DE VROUW IN DE XXe EEUW. ICsiikciicelicTmen J I Schoonheidsmiddelfjes voor iedereen. VRIJDAG 17 AUGUSTUS 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 9 ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. No. 269: elegante japon voor een meer ge zet figuur van gebloemde georgette of crêpe de chine. Het model is bijzonder geschikt om als wandeljapon gedragen te worden. Prijs van het model: 5'J cents per stuk. Benoodigd: 5 Meter georgette van 90 c.M. breedte. No. 271: lieve eenvoudige japon van groot- gebloemde voile of georgette. De garneering bestaat uit een volant van effen materiaal om de vierkante halsopening. Prijs van dit pa troon 50 ets per stuk. Ber.oodigd materiaal 4.75 Meter van 90 c.M. breedte. No. 342: snoezige kinderjurk voor meisjes van 3 tot 7 jaar van gebloemde mousseline en gegarneerd met effen. Prijs van het pa troontje f 0.38 per stuk. Benoodigd: 2 Me ter. No. 338: voor den benjamin een kruip- speelpakje van katoen. Benoodigd: 1,75 Me ter. Prijs van het patroon f 0.38 per stuk. Al deze patronen zijn tegen de aangege ven prijzen in alle maten te verkrijgen bij de „Afdeeling Knippatronen" van de Uitgevers maatschappij „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag dat kan worden overgemaakt per postwissel, in postzegels of wel per giro; 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling van een der patronen niet al leen het gewensche patroon, maar tevens de gewenschte maat, d.w.z. boven-, taille-, heup wijdte enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres duidelijk te vermelden. Men voorkomt daardoor onnoo- aige vertraging in de opsturing. Spaansche omelette (4 personen): 6 eieren. 1 theelepel zout, een snufje peper, 1 flinke ui, 2 lepels boter, 3 tomaten. Klop de eieren met het zout en de peper. Laat in de koekepan 1 lepel boter smelten, giet er de geklopte eieren in en roer deze, zoo als bij roereieren, voortdurend rond, totdat zij beginnen te stollen; zorg er voor, dat de ronde vorm van het eiermengsel behouden blijft en dat er dus geen gaten in de ome- lette komen. Laat, als het mengsel grooten- deels gestold is, de omelette nog even liggen om aan de onderkant lichtbruin te worden; rol ze op en leg ze_op een verwarmde scho tel, houd ze warm. Bak in 1 lepe! boter vlug de fijngesnipperde ui en de in plakjes ge sneden tomaten lichtbruin en vul met dit mengsel de omelette, waarin in het midden over de lengte ttot op eenigen afstand van de beide uiteinden) een diepe gleuf, tot op de schotel toe, gesneden is. Ingemaakte komkommers: 8 groote kom kommers. 2 uien, 1/2 theelepel cayenne pe per. l theelepel zout, 1 theelepel gemalen kruid nagelen, 1 theelepel piment, 1.2 liter wijn azijn. slaolie. Schil de komkommers, trek ze met een sambalschaafje in dunne reepjes en laat die met wat zout bestrooid, eenige uren staan. Druk ze op een vergiet flink droog uit, voeg er de zeer fijn gehakte uitjes, de verschillen de kruiden, de azijn en het zout bij en breng alles op een zacht vuur aan de kook. Laat het samen inkoken tot het mengsel eenigs- zins dik is en bewaar het dan in goed uitge. kookte of met heet sodawater gereinigde potten of stopflesschen; bedek den inhoud met een laagje slaolie en sluit de potten af met vochtig perkamentpapier of glaspapier. Mosterdzuur van komkommers: 10 kom kommers. 6 deciliter inmaakazijn, 15 gr. mosterdzaad, 5 gr. kurkuma, 5 gr. gedroogde gember ,1 versche Spaansche peper, 50 gr. mosterdpoeder. Schil de komkommers, snijd ze in vieren, neem het het zaad eruit, verdeel ze in stuk jes, bestrooi deze met wat zout en laat ze hiermee 24 uur staan. Wring de komkommers uit in een doek, schik ze daarna in een Keulsche pot of in kleine glazen potjes en overgiet ze met de kokende saus. Roer hier voor de droge bestanddeelen door elkaar, meng ze aan met de azijn, breng ze aan de kook en laat ze even doorkeken, totdat de saus wat gebonden is. Giet wat slaolie over den inhoud van de potjes en sluit ze af met vochtig perkamentpapier of glaspapier, mensch bent. Thuis en school en alle men- schen die beslag op je willen leggen zijn rem men op je weg naar ..groot zijn". En wat een wonder dan dat je opstandig wordt! Er is een troost voor ouders van zulke kin deren. Juist in het negeeren van het oordeel van de ouders ligt hur. kinderlijk vertrouwen. Hun ouders. die houden nu eenmaal van hen en zullen dat wel blijven doen ook.. Ze zijn daarom geen maatstaf voor de wereld, die ze toch altijd min of meer koud en vijandelijk voelen. Thuis is vertrouwd en oud en voo: hun pas ontwaakte levenslust onbelangrijk. Maar er komen momenten als men wat ouder is, dat men juist naar dat vertrouwde en oude terugverlangt. BEP OTTEN. Karei is dertien jaar, een gezonde, stevige jongen. Hij haalt me van het station en is dade lijk heel attent. Hij draagt mijn tasch en wijst me den weg naar zijn huis met veel commentaar ter wille van de gezelligheid. „Nu komen we langs het postkantoor, hier is het park. daar staat onze school Thuis is door verschillende omstandighe den niemand ter ontvangst aanwezig. Maar Karei is een volmaakte gastheer; hij schenkt koffie, presenteert koek. Er komt ondertus- schen nog een dame aan de deur om een boek te leenen en ze wordt, door Karei beleefo te woord gestaan en geholpen. „Een aardige jongen", denk ik. „Echt een jongen om trotsch op te zijn". Maar dan ko men zijn ouders thuis. En de Karei dien ik dan leer kennen is een heel andere jongen, verre van aardig. Hij is meteen veranderd. Als zijn moeder hem vraagt haar mantel weg te hangen, doet hij of hij het niet hoort. Even later is hij er niet toe to brengen een boodschap voor zijn vader te doen. Hij bedenkt allerlei uitvluch ten en als die geen van alle geaccepteerd wor den zegt hij eenvoudig dat hij geen zin heeft. En ik merk al gauw wat Karei voor een jon gen is: vriendelijk en gezellig voor anderen, een voortdurende ergernis voor „thuis". Karei is geen uitzondering. Legio zijn de jongens en meisjes die buitenshuis bekend staan als aardige kinderen en met wie thuis niets te beginnen is. Het zit 'm misschien wel daar in: de ont wakende jonge mensch is bezig de wereld te verkennen. Daar bulten is het belangrijk, hij zoekt contact met anderen, aan het gedrag van anderen tegenover hem wil hij zijn j eigen gedrag loeren kennen. Zijn de anderen vriéndelijk en beleefd dan is dat een te eken dat,hij zich „menschwaardig" gedraagt. Hij is daaróm in dien tijd zoo overgevoelig voor uitlachen; het bezorgt hem minderwaardig heidsideeën. Hij is dus nog geen volwassene, die als zoodanig behandeld wordt. Hij doet „gek" en in zijn spontaniëteit gelooft hij, dat hij wel altijd gek zal blijven doen. En dat is een groot verdriet, want hij wenscht niets lie ver dan dat men hem vanzelfsprekend op neemt in de wereld der volwassenen. Thuis? Och, thuis heeft hij geen maat staf. Wat ze daar van hem denken heeft met zijn volwassen-willen-zijn niets te maken. Thuis is onbelangrijk. En daar verwachten ze dan ook nog van je. dat je allerlei vervelende werkjes zult doen, dat je je op ongelegen tij den bezig zult houden met je schoolwerk of pianostudie. Ze begrijpen niet dat je het druk hebt met allerlei, ook als je schijnbaar niets uitvoert, ze begrijpen niet dat je je inwerkt in de maatschappij en dat je eigenlijk al een Verzorgde nagels Het is verkeerd de vijl m de neming naar de hand toe te bewegen. Daardoor krijgen de nagels een hoekigen vorm en er blijven aan de kanten velletjes e. d. zitten. De viji wordt schuin langs den nagel be wogen. Daardoor krijgt hij de gewenschte mooie ronding. Hoe vaker men vijlt, hoe klei ner het gevaar wordt, dat de nagels af zullen breken. metaal. Voor het te benutten smeert men het eerst goed met vet in en duwt daarna heel zachtjes den nagelriem terug. Wie een nagelschaar gebruikt, doet er ver keerd aan deze zoo vast te houden dat de pun ten naar binnen wijzen. Want dan knippen we altijd in het vleesch en het onvermijde lijke gevolg zal zijn dat do randen gaan bloe den, opzetten en rood worden. Wil men met alle geweld een schaar ge bruiken noodig is dat echter volstrekt niet dan moeten de punten naar buiten wijzen. Maar zooals reeds gezegd, men kan beter de huid met een stomp yoorwerp terugduwen. OM ZELF TE MAKEN! EEN BOODSCHAPPEN"!ASCII. Hoe vaak gebeurt het niet, dat de huis vrouw. hoewei ze van plan was, absoluut niets te koopen, zooveel aardige en nuttige dingen onderweg ziet dat ze de verleiding, iets mee te nemen, niet kan weerstaan. >at is op zichzelf natuurlijk niet erg. Wel erg is, dat ze bij het naar huis gaan mei Bij het terugduwen van den nagelriem moet men zeer voorzichtig te werk gaan. om het nagelbed niet te verwonden. Anders komen er witte vlokken, die den nagel ontsieren. Men doet trouwens beter hiervoor een voorwerpje van been te gebruiken dan van allemaal kleine pakjes moet sjouwen. Het is ook niet prettig op iedere wandeling een groote boodschappentasch mee te moeten nemen. De bijgaande teekening toont een oplos sing voor dit vraagstuk. En wel een groote boodschappentasch. die echter zóó opgevou wen kan worden, dat zij zich in niets onder scheidt van een gewone zomertasch van lin nen, Als men de beide deelen op elkaar heeft genaaid zet men er nog een kleine klep op, die tegelijk als sluiting dient, zoolang de tasch opgevouwen is. Een paar stevige handvaten araan en de tasch is klaar. Heeft men nu bood schappen op te bergen, dan wordt de tasch opengevouwen en alle kleine pakjes kunnen er in opgeborgen worden. Indien men dit wil kan men de tasch nog voorzien van kleurige applicaties en ze desgewenscht als sirand- tasch benutten. De illustratie spreekt verder voor zichzelf. Een gedocumenteerd protest. In het nummer van 15 Juli van „Vrouw en Gemeenschap" lazen we ingezonden deze vraag: „Ondergeteekenden, leden van de Ver. van Vrouwenbelangen en G. St. verzoeken het hoofdbestuur in het Vereenigingsorgaan openlijk te willen beantwoorden de vraag- .Zijn het wetsontwerp Marchant en de cir culaire van Z. E. minister de Wilde niet itrijdig met de Grondwet en is ons vermeend bezit van Gelijk Staatsburgerschap dus slechts een waan?" Onderteekenaars zijn Jo hanna W. A. Naber en A. E. J. de Vries Bruins. We twijfelen er niet aan of een der juris ten in de redactie van het Maandblad, dat pal staat voor de rechten der vrouw zal deze vraag wel duidelijk beantwoorden, al schijnt ze ingewikkelder dan het zoo lijkt. Maar we wilden hier alleen van het feit reppen, om dat we dezer dagen een brochure ontvingen van de 75-jarige Joh. Naber. welke even als bovenstaande vraag bewees, dat deze strijdster nog altijd op de bres staat, zooals zij ook bewees vóór de vergadering van den Vrouwenraad, toen zij een amehdement in diende, dat eveneens een krachtig pleidooi was voor de vrijheid van arbeid voor de vrouw. Dat is ook dit vlugschrift, waarin zij allen, die zich de laatste jaren verkeerde voorstel lingen hebben gevormd over de vrouwenbe weging. haar doel en beginselen een aardige 'es geeft, uit de geschiedenis, welke zij voor een belangrijk deel heeft meegeleefd, terwijl zij er tevens op wijst, dat die geschiedenis niet is begonnen met de georganiseerde vrou wenbeweging van de laatste 50 jaren, maar reeds veel eerder is aangevangen, feitelijk haar oorsprong vond in den drang der vrouw naar kennis en in alle tijden een eigen ka rakter droeg. Voor allen, die .De Opstandigen" hebben gelezen en zich zullen herinneren, hoe me vrouw van AmmersKiiller daarin een hoofdstuk wijdt aan een Nutslezing van Beets, is het goed. de juiste voorstelling daar egenover te bestudeeren. welke Joh. Naber n dit vlugschrift neerlegt, waarbij zij doei uitkomen, dat Nlcolaas Beets heelemaal nie: afkeering was van de vrouwenbeweging en meende dat de romancière, wier boek zoo'n op- C. F. gang maakte, van de verhandeling van Beets in de jaarvergadering van het Provinciaal Utrechtsen Genootschap, gehouden onder den titel: „Eenige opmerkingen naar aanlei ding van de Denkbeelden van den Dag in Verband met de emancipatie der Vrouwen" zulk een zonderling karikatuur heeft geiee- kend". Zij zegt tot staving van haar meening omtrent Beets ruime zienswijze inzake vrou wenbeweging: Hij kende en waardeerde in haar werk gravin van Hogendorp, jonkvrouwe Swellengrebel, de directrice van ons eerste Diaconessen huis Petronella Voute, rechter hand van zijn vriend Otto Heldring. Hij was bevriend met de schrijfters Geertruida Bos boom Toussaint en Betsy Hasebroek, de zus ter van zijn Jonathan. Hij verzorgde met groote piëteit de uitgave der nagelaten ge dichten van de jonggestorven Albertina Kehrer. Hij gevoelde sympathie voor het streven van Anna Maria Storm-Van der Chijs en zoo liet de strijd over het vóór en tegen van Middelbaar Onderwijs voor Meisjes hem allerminst onverschillig. „Ik zie geen reden, verklaarde hij, om eraan "te twijfelen, dat de vrouwelijke geest niet in het bezit zou wezen van alle die vatbaarheden en organen, die, op mannelijke wijze gevoed, geoefend, ge kweekt, het vrouwelijke geslacht tot de hoog ste ontwikkeling in wetenschap en kunst zou den in staat stellen.".,. En verder haalt zij nog aan, ter verklaring, dat hij voelde voor het middelbaar onderwijs voor meisjes, dat hij vroeg, dat in dezen maatstaf was: „Is bijvoor beeld de Nederlandsche vrouw over het al gemeen zooveel onbeduidender dan de Ne derlandsche man? In lagere kringen, als het er op aankomt, is het gewoonlijk de vrouw, die het woord doet. In hoogere zou het in me nig geval wel zoo goed gaan, indien zij het maar deed. „Tenslotte legde mejuffrouw Na ber, naar aanleiding van verdere aanhalin gen er den nadruk op. dat Beets hetzelfde heeft gewild als de leidsters der vrouwenbe weging. die niet hebben gepleit op grond van een vermeende gelegenheid, maar integendeel op grond van gelijkwaardigheid bij ongelijk heid. waardoor man en vrouw over en weder elkanders aanvulling behoeven, om te vol brengen het werk van den volkomen mensch. We hebben hier wat uitvoerig verteld, wat Joh. Naber mededeelt op grond van degelijke den besteld, kennis, het oordeel van Nicolaas Beets. Ver keerde voorstellingen blijven langer leven dan de juiste en daarom is het goed ze zoo spoedig mogelijk te weerspreken Er zijn er velen, die den roman, die naast waarheid verdichtsel brengt gaarne lezen en geen tijd of lust hebben een werk over vrouwenbewe ging aandacht te schenken. Er zijn daarvan trouwens in ons land slechts in bescheiden mate geschreven. Wie het vlugschrift van mejuffrouw Naber raadpleeg:, wordt uit de eerste hand ingelicht op boeiende wijze en leert begrijpen, wat er op het spel staal in den strijd over vrouwenrechten, welke niet een strijd is van de vrouw tegen den man, maar een strijd om in de maatschappij de beste krachten te winnen voor elke plaats en elk werk. We hebben het hier reeds herhaal delijk gezegd, het gaat om de vrouw meer dan tot nu toe haar verantwoordelijkheid te doen beseffen. En Joh. Naber begrijpt wel, dat die verantwoordelijkheid niet altijd plezierig is. dat het gemakkelijker is zich te laten gaan. dat dus de jeugd niet dankbaar is voor wat haar inspanning kost. maar.... Zij teekent daarnaast ook het beeld uit het verleden, van de verveling der vrouwen, wier dagen niet ge vuld waren. Dit beeld moet de vrouw, die door sport, arbeid, door de vrijheid zichzelf te zijn, leeft, tot nadenken brengen en zich de vraag doen stellen, of zij dit alles weer zou willen verliezen door den stroom van reactie, die begint met haar te weren van het arbeids veld en haar geleidelijk zal blijven terug dringen naar plaatsen, welke niet overeen stemmen met de nieuwe roeping, welke zij in de maatschappij heeft te vervullen als strijd ster voor vrede en recht. Het is niet enkel het geluk der vrouw, dat op het spel staat terecht doet Joh. Naber uitkomen, dat geluk of levensbevrediging niet afhangt van omstandigheden maar van le vens opvatting het is de quaestie of de vrouw in de toekomst haar beste krachten zal mogen ontplooien en met den man stre ven naar een betere maatschappij, of dat zij onder de leuze, dat zij haar bestemming, het huwelijk moet zoeken, de gezinstaak zoo klein en zelfzuchtig mogelijk zal opvatten, en haar kinderen zal opvoeden in die sfeer van kleine zelfzucht, welke den oorlog zal doen voortbestaan We zullen niet zeggen, dat elk woord in de brochure van Joh. Naber onze instemming heeft, zij onderschat wellicht de be teekenis van huwelijk en liefde voor de vrouw, maar niettemin raden we warm de lezing aan. waarbij zij opgemerkt, dat de brochure, die niet in den handel is, door schr. voor eigen rekening uitgegeven, dus bij haar kan wor- HOTELLEVEN. EMMY J. D. Er zijn van die menschcn. die zoo volko men vastgeroest zijn in hun dagelijksche ge woonten. dat zij. wanneer zij ln vacantle op reis gaar., geen enkel hotel kunne!-, waardee- ren. of zij moeten er één gevonden hebben, dat hun eigen huiselijk bedoenlnkje het meest nabij komt. 1 Regel is dat echter niet: de meeste reizi gers vinden het juist tot de genoegens van het reizen behoorer. dat zij eens heel anders leven dan zij gewend zijn. dat hun dag-in deeling anders is. dat de maaltijden niets lijken op die waaraan zij gewend zijn. en dart natuurlijk het allcs-overheerschende gevoel van: er moet nu eens niets, alles mag uit eigen vrije wil. Voor een huisvrouw ligt ln het hotelleven al dadelijk een groote bekoring, doordat de maaltijden nu eens heerlUk heelemaal buiten haar omgaan. Want zij behoeft zich al dien tijd eens niets om de maaltijden te bekom meren. en bovendien wordt het haar niet alleen kant en klaar voorgezet, maar ook de combinaties der schotels onderling tot een smakelijk maal wordt voor haar geregeld. Dit laatste is dan ook de reden, dat veel hulsvrouwen wanneer zij buitenshuis eten, liever ergens komen, waar buiten de spijs kaart om. een vast menu ls. waaraan zij zich houden kan. en dat zij weet het uit ervaring met zooveel kennis van zaken is samengesteld, dat haar bes" combinatie ta lent het daartegen toch moet afleggen. Dus kiest zti het vaste menu cn geniet dub bel van het maal omdat zij er ln geen enkel opzicht debet aan is geweest. Ik weet zelfs van vrouwen, die het uitzoe ken van een spijskaart zoo 'n teleurstelling vinden, dat zij zich tot een van het gezel schap wenden met het verzoek, het door haar samen te stellen, zij houdt toch overal van. Wellicht zult u zich verbazen dat dit arti keltje over hotel-leven begint met een be schouwing over het eten: is dat nu zóó be langrijk? Inderdaad, dat ts hetzonder in de verste verte ook maar een Lucullus te kun nen worden genoemd, kan men gerust bewe ren. dat in hotels grootendeels ce'.eefd wordt van maaltijd naar maaltijd. Men heeft im mers niets te doen dan te genieten, waarom zou men dan ook niet eer.s mogen genieten van de tot werkelijkheid geworden gedachten van een a'. of niet geniaal koksbrein! Bij het hotelleven behooren onverbrekelijk de menschen, die in twee groepen te verdee- len zijn: alles wat met het hotel te maken heeft, en alles wat daar. net als wij, buiten staat, dat wil dus zeggen: de andere gasten. Van al diegenen die met het hotel te ma ken hebben, merken wij als gasten meestal maar enkele persoren speciaal op: de por tier, de alwetende, de vraagbaak voor ieder een, de hulpvaardige, de man die voor een hotel goud waard is. als hij zijn enorm veel omvattend werk goed verstaat, of die heel wat onaangenaams kan veroorzaken, wanneer hij dit niet doet. Dan de oberkellr.er. die in een groot hotel ook een verantwoordelijke positie heeft, de kellner, die ons bedient of het vriendelijke meisje, de liftjongen en mis schien het kamermeisje, maar dat behoeft niet eens. want soms is dat een volkomen le gendarische figuur, die alles op onze kamer verzorgt zonder echter ooit voor den dag te komen. In groote stads-hotels speelt de chef de re ception ook altijd een belangrijke rol. maar ln de buitenhotels is dit een onbekende groot held en daar verschijnt meestal de baas zelf bij ontvangst en afscheid even om van zijn aanwezigheid te doen blijken. Dan zijn daar de andere gasten, die. even als wij op onze beurt, de moeite van het ob- serveeren vaak zeer waard zijn. Ieder, die vreemd is in het hotel, geeft daarvan duidelijk blijk door een zekere on wennigheid. maar velen nemen bovendien ook nog een houding aan. die zij speciaal voor een hotel in petto hebben. Zoo de me neer. die zoo luid mogelijk verkondigt, hoe veel geld hij bij zich heeft, die al zijn eigen opmerkingen belangrijk genoeg vindt om ze luidkeels rond te bazuinen, on die daarmee het heele hotel in beslag schünt te willen nemen. Zijn tegenhanger is de man, die vooral niets over zichzelf wil laten merken, die doodsbang is dat zijn landgenooten bemer ken zullen dat hü een Hollander Is. en die zijn vrouw dat zóó heeft ingeprent, dat zij zelfs geneigd is om de taal van het land te spreken, wanneer een landgenoot in de buurt is. De echt-berelsde menschcn bekommeren zich om dit alles niet, zij voelen zich volko men thuis en bemoeien zich over het alge meen weinig met anderen. Er zijn ook hotel gasten. die hun tijdelijke medebewoners maatschappelijk in vakjes willen verdeden, en niet ruster. voordat zij iedereen „geplaatst" hebben. Of andere die alles van iedereen te weten probeeren te komen, enke! en alleen uit nieuwsgierigheid, en omdat zij niets be ters te doen weten! Zooals het weer de laatste dagen ons ver gast heeft op regen en nog eens regen, komt men er vanzelf toe. te overpeinzen wat ons te doen staat, wanneer de regen spelbreker is in onze langverbeide vacantledagen. Een moeder die met eenige kinderen naar zee trok. nam het schoone spel „Mensoh er ger je niet" mee, want, zei ze. daar ben je den heelen dag zoet mee, en wat zou ik an ders moeten beginnen, wanneer het slecht weer is. Wij vrouwen hebben al til d het voordeel van een of ander handwerkje, maar het mannelijk deel van het gezelschap kan niet altijd lezen, de kinderen weten met den re gen met zichzelf geen raad cn dan moet er iets bedacht worden om te vergeten, dat het weer slecht is om vader er van af te bren gen. dat hij ..zijn geld ln armoede verteert", en om te voorkomen dat de anderen kribbig worden en gaan ruziën. Dus neemt de vrouw des huizes, al schünt de zon ook nog zoo stralend wanneer het gezin op reis gaat, eenige gezellige spelletjes mee, pn een paar heerlijk warme kleedingstukken voor alle le den van het gezin, plus een extra dosis op gewektheid en goed humeur. Het moet toch al gek loopen, wanneer zij dan de regendagen niet met succes weet door te komen. E. E. J^-P.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 7