Werkloosheidslasten gelijkmatiger
verdeeld.
Japan doet stappen in
Den Haag.
MAANDAG 30 JULI 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
BINNENLAND
Regeering wil een subsidiefonds instellen.
Alle gemeenten moeten
bijdragen.
Bepaald aantal opcenten der
belastingen voor het fonds.
De regeering heeft aan de ge
meentebesturen een circulaire toe
gezonden, waarin m-ededeeling
wordt gedaan van een in over
weging zijnde regeling om de
lasten van den werkloozensteun
gelijkmatig over alle gemeenten te
verdeelen. Daardoor zullen dus de
gemeenten, wier bevolking slechts
in geringe mate door werkloosheid
wordt getroffen, moeten bijdragen
voor gemeenten, waar de werkloos
heid in ernstige mate heerscht. De
regeering overweegt een Werk
loosheids-subsidie-fonds in te
stellen, waarvan de inkomsten
zrullen worden aangewend ter
tegemoetkoming aan de gemeente
in haar uitgaven terzake van de
werkloosheid.
Als inkomsten van dit fonds zullen gelden,
behalve een bedrag van 46 millioen dat in
1935, evenals in 1934, uit 's Rijks kast voor
werkloozen-uitkeeringen zal worden - be
schikbaar gesteld:
A. 25 Opcenten op de hoofdsom der ge
meentefondsbelasting volgens de eerste klasse.
B. 10 Opcenten op de hoofdsom der ver
mogensbelasting.
C. 75 Opcenten op de hoofdsom der per
soneele belasting.
D. 40 van de hoofdsom der grondbelas
ting.
Tegelijkertijd zal de thans bestaande be
voegdheid der gemeenten tot heffing van 100
opcenten gemeentefondsbelasting en 50 op
centen vermogensbelasting worden gewijzigd
in een bevoegdheid tot heffing van 75 opcen
ten fondsbelasting en 40 opcenten vermogens
[belasting.
Door de overwogen regeling wordt een'ge
deelte van het gemeentelijke belastinggebied
van alle gemeenten bestemd voor de dekking
van de kosten van werkloozensteun.
Met nadruk wordt er in de circulaire op ge
wezen, dat deze regeling nog slechts in over
weging is. Uitsluitend met het oog op de
wenschelijkheid, dat de gemeentebesturen
met het voornemen der- regeering rekening
kunnen houden bij het opmaken der begroo
tingen voor 1935, heeft de regeering de circu
laire rondgezonden.
Rijk kan slechts f 46 millioen
bijdragen.
In een communiqué wordt voorts het vol
gende medegedeeld:
Het vraagstuk van de dekking der gemeen
telijke uitgaven voor werkschaffing en steun-
verleening aan werkloozen vraagt in steed;
toenemende mate de aandacht van de regee
ring. Bleek het over het jaar 1933 nog moge
lijk uit 's Rijks kas een bedrag beschikbaar
te stellen, hetwelk over het algemeen in staat
stelde bij een rationeele verdeeling n.l. bij
een verdeeling, welke volledig rekening hield
met de belangrijkheid van deze uitgaven in
verhouding tot de draagkracht der gemeen
ten de lasten te dekken, voor 1934, toen het
voor dit deel op de Rijksbegrooting beschik
bare bedrag moest worden teruggebracht tot
f 46 millioen, werden de moeilijkheden aan
merkelijk grooter.
Voor het jaar 1935 zullen de moeilijkheden
voor alle daarbij betrokken partijen weder
grooter zijn. Reeds kan met zekerheid worden
vastgesteld, dat de bijdrage van het Rijk in
geen geval grooter dan f 46 millioen kan zijn,
terwijl de financieele weerstand van de ge
meenten, wier financiën door de werkloos
heid zijn getroffen, weder aanmerkelijk is
Verzwakt.
Reeds geruimen tijd houdt de regeering zich
met dit vraagstuk bezig. Zij is er van over
tuigd, dat de betrokken gemeenten met be
hulp van de bijdrage van het Rijk van f 46
millioen niet in staat zullen zijn de lasten van
ae werkloosheidsvoorziening op haar gewone
begrooting te dekken. Niet minder overtuigd
is zij echter van het verderflijke van elk sy
steem waaraan niet ten grondslag ligt het be
ginsel dat deze lasten in het heden uit de ge
wone middelen gedekt behooren te worden.
Deze moeilijkheden hebben de regeering ge
leid tot de overweging van een maatregel,
welke uitsluitend in den ernst van den toe
stand hare rechtvaardiging vindt. Deze maat
regel zou neerkomen op het bestemmen van
een gedeelte van het gemeentelijke belasting
gebied van alle gemeenten des Rijks voor de
dekking van de meergenoemde lasten.
Versobering nog noodzakelijk.
Zelfs deze noodmaatregel, kan op zichzelf ge
nomen, de moeilijkheden niet geheel onder
vangen. Slechts indien zij gepaard zou gaan
met een daadwerkelijke versobering van de
huishouding van die gemeenten, waar dit tot
nu toe of niet voldoende plaats vond en ge
rekend zou mogen worden op de verlichting,
welke bepaalde maatregelen, als de uitvoering
van het f 60 millioen plan. kan brengen, zou
de verwachting mogen worden gekoesterd, dat.
de dekking van bedoelde lasten uit de ge
wone middelen zal kunnen worden verkregen.
De regeering bereidt thans maatregelen
-oor, die in de aangeduide richting gaan. Zon
der op eenigerlei wijze vooruit te loopen op de
besluiten, welke de Kroon in gemeen overleg
'met de Staten-Generaal ter zake zal nemen,
doet de minister van Binnenlandsche Zaken
in deze circulaire mede namens zijn ambt-
genooten van Sociale Zaken en van Financiën,
mededeeling van de regeling, welke thans in
overweging is:
lo. de instelling van een fonds, waarvan de
inkomsten zullen worden aangewend ter tege
moetkoming aan de gem nten in hare uit
gaven ter zake van de werkloosheid (Werk
loosheids-subsidie-fonds)
2o. als inkomsten van het fonds zullen
gelden behalve de f 46 mi.'i oen welke het Rijk
beschikbaar stelt:
a. 25 opcenten op de hoofdsom der Ge
meentefondsbelasting volgens de 1ste klasse:
b. 10 opcenten op de hoofdsom der Vermo
gensbelasting
c. 75 opcenten op de hoofdsom der Perso-
neele Belasting, in elke gemeente te heffen
vólgens het tarief der wet op de Personeele
belasting 1896 en volgens de klasse of de klas
sen, waarin de gemeenten gerangschikt zijn;
d. 40 van de hoofdsom der Grond
belasting.
De heffingen sub a en b vangen aan met in
gang van het belastingjaar 1935 6. De ge
meentebesturen zullen er rekening mede be
hooren te houden, dat hun bevoegdheid tot
heffing van 100 opcenten op de hoofdsom der
Fondsbelasting en van 50 opcenten op de
hoofdsom der Vermogensbelasting met ingang
van hetzelfde belastingjaar zal worden ge
wijzigd in een bevoegdheid tot heffing van 75
opcenten op de hoofdsom der Fondsbelasting
en van 40 opcenten op de hoofdsom der Ver
mogensbelasting.
De heffing sub c vangt aan met het belas
tingjaar 1935. De gemeentebesturen zullen als
dan met ingang van hetzelfde belastingjaar uit
de Personeele belasting wegens hoofdsom en
opcenten geen hooger bedrag mogen heffen
dan overeenstemt met 225 ten honderd van de
hoofdsom der Personeele belasting volgens het
tarief der wet op de Personeele Belasting
en. volgens de klasse of de klassen, waarin de
gemeenten gerangschikt zijn. In bijzondere ge
vallen zal aan een gemeente toestemming kun
nen worden verleend van het hierboven be
paalde af te wijken.
De bestemming voor het in te stellen fonds
vaj? het sub d genoemde gedeelte van de
hoofdsom der Grondbelasting gaat eveneens
in met het belastingjaar 1935. Terzelfder tijd
wordt het aandeel, dat de gemeenten in de
hoofdsom der Grondbelasting ontvangen, van
75% teruggebracht tot 35%.
3o. Uit het fonds wordt een bijdrage ver
leend in de uitgaven wegens kosten van steun
uitkeringenaan werkloozen en die van ar-
beidsloonen, betaald bij werkverschaffing aan
werkloozen.
Met arbeidsloonen, betaald bij werkverschaf
fing aan werkloozen, worden weer gelijkge
steld de door den minister van Sociale Zaken
aangewezen uitgaven.
De beperking, welke tot dusverre gold, dat
alleen de uitgaven wegens kosten van steun-
uitkeeringen aan werkloozen, die afkomstig
zijn uit z.g. crisisvakken, voor bijdrage in aan
merking komen, vervalt.
4o. de sub 3 bedoelde bijdrage zal over het
algemeen worden verleend in de mate, als in
een bij de ministerieele circulaire gevoegde
schaal is aangegeven. Uiteraard zullen nog
eenige punten nadere regeling behoeven.
5o. op de gemeente-begrooting voor 1935 be
hoort te worden gebracht het 1/10 gedeelte
van het bedrag aan werkloosheidsuitgaven, dat
buiten de begrooting voor 1934 is gesteld (z.g,
uitgestooten bedrag), zooals dat bedrag nader
definitief zal worden vastgesteld. In dit ge
deelte zal ten laste van het fonds een bijdrage
worden verleend, berekend naar hetzelfde per
centage, als ingevolge het sub 4 gestelde in de
uitgaven, sub 3 bedoeld zal worden verleend.
6o. Indien met de bijdragen sub 4
en 5 aangegeven geen evenwicht in
de begrooting kan worden verkregen,
kan op de begrooting op een afzonder
lijken post een extra-bijdrage worden
geraamd. Deze extra-bijdrage zal, te
zamen met de bijdrage sub 4, niet
meer dan 99 van de uitgaven, sub 3
aangegeven, mogen uitmaken.
De extra-bijdrage wordt slechts verleend,
indien ten genoege van de regeering. die zich
ter zake door Ged. Staten doet voorlichten,
wordt aangetoond, dat inderdaad de inkom
sten van de gemeente zoo hoog zijn opgevoerd,
als voor de gemeente, rekening houdende met
de realiteit, mogelijk is, en dat de huishou
ding van de gemeente in die mate versoberd
is, als in de huidige omstandigheden, nu voor
de dekking van de crisis-uitgaven allerwege
zware offers gebracht moeten worden, nood
zakelijk is.
Het stadium, waarin de voorbereiding van
de maatregelen verkeert, mede gezien de nood
zakelijke medewerking van de Staten-Gene
raal ten deze, laat uiteraard niet toe daaraan
reeds thans onveranderlijke aanspraken te
ontleenen.
Geen miniatuur-auto-race-
banen.
zü
zouden een „straperlosfeer" kunnen
scheppen.
De minister van binnenlandsche zaken heeft,
naar de NR.Crt. meldt, aan de burgemeesters
in den lande in aansluiting aan zijn rondzend
brief van 1 Augustus 1933 inzake het straper
lospel medegedeeld, zulks in overleg met zijn
ambtgenoot van justitie, dat wellicht aanvra
gen zullen worden gedaan om vergunning tot
exploitatie van een spel met miniatuur-race-
banen. z.g. miniature-speedways, dat op een
tafel wordt beoefend. De minister deelt mede
dat de burgemeester eener groote gemeente
tot wien een dergelijke aanvrage werd gericht,
heeft gemeend een rechterlijke uitspraak om
trent de vraag of de exploitatie van bedoeld
spel al dan niet onder de bepaling valt van
artikel 254bis van het W. v. Str., niet te moeten
afwachten en de vereischte vergunning heeft
geweigerd
De minister deelt mede. dat deze weigering
naar het oordeel van den minister van justitie
en van hemzelf terecht is geschied. Ook dan,
wanneer ingevolge een rechterlijke beslissing
zou moeten worden aangenomen, dat bedoeld
spel niet bepaaldelijk als hazardspel is aan te
merken, bestaat er alleszins aanleiding voor
bedoelde weigering, omdat dit spel in de prak
tijk een sfeer zal kunnen gaan scheppen als
van het bekende straperlospel.
De minister verzoekt den burgemeesters
hiermede rekening te houden.
WIELRIJDER DOOR AUTO GEDOOD.
Te Apeldoorn op den Amersfoortscheiistraat-
weg tusschen Millingen en Nieuw Millingen is
de 50-jarige wielrijder W. Bouwman uit Koot
wijk overreden door een auto, bestuurd door
den heer B uit Gouda. De man was bijna on
middellijk dood.
De wielrijder kwam uit een zijlaantje van
den weg, voor den automobilist aan de linker
zijde gelegen.
CHR. MIJNWERKERSBONT) AANVAARDT
LOONSVERLAGING.
Het hoofdbestuur van den Prot. Chr. Mijn-
werkersbond heeft aan de Contactcommissie
voor het Mijnbedrijf bericht, dat het, na raad
pleging van de ledenvergadering zijner af-
deelingen, besloten heeft het laatste voorstel
van de meerderheid der mijndirecties, een
loonsverlaging van 3 pet. te aanvaarden.
In dit schrijven wordt er de nadruk op ge
legd, dat slechts noodgedwongen hiertoe is
besloten, onder den invloed van de huidige
omstandigheden, die den plicht opleggen zware
offers te brengen, teneinde een conflict in het
mijnbedrijf te voorkomen.
Beperking van vreemde werk
krachten gevraagd.
Eén Duitsclier op acht Nederlanders?
De moderne strijdmiddelen.
Hoe gevaarlijk mosterdgas is.
Hoe gevaarlijk mosterdgas is, is onlangs
weer gebleken m het laboratorium van de Ar
tillerie inrichtingen aan de Hembrug. Er
zouden proeven worden genomen met kleeding
die vermoedelijk tegen mosterdgas bestand
zou zijn. Een der laboratorium-employés
v. H., bracht een geringen hoeveelheid van
het een vertrek naar het andere over. Bij
het passeeren van een deur sloeg deze dicht
waardoor de flesch brak. De ongelukkige werd
zeer ernstig door het mosterdgas gewond.
Onmiddellijk werd hij met choorkalk behan
deld. Een der personen die hulp verleende
kreeg het gas aan de hand een vinger werd
aangetast en zal waarschijnlijk wordeh ge
amputeerd. De heer v. H. werd onmiddellijk
naar het Ziekenhuis te Zaandam vervoerd.
Het Tweede-Kamerlid de heer Hermans
heeft den Minister van Sociale Zaken de vol
gende vragen gesteld:
Is den Minister bekend, dat het aantal in
ons land te werk gestelde vreemdelingen nog
voortdurend toeneemt, en heeft Z.E. kennis
genomen o.a. van de resultaten van een on
derzoek. ingesteld in Venlo en omgeving,
over 240 bedrijven, waaruit zou gebleken zijn,
dat reeds op 8 werkkrachten één Duitscher
voorkomt of in totaal op 4385 werkkrachten
561 Duitschers'?
Acht de Minister het niet noodzakelijk, dat
met het oog op dit verschijnsel en den stij
genden nood onder de werkloozen. onver
wijld in werking wordt gesteld de jarenlang
voorbereide, eindelijk tot stand gekomen wet
tot regeling van het verrichten van arbeid
door vreemdelingen?
Wil de minister mededeelen. waarom soms
maandenlang, ook in spoedeischende geval
len en ondanks herhaalde verzoeken, moet
gewacht worden op beslissingen in zake Rijks
bijdragen voor productieve werkverschaffing,
zoolang soms. dat goede gelegenheid tot
werkverschaffing verloren gaat of nieuwe
werkloosheid onder reeds te werk gestelden
dreigt te ontstaan?
Kan de Minister, zoo noodig in overleg met
ambtgenooten, maatregelen treffen., om zulke
vertraging in de toekomst te voorkomen?
De heer Hermans heeft voorts de volgende
vraag gericht tot den Minister van Economi
sche Zaken:
In de Tweede Kamer werd op 2 Maart 1934
door den Minister van Sociale Zaken mede
gedeeld:
.Ik kan de Kamer mededeelen. dat de
Minister van Economisch Zaken een wets
ontwerp voorbereidt niet- de voorberei
ding overweegt, maar: voorbereidt met
betrekking tot vreemdelingen, die een zelf
standig beroep willen uitoefenen".
Wil de Minister mededeelen. waarom na
vier en een halve maand die voorbereiding
blijkbaar nog niet geëindigd is en wanneer
dat wetsontwerp zal worden ingediend?
DE BUIT ZAL NIET MEEGEVALLEN ZIJN.
Ossche inbrekers hebben een strop.
De heeren inbrekers te Oss hebben in den
nacht van Zaterdag op Zondag een goede slag
denken te slaan, doch de buit #een rolletje
pruimtabak moet hun wel duchtig tegen
zijn gevallen.
Een bejaarde landbouwer in de buurtschap
Ussen. die met zijn kleinzoontje samenwoont,
had kort geleden een huisje verkocht- Dit is
den dieven blijkbaar bekend geweest evenals
het feit. dat de landbouwer zijn geld in zijn
tabaksdoos bewaarde. Het kleinzoontje is door
het door de inbrekers veroorzaakte gerucht
wakker geworden, waaropj dezen de vlucht na
men. Bij een onderzoek bleken reeds alle ka
mers doorzicht te zijn. Uit de broek van den
boer, die over een stoel voor het bed had ge
hangen. was de tabaksdoos verdwenen.
De buit zal hun echter niet meegevallen zijn.
In
verband met de aardewerk-
con tingen tee ring.
Zij wordt als een
onvriendelijkheid beschouwd.
In verband met de moeilijkheden, die zich
voordoen tijdens de Nederlandsch-Japansche
handelsconferentie te Batavia, heeft, naar
Reuter uit Tokio meldt, het ministerie van
Buitenlandsche Zaken van Japan den gezant
te Den Haag opgedragen bij de Nederland-
sche regeering voorstellen te doen en de me
dewerking van Nederland te vragen om de
conferentie tot een vriendschappelijk einde te
brengen.
In officieele kringen wordt er de nadruk op
gelegd, dat men niet houdt van represaille
maatregelen, maar dat men wel verplicht Is
maatregelen te nemen, die de Japansche
handelsbelangen moeten beschermen dit voor
al, wanneer men den toestand beschouwt
zooals die ontstaan is na de contingenteering
van aardewerk in Ned.-Indië. die. daarop
wordt de nadruk gelegd, als een onvriende
lijkheid tegenover Japan wordt beschouwd.
V.D. verneemt hieromtrent uit Tokio:
Ncderlandsche gezant bij Hirota
Naar aanleiding van de stappen, door de
Japansche regeering te Den Haag gedaan in
verband met de nieuwe Nederlandsche maat
regelen op handelsgebied heeft de Nederland
sche gezant te Tokio, de heer J. C. Pabst. een
bezoek gebracht aan den Japanschen minis
ter van buitenlandsche zaken Hirota, met
wien hij van gedachten wisselde over de con
ferentie te Batavia. De gezant gaf verder een
uitlegging Vfta de nieuwe handelsmaatregelen
der Nederlandsche regeering.
Verhoogde Indische tarieven.
Bekrachtiging besluiten van den Gouv.-
Gencraal.
Ingediend is een wetsontwerp tot bekrachti
ging van twee door den gouverneur-generaal
van Nederlandsch-Indië krachtens artikel 93,
eerste lid. en artikel 183. tweede lid van de
Indische Staatsregeling vastgestelde ordon
nan ties.
Aan de Memorie van Toelichting wordt het
volgende ontleend:
Het wetsontwerp heeft de strekking om be
krachtiging bij de wet te erlangen van twee
door den gouverneur-generaal van Ned. In-
dië. met gebruikmaking van de in artikel 93.
eerste lid en artikel 193, tweede lid, der Indi
sche Staatsregeling vermelde bevoegdheden,
vastgestelde ordonnanties tot verhooging van
de invoerrechten op wijn en tot verlaging van
die op enkele geneesmiddelen, teerverfstoffen
en medicinale zeep.
De bij de wet van 29 Dcc. 1933 tot stand
gebrachte herziening van het Indisch tarief
van invoerrechten, liet de wijnrechten onver
anderd in verband met de tusschen Nederland
en Frankrijk nog van kracht zijnde zooge
naamde petroleum-wijnschikking. Sedertdien
werd met de Fransche regeering overeenstem
ming verkregen nopens een wijziging van die
overeenkomst in dier voege, dat de Indische
invoerrechten op wijn zouden kunnen worden
verdubbeld.
Van die regeling is gebruik gemaakt om het
invoerrecht op afgetapten wijn te verdubbelen
en dat voor wijn op fust met 50 pCt. te ver-
hoogen. De waarde van laatstgenoemd artikel
maakt een zwaardere belasting niet wensche-
lijk. Op basis van den invoer van 1933 zal de
getroffen maatregel een bate van 120.000
's jaars opbrengen.
Ten einde den invoer van abnormaal groo
te hoeveelheden wijn te voorkomen kwam het
der regeering gewenscht voor de rentever-
hooging die op 1 Juli J.l. in werking trad
op korten termijn tot stand te brengen.
Dit laatste heeft eveneens plaats gehad ten
aanzien van de verlaging der rechten op en
kele geneesmiddelen, teerverfstoffen en me
dicinale zeep.
Die verlaging is het gevolg van een, mede
op 1 Juli j.l. In werking getreden, overeen
komst met Duitschland nopens het goederen
verkeer tusschen dat land en Nederlandsch-
Indië.
Mevr. De BoerVan Rijk
81
jaar.
Hartelijke huldiging te Amsterdam.
KLASSE-INDEEL ING VOOR MAILSCHEPEN
Aneta meldt uit Batavia: Blijkens een me
dedeeling van den minister van Koloniën
ontvangen is de klasse-indeeling voor bur
gerlijke landsdienaren voor het reizen met
mailschepen met ingang van 1 September
as. als volgt vastgesteld: salarisgrens 1ste
klasse f 575 per maand, salarisgrens voor de
2e klasse voor mannelijke ambtenaren f 275
en voor vrouwelijke landsdienaren f 200 per
maand: salarisgrens voor de derde klasse
f 125 per maand. De indeeling vindt plaats
naar de integrale bezoldiging volgens het
H.B.B.L.
De bestaande indeeling voor militairen
blijft ongewijzigd. Deze r.ieuwe regeling zal
voorloopig van kracht blijven tot 1 Januari
1936.
Terwijl buiten de wind gierde en grauw-
zwarte regenwolken langs den hemel joegen,
heerschte er in de knusse foyer van het Cen
traal theater te Amsterdam, waar de bekende
actrice. Mevr. Esther de Boer van Rijk, ter
gelegenheid van haar Sisten verjaardag Za
terdag een thee aanbood aan familieleden,
vrienden en vereerders, een genoegelijke stem
ming.
De jubilaresse. omringd door kinderen en
kleinkinderen en bijna onzichtbaar door de
vele bloemen en geschenken werd toegespro
ken door Ellas van Praag, die namens alle aan
wezigen zijn blijdschap uitdrukte over het feit.
dat onze krasse actrice dezen dag mocht be
leven in een uitstekende lichamelijke, en gees
telijke welstand. Spr. eindigde met den wensch.
dat Mevr. ae Boer—van Rijk nog jarenlang
toonee! mocht blijven spelen.
Onder de aanwezigen waren vele collega's,
die onze populaire tooneelspeelster geluk
kwamen wenschen.
Op 81-jarigcn leeftijd Tropenadel.
In een goed bezette schouwburg heeft Mevr.
de Boer—van Rijk Zaterdagavond met een
voorstelling van het bekende ..Tropenadel" de
viering van haar 8lsteil verjaardag voortge
zet. Na het einde van het tweede bedrijf heeft
de heer Sluizer, directeur van het Centraal-
Theater, haar mede namens het publiek met
bloemen gehuldigd, terwijl namens het gezel
schap. waarin zij als gast optreedt, de Combi-
natie-1934. de heer Ellas van Praag haar even
eens gehuldigd heeft en haar ten voorbeeld
van de jongeren stelde. Hij las eenige van de
vele ingekomen felicitatietelegrammen voor.
o.a. van den auteur van „Tropenadel", Henri
van Wermeskerken, van Louis de Vries en van
Mevr. Theo Mann—Bouwmeester,
Jaarvergadering van
A. V. R. O.
de
Rekening goedgekeurd, bcgrooting
vastgesteld.
In de Zaterdag te Arnhem gehouden alge-
meene vergadering van de A.V.R.O. werden de
rekening en verantwoording van den penning
meester goedgekeurd, evenals het verslag van
den directeur, den heer W. Vogt.
Tot nieuw lid van de boekencontröle-com-
missie werd benoemd de heer H. Keegstra.
directeur van het gem. girokantoor te Amster
dam.
De bcgrooting, sluitend met een bedrag van
f 1.120 000 werd vastgesteld.
Het voorstel van het H B. tot ruiling van
enkele stukken grond aan den 's-Graveland-
schen weg en aan het Melkpad te Hilversum
ten behoeve van den bouw van de nieuwe stu
dio en het aankoopen van perceel 50-52 's-Gra-
velandscheweg te Hilversum worden goedge
keurd.
Na afloop van het officieele gedeelte van de
vergadering heeft architect Merkelbach een
uiteenzetting gegeven van de in uitvoering
zijnde bouwplannen van de studio.
Besloten werd een telegram naar Guus Weit-
zel te zenden, waarin hem een spoedig herstel
werd toegewenscht en de hoop werd uitge
sproken. dat hij begin September zijn werk
zaamheden weer zou kunnen hervatten.
NIEUWE RADIO REDE OVER DE STEU.V-
VERLEENING.
Naar wij vernemen zal de heer G. W F.
van Hoeven, referendaris aan he: departe
ment van sociale zaken en rijksinspecteur
voor de steunverleening. Dinsdagavond om
7 uur 45 voor den KRO een vervolgrede hou
den over de herziening van de steunregeling.
CRISISPOSTZEGELS TOT 1 AUGUSTUS
VERKRIJGBAAR.
Het Nationaal Crisis Comité maakt be
kend. dat de verkoop van crisis-postzegels l
Augustus onhoerroepelijk zal worden geslo
ten: de zegels blijven echter nog tot Juni
1935 voor port verbruik geldig. In herinne
ring zij gebracht, dat de uitgifte een 5 en 6
ets. zegel omvat respectievelijk met de beel
tenis van H.M. de Koningin en H.K.1I. Prin
ses Juliana. Op de zegels wordt een tcesiag
geheven ten bate van hot N.C.C.. verkoops
prijs per stel 20 ct.. zij zijn aan alle post
kantoren verkrijgbaar.
Het comité vertrouwt, dat nog velen in
deze laatste dagen tot aankoop zullen over
gaan: het zal er dan onmlsbaren steun door
erlangen gedurende een nieuwen winter in
zijn moeilijke taak van crisisbestrijding te
volharden.
Het gaat de K. L. M. goed.
Groeiend verkeer.
Bij een vergelijking der vervoercijfers der
K.L.M. in Europa en op de Indië-lijn over het
eerste halfjaar van 1933 met die van 1934,
komt men tot de volgende resultaten,
Gedurende de eerste 6 maanden van 1933
werden 13978 passagiers vervoerd tegen 33101
in dit jaar. hetgeen neerkomt op een vooruit
gang van 237 pet.
De post vermeerderde van 85347 K G. in 1933
tot 107490 K.G. over liet eerste halfjaar van
1934, een stijging van 25 pet.
Het goederenvervoer leed ook dit jaar onder
den algemeenen toestand en verminderde
van 637896 K.G. gedurende de eerste 6 maan
den van 1933 tot 531251 K.G. in 1934
Het totaal aantal passagiers over 1933 be
droeg 41701; reeds in de derde week van Juli
1934.1s dit aantal overtroffen en werd de
41702e passagier geboekt.
De maand Juli bracht tevens de 200.000ste
passagier der K.L.M. sinds den 17en Mei 1920
toen dc eerste vlucht gemaakt werd
Ook op de Indië-lijn vertoonde het vervoer
een stijging over dc geheele linie.
Betaalt met bankmarken.
Mogelijkheid om den export te
bevorderen.
Circulaire van den minister.
De minister van Economische Zaken heeft
de volgende circulaire aan de Kamers van
Koophandel en Fabrieken en de vier werk
geversorganisaties gericht:
„Bij circulaire van 2 Mei 1933 vestigde lk
er uw aandacht op. dat het De Nederlandsche
Bank niet altijd mogelijk is. het markensaldo
waarover zij krachtens de Nederlandsch-Duit-
sche deviezenovereenkomst bij de Rijksbank
te Berlijn de beschikking heeft, onmiddellijk
te verkoopen, met het gevolg, dat de uitbe
taling aan de Nederlandsche exporteurs in
zulke gevallen vertraging ondervindt.
Thans zie ik mij genoodzaakt u te berichten,
dat, gelijk dc ervaring doet zien, men nog
steeds niet voldoende doordrongen is van het
belang, dat de Nederlandsche handel heeft
bij een vlotten afzet van de zoogenaamde
„bankmarken".
Vele importeurs van Duitsche goederen
geven zich blijkbaar te weinig rekenschap van
de mogelijkheid tot steun aan het nationale
bedrijfsleven, gelegen In het verrichten van
hun betalingen aan Duitsche leveranciers door
middel van bankmarken.
Het wil mij dan ook dringend gewenscht
voorkomen, dat andermaal zoveel mogelijk
den Nedcriandschen importeur van Duitsche
goederen met nadruk worde gewezen op de
mogelijkheid, hun betalingen door gebruik
making van het Rijksbanksaldo van De Neder
landsche Bank te verrichten.
Een groote vraag naar de marken in quaestie
zal wellicht kunnen worden gekweekt, indien
door uwe medewerking aan belanghebbenden
binnen het ressort uwer Kamer nogmaals
duidelijk tot uitdrukking wordt gebracht, dat
het koopen van ..bankmarken" in niet ge
ringe mate bijdragen kan tot het bevorderen
van den export naar Duitschland.
Ik teeken hierbij nog aan. dat de aandacht
van de belanghebbenden er tegelijkertijd op
gevestigd dient te worden, dat zij voor den
aankoop van bedoelde marken, de bemiddeling
moeten inroepen van een particuliere bank
instelling,