Waar die Stoekfaoimsehe Het land van Ahmed Zogoe. ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 7 Hlodeetre oa(é-u&tauMinls idealistische*t yaHicUtag.. Vossebessen tegen scheurbuik Toen het Norma-café, waar deze foto genomen is, gebouwd werd protesteerde de directeur van de nabijgelegen middelbare school, daar hij een slechten invloed van het café en zijn bezoekers op de leerlingen vreesde. Tegenwoordig komen er tusschen den middag haast meer scholieren dan volwassenen hun warme lunch gebruiken en directeur noch ouders hebben reden tot ontevredenheid. ([Van onzen correspondent). STOCKHOLM, 1 Augustus. Een werklooze jongen loopt langs Skepps- bron, langs Slussen, langs Komhamnstorg. Hij zuigt op een Bridge, die hij van een lotgenoot gekregen heeft, kauwt nog op het lange pa pieren mondstuk als 't laatste brokje gloeien de tabak weggeblazen is door den wind, die van over het water aangestreken komt naai de drukke kaden van Gamla Staden. Hij loopt langs de stapels vrachtgoed bij de kuststoomers hij loopt langs de witte kottertjes van Lysekil en Marstrand, waar vaten gezouten haring op het dek staan en huisvaders onderhandelen met pruimende visschers, hij blijft staan op den hoek van een der donkere steegjes, die als koele kloven tusschen de hooge huizen van dit oude stadsdeel liggen. Een enkele maal vraagt hij een voorbijganger beleefd en on opvallend om geld voor een kop koffie. Men- schen gaan langs hem heen, zien hem niet, luisteren niet. Maar dan komt er een haven arbeider in blauwen overall," die wel werk heeft, komt er een moederlijk-medelijdende ziel van een marktvrouw, de jongen krijgt een paar tien-örings og een vijf-en-twintig ore- stuk. licht zijn pet en loopt in Funckens grand Norma binnen, waar hij in overleg met de dienster uitrekent hoeveel sneden grof tarwebrood plus een kop koffie en een fooi zijn kas hem veroorlooft. Dan neemt hij een krant, leest de advertenties door, de sensatie verhalen, de politieke berichten en het sport nieuws. belt op naar een kennis, slurpt aan de koffie, kijkt eens naar buiten door de groote ramen, die een meer dan eens ge- teekend brok van 't bonte leven op de bloe menmarkt van Kornhemnstorg met daarach ter de kaden en 't glinsterend vlak van het Malarmeer en de hoogten van Södermalm. om lijsten. Daar midden voor de raamvlakken hangen kleine scheepjes met bolle zeilen, achter in 't cafe spreiden scheepslantaarns zwak licht over de tafels met de vroolijke kleedjes en glanzen oude koperen gebakvor- men boven het buffet en om den open haard. Er hangen schilderijen langs de wanden van een jongen modernen kunstenaar, er zijn een paar goede etsen van Stockholmsche kaden en op een kastje ligt een flesch met een trotsch fregat op schuimende stopverfgo'lven. Het lage plafond van ruwe planken is be schilderd met etiketten van bierfleschjes uit den tijd van vóór de fusie der groote brouwe rijen en oude voerlui en havenarbeiders heb ben een beetje medelijden met zichzelf, wan neer ze denken aan het verschil tusschen de pilsner Klass II, die nu voor hen staat, en het schuimende bier van vroeger, waaraan die etiketten de herinnering bewaren. Kantoorbe dienden komen om te lunchen, een winkel juffrouw bestelt koffie, brood, een krant en sigaretten, een zeeman met blauwe ankers op de handen monstert met kennersblik de oude scheepjes en de flesch met het fregat, onder gaat de gezellige kajuit-sfeer van dit volks café-restaurant, dat evenals Den Gyllene waardige ,<jeetgelegenheden van Stockholm in Freden en Branda Homten bij de beziens waardige eetgelegenheden van Stockholm in den Baedeker hoorde te staan. En wanneer deze reisgids aller reisgidsen zich nog eens even zeer voor sociale instel lingen als voor musea, kerken, uitzichtpunten en hotels gaat interesseeren, zal hij in zijn aan Zweden of Stockholm gewijde deeltjes Norma zeker gaan vermelden en den toerist den weg wijzen naar enkele dezer cafés, die door hun i van goeden smaak en stijl gevoel getuigende interieurs belangwekkend zijn, of naar an- dere, die door hun moderne technische in richting aan den spits staan van wat de laat ste jaren in ons werelddeel op het gebied van cafés en restaurants tot stand is ge bracht. 1 Met een van de heeren van het hoofdkantoor hebben wij dezer dagen de ronde gedaan om «ie Norma s voor én achter het buffet te leeren kennen En zoo van Oost naar West, van Zuid naar Noord door de stad kruisend met een snelle auto. dan hier. dan daar stoppend waar in vuurroode of knalgele lichtbak-letters Norma tegen een gevel geschreven stond, merkte je al spoedig hoe systematisch de cafés van deze onderneming over de stad verspreid zijn. Men heeft er in de groote straten van de belangrijke buurten, maar men heeft er ook op plaatsen aan den buitenkant, bij de havens, in industriewijken. Daar was er een in de na bijheid van de steenkolenhavens, eenvoudig en keurig ingericht met veel ruimte tusschen de tafels, makkelijk te reinigen vloeren en uit stekende ventilatie, omdat kolensjouwers nu eenmaal vuile schoenen plegen te hebben en hun kleeren soms vrij onaangename luchtjes verspreiden. Een andere, nauwelijks een jaar geleden gereed gekomen, maakt deel uit van de markthallen voor groenten, fruit en bloemen en is daarom zóó ingericht, dat ook in de spits uren ieder zeer snel bediend kan worden. We zagen een der oudste Norma's, waar men 'een gezellige sfeer had weten te scheppen door het overigens aan strenge hygiënische eischen voldoende café in te richten als een landelij- ken herberg met ronde tafels, tinnen borden op de lambrizeering, een oude staande Mora- klok bij het raam en antiquiteiten en voort brengselen van hemslöjd als versiering van de houten wanden. Maar daartegenover stond weer een Norma, de modernste van het 'der tigtal. waar trouw de nieuwste beginselen van zakelijkheid waren toegepast, waar men met uitzondering van wandschilderingen geen andere versiering had dan een klok en strakke lichtbakken, waar karmijnrood leer de lange banen dekte, plafond en wanden kanariegeel waren en veel blank metaal glom. En verder gingen we van Norma naar Nor- ma. liepen we eetzalen, keukens, provisieruim ten door. Hier wekte een teiefooninstailatie voor de bestellingen tusschen buffet en keuken de belangstelling, daar was er een genoeglijke open haard, waarin op wintersche Zaterdag avonden een blokkenvuur knettert, elders werden ingenieuse machinerieën getoond, automatische kurkentrekkers of branders van gas toes tellen, die alleen branden zoolang er een pan op staat, waardoor men de gasreke- ning met 55 procent zag dalen, electrische, warmtekasten", waarin het eten niet dood- gekookt wordt of speciale koelkasten voor de taHooze hors d'oeuvre-schoïeltjes. die de be faamde „smorgasbord" van vroeger jaren trachten te vervangen. En tenslotte kwamen we dan ook in de centrale keuken, waar spe ciale gerechten voor lijders aan ingewands ziekten en vegetarische schotels klaar gemaakt worden en waar tot voor kort een van de vrouwelijke assistenten van het bio-chemische instituut van den Nobelprijswinnaar prof. Von Euler den scepter, in casu den potlepel, zwaaide. Want dit is het merkwaardige van Norma, dat de heele zaak opgezet is „ten dienste van het algemeen", dat het zoon beetje een in stelling van liefdadigheid is, waar men er in de eerste plaats rekening mee houdt, wat het beste voor de klanten is en pas in de tweede plaats denkt aan het commercieele belang van de onderneming. Kaféaktiebolaget Nor- ma is een jaar of tien geleden opgericht door eenige vermogende hoofdstedelingen, die ver betering wilden brengen in de eetgelegenhe den voor de arbeiders, de kantoorbedienden, het winkelpersoneel, voor menschen, die ge dwongen zijn buitenshuis te eten en die niet al te veel besteden kunnen voor ontbijt, warme lunch en middageten. Het Zweedsche eten is een heel kapittel op zichzelf, dat moeilijk in enkele regels te behandelen is, en daarom kan hier alleen vermeld worden, dat uit sleur, ge makzucht of heilige traditie het voedsel van een gi-oot deel van het Zweedsche volk en tevens het eten. dat men in de meeste restau rants krijgt, practisch vitamine-vrij is, dat menschen. die geregeld op restaurant-eten zijn aangewezen meestal na eenige jaren maag kwalen krijgen en dat scheurbuik in Norrland nog meer zou voorkomen dan thans reeds het geval is, wanneer men daar „lingon", geen vossebessen had, die rauw te conserveeren zijn en 's winters als eenige „groente" veel ge geten worden. Norma heeft nu getracht de voedingswaarde van het restaurant-eten te vergrooten, door in samenwerking met menschen der weten schap nieuwe bereidingswijzen uit te den ken en toe te passen, door de verschillende menu's zoodanig samen te stellen, dat de op het gebied van het eten zeer conservatieve klanten niet lastig worden en toch voldoende vitaminen naar binnen krijgen, bij voorbeeld door aan elk portie vleesch wat vossebessen toe te voegen, vleeschgerechten met groenten soep te combineeren of aardappels in den schil in stoom te koken, terwijl voorts rauw-gecon- serveerde sinaasappellimonade een zeer trelief- de nieuwigheid bij Norma blijkt te zijn."Maar dan tevens heeft men de prijzen zoo laag ge steld als mogelijk was bij het gebruik van uitstekende grondstoffen, zoodat een behoor lijk Zweedsch middagmaal van drie gerechten slechts kr. 1.25 kost en een maal van twee gerechten zonder keuze kr. 0.80 of onderschei denlijk 48 en 31 cent. Eiken dag worden er in de Norma-cafés ongeveer 10,000 koppen koffie geserveerd en daarnaar berekent men het aantal dagelijk- sche bezoekers op ruim 20.000, De omzet per jaar beloopt ver over de vijf mlllioen kronen, maar het aandeelenkapitaal is slechts 450.000 kronen. Volgens de statuten, die alleen met goed keuring van de gemeentelijke overheid ge wijzigd mogen worden, kan geen hooger divi dend uitgekeerd worden dan 7 procent. Mocht er meer winst gemaakt worden, dan besteedt men het overschot aan uitbreiding of verbete ring van de cafés en als er dan nog wat overschiet komt dit toe aan instellingen ten algemeene nutte. Zoo is voor het verstrekken van eten aan werkloozon In 1932 en 1933 40.000 kronen aan het armbestuur geschonken, en kregen in samenwerking met een vereeni- ging van liefdadigheid ln 1933 eiken dag 1300 werkloozen een stevig middagmaal en boven dien worden nog duizenden bons voor eten tegen gereduceerden prijs verkocht aan per sonen en instellingen die werkloozen en bede laars geen geld willen geven. Norma doet ongetwijfeld een belangrijk sociaal werk Norma heeft volks-cafés-restau- rants geschapen, die gezellig en hygiënisch zijn en tevens den schoonheidszin van de bezoe kers ontwikkelen terwijl zij er voedzaam eten naar binnen werken. Norma is een uitkomst voor arbeiders, die tusschen den middag niet naar huis kunnen, voor schoolkinderen, die er tusschen de school-uren speciaal kinder eten krijgen, voor jonge menschen, die met een beetje geld moeten zién rond te komen. En de dertig Norma's mogen dan slechts een klein percentage uitmaken van de 943 cafés en restaurants van het 525000 inwoners tellen de Stockholm. zoo goed als de reclame en de spijskaarten van Norma nagevolgd zijn door concurrenten, zoo heeft Norma ook in andere, belangrijker opzichten grooten invloed uitgeoefend op deze zaken, daar deze zich zoo langzamerhand meer en meer genoodzaakt zien ofn zich aan te passen. C. G. B Een der oudste Norma-café's te Stockholm is ingericht ln oud-Zweedschen stijl stjjl met planken wanden, een tiktakkende Mora-klok en een merklao in een lijstje. 6en ew andtc uil dit geschiedenis fa* Albanië. Het onverwachte Italiaansche vlootbezoek aan Albanië, dat even sensatie heeft gewekt, omdat er een alleszins misplaatste betoo ging ln werd gezien, is geëindigd. De 17 een heden, waaronder 5 kruisers, die het eskader vormden, hebben Durazzo met stillen trom verlaten, waardoor verdere complicaties zijn voorkomen alu is daarmede het conflict niet opgelost.. In dit verband achten wij het niet ondienstig een en ander uit de geschie denis van het Albanië, dat de laatste jaren een koninkrijk is, aan te stippen. Albanië (in het Albaneesche Skyperia. in het Turksch Arnaut) ligt aan de Adrlatische en de Ionische Zee, tusschen de Golf van Arta en de rivier Bojona en wordt in het Oosten begrensd door de bergketens, welke de water scheiding naar de Aegeïsche Zee vormen. Tot 1913 was het een deel van het Turksche rijk. met uitzondering van de landstreek ten Z.O. van Arta, welke in 1881 aan Griekenland werd afgestaan. Eigenlijk Albanië besloeg 'n oppervlakte van 44.000 K.M.2 en volgens de indeeling in vilajets ongeveer 58.000 KM.2. Feitelijk" was Albanië meer een ethnografisch dan een geografisch geheel, n.l. het deel van het Turksche rijk dat uitsluitend of grooten- deels bewoond werd door Albaneezen. De oor logen op het Balkanschiereiland in 1912 en 1913 hebben van dit landschap een zelfstan dig rijk gemaakt. Van de oude geschiedenis van Albanië is weinig bekend. Aanvankelijk draagt dit ge west met de omliggende landen den ge- meenscnappelijken naam van Illyrië, en de geschiedschrijvers maken melding van de dapperheid, maar ook van de óhderllnge ver deeldheid der daar gevestigde stammen. La ter drong de Grieksche beschaving er door. die er in vele bouwvallen haar sporen heeft achter gelaten, en wij zien Albanië daarna eerst aan de Macedoniërs en vervolgens aan de Romeinen onderworpen. Na talrijke weder waardigheden en bloedige krijgsbedrijven ko men wij tot den Balkanoorlog in het voor jaar 1913, toen Albanië aan Servië ten buit scheen te vallen .Maar dit stuitte op groot verzet bij Oostenrijk en Italië. De conferen tie der Groote Mogendheden besloot daarom tot de stichting van het vorstendom Albanië. De waardigheid van vorst van Albanië boden de G.M. Prins Wilhelm von Wied aan. die de opdracht aanvaardde. Den 17den Maart 1914 landden de prins en zijn echtgenoote te Dur- razo. De prins, door de Albaneezen als hun „Mbret", d.i. heerscher of koning, toegejuicht, nam de regeering van de Internationale Commissie over. Maar zijn schljnkoninkrijk duurde slechts enkele maanden. De machi naties en intriges van de naburige staten maakten zijn toestand onhoudbaar en hij ver liet Albanië op 3 September 1914 ofschoon hij geen afstand van zijn troon deed. Nu volgde een periode waarin verschillende landen en groepen in het land de baas speelden, totdat na den wereldoorlog, doch eerst op 22 Januari 1925 de Albaneesche Republiek geproclameerd werd. waarvan Ahmed Zogoe de eerste pre sident werd Zogoe was het hoofd der Zo- golli, een van de vier heerschende families van het Matidistrict. Hij was opgevoed te Monastir en te Constantinopel en was reeds eenige malen minister geweest. Zijn verkie zing tot president luidde een tijdperk van binnenlandsche rust. in. Op 1 September 1928 werd hij tot koning uitgeroepen. Hij was eerst van plan geweest den troon te bestij gen onder den naam van Skanderbeg III. Hij zou daarmee een oude historische traditie van het land volgen. Skanderbeg I is een natio nale held van Albanië die in de Jaren 1443 tot 1467 een groot en sterk rijk stichtte, dat hem overigens niet overleefde De vader van Skanderbeg. eigenlijk George Castriota ge- heeten. moest in het jaar 1425 zijn zoon George, die toen 20 jaar was. met nog drie andere zoons aan Sultan Moerad II als gij zelaars afstaan. Verscheidene jaren bracht George in het serail door. ging toen tot den Islam over en werd hoofd van een sandsjak (district». Hij bleef in Turkschen dienst, hoe wel de emir zijn drie broers door vergif had doen ombrengen en zijn vorstendom na den dood zijns vader vervallen werd verklaard. Eenige jaren na den moord op zijn broeders, toen de Hongaren met succes tegen de Tur ken optraden, verliet Skanderbeg met 300 Al baneezen de Turken en wist zich door list meester te maften van d evesting Kroia. Van hier uit gelukte het hem 23 Jaar lang de Turksche wapenen met succes te weerstaan. Eens versloeg hij aan het hoofd van 8000 rui ters en 700 man voetvolk 40.000 Mohamme danen. Een in het jaar 1449 gevormde leger van 100.000 man. onder persoonlijke leiding van sultan Moerad, moest onverrichterzake terugkeeren van de vesting Kroja. In 1461 werd Albanië eindelijk als een onafhankelijk vorstendom erkend. Intusschen was Skander beg reeds lang weer tot het Christendom teruggekeerd en Paus Pius II gaf hem de op dracht de leiding op zich te nemen van een kruistocht tegen de Turken, van welken tocht echter niets kwam, omdat de middelen ertoe ontbraken. Zijn onmondige zoon. Skander beg II. stond weliswaar onder de bescherming van het machtige Venetië, maar het was hem onmogelijk, gelijke heldendaden aks die van zijn vader te volbrengen. Ofschoon Skanderbeg I ongetwijfeld de grootste vrijheidsheld van Albanië is geweest, komt All van Janina hem in beteekenis zeer nabij. Deze Albaneesche despoot, die van Griekenland uit een onafhankelijke Moham- medaansche heerschappij in het leven wilde roepen, zag tegen de middelen om zijn doel te bereiken niet op. In de eerste jaren van de negentiende eeuw gelukte het hem, voor- looplg nog formeel, afhankelijk van de toen malige Portem geheel Albanië; Noord-Grie kenland en West-Macedonië in zijn macht te krijgen. Sinds het jaar 1807 heerschte Ali on afhankelijk in deze streken en slechts een jaarlijksche schatting was nog de laatste schakel, welke het rijk van All aan het Turk sche rijk verbond. De buitenlandsche mogend heden erkenden hem als zelfstandig heer scher en Engeland. Frankrijk en Rusland hadden aan zijn hof permanente gezant- schappen. Ali was, ofschoon hij tot den Islam behoorde, zeer tolerant tegenover zijn christe lijke onderdanen. Hij ontwikkelde een groote t militaire macht en leefde in zijn palels met veel pracht en pronk en praal. In 1821 brak een door de Turken geleide opstand tegen hem uit, hij moest zich overgeven en werd in opdracht van den sultan op 5 Februari 1822 vergiftigd. Toen kwam Albanië weer voor 90 jaar on der Turkije, tot het, zooals hierboven reeds aangestipt, na den Balkanoorlog tot een on afhankelijk vorstendom werd verklaard. Vele predendenten streden om den troon, n.l afstammelingen van Skanderbeg en bin nenlandsche leiders als Essad pasja en Prenk bin Doda. Maar om op Ahmed Zogoe terug te komen, hij zag van den naam Skanderbeg III af en werd onder den naam van Zogoe 1 gekroond. Hij nam prinses Giovanna. dochter van het Italiaansche koningspaar, tot gemalin. DE „PHILOSOPHEERENDE" HOND VAN WEIMAR Van tijd tot tijd hoort men berichten over het „menschelijke" verstand van dieren. Men stelt vast, dat dieren op dezelfde manier rea- geeren als menschen en dat ze zélfs een taal spreken met behulp waarvan zij elkaar on derling kunnen begrijpen. Titans heeft een nieuw verschijnsel op dit gebied groot opzien gebaard. Het betreft de vier beroemde honden van Weimar, die. naar men zegt, met cijfers kunnen rekenen en ook voor elk cijfer een benaming hebben. Vele geleerden hebben zich reeds met dit merk waardige verschijnsel bezig gehouden, zon der echter een wetenschappelijk-zuivere ver klaring voor dit wonder te kunnen geven. De knapste van de vier honden schijnt de das Kurnewal van de Barones von Frcytag- Loringhoven te zijn. Men zou hem best een philosoof kunnen noemen, indien de antwoor den. door hem gegeven, werkelijk uit zijn hondenhersenen afkomstig zijn. Maar óf dat inderdaad het geval is. dat is juist de kwestie, waarmede de geleerden zich bezig houden en waarvoor men nog geen oplossing heeft ge vonden. De dieren beantwoorden de vragen, die men hun stelt door middel van het klop- of het blafalphabet. De dashond Kurnewal past het blafalphabet toe, waarbij de letter van A tot P. gelijkstaan met de letters van één tot vijf tien. Van Z. af begint de hond weer met één en telt tot tien, welk cijfer nu gelijk staat met Q In een twijfelachtig geval, als men niet precies weet, welke letter de hond heeft be doeld, vraagt men hem: ..Bedoel je van ach teren af aan", resp „Bedoel je van voren af aan?" De hond geeft dan het antwoord door te blaffen. Een keer blaffen beteekent: ja; twee keer blaffen beteekent: neen. Kurnewal behecrscht dit cijfer- en letter- alphabet volmaakt. Eens begroette de knappe hond een bezoeker met de „woorden": „Ik ben zeer blij. dat u gekomen bent". Op do vraag hoe de naam was van een plant, die aan een venster stond, antwoordde de hond blaffend: „hortensia". Wat het rekenen betreft, presteerde de hond meer dan vele menschen. Maar hij was in staat, nog veel grootere wonderen te vol brengen. De vraag: „Van wien is de opera Tannhauser?" beantwoordde hij zonder te aarzelen met: .Wagner". Toen men hem naar den autor van het bekende citaat vroeg: „To be or not to be, that's the question", spelde de geleerde Kurnewal den naam Shakespeare en wel orthografisch volmaakt juist. Een andere bezoeker onderzocht zelfs zijn philosophische talenten en vroeg hem: „Zeg Kurnewal, ben je bang voor den dood?" Op deze vraag antwoordde het dier met de gela tenheid van een Grieksch wijsgeer: „Ik ben er niet bang voor". Op een andere vraag; „Wat heb je voor een wereldbeschouwing?" gaf hij het eigenaardige antwoord: „Hetzelfde als U". Dit antwoord herinnert heel sterk aan de resultaten van spiritistische séances. De des betreffende media weten n.l. meestal ook slechts dat, wat de vragers zelf ook weten of ten minste zouden kunnen weten. De aan geroepen geesten schijnen dus zeer „mcnsche- lijk" te zijn. In dit geval zou men misschien den blaffenden hond met de bewegende tafel kunnen vergelijken. Hij is wellicht slechts de mechanische spreekbuis van het medium, in dit geval van zijn baas. Uit al de proeven, die men met deze hon den heeft genomen, blijkt duidelijk, dat de dieren op een menschelijke manier denken en dus een ziel hebben, zooals de tegenwoor dige psychologie dat noemt. Aan het phenomeen zelf valt niet te twij felen, Het is alléén maar de kwestie, welke verklaring men moet geven voor het ontstaan van de antwoorden. Wil men veronderstellen, dat de baas een telepathischen invloed oefent op den hond. dan moet men de koek, die de honden als belooning krijgen, als bemidde laar beschouwen tusschen medium en hond. Zoolang de mogelijkheid niet is uitgeschakeld dat het verstrekken van lekkernijen een prik kel is. die den hond aanleiding geeft, met zijn blaffen door te gaan, moet men een ver klaring, die de koek als bemiddelaar be schouwt. laten gelden. De belooning is in dit geval een factor, die niet buiten beschouwing gelaten mag worden. Men zou zelfs kunnen zeggen, dat ze het signaal voor den hond is om met zijn blaffen door te gaan. We willen toegeven, dat de b.Hooning niet als signaal bedoeld is, maar daarom kan ze toch even goed deze uitwerking hebben. En voordat men dezen factor zuiver heeft uit geschakeld. zal men aan deze verklaring van het phenomeen van de sprekende honden van Weimar vasthouden. Dr. M. H. J,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 13