NATIONALE 10 INI INI E INI LI INI O Rangeerende trein ontspoord. ZATERDAG 11 AUGUSTUS 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 3 LEVENSVERZEKERING-BANK Rotterdam Kamers van Koophandel willen gehoord worden. 'Bij voorontwerpen van wet het bedrijfsleven betreffende. ZEVEN PROVINCIëN. Bom niet als waarschuwing bedoeld. Vlieger beschouwde het schip als vijand. (Adv. Ingez. MedJ Een adres aan de regeering gezonden. Drie en dertig Kamers van Koophandel en Fabrieken in Nederland hebben een adres ge richt aan den minister van Economische Za ken, waarin den minister wordt verzocht te bevorderen, dat over ontwerpen van wet of verordening, handel en nijverheid betreffen de, vóór de indiening bij Kamer, Staten of Raad, het advies zal worden gevraagd van de Kamers van Koophandel. Adressanten ver klaren, dat met name bij voorontwerpen van verordeningen, afkomstig van provincie of gemeente, dikwijls wordt verzuimd het oordeel der Kamers van Koophandel te hooren. Het adres begint met te herinneren aan de memorie van toelichting bij de Wet op de Ka mers van Koophandel, waarin wordt gezegd: „Het behoort regel te worden, dat de overheid zoowel die van het Rijk of de provincie als die van de gemeente, de gereorganiseerde Kamers over ontwerpen van wet of verordening, die. handel en nijverheid in ruimen zin betreffen, vóór de indiening er van hoort". Hoewel gedurende twaalf jaren, dat de ge reorganiseerde Kamers van Koophandel en Fabrieken werkzaam zijn. deze met waardee ring hebben mogen constateeren, dat het de partement. dat thans door den minister van Econ. Zaken wordt beheerd, in vele gevallen aldus gehandeld heeft, kan geenszins gezegd worden, dat het regel is geworden, dat de Ka mers over voor-ontwerpen van wet of veror dening, die handel en nijverheid in ruimen zin betreffen, vóór de indiening er van gehoord worden. Het is ons gebleken, aldus het adres, dat in klingen van het bedrijfsleven hierover te leurstelling wordt gevoeld, welke teleurstelling uiteraard in de Kamers zelve weerklank heeft gevonden. Ook in verband met de vele crisis maatregelen, welke op het gebied van het be drijfsleven tot stand komen, is het thans uiterst wenschelijk, dat de kennis en ervaring waarover het wettelijk georganiseerde bedrijfs leven beschikt, dienstbaar gemaakt worden aan het algemeen belang. De inzichten van de vertegenwoordigers van het bedrijfsleven t. a. v. velerlei onderwerpen kunnen evenwel niet behoorlijk tot hun recht komen, indien het bedrijfsleven niet in staat wordt gesteld, bij het tot-stand-komen van regelingen, die dit bedrijfsleven in de eerste plaats betreffen, tijdig een woord mede te spreken. Indien de minister bereid zou zijn om te bevestigen, dat de gelegenheid daartoe op rui me schaal verschaft zal worden, zouden de Kamers van Koophandel zich kunnen vereeni gen met de opvatting, uitgesproken door 's ministers ambtsvoorganger, dat een wet telijke verplichting, om de Kamers van Koop handel over alle voorontwerpen van wet of verordening, die handel en nijverheid betref fen, te hooren, vooralsnog achterwege zou kunnen blijven. Adressanten wijzen er evenwel op dat in veel mindere mate dan van de zijde van het de partement, de Kamers van Koophandel in den loop der jaren verzoeken ontvingen om te adviseeren over voor-ontwerpen van ver ordeningen, afkomstig van een provincie of van een gemeente. De Kamers van Koophandel en Fabrieken zijn er mede bekend en zij geven er zich ook rekenschap van dat het voor de regeering, vooral in urgente gevallen, practisch niet steeds mogelijk zal zijn om voor ieder voor ontwerp dat het gebied van handel, nijver heid of verkeer bestrijkt, de adviezen van alle Kamers van Koophandel af te wachten, maar dit argument kan moeilijk klemmend zijn tegenover een provincie, die met enkele Kamers rekening heeft te houden, of t. o. v. een gemeentebestuur dat als regel slechts met één Kamer van Koophandel te maken heeft. Zelfs indien een Kamer er al in geslaagd is om met een burgemeester of één of meer wethouders in haar gebied een afspraak of regeling te treffen, dan nog doet zich wel het geval bij bestuurswisseling voor. dat opvol gende burgemeesters of wethouders een zoo danige afspraak verwaarloozen. Inbrekers wilden „ergens" hun slag slaan. Maar werden op heeterdaad betrapt. Op 27 Juni j.l. ontdekte de bewoner van een perceel in de Laanstraat te Hilversum een tweetal inbrekers in zijn woning. Zij waren ijverig bezig de brandkast, staande in de slaapkamer, te forceeren. Het slot was er reeds uitgeboord en weldra zouden de inbrekers zich meester hebben kunnen maken van den inhoud, bestaande uit 1200, spaarbankboek jes en kostbaarheden. Toen de ongenoode gasten zich ontdekt za gen, riep een van hen tegen den bewoner van het perceel: „houdt u zich maar kalm, want we doen u niets". Ze poogden te vluchten, doch konden op straat worden gegrepen. Vrijdag had het tweetal zich voor de recht bank te Amsterdam te verantwoorden, ver dacht van poging tot diefstal met braak. Zij waren werkloos en afkomstig uit Rotter dam en Den Haag. Samen waren ze er, goed voorzien van inbrekerswerktuigen en valsche sleutels, op uitgegaan om „ergens" hun slag te slaan. In Hilversum ronddwalende zagen zij den bewoner van het bewuste perceel uitgaan, met een valschen sleutel waren ze weldra binnen. Uit het strafregister bleek, dat een van de twee reeds herhaaldelijk was veroordeeld we gens inbraken. Hij had straffen van acht en vijf jaar ondergaan. De Officier van Justitie vorderde tegen bei de verdachten een gevangenisstraf van een jaar en negen maanden. Verkeerd begrepen eerste berichten. ontvangen inlichtingen heeft ook onderge- teekende in de stellige overtuiging geleefd dat zulks het geval is geweest. Op den morgen van 10 Februari 1933 heeft zooals reeds hierboven werd vermeld, de com mandant van het tijdelijk vliegkamp te Oost haven, op de wijze, als bepaald in het K. B. van 21 April 1?22. aan alle deelnemers aan de actie bekend gemaakt, dat zij door het mili tair gezag tot deelneming aan bedoelde actie waren aangewezen en dat „de personen te genover wie het geweld der wapenen wordt of kan worden aangewend, worden gelijkgesteld met den vijand". De minister kan zich zeer goed verplaatsen in den gedachtengang van den officier die zich door een geheel onvoorzienen loop van omstandigheden plotseling gesteld zag voor de taak het muitende schip tot overgave te brengen en van oordeel was dat de order om het schip als vijand te beschouwen, het wer pen van een waarschuwingsbom uitsloot. Weer ontslagen mijnwerkers. Wisselwachter haalde verkeerde handle over. Geen persoonlijke ongelukken, wel vertraging. Vrijdagavond even na zevenen is op den spoorwegovergang aan den Hooge Laarderweg, te Hilversum een rangee rende personentrein uit de rails geloo- pen. Er hadden geen persoonlijke on gelukken plaats, doch de trein lag scheef over het emplacement, zoodat het verkeer in de richting naar Bus- sum en Amsterdam gestremd was. De trein uit Amersfoort, die om zeven minuten over zeven te Hilversum aan kwam, vertrok om twee minuten voor half acht met zijn passagiers over Utrecht naar Amsterdam. Ook de D-trein uit Berlijn had veel vertraging. De treinen, die van Amsterdam naar Amersfoort en verder gaan, zijn bij Bussum teruggekeerd naar de hoofdstad. Verkeerde handle overgehaald. De ontsporing is geschied, doordat de wis selwachter. zekere B.. die reeds meer dan 20 dienstjaren heeft, per ongeluk een verkeerde handle overhaalde De trein reed met een snelheid van ongeveer 5 K.M.. aan welk feit het te danken is dat slechts twee wagons uit de rails liepen over een afstand van 20 me ter. Er bevonden zich geen passagiers in den trein. Van de twee ontspoorde wagons werden eenige gegoten ijzeren stukken afgerukt en de treeplanken beschadigd. Het opruimingswerk werd onmiddellijk door een groote ploeg arbeiders onder leiding van een hoofdingenieur en eenige ingenieurs be gonnen. Om 8 uur 15 stond weer een wagen zoo goed als op de rails, De tweede werd opgevijzeld. Monteur van heling van een auto verdacht. Vervolging wegens meineea tegen een getuige ingesteld. Heeft men met verdachte een'„kunstje" willlcn uithalen? Voor de Amsterdamsche rechtbank had zich Vrijdag te verantwoorden de 19-jarige K. de V., monteur van beroep, verdacht van heling, subs, schuldheling van een auto. In April van dit jaar werd een auto, toebe- hoorende aan een Amsterdamschen hoog leeraar, ontvreemd. Dc verdachte zou deze auto, terwijl hij wist dat hij gestolen was. heb ben gekocht. Er bleek echter, dat men ver dachte een quitantie had gegeven van den koopprijs. Verdachte gaf n 1. op dat hij op den bewusten avond met een paar vrienden was gaan wandelen. Op de Prins Hendrikkade trof men een paar personen die bezig waren de motor van een auto te repareeren Er ont stond een gesprek, waarbij de auto te koop werd aangéroden, zoodat na loven en bieden de koop tenslotte tot stand kwam. Tijdens het onderzoek ter terechtzitting ver klaarde echter een schriftdeskundige, dat de quitantie geschreven was door den getuige de B.. een van de vrienden, waarmede verd. dien avond wandelde. De B. echter ontkende hard nekkig, dat hij de schrijevr was. de verkooper van de auto zou het stuk geschreven hebben. Na een scherp verhoor, dat geruimen tijd in beslag nam. vroeg de president of de getuige bij zijn verklaring volhardde. Toen dit het ge val bleek te zijn werd zijn verklaring op schrift gesteld en door getuige geteekend. waarna de Officier van Justitie de gevangen neming van getuige vroeg. Getuige van meineed verdacht Na geruimen tijd in raadkamer te zijn ge weest. deelde de president mede, dat de recht bank termen aanwezig achtte om een voor onderzoek wegens meineed tegen getuige te doen instellen. Het verzoek van den Officier werd niet ontvankelijk verklaard, daar niet ae rechtbank, doch de Officier zelf daarover te beslissen heeft. Uit het verdere onderzoek kwim naar vo ren, dat de verdachte het schrijven van de quitantie niet nauwkeurig had waargenomen, doch slechts kon verklaren, dat een van de verkoopers van de auto een beweging had ge maakt, als van iemand die bezig is te schrij ven. De Officier van Justitie zeide In zijn requi sitoir. dat hij van de heele wijze van verkoo- pen niets geloofde, hij vorderde een gevange nisstraf van twee jaar, wegens opzettelijke heling. De verdediger toonde in een uitvoerig plei dooi aan, dat het geenszins buitengesloten is dat men met de verdachte een „kunstje" heeft willen uithalen. Volgens pl. had de getuige de B. de quitantie reeds lang klaar, omdat men wist, dat verd .plannen had tot koopen van een auto en getuige de B. van den diefstal van de auto op de hoogte was. Getuige de B heeft de zaak toen ln scène gezet en gedaan alsof hij een auto te koop wist, welke lezing beantwoordde aan de verklaring van den ge tuige a décharge, aan wien de B. mededee- lingen in die richting had gedaan. Pl conclu deerde tot vrijspraak en vroeg de onmiddellij ke invrijheidstelling van verdachte. Na raad kamer werd dit verzoek afgewezen. LANGS DE STRAAT. „Das ewig weibliche." "t Is een erg warme dag geweest. Zwoele lucht hangt nog onder do boomen en boven het stille water van een der Amsterdamsche grachten, 't Begint a! 'n beetje te schemeren. Aan den walkant staan 'n paar kisten en kratten van dun. slecht hout en daar dicht bij. aan den huizenkant, zijn twee opgescho ten meisjes, de een op haar fiets leunend, in druk gesprek gewikkeld. Uit een niet zeer deftige zijstraat komen drie eveneens opgeschoten Jongens aanslen teren. Jongens met magere, bleeke stadsge zichten. verlangend uitkijkend naar links en naar rechts, of er niet wat te beleven is. Als zij aan den eenen kant de meisjes en aan den anderen de kisten hebben gezien, is het ..voor mekaar". Met veel geschreeuw en overbodige drukte vallen de jongens op de kisten aan. Zij smij ten ze omver, trappen or tegen, trachten ze Uit elkaar te rukken, totaal onverschillig voor het feit. dat ze waarschijnlijk bezig zijn, eens anders eigendom te vernielen. De jeugdige schoonen aan den huizenkant hebben al spoedig haar gesprek gestaakt en staan nu met een halven glimlach en een eigenaardig-droomerigen blik naar den Van- dalen-arbeid der drie jonge Amsterdammers te staren. Die verdubbelen nu hun verwoestingspo gingen. Hun Indianengehuil klink ver over de stille gracht. Eén heeft in de buurt oen stuk ijzer gevonden en slaat er moe op de kisten uit alle macht, zoodat het hout splijt. De twee anderen duwen één kist dichter naar den waterkant, steeds dichter Dan een forsche trap en met een plof valt het ding in ae gracht en blijft dicht bij den walkant drijven. Nieuw triomfgehuil! ..Daar lcit-ie, ionges. Wat zalle de vissies geschrokke zijn. Nou die andere effe lens trappe!" En ze gaan hun kameraad helpen, die er nog maar steeds met het ijzer op los staat te hakken. Een plank heef', al los gelaten Ze trekken en rukker.. Spijkers buigen krom. Binten kraken. De kist wordt meedoogenloos ontleed. Plotseling gebeurt er iets wonderlijks. De jongens die even te voren nog baarlijke dui vels geleken, zijn inééns als lammetjes ge worden. Zij laten de half vernielde kist voor wat zij is. staken hun wilde kreten en gaan hun zijstraat weer in. Wat is er gebeurd? Heeft een van hen in de verte do platte, met het Amsterdamsche wapen versierde pet van een ordebewaker gezien? Ach neen, lezer. De meisjes hebben er ge noeg van gekregen en ziin doorgeloopen. U ziet ze daar een eind verder op de gracht nog wandelen. J C E. Jaarvergadering van den A. N. W. B. Ledental in 1933 boven de 100.000 gekomen. Heden is te Zwolle de jaarlijksche alge- meene vergadering aangevangen van den A.N.W.B. Toeristenbond voor Nederland, welke bijeenkomst geleid werd door den voor zitter, den heer Edo J. Bcrgsma te Arnhem. Na een kort openingswoord van den voor zitter werd in behandeling genomen het 51e jaarverslag van den A.N.W.B. uitgebracht door hel Dagelijksch Bestuur. In het jaarver slag wordt de jubileum viering slechts kort vermeld, welke herdenking dank zij het medeleven en meedoen van heel het volk, bizonder geslaagd is. Na het memoreeren van de jubilcumdagen en het feit, dat mede in verband met het 50-jarige jubileum, ook nog de honderd duizend leden kon worden gepasseerd, wor den in de tweede plaats waardeerende regels geschreven over den heer G. A. Pos, die dit jaar door den dood uit het A.N.WJB.-werk werd weggerukt. Uitvoerig worden nogmaals de talrijke verdiensten van Pos gememo reerd. In het jaarverslag worden verder het bondsmuseum en de propaganda-uitvoering belicht. StatLstiekjes toonen duidelijk aan de groei van den ANWB. in ledental in den loop der jaren en het feit. dat in 1933 de honderdduizend overschreden is. Ook het stichten van bijkantoren, eerst te Arnhem, en in het afgeloopen jaar te Maastricht geven een beeld van den bloei van den Bond. Het internationaal verkeer der A.N.W.B.- leden bleef zich ondanks beperkingen en belemmeringen in stijgende lijn ontwikke len. Ook over deze aangelegenheden wor den duidelijk statistieken in het jaarverslag gepubliceerd waarbij ook gold dc bizonder sterke stijging wat betreft de buitenlandsche reisinlichtingen, zoowel wat betreft het auto- toerisme, het motor-, het rijwiel-, het wan del, en watertoerisme. Natuurlijk worden deze verschillende onderdeelen ln het jaarverslag niet vergeten en aan hel wandeltoerlsme, het watertoerisme, het IJstoerismc, het ruitertoerisme. het luchttoerlsme worden apparte hoofdstukjes gewijd. Uitvoerig wordt in het jaarverslag het vruchtbaar en opbouwend work gememoreerd der wegencommissie A.N.W.B.K.N.A.C. en zeker is het voor een belangrijk deel aan deze commissie te danken dat betere weg- en verkeerstoestanden ook dit jaar konden worden verkregen. Aan het verkeer in het algemeen worden talrijke pagina's- gewijd, speciaal ook wat betreft de uitbreiding en verbetering van het wegwijzer-system. In zeer waardeerende worden wordt her innerd aan het afscheid van Jhr. Jan Fcith als hoofd-redacteur van „De Kampioen". Veel cijfermateriaal staat in het jaarver slag vermeldt betreffende de bondsinstellin- gen in binnen, en buitenJand, waarbij blijkt, dat bijv. het aantal bondshotels in het buitenland zeer sterk is gestegen. In het jaarverslag staan tenslotte nog uit voerige mededingen omtrent de inwen dige organisatie, wat betreft het dageiijksch en het algemeen bestuur e.d. Aan het slot worden tie leden opgewekt de taak. die door onverstandig bezuinigings beleid in vele opzichten bedreigd wordt, oofc in de volgende Jaren te volbrengen. De minister van Defensie, de heer Deckers, heeft op de vragen van den heer Albarda in- verband met de aan de officieren van het esquadrille vliegtuigen, dat optrad tegen de „Zeven Provinciën", gegeven opdracht in zake het werpen van bommen op dat schip, o.m. het volgende geantwoord: De commandant van het esquadrille vlieg tuigen dat tegen „de Zeven Provinciën" op trad, heeft van den commandant van't tijde lijk vliegkamp te Oosthaven order gekregeen na de sommatie een waarschuwingsbom te werpen. Uit een nader onderzoek, dat de minister heeft laten instellen is het volgende geble ken: Door niet volledig bekende oorzaak is de officier, die de bom heeft geworpen, volgens eigen verklaring niet tegenwoordig geweest bij de op 9 Februari 1933, onder leiding van den commandant van het tijdelijk vliegkamp te Oosthaven, gehouden bespreking, naar aan leiding van de aan de vliegtuigen gegeven opdracht, welke opdracht inhield het wer pen van een waarschuwingsbom. Hij verbleef echter met alle bij de onder neming betrokken officieren, waaronder de groepscommandant en de groepswaarnemer in hetzelfde hotel. Toen omstreeks 6 uur n.m. op 9 Februari 1933 deze officieren in het hotel waren aan gekomen, heeft de bedoelde officier van een collega, met wien hij de kamer deelde, een en ander omtrent de gehouden besprekingen vernomen. Op last van den groepscomman dant zoo verklaarde hij, heeft de groeps commandant met hem besproken, wat er zou gebeuren, indien het leidend vliegtuig zou uitvallen. In dat geval zou de groepswaarne mer de leiding overnemen. Hij herinnert zich uit dit gesprek, dat eerst een sommatie-telegram zou uitgaan, en acht het waarschijnlijk, dat toen ook is medege deeld. dat de eerste bom een waarschuwings bom zou zijn vóór het schip. Van zijn kamer genoot had hij reeds omtrent een waarschu wingsbom gehoord, want aldus getuigt hij. op zijn geheugen afgaande in den loop van het gesprek had deze officier gezegd: ..één bom voor den boeg, één op den bak en één in de pijp". Na hetgeen hem door den groepswaarne mer was medegedeeld, verklaart de officier voorts, was zijn taak voor den volgenden dag hem voldoende duidelijk. Den volgenden morgen is intusschen de geheele bemanning der vliegtuigen op den steiger aangetreden en heeft de comman dant van het tijdelijk vliegkamp Oosthaven bekend gemaakt, dat na 7 uur de toestand in trad, waarbij het muitende schip als vijand beschouwd moest worden. De officier die ten slotte de bom heeft geworpen, was in anciën niteit de jongste in de groep van drie vlieg tuigen, waartoe hij behoorde. Bovendien zou een ouder officier nog met een vliegtuig voor- vliegen. De kans dat eerstgenoemde de uit voerder van de opdracht zou worden, was dus zeer gering. Het groepsvliegtuig van de drie vliegtuigen viel uit, daar de motoren voor de start af sloegen. Aan het tweede vliegtuig werd met de ar men geseind: „Opdracht overnemen". Dit sein werd ook door het derde vliegtuig opgevangen Toen voorts bleek dat ook het tweede vlieg tuig niet kon starten heeft het derde de op dracht om vóórvliegend rendez-vous te geven bij Vlakke Hoek overgenomen. Vervolgens moest dit voorvliegend vliegtuig een noodlanding maken en de officier van het eenige nog tot optreden in staat zijnde vlieg tuig van de aangewezen groep heeft toen te recht de uitvoering der actie op zich geno men. De met de leiding van dit vliegtuig belaste officier deelde bij het bovenbedoelde onder zoek mede. dat hij de door hem geworpen bom, welke het muitende schip heeft getroffen, niet als waarschuwingsbom bedoeld had, doch dat hij haar wierp met het doel om te treffen. Nadat hij toch de leiding op zich had genomen aldus verklaarde hij, begon hij zich af te vragen of er geen tegenspraak bestond tus- schen de inlichtingen, die hij in het hotel had ontvangen en de latere order, dat „De Zeven Provinciën" als vijand beschouwd moest wor den. Immers, zoo redeneerde hij, bij een aan val op een vijand werpt men geen waarschu- wingsbommen. Tijd tot rustig overwegen was er niet. Hij moest zijn hulprun maken, de ra dio-communicatie onderhouden met den commandant van het eskader, met het vlieg tuig, dat een noodlanding had gemaakt, en met de T-vliegtuigen; hij moest uit zijn hoofd het sommatietelegram opstellen waarin hij volkomen is geslaagd en door overgang in andere golflengte verbinding zoeken met het muitende schip. Hij kwam ten slotte tot de conclusie, dat hij aan de laatst verkregen op dracht tot het beschouwen van „De Zeven Provinciën" als vijandelijk schip den voorrang moest geve nen dus het werpen van een waar schuwingsbom achterwege moest laten. Toen door het muitende schip aan de som matie geen gevolg werd gegeven, heeft hij. ja- gersgewijs richtend, een bom geworpen. Hij koos zijn richtpunt 10 M. voor den boeg met de bedoeling om het schip ter hoogte van de brug te treffen. Gelijk reeds 16 Mei 1934 in antwoord op de vragen van den heer Albarda werd gezegd, be helsde het rapport van den commandant van het bommen werpend vliegtuig de volgende mededeeling: „Ten 0918 wordt een bom van 50 KG. ge worpen, richtpunt ongeveer 10 M. vóór den boeg Zpn." Daaruit is door den commandant der zee macht in Nederlandsch-Indié afgeleid dat de geworpen bom als waarschuwingsbom was bedoeld. Op grond van de van dezen autoriteit Thans weer 350 op Oranje-Nassau IV. Aan ruim 350 man is met ingang van 1 September a.s ontslag aangezegd, d.w.z. aan ongeveer de helft van het thans nog werkend personeel. Het schijnt, naar het Hbld meent te weten, in de bedoeling te liggen, metter tijd deze mijn als bedrijfsschacht stop te zet ten en de exploitatie van de Oranje-Nassau- mijn III uit te doen geschieden. Wijziging Indische pensioenen. Minimum diensttijd voor uitgezondenen 20 jaar. Ter voorbereiding van de behandeling van de wijziging van het pensioenreglement voor burgerlijke landsdienaren is, naar Aneta uit Batavia meldt, een speciale commissie inge steld. Verder kunnen nog als bijzonderheden om trent dit ontwerp worden medegedeeld, dat de minimum diensttijd voor de groep uitge zondenen 20 jaar zal bedragen en 25 jaar voor hen. die hier te lande zijn aangenomen. Afvloeiing kan niet meer plaats hebben al vorens het normaal pensioen, volgens den diensttijd, is bereikt. Een waarborg van het pensioenpercentage op 40 procent wordt aan nemelijk geacht. De handhaving van het in stituut van verminderd pensioen bij korter diensttijd wordt niet langer verantwoord ge acht. De knoeierlien hij Je graan centrale. Nog drie personen gearresteerd. In verband met de knoeierijen bij de Crisis Centrale in Westerwolde heeft de politie te Groningen eenige ambtenaren bij genoemd instituut aangehouden en overgebracht naar Stadskanaal. Gearresteerd zijn J. K. Boud 40 jaar. korenmeester te Groningen, D. K„ graankleurder bij de Graancentrale, wonende te Groningen, en de 57-jarige E.F., eveneens kleurder bij de Graancentrale. wonende te Groningen VROUW VERSPREIDDE OPRUIENDE PAMFLETTEN. Een 23-jarige vrouw uit Schiedam heeft •voor denRotterdamschen politierechter terecht gestaan wegens het verspreiden van pamflet ten van het Werklozen Strijdcomité waarin tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag werd opgewekt. Verdachte zeide in den morgen van 10 Juli j.l. nabij het Stempellokaal aan de Tuinlaan te Schiedam pamfletten, welke zij van een onbekenden man had ontvangen, te hebben versupreid, Zij betoogde echter den inhoud niet te kennen. De verbalisant verklaarde evenwel, dat verdachte bij haar verhoor had gezegd „ik ga met den inhoud van het pam flet accoord". De Officier van Justitie achtte het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen en eischte, rekening houdend met het feitt, dat een vrouw terecht stond, een voorwaarde lijke gevangenisstraf van drie maanden met een proeftijd van drie jaar. De verdediger voerde in een uitvoerig plei dooi aan. dat het pamflet niet opruiend is en dat verdachte den inhoud niet gekend heeft. Na re- en dupliek bepaalde de politierech ter het vonnis op a.s. Maandag. Twee mille voor winst gevender! handel geleend. Vier oplichters namen het er echter goed van. Zekere W. uit Finsterwolde heeft aangifte gedaan dat hij voor ongeveer f 2090 is opge licht. In verband met deze aangifte zijn te Gro ningen gearresteerd de 21-jarige G. G. uit Winschoten, de 36-jarige A. B. en de 23-jarige S. R. T. beiden gewoond hebbende te Amster dam. doch den laatsten tijd te Groningen, en de 23-jarige H. S. uit Finsterwolde. Deze 4 personen hadden van W geld geleend om een z.g. winstgevenden handel te beginnen Zij gebruikten het echter voor zichzelf, totdat het slachtoffer dit bemerkte en de politie er van in kennis stelde. MOEILIJKHEDEN BIJ WERKVERSCHAFFING 120 arbeiders in staking. 120 arbeiders, die werken bij de gemeente lijke werkverschaffing te Hengelo aan den Boekelosoheweg aldaar, bij de petroleumha ven zijn in staking gegaan. De oorzaak is. dat de arbeiders de uitbetaalde loonen te laag achten. TONGETJE OVER BOORD GESLAGEN EN VERDRONKEN. Het 5-jarig zoontje van een kraanschipper die met zijn kraanlichter in de Maashaven te D riterdam ligt, is over boord geslagen en ver- "nken. het lijkje is door personeel van een der do i "booten opgehaald.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 5