en toen ik bijkwam waren we alweer geland Maar nu moet je niet denken, dat Puck in de wieg is gelegd, om een snerbverslag te schrijven van een reclameproef, die mislukt, nee, ik was van plan, niet alleen mezelf, maar ook de voorraad fosforgas van prof. Leeder man te verdedigen, want deze was met het vliegtuig weggevoerd. Ik overzag onmiddellijk den toestand en verwittigde me eigen, hoe mijn positie was en waarlijk, die was niet ongunstig. Je kon merken, dat die kerels heelemaal niet op mij gerekend hadden. Een wacht, om op me te passen, zag ik niet. Een der schurken lag luid te snorken op den grond van de cabine. Die had waarschijnlijk een slokje te veel op. Ik was niet eens vastge bonden en ik sloop dan ook doodvoorzichtig naar den uitgang. Nergens zag ik een sterfe lijk wezen. Zooals je weet, ben ik erg bescheiden en moest op dat moment dan ook al mijn bru taliteit voor den dag halen, om uit het toestel te stappen. Al wat ik zag, was een groot open land, aan den eenen kant een bosch en aan den andere een breed water. Waar ik was, wist ik niet en het zou nog een heelen tijd duren, voordat ik het weten zou' Op goed geluk af, liep ik het bosch in, waar het nog donkerder was. als een nacht bij nieuwe maan. Je zult zeggen: dat is onmoge lijk. maar dat komt, omdat je het nog nooit gezien hebt! Ik liep maar raak, laantje in laantje uit, voor zoover er sprake van laantjes was. Ver schillende malen stootte ik mijn hoofd op een gevoelige wijze aan een boomtak, schramde mijn armen en beenen. Maar met dat al, bereikte ik mijn doel, na melijk de bewoonde wereld. Het was een dorp, dat ik op mijn weg tegen kwam, na ongeveer een 2 1/2 uur door het „oerwoud" te hebben gespazierd! Den eersten den besten bewoner, die ik te genkwam, vroeg ik naar het politiebureau en ik moest vijf stervelingen raadplegen, voordat ik het bureau te pakken had. Maar toen was de zaak ook in orde! Op het politiebureau bleken ze al volkomen te zijn ingelicht over het verdwenen vliegtuig en voor den tweeden keer doorkruiste ik het donkerder dan donkere bosch! Nu behoef ik je verder niets meer mee te deelen. Je kunt met je eigen fantasie wel na gaan, dat dit zaakje voor den dronken Chi nees, die in het vliegtuig lag ik kon die zien, doordat een lichtje in de cabine heel flauw brandde alsmede voor zijn collega's, die schijnbaar naar mij liepen te zoeken, want toen we aankwamen, waren ze allemaal be zig. met de omgeving te inspecteeren en be grepen maar niet. hoe gek of een stuivertje rollen kon; dat „stuivertje" ben ik dan! Het zaakje werd ingerekend, dat snap je en de gevolgen zijn voor hui rekening en mijn deel zal ik als getuige ook nog wel krijgen, dat wil dan zeggen, als de zaak „voorkomt Hm! Die schurken hadden een afspraakje ge maakt met een groote fabriek in Noord Frankrijk, want daar was ik heelemaal beland, om hun het fosforgas te leveren en zoodoende het zelf te gaan fabriceeren. Maar dat is wel eventjes anders uitgeloopen. Ik werd per trein naar Ostende teruggedi- rigeerd, waar ik in Truus d'r armen werd ont vangen. En nu nog wat! Ik vind het onnoodig je de verdere ontvangst nader te omschrijven. Twee dagen na deze gebeurtenis, dat was dus eergisteren, kreeg ik een brief van een der stedelijke dagbladen uit Hollland, welke, dat zal ik je wel vertellen, als ik weer thuis ben, die mij een plaats aanbood als verslag gever met een prachtig honorarium. Weet je wat dat is? Dat is arbeidsloon! Ik heb dat „situation" dat is Engelsch, Gerard en dat ken jij zoo goed! aangeno men en zal nu binnen afzienbaren tijd weer heerlijk alle dagen in jullie midden vertoeven. En nu blijf ik je dierbaren vriend Zelfs om ontvoerd te worden, is nog ergens goed voor! PUCK. Aan de lezertjes van „Puck's Correspon dentie." Jullie hebben nu kunnen lezen, wat voor avonturen of Puck mee heeft gemaakt in Ostende, toen hij een verslag moest schrijven van de lucht-lichtreclameproef. Ik heb natuurlijk nog wel even geïnformeerd of nu die proef heelemaal niet doorgaat, want nu weten we nog heelemaal niet, of we bin nenkort ook verlichte letters in de lucht zul len lezen. En het antwoord wat ik kreeg, was: De proef zal zeker nog eens genomen worden, maar dit zal nog wel eenigen tijd duren, om dat er geweldig veel geld voor noodig is; wel meer dan f 2000. En Puck s correspondentie is hiermede ten einde, want Puck is verslaggever geworden aan een groot dagblad in Nederland en hij slaapt nu weer thuis. Correspondeeren is niet meer noodig dus! Hoe komen we aan de uitdrukking „op een grooten voet leven". De graaf van Anjoru kreeg aan één zijner voeten een gezwel, waar door hij genoodzaakt werd, buitengewoon lange, naar voren omgebogen schoenen te dragen. Voorname lieden aapten hem na en zoo kwam de dracht in de mode. De punten van deze schoenen, snebschoenen, waren soms zoo groot, dat ze met een kettinkje aan de knie vastgemaakt werden om te zorgen, dat ze bleven opstaan. Deze mode werd zeer overdreven, zoodat Karei V er zelfs een bevel tegen uitvaardigde. KONIJNTJES. De konijnen behooren tot de orde der knaagdieren en houden gaarne verblijf in ho len onder den grond, zoodat zij bij voorkeur zandige streken, zooals de duinen bewonen. Wegens het ondermijnen van den bodem, zoowel in de bosschen als aan de kusten wor den de konijnen erg vervolgd en zelfs min of meer uitgeroeid. Zelfs op onze kusteilanden, waar men vijf tig jaar geleden wel eens zestig en meer dier tjes van de duinen naar het weiland zag trek ken om te grazen, worden ze langzamerhand zeldzaam. Men heeft konijnen tam gemaakt en vele tamme konijnen hebben de oorspronkelijke grijze kleur verwisseld voor een zwarte, witte of bonte kleur. Daarbij zijn rassen ontstaan, die zioh zoowel door hun bijzondere zwaarte, als door hun bijzondere lengte der ooren on derscheiden. Vooral in Frankrijk en Italië wor den ze om hun vleesch gemest. Ook als sport beteekent de konijnenfokkerij tegenwoordig heel veel; dat ziet men aan de inzendingen op pluimvee-tentoonstellingen. Onze afbeelding toont ook eenige gefokte konijnen; n.l. angorakonijnen. Deze hebben een langharinge pels. Sommige haren zijn meer dan 25 c M. lang. De witte angorakonij nen hebben roode oogjes; maar ze kunnen ook effen, blauw, zwart, geel en zwart van vel zijn; en dan hebben ze donkere oogen. OOM KEES. UIT DE NATUUR. WATERPLANTEN. Juli en Augustus zijn de mooiste maanden om een wandeling te maken langs het water, want dan is alles pracht en praal. De ondiepe slootjes zijn begroeid met verschillende soor ten kroos, in rustige, diepere slooten drijven gele plompen en witte waterlelies. De lisch is uitgebloeid en vertoont nu zijn mooie trossen glimmende groene zaaddoozen. Ook kalmus en lischdodde ontmoeten we weer naast bossige pluimen maar nog meer is er sinds onze laatste wandeling gegroeid. Daar zien we eerst de statige zwanebloemen echte waterplanten met rose-roode bloemen aan den top van den ronden stengel. De bla den staan aan den voet van den stengel. Li bellen, glazenmakers en kleinere insecten rusten graag bij deze sierlijke planten. De bloeitijd is van JuniAugustus. Ook het pijlkruid A is in de buurt te vin den, evenals bij de zwanebloem komen ook hier de langgesteelae bladeren van af den voet van den stengel, doch loopen drie-pijl vormig uit. De stengel is driekantig, blad en steel driekleurig, terwijl de bloemtrossen be staan uit witte driebloemige kransen. Tot de familie der lischdodden behoort de egelskop. die in slooten, moerassen en poelen te vinden is. De vleezige wortelstok wortelt in het slijk en hieruit groeit een rechtopstaande stevige stengel, die eindigt in verschillende langwerpige stijve rechtopstaande bladeren. De kleine bloempjes staan in hoofdjes en zijn tot een pluim vereenigd. Er zijn meeldraad en stamperbloemen die bloeien van Juli tot Augustus. EEN WANDELING DOOR ARNHEM. Gaan jullie met me mee naar 't Openlucht museum? Bij het station stappen we in lijn 3 Het eindpunt is juist tegenover den ingang. Het terrein is schitterend Heuvels, vijvers en weidevelden. In t museumgebouw zien we talrijke vitrines die opgepropt zijn met voorwerpen, die op 't platteland een groote rol spelen. Koperen en tinnen gebruiksvoorwerpen, gouden en zil vererf sieraden, allerlei nationale kleeder drachten. Buitengewoon mooi is een beschil derde arreslee en oud-Hollandsche kaaspers. Het Museumpark trekt ons toch meer. Hier heeft iedere provincie haar eigen terrein. Je ziet er een Twentsclr boerenhuis en een Bak huis de 17de eeuw. Een paardenhoefstal uit Scherpenzeel. Langs de groote wei staan de oude molens een windwatermolen uit Gorredijk, een stan derdmolen uit Huizen, een korenmolen uit Delft, een houtzaagmolen uit Numansdorp. Dan sierlijk beschilderde boerenwagens uit Zeeland, Overijsel, Drente en Groningen. Achter in het bosch is de Hindelooper Pronk kamer met het mooie, Friesche huisraad. De wanden ervan zijn bedekt met 3000 muurtegels uit Makkum. In 't zelfde gebouwtje is ook de grutterij uit Wormerveer, zooals er voor hon derd jaar vele bestonden. In het park is het Openluchttheater ge bouwd met 1300 zitplaatsen, 's Zomers worden daar voorstellingen gegeven. Als tegenstelling van het Openluchtmuseum ;aan we den volgenden dag naar Burger's Die renpark. De Arnhemmers spreken van „onzen dierentuin". Lijn 3 brengt er ons al weer. Het is een mooi uitgestrekt, beboscht park. De be woners komen uit alle oorden der wereld. Voor de dieren zijn ruime, gemetselde verblijven op getrokken. Kilometers draadgaas zijn hoog boven den grond gespannen als vormend een reuze-volière voor allerlei vogels. De laan bij den ingang voert naar de verblijven der dui ven, papegaaien en kakatoes. Verder in het park heb je de roofdieren, bisons, kameelen. olifanten, apen. Het apenhuis is natuurlijk ook hier de groote attractie voor de jeugd. De leeuwen- en tijgerhuizen zijn niet door hekwerk, waar door onzichtbaar breede sloo ten van de toeschouwers gescheiden. Er zijn kunstmatig nagebootste rotsen, waar berg geiten huizen. Jullie zult zeker het huisje van Roodkapjes grootmoeder het allerleukste vin den. Roodkapje zal juist naar binnen gaan. De vogelverzamelingen zijn schitterend. In den grooten vijver zijn alle mogelijke zwem vogels. De pauwen loopen trots rond en ae struisvogels loopen zoo maar door de kinder schaar heen. Het roofdierenhuis is op zich zelf al een heel mooi bouwwerkje, 't Aantal dieren is grooter aan je zou denken. Buffels, herten, ijsberen, olifanten, panters, wolven en nog veel, veel meer kun je er waarnemen. W. B.—Z. Slimme eekhoorns. In Zuid-Siberië leeft een eekhoorn soort die dol is op paddestoelen. Te gen den winter steken ze de paddestoelen aan de naalden der denneboomen om ze daar te laten drogen, om ze later te verzamelen voor hun winterprovisie. Een dwergenhuwelijk. Op 't eind van 1675 werd te Parijs het huwelijk voltrokken tus schen twee dwergen, de man was borduurwer ker de vrouw was 't eigendom geweest van de hertogin de Montespan. die haar indertijd ge kregen had van Lodewijk XIV. De koning was dan ook bij dit huwelijk tegenwoordig en schonk het jonge paar als huwelijkscadeau 50.000 francs. ZANDKEVERTJE. Kind, wat heb jij een prachtig rapport. Je bent maar glorierijk overgegaan. En nu geniet je zeker heerlijk van de vacantie. WAGHONDJIE. Heb je laatst voor moe der een mooi zoodje visch meegebracht? Leeft dat eene vischje nog? Dan gaf ik het maar de vrijheid. Ik ben 't wel een beetje met moe der eens. Zijn jullie Zondag naar tante toe- geweest? Hoe was 't met haar? Heb je al eens eon papiertje onder je kussen neergelegd? Heeft 't geholpen? CORRIE DE M Hartelijk dank voor die mooie kaart uit Hoenderloo. Is dat Jachtslot een buitenplaats? Blijf je er nog een poosje? DE RIJZENDE ZON. Je denkt zeker nog wel eens aan dat prettige schoolreisje terug. Zoo'n marktdag in Alkmaar is zoo leuk. Wat deftig, dat jullie in een hotel hebben gedi neerd. Reusachtig zooveel als jullie op een dag hebben gezien. Nog heel hartelijk gefeli citeerd met je lOden verjaardag. De volgende week schrijf je me er zeker wel van alles over. ZWARTKIJKERTJE. Dat is zeker prettig, als je zoo 't gevoel hebt volop tijd te hebben. Schrijf je me nu nog eens wat over je leventje. KERSTROOSJE. Wat ziet het er daar ge zellig uit in het Broederschapshuis. Ik dank je wel voor die mooie kaart. PIANISTE. Zit jij al in 't land der Frie zen? Heb je het er naar je zin? Misschien wil moeder je deze Rubriek wel opsturen. Dan blijf je toch gezellig meedoen. NAPOLEON Ben je nu weer heelemaal in orde? Ben je nog nooit in Arnhem geweest? Het is hier niet minder mooi dan in Nijme gen. Ik wensch je ouders een heel genoeglijke reis toe. Jij zult je zeker weer gauw geheel thuis voelen op de E. S. hoeve. Welke oude vrienden heb je er aangetroffen? 't Is een bof je, dat je juist die twee feestdagen mee maakt. KWEBBELTJE. Je raadsels zijn goed. Misschien heb je nu al een kaart van me ontvangen Ik geniet hier van de mooie om geving. Ben jij nu in 't Haagje? Daar zul je ook wel plezier hebben en veel stof tot kweb belen. Doe nu zeker met den vacantie-wed strijd mee. Je weet nooit, hoe een koe een haas vangt. Logeert grootmoeder nog in Haarlem? WILGENROOSJE. Wat vond ik 't leuk van jou een kaart uit Luxemburg te krijgen. Voor 't hoeveelste jaar is dit wel?" Hoe gaat 't nu met de gezondheid? 't Is in ieder geval ze ker een goed teeken, dat je zoover van huls mocht. Hoor ik nog eens wat van je over alles en nog wat? BOERINNETJE. Hoe is 't met de ver moeide boerin? Hoe kwam dat zoo? Gelukkig maar, dat je zoon goede secretaresse had. Je bent een flinke meid. dat je vader zoo flink helpt, 't Is gezond, dat je nu den heelen dag buiten bent. Zeg maar tegen moeder, dat ik het volkomen met haar eens ben, dat de om geving van Arnhem prachtig mooi is. JASMIJN. Dat is een heerlijk dagje geweest in 't Groenendaalsche bosch. Heeft tante Rie mee gebald? Zit je nu in Nijmegen en heeft het koffertje goede diensten bewezen? Von den ze het thuis ook mooi? Je moet zeker naar de Piasmolen gaan. Daar is het schitterend. En er zijn ook nog wel leuke dingen op het water te beleven, 't Is maar verstandig, dat je je zwempak bij je hebt. Heb je mijn kaart nog ontvangen? STORMVOGELTJE. Aan de briefjes kan ik wel merken, dat het vacantie is. Dat is best te begrijpen. Ga jij heel naar Oostenrijk? Het is reusachtig. En wanneer zal de reis plaats hebben? Je raadsel is goed. ANNEKE. Is je werk voor een groot deel klaar? Ik vind het verstandig van je. dat je je werk maar eerst af maakt, dan heb je na tuurlijk een rustiger gevoel. Geeft vader je wel eens een dictée met vreemde woorden? Zoo moet je ze toch leeren kennen en schrijven Misschien kun je in de Stads-Bibliotheek ..Vreemde Woorden" van Fokko Bos krijgen. Sterkte. BLOEMENVRIENDIN. Ik weet voor jou ook een heel aardig boekje, nl. Het Bloemen tuintje door Th. Zwaan. Het kost maar 35 cent. En er staat al op het titelblad, dat je met zoo weinig mogelijk onkosten zooveel mo gelijk genoegen van je tuintje kunt hebben. Er staat ook wat in over het maken van een broeibakje. HENK 'k Vind het knap, dat jij al die electrische apparaten weer in orde hebt ge bracht. Tante heeft nog eens wat aan zoon logé. Een electrische beddekruik heb ik nog niet gezien. Heeft tante ook een electrisch fornuis? Heeft zus lekkere wafeltjes gebakken op 't com foor? Nu moest je ook nog electrisch je schoolwerk kunnen maken, hè. DE ZWALUW-CLUB. Voor jullie leeftijd is de boekenkeus nu niet zoo heel groot. Ken je: De wevers van Rochdale? of De wereld uit de lucht, 't Eerste is geschiedkundig. De wul pen roepen is een fijn dierenboek Waar kam peeren jullie? t Weer valt mee. hè. Wij heb ben 't hier prachtig. Dinsdag een flinke re genbui, waar hier naar verlangd werd ALS HET ZATERDAGAVOND IS....- Zaterdagavond is hét van jé voor de kin deren. Zondag is ook een fijne dag. wanneer je moeder zich bereid verklaart om een korte jurk aan te trekken, benevens platte schoe nen en zioh evenals je zelf gelijk een muil ezel met een rugzak laat bepakken, wanneer ze dan met je langs 's Heeren wegen wil wandelen en er niet onr geeft dat een vreese- lijk deftige dame met een hond verwonderd kijkt omdat ze met je meezingt van ..waar de blanke top der duinen" of .Riet Hein". Maar gewoonlijk is Zondag niet zoo ..kim" als Za terdagavond. want in den regel moet je wor den opgedoft en je haar moet in krullen han gen en je nagels moeten geboend en gebor steld en gekrabd worden tot er geen vuil meer is te zien en je jurk moet worden opge tild als je gaat zitten omdat het anders kreu kelt en je pak is gesteven en schuurt langs je bloote beenen. Natuurlijk blijft er het span nende boek, de radio en niet te vergeten de koffie met taartjes. Maar tegenover Zater dagavond is dat alles niets. Op Zaterdagavond krijg je een groote tascli mee en een portemonnale met geld! En dan moet je Inkoopen en inkoopen met verstand zooals Mam zegt. Niet eerst de aardbeien en de eieren en dan apenooten en biblïo-boeken, zoodat de aardbeien pap worden en de eie ren struif. En niet zoo maar In den eersten, winkel de beste! Eerst kijken waar de aard beien het mooist zijn, want wat geeft het of ze een cent goedkocper zijn als de helft rot is! Een belangrijke bezigheid is het, dat in koopen doen en op Zaterdagavond is alles zoo heel anders, 't Is zoo druk op straat en alle winkels zijn open. En veel dat er te zien ls! Markt Is er ook. Al van verre ruik je de zuurkramen en je verbaast je er over waar om ze die leverworst in azijn doén. Hoe kan dat nou lekker zijn? En wat een stapels ha ringen! 't Fijnst is het. als je het treft dat er net een is. die ze zoo heelemaal naar binnen laat glijden, net een degenslikker! Die kraam met lekkers ziet er leuk uit. Heele stapels koekjes en snoepgoed In alle kleuren. Een. kraam met noga is er ook gekomen. Met je broertje overleg je dan. dat je het difbbeltje- voor-jezelf van deze week zult besteden voor noga met een aap er op, omdat Mam verteld heeft dat ze vroeger toen ze nog heel klein was eens naar een kermis is geweest en toen zoo'n pakje noga heeft gekregen en dat ze die aap zoo lang heeft bewaard en nu nog altijd denkt aan zoo'n pakje, wanneer ze iets van kermis hoort. Ze zal er dus wel blij mee zijn. Dat is ze dan ook. De biblio is een heel belangrijk ppnt op de-zen avond, want nu moet er beslist wor den welk boek je neemt en je Zondag is be dorven wanneer het niet spannend ls. Het moet lekker dik zijn met grooten druk. want als het fijn gedrukt is, moet je het onherroe pelijk laten liggen en gaat het ongelezen te rug. Je mag het ook niet nog even gaan rul len want Mam zegt dat je het heel best weet en dat je zelf de verantwoording moet dra gen wanneer je zelfstandig inkoopen doet. De juffrouw kent je wel en daarom mag je zelf bij de boekenplanken uitzoeken. Alle dikke banden haal je er uit. maar je hebt er al heel wat van gelezen en 't is een heele toer om hét boek te vinden, waar je je zin nen op hebt gezet. Als een bodem liggen de boeken nu onder in de tasch. Dan is het de beurt voor de apenoten en daarna eerst de kersen en dan de aardbeien. De eieren koop je vlak bij huis en die leg Je luchtigjes boven op. Mam heeft je al hooren aankomen, want natuurlijk heb je op de stoep even gekibbeld wie aan zal bellen, wie de noga zal geven en wie het eerst in bad gaat. Als de deur open gaat hoor je al hoe liet water in het bad loopt. „Lekker koud hé Mam, want 't is zoo puf-heet!" .Dat denk je maar. Hoe moet ik jouw zwarte toet schoon krijgen met koud water?" Over je hoofd heen gaat er een knipoogje naar je zusje en Je weet al dat het „net lek ker" zal zUn. De vraag wie het eerste in bad moet, wordt opgelost met loten. Die het langste papiertje trekt, gaat eerst. Iedere week verzint Mam een andere loterij, dat is ook al een onder deel van het plezier. Eigenlijk weet je niet goed wat prettiger is. eerst in bad te gaan en dan te lezen, of lekker al je boek in te kun nen kijken terwijl de ander geboend wordt en je de protesten kunt hooren van: „Jakkes u duwt m'n heele neus vol zeep! En m'n ooren zijn allang schoon!" Als je allebei heelemaal schoon bent wor den er spelletjes gedaan. D^mmeeren, of dammen of kwartetten Mam kan geen spel letjes doen en verliest altijd. Je lacht je slao om haar treurig gezicht. Met sjoelbakken komt er nooit een schijf in een van de hokjes en dan gooit ze ze er in! Zoo maar over de afscheiding heen! Om precies half tien loopt de wekker af en tegen dien tijd zit je al in spanning te kijken of ie al wéér een minuut te laat is, net als vorige week. Dan wordt alles opgeborgen en allebei op een leuning van Mam's stoel mag je nog tot kwart voor tien luisteren naar een verhaal. Het is altijd over een meisje en een jongetje, die toevallig net zoo oud zijn als ie zelf. Grappig dat die kinderen net diezelfde stre ken hebben uitgehaald, als die ji.i dacht zoo zorgvuldig verborgen te hebben. Verschrikke lïjke straffen volgden er voor die kinderen. Verkocht werden ze in den uitverkoop bij een magazijn en een heele week moesten ze in de étalage staan voor iemand ze wilde koo- >en! Je moest er wel erg om lachen, maar och begreep je best wat Mam bedoelde en je kreeg wel het gevoel dat je niet veel kon doen. wat ze niet merkte. Langzamerhand ben je dan zoo moe, 'dat je niet eens spijt hebt dat de fijne avond om is. want jc weet immers dat het de volgende week weer zoo is, en dan weer en weer en weer. Zaterdagavond? Fijn! HELEN.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 14