Welkom thuis!
Op hel ilationtemplacement te Hilversum xijn Vrijdagavond twee wagons van een rangeerende
personentrein ontspoord tengevolge waarvan groote stagnatie In het spoorwegverkeer ontstond
De eerste etappes van den Internationalen Alpenrit waren zeer zwaar, daar de wegen eng en bochtig
waren en voor het grootste gedeelte met steengruis waren bedekt
De 30 000ste inwoonster van Alkmaar, Grada Teu- Een vroolijke groep bij het vertrek der Rotterdam-
nissen, is Vrijdag geboren De gelukkige moeder met sche zwemsters ter deelneming aan de internationale
haar baby zwemwedstrijden te Maagdenburg
De dames van het eerste zevental van H D. Z. zijn Vrijdag naar Londen vertrokken tot het spelen van een Qp Qe Pan" te Huis ter Heide zijn Vrijdag de Intern. Open goKkampioenSchappen Van Nederland
polowedstrijd en ter deelneming aan persoonlijke banen en estafettes te Hastings aangevangen. Een der deelnemers in actie
FEUILLETON
Dc wonderlijke belevenissen
van dr. Kaiseriien
door WILL AMBERG.
(Nadruk verboden).
35)
"op het oogenblik niet!" antwoordt de con
cierge. Hij is niet thuis. Ongeveer tien maan
den van het jaar is hij op reis".
„Heeft hij dan zijn kantoor niet hier?
„Neen!" luidt het antwoord.
Daarmee Ls Kaiseriien eigenlijk aan het
eind van zijn Latijn, maar gelukkig schiet hem
tijdig iets te binnen waardoor hij het gesprek
handig over een anderen boeg kan gooien:
..Zijn vrouw moet. naar ik hoorde" toch geld
hebben gehad. Kon die zijn schulden dan niet
betalen?"
De concierge lacht schamper. ..Zijn vrouw
Ik ben er heelemaal niet zeker van. dat hij een
vrouw heeft".
„O. ja!" verzekert Kaiseriien en om zijn
woorden meer kracht bij te zetten, vervolgt
hij met eenige overdrijving: „Hij heeft mij
zelf zijn trouwboewje laten zien!"
Nu ja", geeft de ander half toe. „als dat
trouwboekje flink oud was. kan dat wel klop
pen. Hij is wel eens getrouwd geweest, maar
dat is dan toch al heel lang geleden. Dat
huwelijk liep trouwens spaak en daarna is hij
gescheiden. Af en toe zie ik zijn gescheiden
vrouw nog wel eens. Een keurige verschijning
Maar ik geloof niet. dat zij van haar geld ooit
een cent heeft teruggezien".
„Dat kan alles best waar zijn. maar hij is
ook nu nog getrouwd!" houdt Kaiseriien vol
„Neen!" ontkent de concierge niet minder
hardnekkig, ,,'t Kan zijn, dat hij vaste ver
keering heeft. Een tijd lang kwam hier ten
minste wel eens zoo'n lange juffrouw met
schelvischoogen, maar die heb ik nu een paar
maanden ook al niet meer gezien. Dat hij met
haar getrouwd was, geloof ik niet".
„Een lange juffrouw met schelvischoogen?"
overlegt Kaiseriien. Dat „lang" zou nog op
Edith Wismuth van toepassing' kunnen zijn.
maar schelvischoogenHet was hem nooit
opgevallen, dat Edith Wismuth schelvisch-
ooogen hadMaar misschien had zoo'n
Berlijnsche concierge zijn eigen begrippen
over schoonheidIn ieder geval moest hij
probeeren meer uit den man te krijgen.
,,'t Kan zijn, dat wij dezelfde op het oog
hebben", tast hij verder ..Misschien is hij ook
niet met haar getrouwd". En alsof hem dat
plotseling te binnen schiet, laat hij er op vol
gen: „Dat is waar ook ik heb een foto. waar
uit blijkt, dat hij met haar getrouwd is".
..Och kom!" zegt de concierge ongeloovig.
,Ja", verzekerde Kaiseriien, terwijl hij de foto
welke hij van Hasenstab heeft gekocht, uit
zijn portefeuille neemt. „Kijkt u maar!"
De concierge werpt er een vluchtigen blik
op en heeft zijn oordeel onmiddellijk gereed.
.Neen, dat is zij niet", zegt hij hoofdschud
dend. ..Dat is een andere".
„Maar dr. Körthe Ls het toch wel?"
„Die is het!" bevestigt de man. „Diens ge
zicht ken lk uit duizend anderen".
„Misschien is dat dan zijn gescheiden
vrouw?" polst Kaiseriien.
„Neen!" is het antwoord. „Zijn gescheiden
vrouw ziet er heel anders uit. Die is al heel
wat ouder".
Hij schijnt bij zichzelf te overleggen. Dan
zegt hij plotseling: „Wacht eens. Laat u mij de
foto nog eens zien!'
Kaiseriien voldoet aan het verzoek. De con
cierge bekijkt de foto nu nog eens van alle
kanten, houdt haar op een afstand, dan weer
vlak onder zijn neus en zegt eindelijk be
dachtzaam: „Ik zou er geen eed op durven
doen. maar ik geloof, dat ik die toch ook ken.
Als ik mij niet vergis, heeft zij twee of drie
dagen hier gewoond, maai' dat moet dan toch
minstens een jaar of twee geleden zijn. Lang
heeft zij het niet bij hem uitgegehouden. Ik
heb altijd gedacht, dat zij niet met hem ge
trouwd was, maar nu ik die foto zie, schijnt
het toch, dat ik mij vergist héb".
Weer staart hij even peinzend voor zich uit.
Dan vervolgt hij: „Ik geloof zeker, dat het
dezelfde is, die toen maar een paar dagen bij
hem bleef, ,'t Was de eenige aardige, die ik
hier ooit gezien heb. Zij was tenminste be
leefd en had ook voor menschen als wij nog
eens een vriendelijk woord over".
„En weet u niet, waar zij nu is?"
,,'t Spijt me. Dat kan ik u helaas niet zeg
gen".
Goed beschouwd, was Kaiseriien dus nu nog
even ver als na zijn bezoek aan het Bevol
kingsbureau. Ook zijn nasporingen in de Pas-
sauerstraat hadden hem geen enkel aan-
knoopingspunt opgeleverd met betrekking tot
de tegenwoordige verblijfplaats van Edith
Wismuth. die nu dus eigenlijk Edith Kórthe
bleek te heeten.
De middag was intussc'nen reeds ver gevor
derd. Hij voelde zich teleurgesteld En die te
leurstelling wekte een gevoel 'van moedeloos
heid. Hij had zich dat alles vee! gemakke
lijker voorgesteld. Bij zijn terugkeer in Berlijn
had hij verwacht, dat de namen „Nora Til
den" en „Cinon" een „Sesams, open u" zouden
vormen voor deze geheele miserabele geschie
denis. Nu bleek echter, dat hij ook daarmee
nog niets wijzer was geworden.
En toch moest er iets worden gedaan. Het
had geen zin op zijn hotelkamer te gaan zit
ten en daar te wachten op de dingen die
komen zouden. Wanneer bleek, dat het spoor
van Nora Tilden en professor Cinon op het
oogenblik niet verder te volgen was, dan moest
hij op een ander punt beginnen. Als zijn ver
moeden, dat de omineuze Spiona identiek was
aan Hammer's secretaresse, juffrouw Schafer,
juist was, dan moest hij ook langs dien weg
tot de oplossing van het raadsel kunnen
komen.
Hij zou dus Hammer's secretaresse In hel
oog moeten houden. Ook dat was echter ge
makkelijker gezegd dan gedaan, want voor-
loopig had hij er geen idee van, waar zij
woonde. Het Bevolkingsbureau was natuurlijk
al gesloten en met een en ander tot morgen te
wachten, beteekende noodeloos tijdverlies.
Kaiseriien dacht ingespannen na. Wacht
eens er was nog een andere mogelijkheid
hij zou haar onopvallend kunnen volgen, als
zij het kantoor van het syndicaat verliet.
Een klok aan een der winkels in zijn on
middellijke nabijheid wijst kwart voor zes.
Wanneer het kantoor niet om vijf uur sloot,
kon hij het nog net halen. En verder zou het
dan slechts een kwestie van geluk zijn of hij
die juffrouw Schafer onder het personeel zou
ontdekken en er in zou slagen haar ongemerkt
te volgen.
Een taxi brengt hem in tien minuten naai
de voorstad. Twee minuten voor zes is hij
waar hij zijn moet. Op eenige tientallen meters
van den hoofdingang laat hij de auto stoppen
en verzoekt hij den chauffeur te wachten. Nu
komt het er op aan listig te werk te gaan en
zich een plaatsje te zoeken, vanwaar hij den
hoofdingang in het oog kan houden zonder
zelf gezien te worden.
Aan den overkant bevindt zich een cafétje,
dat aan de eene zijde begrensd wordt door
een tuin en aan de andere zijde door een per
ceel bouwterrein, dat afgezet is door een schut
ting. Het café biedt vrijwel de eenige kans om
zich te verbergen en juist staat Kaiseriien op
het punt van die kans gebruik te maken, als
hij plotseling iets ontwaart, dat hem een
oogenblik doet stilstaan: eenige tientallen
meters van hem verwijderd wandelt rustig een
man, die zich van geen kwaad bewust schijnt
te zijn, maar die hem Kaiseriien toch
merkwaardig bekend voorkomt. Neen, hij kan
zich niet vergissen. Die man. die, terwijl hij
kalm voortschrijdt, het hoofd wat terzijde
buigt en met iets van jeugdigen overmoed het
lichaam voortdurend van links naar rechts laat
wiegelen, is niemand anders dan Professor
Cinon!
Kaiseriien begrijpt, dat hij in deze minuut
uii onbetaalbare ontdekking heeft gedaan.
Professor Cinon hier buiten voor het front
van het Sulfide Syndicaat, op iemand wach
tend! Op wie zou hij anders wachten dan op
Hammer's secretaresse, juffrouw Schafer!
Daaruit bleek dus wel overtuigend, dat hij het
met zijn vermoeden inzake de medeplichtig
heid van deze „Spiona", aan het'rechte eind
had gehad!
Kaiseriien heeft ditmaal slechts een secon
de noodïg om tot een besluit te komen. Met
een ruk draait hij zich om en haastig, zonder
nochtans op te vallen, begeeft hij zich naar de
auto, waar hij den chauffeur toevoegt: „De
meneer, die daar loopt, moeten wij in het oog
houden. Hij wacht vermoedelijk op een dame,,
die hier direct uit het gebouw zal komen. Als i
dat zoo is, moeten wij hem onopvallend vol-'
gen".
Dan stapt ii in.
De sirenes kondigen loeiend het einde van
de dagtaak aan. Een minuut later stroomt een
dichte menschenmenigte ter weerszijden van
het hoofdgebouw door de wijd geopende poor
ten naar buiten. Dat zijn de arbeiders; haas
tig verspreiden zij zich in alle richtingen.
Het kantoorpersoneel moet door den hoofd
uitgang in het gebouw zelf komen, taxeert
Kaiseriien.
Zijn vermoeden wordt ook ditmaal bewaar
heid.
Professor Cinon is intusschen omgekeerd en
slentert nu langzaam in de richting van den
uitgang. i
„Nu moet het gebeuren", voelt Kaiseriien
en zijn hart klopt hem in de keel.
En het gebeurt ook. Als een der laatsten
treedt uit de vestibule een lange, slanke dame
naar buiten, Even kijkt zij rond; dan begeeft
zij zich haastig naar Cinon. Zij draagt een grijs i
toilet, een grijze hoed en grijze kousen.
Het wordt Kaiseriien schemerig voor de
oogen. Hij kent de dame, die daar professor
Cinon vertrouwelijk de hand toesteekt; het la
Ina Heldt.
(Wordt TenroWO^r