Werkloosheidslasten gelijkmatiger verdeeld. Japan doet stappen in Den Haag. MAANDAG 30 JULI 1934 HAARLEM'S DAGBLAD BINNENLAND Regeering wil een subsidiefonds instellen. Alle gemeenten moeten bijdragen. Bepaald aantal opcenten der belastingen voor het fonds. De regeering heeft aan de ge meentebesturen een circulaire toe gezonden, waarin m-ededeeling wordt gedaan van een in over weging zijnde regeling om de lasten van den werkloozensteun gelijkmatig over alle gemeenten te verdeelen. Daardoor zullen dus de gemeenten, wier bevolking slechts in geringe mate door werkloosheid wordt getroffen, moeten bijdragen voor gemeenten, waar de werkloos heid in ernstige mate heerscht. De regeering overweegt een Werk loosheids-subsidie-fonds in te stellen, waarvan de inkomsten zrullen worden aangewend ter tegemoetkoming aan de gemeente in haar uitgaven terzake van de werkloosheid. Als inkomsten van dit fonds zullen gelden, behalve een bedrag van 46 millioen dat in 1935, evenals in 1934, uit 's Rijks kast voor werkloozen-uitkeeringen zal worden - be schikbaar gesteld: A. 25 Opcenten op de hoofdsom der ge meentefondsbelasting volgens de eerste klasse. B. 10 Opcenten op de hoofdsom der ver mogensbelasting. C. 75 Opcenten op de hoofdsom der per soneele belasting. D. 40 van de hoofdsom der grondbelas ting. Tegelijkertijd zal de thans bestaande be voegdheid der gemeenten tot heffing van 100 opcenten gemeentefondsbelasting en 50 op centen vermogensbelasting worden gewijzigd in een bevoegdheid tot heffing van 75 opcen ten fondsbelasting en 40 opcenten vermogens [belasting. Door de overwogen regeling wordt een'ge deelte van het gemeentelijke belastinggebied van alle gemeenten bestemd voor de dekking van de kosten van werkloozensteun. Met nadruk wordt er in de circulaire op ge wezen, dat deze regeling nog slechts in over weging is. Uitsluitend met het oog op de wenschelijkheid, dat de gemeentebesturen met het voornemen der- regeering rekening kunnen houden bij het opmaken der begroo tingen voor 1935, heeft de regeering de circu laire rondgezonden. Rijk kan slechts f 46 millioen bijdragen. In een communiqué wordt voorts het vol gende medegedeeld: Het vraagstuk van de dekking der gemeen telijke uitgaven voor werkschaffing en steun- verleening aan werkloozen vraagt in steed; toenemende mate de aandacht van de regee ring. Bleek het over het jaar 1933 nog moge lijk uit 's Rijks kas een bedrag beschikbaar te stellen, hetwelk over het algemeen in staat stelde bij een rationeele verdeeling n.l. bij een verdeeling, welke volledig rekening hield met de belangrijkheid van deze uitgaven in verhouding tot de draagkracht der gemeen ten de lasten te dekken, voor 1934, toen het voor dit deel op de Rijksbegrooting beschik bare bedrag moest worden teruggebracht tot f 46 millioen, werden de moeilijkheden aan merkelijk grooter. Voor het jaar 1935 zullen de moeilijkheden voor alle daarbij betrokken partijen weder grooter zijn. Reeds kan met zekerheid worden vastgesteld, dat de bijdrage van het Rijk in geen geval grooter dan f 46 millioen kan zijn, terwijl de financieele weerstand van de ge meenten, wier financiën door de werkloos heid zijn getroffen, weder aanmerkelijk is Verzwakt. Reeds geruimen tijd houdt de regeering zich met dit vraagstuk bezig. Zij is er van over tuigd, dat de betrokken gemeenten met be hulp van de bijdrage van het Rijk van f 46 millioen niet in staat zullen zijn de lasten van ae werkloosheidsvoorziening op haar gewone begrooting te dekken. Niet minder overtuigd is zij echter van het verderflijke van elk sy steem waaraan niet ten grondslag ligt het be ginsel dat deze lasten in het heden uit de ge wone middelen gedekt behooren te worden. Deze moeilijkheden hebben de regeering ge leid tot de overweging van een maatregel, welke uitsluitend in den ernst van den toe stand hare rechtvaardiging vindt. Deze maat regel zou neerkomen op het bestemmen van een gedeelte van het gemeentelijke belasting gebied van alle gemeenten des Rijks voor de dekking van de meergenoemde lasten. Versobering nog noodzakelijk. Zelfs deze noodmaatregel, kan op zichzelf ge nomen, de moeilijkheden niet geheel onder vangen. Slechts indien zij gepaard zou gaan met een daadwerkelijke versobering van de huishouding van die gemeenten, waar dit tot nu toe of niet voldoende plaats vond en ge rekend zou mogen worden op de verlichting, welke bepaalde maatregelen, als de uitvoering van het f 60 millioen plan. kan brengen, zou de verwachting mogen worden gekoesterd, dat. de dekking van bedoelde lasten uit de ge wone middelen zal kunnen worden verkregen. De regeering bereidt thans maatregelen -oor, die in de aangeduide richting gaan. Zon der op eenigerlei wijze vooruit te loopen op de besluiten, welke de Kroon in gemeen overleg 'met de Staten-Generaal ter zake zal nemen, doet de minister van Binnenlandsche Zaken in deze circulaire mede namens zijn ambt- genooten van Sociale Zaken en van Financiën, mededeeling van de regeling, welke thans in overweging is: lo. de instelling van een fonds, waarvan de inkomsten zullen worden aangewend ter tege moetkoming aan de gem nten in hare uit gaven ter zake van de werkloosheid (Werk loosheids-subsidie-fonds) 2o. als inkomsten van het fonds zullen gelden behalve de f 46 mi.'i oen welke het Rijk beschikbaar stelt: a. 25 opcenten op de hoofdsom der Ge meentefondsbelasting volgens de 1ste klasse: b. 10 opcenten op de hoofdsom der Vermo gensbelasting c. 75 opcenten op de hoofdsom der Perso- neele Belasting, in elke gemeente te heffen vólgens het tarief der wet op de Personeele belasting 1896 en volgens de klasse of de klas sen, waarin de gemeenten gerangschikt zijn; d. 40 van de hoofdsom der Grond belasting. De heffingen sub a en b vangen aan met in gang van het belastingjaar 1935 6. De ge meentebesturen zullen er rekening mede be hooren te houden, dat hun bevoegdheid tot heffing van 100 opcenten op de hoofdsom der Fondsbelasting en van 50 opcenten op de hoofdsom der Vermogensbelasting met ingang van hetzelfde belastingjaar zal worden ge wijzigd in een bevoegdheid tot heffing van 75 opcenten op de hoofdsom der Fondsbelasting en van 40 opcenten op de hoofdsom der Ver mogensbelasting. De heffing sub c vangt aan met het belas tingjaar 1935. De gemeentebesturen zullen als dan met ingang van hetzelfde belastingjaar uit de Personeele belasting wegens hoofdsom en opcenten geen hooger bedrag mogen heffen dan overeenstemt met 225 ten honderd van de hoofdsom der Personeele belasting volgens het tarief der wet op de Personeele Belasting en. volgens de klasse of de klassen, waarin de gemeenten gerangschikt zijn. In bijzondere ge vallen zal aan een gemeente toestemming kun nen worden verleend van het hierboven be paalde af te wijken. De bestemming voor het in te stellen fonds vaj? het sub d genoemde gedeelte van de hoofdsom der Grondbelasting gaat eveneens in met het belastingjaar 1935. Terzelfder tijd wordt het aandeel, dat de gemeenten in de hoofdsom der Grondbelasting ontvangen, van 75% teruggebracht tot 35%. 3o. Uit het fonds wordt een bijdrage ver leend in de uitgaven wegens kosten van steun uitkeringenaan werkloozen en die van ar- beidsloonen, betaald bij werkverschaffing aan werkloozen. Met arbeidsloonen, betaald bij werkverschaf fing aan werkloozen, worden weer gelijkge steld de door den minister van Sociale Zaken aangewezen uitgaven. De beperking, welke tot dusverre gold, dat alleen de uitgaven wegens kosten van steun- uitkeeringen aan werkloozen, die afkomstig zijn uit z.g. crisisvakken, voor bijdrage in aan merking komen, vervalt. 4o. de sub 3 bedoelde bijdrage zal over het algemeen worden verleend in de mate, als in een bij de ministerieele circulaire gevoegde schaal is aangegeven. Uiteraard zullen nog eenige punten nadere regeling behoeven. 5o. op de gemeente-begrooting voor 1935 be hoort te worden gebracht het 1/10 gedeelte van het bedrag aan werkloosheidsuitgaven, dat buiten de begrooting voor 1934 is gesteld (z.g, uitgestooten bedrag), zooals dat bedrag nader definitief zal worden vastgesteld. In dit ge deelte zal ten laste van het fonds een bijdrage worden verleend, berekend naar hetzelfde per centage, als ingevolge het sub 4 gestelde in de uitgaven, sub 3 bedoeld zal worden verleend. 6o. Indien met de bijdragen sub 4 en 5 aangegeven geen evenwicht in de begrooting kan worden verkregen, kan op de begrooting op een afzonder lijken post een extra-bijdrage worden geraamd. Deze extra-bijdrage zal, te zamen met de bijdrage sub 4, niet meer dan 99 van de uitgaven, sub 3 aangegeven, mogen uitmaken. De extra-bijdrage wordt slechts verleend, indien ten genoege van de regeering. die zich ter zake door Ged. Staten doet voorlichten, wordt aangetoond, dat inderdaad de inkom sten van de gemeente zoo hoog zijn opgevoerd, als voor de gemeente, rekening houdende met de realiteit, mogelijk is, en dat de huishou ding van de gemeente in die mate versoberd is, als in de huidige omstandigheden, nu voor de dekking van de crisis-uitgaven allerwege zware offers gebracht moeten worden, nood zakelijk is. Het stadium, waarin de voorbereiding van de maatregelen verkeert, mede gezien de nood zakelijke medewerking van de Staten-Gene raal ten deze, laat uiteraard niet toe daaraan reeds thans onveranderlijke aanspraken te ontleenen. Geen miniatuur-auto-race- banen. zü zouden een „straperlosfeer" kunnen scheppen. De minister van binnenlandsche zaken heeft, naar de NR.Crt. meldt, aan de burgemeesters in den lande in aansluiting aan zijn rondzend brief van 1 Augustus 1933 inzake het straper lospel medegedeeld, zulks in overleg met zijn ambtgenoot van justitie, dat wellicht aanvra gen zullen worden gedaan om vergunning tot exploitatie van een spel met miniatuur-race- banen. z.g. miniature-speedways, dat op een tafel wordt beoefend. De minister deelt mede dat de burgemeester eener groote gemeente tot wien een dergelijke aanvrage werd gericht, heeft gemeend een rechterlijke uitspraak om trent de vraag of de exploitatie van bedoeld spel al dan niet onder de bepaling valt van artikel 254bis van het W. v. Str., niet te moeten afwachten en de vereischte vergunning heeft geweigerd De minister deelt mede. dat deze weigering naar het oordeel van den minister van justitie en van hemzelf terecht is geschied. Ook dan, wanneer ingevolge een rechterlijke beslissing zou moeten worden aangenomen, dat bedoeld spel niet bepaaldelijk als hazardspel is aan te merken, bestaat er alleszins aanleiding voor bedoelde weigering, omdat dit spel in de prak tijk een sfeer zal kunnen gaan scheppen als van het bekende straperlospel. De minister verzoekt den burgemeesters hiermede rekening te houden. WIELRIJDER DOOR AUTO GEDOOD. Te Apeldoorn op den Amersfoortscheiistraat- weg tusschen Millingen en Nieuw Millingen is de 50-jarige wielrijder W. Bouwman uit Koot wijk overreden door een auto, bestuurd door den heer B uit Gouda. De man was bijna on middellijk dood. De wielrijder kwam uit een zijlaantje van den weg, voor den automobilist aan de linker zijde gelegen. CHR. MIJNWERKERSBONT) AANVAARDT LOONSVERLAGING. Het hoofdbestuur van den Prot. Chr. Mijn- werkersbond heeft aan de Contactcommissie voor het Mijnbedrijf bericht, dat het, na raad pleging van de ledenvergadering zijner af- deelingen, besloten heeft het laatste voorstel van de meerderheid der mijndirecties, een loonsverlaging van 3 pet. te aanvaarden. In dit schrijven wordt er de nadruk op ge legd, dat slechts noodgedwongen hiertoe is besloten, onder den invloed van de huidige omstandigheden, die den plicht opleggen zware offers te brengen, teneinde een conflict in het mijnbedrijf te voorkomen. Beperking van vreemde werk krachten gevraagd. Eén Duitsclier op acht Nederlanders? De moderne strijdmiddelen. Hoe gevaarlijk mosterdgas is. Hoe gevaarlijk mosterdgas is, is onlangs weer gebleken m het laboratorium van de Ar tillerie inrichtingen aan de Hembrug. Er zouden proeven worden genomen met kleeding die vermoedelijk tegen mosterdgas bestand zou zijn. Een der laboratorium-employés v. H., bracht een geringen hoeveelheid van het een vertrek naar het andere over. Bij het passeeren van een deur sloeg deze dicht waardoor de flesch brak. De ongelukkige werd zeer ernstig door het mosterdgas gewond. Onmiddellijk werd hij met choorkalk behan deld. Een der personen die hulp verleende kreeg het gas aan de hand een vinger werd aangetast en zal waarschijnlijk wordeh ge amputeerd. De heer v. H. werd onmiddellijk naar het Ziekenhuis te Zaandam vervoerd. Het Tweede-Kamerlid de heer Hermans heeft den Minister van Sociale Zaken de vol gende vragen gesteld: Is den Minister bekend, dat het aantal in ons land te werk gestelde vreemdelingen nog voortdurend toeneemt, en heeft Z.E. kennis genomen o.a. van de resultaten van een on derzoek. ingesteld in Venlo en omgeving, over 240 bedrijven, waaruit zou gebleken zijn, dat reeds op 8 werkkrachten één Duitscher voorkomt of in totaal op 4385 werkkrachten 561 Duitschers'? Acht de Minister het niet noodzakelijk, dat met het oog op dit verschijnsel en den stij genden nood onder de werkloozen. onver wijld in werking wordt gesteld de jarenlang voorbereide, eindelijk tot stand gekomen wet tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelingen? Wil de minister mededeelen. waarom soms maandenlang, ook in spoedeischende geval len en ondanks herhaalde verzoeken, moet gewacht worden op beslissingen in zake Rijks bijdragen voor productieve werkverschaffing, zoolang soms. dat goede gelegenheid tot werkverschaffing verloren gaat of nieuwe werkloosheid onder reeds te werk gestelden dreigt te ontstaan? Kan de Minister, zoo noodig in overleg met ambtgenooten, maatregelen treffen., om zulke vertraging in de toekomst te voorkomen? De heer Hermans heeft voorts de volgende vraag gericht tot den Minister van Economi sche Zaken: In de Tweede Kamer werd op 2 Maart 1934 door den Minister van Sociale Zaken mede gedeeld: .Ik kan de Kamer mededeelen. dat de Minister van Economisch Zaken een wets ontwerp voorbereidt niet- de voorberei ding overweegt, maar: voorbereidt met betrekking tot vreemdelingen, die een zelf standig beroep willen uitoefenen". Wil de Minister mededeelen. waarom na vier en een halve maand die voorbereiding blijkbaar nog niet geëindigd is en wanneer dat wetsontwerp zal worden ingediend? DE BUIT ZAL NIET MEEGEVALLEN ZIJN. Ossche inbrekers hebben een strop. De heeren inbrekers te Oss hebben in den nacht van Zaterdag op Zondag een goede slag denken te slaan, doch de buit #een rolletje pruimtabak moet hun wel duchtig tegen zijn gevallen. Een bejaarde landbouwer in de buurtschap Ussen. die met zijn kleinzoontje samenwoont, had kort geleden een huisje verkocht- Dit is den dieven blijkbaar bekend geweest evenals het feit. dat de landbouwer zijn geld in zijn tabaksdoos bewaarde. Het kleinzoontje is door het door de inbrekers veroorzaakte gerucht wakker geworden, waaropj dezen de vlucht na men. Bij een onderzoek bleken reeds alle ka mers doorzicht te zijn. Uit de broek van den boer, die over een stoel voor het bed had ge hangen. was de tabaksdoos verdwenen. De buit zal hun echter niet meegevallen zijn. In verband met de aardewerk- con tingen tee ring. Zij wordt als een onvriendelijkheid beschouwd. In verband met de moeilijkheden, die zich voordoen tijdens de Nederlandsch-Japansche handelsconferentie te Batavia, heeft, naar Reuter uit Tokio meldt, het ministerie van Buitenlandsche Zaken van Japan den gezant te Den Haag opgedragen bij de Nederland- sche regeering voorstellen te doen en de me dewerking van Nederland te vragen om de conferentie tot een vriendschappelijk einde te brengen. In officieele kringen wordt er de nadruk op gelegd, dat men niet houdt van represaille maatregelen, maar dat men wel verplicht Is maatregelen te nemen, die de Japansche handelsbelangen moeten beschermen dit voor al, wanneer men den toestand beschouwt zooals die ontstaan is na de contingenteering van aardewerk in Ned.-Indië. die. daarop wordt de nadruk gelegd, als een onvriende lijkheid tegenover Japan wordt beschouwd. V.D. verneemt hieromtrent uit Tokio: Ncderlandsche gezant bij Hirota Naar aanleiding van de stappen, door de Japansche regeering te Den Haag gedaan in verband met de nieuwe Nederlandsche maat regelen op handelsgebied heeft de Nederland sche gezant te Tokio, de heer J. C. Pabst. een bezoek gebracht aan den Japanschen minis ter van buitenlandsche zaken Hirota, met wien hij van gedachten wisselde over de con ferentie te Batavia. De gezant gaf verder een uitlegging Vfta de nieuwe handelsmaatregelen der Nederlandsche regeering. Verhoogde Indische tarieven. Bekrachtiging besluiten van den Gouv.- Gencraal. Ingediend is een wetsontwerp tot bekrachti ging van twee door den gouverneur-generaal van Nederlandsch-Indië krachtens artikel 93, eerste lid. en artikel 183. tweede lid van de Indische Staatsregeling vastgestelde ordon nan ties. Aan de Memorie van Toelichting wordt het volgende ontleend: Het wetsontwerp heeft de strekking om be krachtiging bij de wet te erlangen van twee door den gouverneur-generaal van Ned. In- dië. met gebruikmaking van de in artikel 93. eerste lid en artikel 193, tweede lid, der Indi sche Staatsregeling vermelde bevoegdheden, vastgestelde ordonnanties tot verhooging van de invoerrechten op wijn en tot verlaging van die op enkele geneesmiddelen, teerverfstoffen en medicinale zeep. De bij de wet van 29 Dcc. 1933 tot stand gebrachte herziening van het Indisch tarief van invoerrechten, liet de wijnrechten onver anderd in verband met de tusschen Nederland en Frankrijk nog van kracht zijnde zooge naamde petroleum-wijnschikking. Sedertdien werd met de Fransche regeering overeenstem ming verkregen nopens een wijziging van die overeenkomst in dier voege, dat de Indische invoerrechten op wijn zouden kunnen worden verdubbeld. Van die regeling is gebruik gemaakt om het invoerrecht op afgetapten wijn te verdubbelen en dat voor wijn op fust met 50 pCt. te ver- hoogen. De waarde van laatstgenoemd artikel maakt een zwaardere belasting niet wensche- lijk. Op basis van den invoer van 1933 zal de getroffen maatregel een bate van 120.000 's jaars opbrengen. Ten einde den invoer van abnormaal groo te hoeveelheden wijn te voorkomen kwam het der regeering gewenscht voor de rentever- hooging die op 1 Juli J.l. in werking trad op korten termijn tot stand te brengen. Dit laatste heeft eveneens plaats gehad ten aanzien van de verlaging der rechten op en kele geneesmiddelen, teerverfstoffen en me dicinale zeep. Die verlaging is het gevolg van een, mede op 1 Juli j.l. In werking getreden, overeen komst met Duitschland nopens het goederen verkeer tusschen dat land en Nederlandsch- Indië. Mevr. De BoerVan Rijk 81 jaar. Hartelijke huldiging te Amsterdam. KLASSE-INDEEL ING VOOR MAILSCHEPEN Aneta meldt uit Batavia: Blijkens een me dedeeling van den minister van Koloniën ontvangen is de klasse-indeeling voor bur gerlijke landsdienaren voor het reizen met mailschepen met ingang van 1 September as. als volgt vastgesteld: salarisgrens 1ste klasse f 575 per maand, salarisgrens voor de 2e klasse voor mannelijke ambtenaren f 275 en voor vrouwelijke landsdienaren f 200 per maand: salarisgrens voor de derde klasse f 125 per maand. De indeeling vindt plaats naar de integrale bezoldiging volgens het H.B.B.L. De bestaande indeeling voor militairen blijft ongewijzigd. Deze r.ieuwe regeling zal voorloopig van kracht blijven tot 1 Januari 1936. Terwijl buiten de wind gierde en grauw- zwarte regenwolken langs den hemel joegen, heerschte er in de knusse foyer van het Cen traal theater te Amsterdam, waar de bekende actrice. Mevr. Esther de Boer van Rijk, ter gelegenheid van haar Sisten verjaardag Za terdag een thee aanbood aan familieleden, vrienden en vereerders, een genoegelijke stem ming. De jubilaresse. omringd door kinderen en kleinkinderen en bijna onzichtbaar door de vele bloemen en geschenken werd toegespro ken door Ellas van Praag, die namens alle aan wezigen zijn blijdschap uitdrukte over het feit. dat onze krasse actrice dezen dag mocht be leven in een uitstekende lichamelijke, en gees telijke welstand. Spr. eindigde met den wensch. dat Mevr. ae Boer—van Rijk nog jarenlang toonee! mocht blijven spelen. Onder de aanwezigen waren vele collega's, die onze populaire tooneelspeelster geluk kwamen wenschen. Op 81-jarigcn leeftijd Tropenadel. In een goed bezette schouwburg heeft Mevr. de Boer—van Rijk Zaterdagavond met een voorstelling van het bekende ..Tropenadel" de viering van haar 8lsteil verjaardag voortge zet. Na het einde van het tweede bedrijf heeft de heer Sluizer, directeur van het Centraal- Theater, haar mede namens het publiek met bloemen gehuldigd, terwijl namens het gezel schap. waarin zij als gast optreedt, de Combi- natie-1934. de heer Ellas van Praag haar even eens gehuldigd heeft en haar ten voorbeeld van de jongeren stelde. Hij las eenige van de vele ingekomen felicitatietelegrammen voor. o.a. van den auteur van „Tropenadel", Henri van Wermeskerken, van Louis de Vries en van Mevr. Theo Mann—Bouwmeester, Jaarvergadering van A. V. R. O. de Rekening goedgekeurd, bcgrooting vastgesteld. In de Zaterdag te Arnhem gehouden alge- meene vergadering van de A.V.R.O. werden de rekening en verantwoording van den penning meester goedgekeurd, evenals het verslag van den directeur, den heer W. Vogt. Tot nieuw lid van de boekencontröle-com- missie werd benoemd de heer H. Keegstra. directeur van het gem. girokantoor te Amster dam. De bcgrooting, sluitend met een bedrag van f 1.120 000 werd vastgesteld. Het voorstel van het H B. tot ruiling van enkele stukken grond aan den 's-Graveland- schen weg en aan het Melkpad te Hilversum ten behoeve van den bouw van de nieuwe stu dio en het aankoopen van perceel 50-52 's-Gra- velandscheweg te Hilversum worden goedge keurd. Na afloop van het officieele gedeelte van de vergadering heeft architect Merkelbach een uiteenzetting gegeven van de in uitvoering zijnde bouwplannen van de studio. Besloten werd een telegram naar Guus Weit- zel te zenden, waarin hem een spoedig herstel werd toegewenscht en de hoop werd uitge sproken. dat hij begin September zijn werk zaamheden weer zou kunnen hervatten. NIEUWE RADIO REDE OVER DE STEU.V- VERLEENING. Naar wij vernemen zal de heer G. W F. van Hoeven, referendaris aan he: departe ment van sociale zaken en rijksinspecteur voor de steunverleening. Dinsdagavond om 7 uur 45 voor den KRO een vervolgrede hou den over de herziening van de steunregeling. CRISISPOSTZEGELS TOT 1 AUGUSTUS VERKRIJGBAAR. Het Nationaal Crisis Comité maakt be kend. dat de verkoop van crisis-postzegels l Augustus onhoerroepelijk zal worden geslo ten: de zegels blijven echter nog tot Juni 1935 voor port verbruik geldig. In herinne ring zij gebracht, dat de uitgifte een 5 en 6 ets. zegel omvat respectievelijk met de beel tenis van H.M. de Koningin en H.K.1I. Prin ses Juliana. Op de zegels wordt een tcesiag geheven ten bate van hot N.C.C.. verkoops prijs per stel 20 ct.. zij zijn aan alle post kantoren verkrijgbaar. Het comité vertrouwt, dat nog velen in deze laatste dagen tot aankoop zullen over gaan: het zal er dan onmlsbaren steun door erlangen gedurende een nieuwen winter in zijn moeilijke taak van crisisbestrijding te volharden. Het gaat de K. L. M. goed. Groeiend verkeer. Bij een vergelijking der vervoercijfers der K.L.M. in Europa en op de Indië-lijn over het eerste halfjaar van 1933 met die van 1934, komt men tot de volgende resultaten, Gedurende de eerste 6 maanden van 1933 werden 13978 passagiers vervoerd tegen 33101 in dit jaar. hetgeen neerkomt op een vooruit gang van 237 pet. De post vermeerderde van 85347 K G. in 1933 tot 107490 K.G. over liet eerste halfjaar van 1934, een stijging van 25 pet. Het goederenvervoer leed ook dit jaar onder den algemeenen toestand en verminderde van 637896 K.G. gedurende de eerste 6 maan den van 1933 tot 531251 K.G. in 1934 Het totaal aantal passagiers over 1933 be droeg 41701; reeds in de derde week van Juli 1934.1s dit aantal overtroffen en werd de 41702e passagier geboekt. De maand Juli bracht tevens de 200.000ste passagier der K.L.M. sinds den 17en Mei 1920 toen dc eerste vlucht gemaakt werd Ook op de Indië-lijn vertoonde het vervoer een stijging over dc geheele linie. Betaalt met bankmarken. Mogelijkheid om den export te bevorderen. Circulaire van den minister. De minister van Economische Zaken heeft de volgende circulaire aan de Kamers van Koophandel en Fabrieken en de vier werk geversorganisaties gericht: „Bij circulaire van 2 Mei 1933 vestigde lk er uw aandacht op. dat het De Nederlandsche Bank niet altijd mogelijk is. het markensaldo waarover zij krachtens de Nederlandsch-Duit- sche deviezenovereenkomst bij de Rijksbank te Berlijn de beschikking heeft, onmiddellijk te verkoopen, met het gevolg, dat de uitbe taling aan de Nederlandsche exporteurs in zulke gevallen vertraging ondervindt. Thans zie ik mij genoodzaakt u te berichten, dat, gelijk dc ervaring doet zien, men nog steeds niet voldoende doordrongen is van het belang, dat de Nederlandsche handel heeft bij een vlotten afzet van de zoogenaamde „bankmarken". Vele importeurs van Duitsche goederen geven zich blijkbaar te weinig rekenschap van de mogelijkheid tot steun aan het nationale bedrijfsleven, gelegen In het verrichten van hun betalingen aan Duitsche leveranciers door middel van bankmarken. Het wil mij dan ook dringend gewenscht voorkomen, dat andermaal zoveel mogelijk den Nedcriandschen importeur van Duitsche goederen met nadruk worde gewezen op de mogelijkheid, hun betalingen door gebruik making van het Rijksbanksaldo van De Neder landsche Bank te verrichten. Een groote vraag naar de marken in quaestie zal wellicht kunnen worden gekweekt, indien door uwe medewerking aan belanghebbenden binnen het ressort uwer Kamer nogmaals duidelijk tot uitdrukking wordt gebracht, dat het koopen van ..bankmarken" in niet ge ringe mate bijdragen kan tot het bevorderen van den export naar Duitschland. Ik teeken hierbij nog aan. dat de aandacht van de belanghebbenden er tegelijkertijd op gevestigd dient te worden, dat zij voor den aankoop van bedoelde marken, de bemiddeling moeten inroepen van een particuliere bank instelling,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9