VOND
Scandinaafsche samenwerking.
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
Radiostudio's.
TWEE HAARLEMSCHE JONGENS ALS
VLIEGTUIGBOUWERS.
ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934
H A A R L E M'S DAGBLAD
7
De goede verstandhouding is niet gebaseerd op
verdragen, maar spruit voort uit verwantschap
tusschen DenenNoren en Zweden.
:(Van onzen correspondent)
Stockholm, 19 Augustus.
Een groote Stockholmsche bioscoop be
weert in de advertenties, dat dit de eenige
bioscoop in Scandinavië is, die een continen
taal karakter draagt, een Deensche mode
zaak bericht de chëntèle. dat de laatste nou-
veauté's van het continent zoo juist ontvan
gen zijn, en de trein, die 's morgens en 's avonds
van Oslo Ostbanestasjon naar Gothenburg,
MalmÖ en Tralleborg vertrekt om in laatst
genoemd havenstadje gedeeltelijk op de veer
boot naar Duitschland gerangeerd te worden,
heet gewoonlijk „kontinentaltoget", de trein
naar het continent. Men praat hier in het
Noorden over het continent, over Europa zelfs,
alsof men daar eigenlijk niet bij hoort. Maar
de overtocht van het Scandinaafsche eindsta
tion Tralleborg naar het Duitsche Sasznitz
moge dan slechts vier uur duren, een vlieg
tocht tusschen ontbijt en lunch moge de
Scandinaviërs van Kopenhagen of Malmö uit
een flink eind in West- of Midden-Europa in
brengen, toch zit men hier veilig ver van de
groote centra der Eurcpeesche politiek, toch
krijgt men soms in Denemarken in Noorwe
gen, in Zweden sterk den indruk in een apart
wereldje te leven, in het eigene rustige, aan
natuurschoon zoo rijke en relatief welvaren
de Scandinavië, van waaruit men kalm, ge-
interesseerd kan letten op al hetgeen daar in
het eigenlijk Europa gebeurt, waar men des-
gewenscht ook rustig de oogen kan sluiten
voor al de onverkwikkelijke dingen, die daar
bezuiden den 55sten breedtegraad voorvallen.
Er zijn een jaar of zeventig geleden plan
nen geweest om van Scandinavië maar één
koninkrijk te maken, de grondwet voor het
rijk der drie broedervolken lag in Kopenha
gen gereed en Zweden's Carl XV voelde er
veel voor heerscher over een land van ruim
800.000 vierkante kilometer te worden, maar
zijn minister van buitenlandsche zaken, Louis
de Geer verklaarde nadrukkelijk, dat er van
de plannen tot stichting van een groot
Ncorsche Rijk nimmer iets komen kon Daar
mee waren de plannen van de baan, en voor
goed omdat men al spoedig begon in te zien.
dat ondanks alle overeenkomst tusschen De
nen. Noren en Zweden de verschillen toch te
groot waren om een ware staatkundige een-
heid mcgelijk te doen zijn. Er .is sedert dien
veel gepraat over Scandinavisme. er zijn veel
diners gehouden waaraan men bij Deensche
Aquavit en Noorsch bier en Zweedsche punch
•elkaar toedronk en schooné speeches hield
over het Scandinaafsche saamhoorigheidsge-
voel en de hoop uitsprak op steeds verdere
verbetering van de Scandinaafsche samen
werking, maar een eenheid zijn de Scandi
naafsche landen feitelijk eerst geworden in
Augustus 1914. toen de drie landen besloten
neutraal te blijven. En het feit, dat anen in
Zweden weerstand wist te bieden aan de vrij
krachtige actie van bepaalde groepen om zich
aan de zijde van Duitschland in den strijd te
mengen teneinde een eventueelen Russisohen
aanval af te kunnen weren en het naar on
afhankelijkheid strevende Finland van het
Russische juk te bevrijden voorkwam verbre
king van die eenheid en droeg er ongetwijfeld
veel toe bij. dat de Denen, de Noren en de
Zweden zich als Scandinaviërs steeds meer
verwant begonnen te voelen.
Er zijn tusschen Kopenhagen, Oslo Stock
holm vele verdragen gesloten, waardoor men
elkaar wederzijdsche voorrechten verzekerde
en waardoor beslechting van eventueele con
flicten met behulp van leger en vloot uitge
sloten werd. Maar belangrijker is, dat men ook
zonder tractaten een oorlog tusschen Scandi
naafsche landen ondenkbaar acht, dat de
goede verstandhouding niét op verdragen en
plechtige verklaringen van ministers geba
seerd is. maar voortspruit juist uit dat gevoel
van verwantschap. Van veel beteekenis is het
natuurlijk, dat de Scandinaafsche talen nauw
aan elkaar verwant zijn, dat elke eenigszins
ontwikkelde Deen. Noor of Zweed tenminste
de beide andere talen kan lezen en ze na eeni
ge oefening, desnoods met behulp van de ra
dio. al vrij spoedig ook kan verstaan. Zoo zijn
er verschillende inter-Scandinaafsche tijd
schriften, die de artikelen dus in Deensch.-
Ncorsch of Zweedsch publïceeren, zoo nemen
vakbladen artikelen van schrijvers uit de beide
andere landen onvertaald op. zoo worden er
inter-Scandinaafsche conferenties en cursus
sen gehouden waar de Deensche. Ncorsche
en Zweedsche deelnemers allen hun eigen taal
spreken zonder dat het tot een hopelooze ver
warring komt. Voorts is het van belang, dat
de drie landen dezelfde staatsorde hebben,
dat oeconomisch? en maatschappelijke toe
standen vaak van gelijken aard zijn, zoodat
men in het eene Scandinaafsche land- ge
makkelijk gedragingen en gedachten van een
ander Scandinaafsch volk kan begrijpen.
Onder dergelijke bijzonder gunstige omstan
digheden móet internationale samenwerking
wel zeer vruchtbaar zijn. samenwerking op
cultureel gebied uiteraard in de eerste plaats,
maar toch ook samenwerking op politiek en
oeconomisch terrein, al leiden daai-bii belan
gentegenstellingen soms tot eenige wrijving.
Zoo heeft, het veeteeltland Denemarken an
dere belangen bij den export van bij voorbeeld
boter dan Zweden, dat tot zijn voornaamste
uitvoerartikelen producten rekent die Dene
marken in het geheel niet voortbrengt, zooals
ijzererts en verscheidene producten der Norr-
landsche boschindustrieën. Maar dat, om nu
bij den uitvoer te blijven, samenwerking mo
gelijk is. hebben de onderhandelingen over de
nieuwe handelsverdragen met Groot-Brittan-
nië bewezen, waarbij de Scandinaafsche gede
legeerden betrekkelijk sterk stonden tegenover
den grooten afnemer doordat zij te Londen
voortdurend voeling met elkaar hielden. Een
tweede tastbaar resultaat van de samenwer
king is het onlangs gestichte hotuvr achten-
kartel voor de vaart on Oostzee en Witte Zee,
dat weliswaar thans ook reederiien uit andere
landen omvat, maar toch eerst na langdurige
voorbereidende besprekingen van de Scandi
naafsche belanghebbenden tut stand is ge
komen.
Ten opzichte van de groote internationale
vraagstukken hebben de regeeringen van de
Scandinaafsche landen, zooals genoegzaam
bekend verondersteld mag worden, practisch
altijd één lijn getrokken, zoowel te Genève
als elders. Dit kan, omdat staatsorde en po
litieke constellatie in de drie landen vrijwel
dezelfde zijn. omdat Scandinavië in verschil
lende opzichten een wereldje op zichzelf is.
Maar ook ten aanzien van de binnenlandsche
politiek houdt men contact met elkaar, ten
gevolge van het feit, dat niet zelden tegelij
kertijd in de drie landen soortgelijke proble
men om een oplossing vragen en zoo komt
het herhaaldelijk voor, dat de regeering in
het eene land bij het treffen van maatrege-
len op sociaal of oeconomisch gebied het
voorbeeld van een der beide andere landen
volgt of dat men op een departement bij 't
uitwerken van een wetsvoorstel een wet be
treffende hetzelfde onderwerp uit een ander
Scandinaafsch land raadpleegt om die meer
of minder vrij na te kunnen volgen.
Zoo in de zomermaanden wordt het meest
over Scandinaafsche samenwerking en Scan
dinavisme gesproken. Dan houden vakvereeni
gingen, pacifistische organisaties, religieuse
bonden en wetenschappelijke genootschappen
hun Scandinaafsche conferenties, bespreekt
men onderling den stand van zaken in de
verschillende landen, worden ideeën uitgewis
seld en plannen gemaakt voor gemeenschap
pelijke actie. Toch schijnt het, dat dezen zo
mer bijzonder veel aandacht aan nauwere sa
menwerking tusschen de drie Noorsche lan-
derr besteed wo rdt, dat de gemeenschappe
lijke problemen opvallend vaak ter sprake
komen. De Zweedsche minister van buiten
landsche zaken, Sandlc heeft kort geleden
besprekingen met zijn Noorsche en Deensche
collega's aangekondigd, besprekingen, die ver
moedelijk van veel belang kunnen zijn en die
voornamelijk uitbreiding van de handelspo
litieke samenwerking zullen betreffen, al
voelt men vooralsnog in het door liberalen ge
regeerde Noorwegen, waar de socialisten on
danks hun verrassende stembusoverwinning
in October van het vorigs jaar nog geen ge
legenheid kregen de regeeringsverantwoorde-
lijkheid over te nemen, weinig voor experi
menten. die eerder of later tot Planwirtschaft
zouden kunnen leiden. Voorts wordt er nu
hier ter stede een vergadering gehouden van
het Noorsche comité voor samenwerking van
de arbeidersbeweging, waarin de sociaal
democratische partijen en vakorganisaties van
Denemarken. Finland. IJsland en Zweden ver
tegenwoordigd zijn. Tegelijkertijd hebben ver
tegenwoordigers van de, tot voor kort com
munistisch georiëteerde. socialistische Noor
sche Abeiderspartij en van de althans in
Mei nog onder communistischen invloed staan
de Noorsche vakbeweging gelegenheid gehad
om met de socialistische leiders van partij en
vakbond uit de andere Scandinaafsche lan
den over samenwerking te onderhandelen.
Wel bleek men het in vrijwel alle opzichten
nu eens te zijn. en men zal voortaan dan ook
belangrijke politieke, «economische en sociale
problemen gemeenschappelijk bespreken,
maar van organisatorische samenwerking kan
niets komen voor de Noorsche organisaties
zich bij de sociaal-democratische Internatio
nalen hebben aangesloten en daarover is nog
niets met zekerheid bekend.
Het ligt voor de hand te vér onderstellen,
dat het aanhalen der banden tusschen Dene
marken en Noorwegen en Zweden het gevolg
is van de gebeurtenissen in Midden-Eurcpa.
die de democraten in het Noorden ongetwijfeld
tot nieuwe activiteit aangezet hebben. Men
soreekt dan ook wel van Ncod-Scandinavisme.
Men wordt naar elkaar tcegedrongen, men
zoekt zijn kracht in samenwerking. Maar te
vens begint men te beseffen, dat men de taak
heeft te trachten de eigen ideeën uit te dragen,
dat men zich niet on mag sluiten binnen de
Scandinaafsche grenzen. En een der eerste,
voorloopige. resultaten hiervan is, dat men
probeeren zal de Scandinaafsche Vclkshooge-
school te Genève om te vormen tot een In
ternationale Volksuniversiteit in de Volken-
bondsstad.
C. G. B.
CROCUSSEN OP WATER.
Ja werkelijk het is geen drukfout: Crocus-
sen op water is het onderwerp van ons
praatje vandaag. En om nu te voorkomen
dat al te ijverige bjoemeniiefhebsters maar
vast haar Hyacinthen-glazen zouden gaan
vullen met Crocussen. beschrijven we hierbij
de manier, waarop we ze kunnen behande
len.
Ais de droge, wortel- en looflooze Crocus-
bollen tegen het einde van den zomer bij de
bollenhandelaars voor de verzending klaar
Uggen, dan hebben zij een dosis voedsel
en groei-reserve in hun binnenste opgehoop:
waar zij het volgend jaar gemakkelijk van
;ot bloei kunnen komen. M.a.w.: ook zonder
vcedzamen grond, in dor zand desnoods, kan
een goed ontwikkelde Crocus-boi bloemen
voortbrengen.
Nu is van die eigenschap al meer profijt
getrokken, namelijk door de bolletjes op
water en grint te zetten in de ronde glazen
kommen, waarin we de laatste jaren ook
zooveel Hyacinthen en Trosnarcisjes zien.
Het grint hield <Je bollen rechtop en 't water
hielp de wortels aan vocht, want dat hebben
ze noodig. Maar overigens.... alle kracht
om tot bloeien te komen kwam uit de bol
zelf.
Nu is er nog een methode, eenvoudiger dan
die van grint en water, en dat is de manier
waar we het vandaag over hebben willen,
't Is de ideale kamercultuur voor iedere Hol-
landsche huisvrouw, die niet van geknoei met
aarde of grint in de kamer houdt en boven
dien een uitkomst voor degenen, die geen
tuin bezitten om grint uit te putten.
Zoo in September begin October zetten we
op een niet te plat schoteltje, bakje of bord-
een stelletje goede groote Crocusbollen dicht
I bijeen. Denkt u eraan, dat gele Crocussen
niet deugen voor deze cultuur. Die behooren
I tot een heel andere soort,
De bolletjes moeten elkander raken. Als ze
allemaal netjes op het bord liggen, neus naar
boven, gieten we voorzichtig wat leiding
water op den schotel, zóó dat de onderzijde
van de bolletjes in het water staat. Dan zet
ten we het bord voorzichtig weg in een pik
donkere, koele, juist vorstvrije kast of kelder
en zorgen van tijd tot tijd voor aanvulling
van het water. Na een paar weken komen de
wortels te voorschijn; zij breiden zich uit.
vormen weldra één net van witte draden,
zoodat alle bollen stevig onderling verbonden
zijn en dus later nooit topzwaar worden en
omslaan. Nu drinken de boden veel; en dus
moeten we dagelijks het water bijvullen en
als we dat éénmaal vergeten en de zaak staat
droog, dan mislukt de heele cultuur en dat
zou jammer zijn!
Als de neuzen 79 cM. lang zijn en de
bloemknoppen goed zichtbaar, mag het
schoteltje in de vensterbank gezet worden
Licht en koel is het beste, want de zon, voorai
op het zuiden, verdampt gemakkelijk in een
paar uur al het water en dan komen de
bollen natuurlijk niet uit! Om dus dergelijke
teleurstellingen te voorkomen, kunnen we
onze Crocussen veiliger op een minder warm
plaatsje zetten.
Na den bloei hebben de bolletjes natuurlijk
alle reserve-krachten opgebruikt en zijn dus
waardeloos geworden.
Er zijn allerlei mooie combinaties te ver
zinnen van zuiverwitte, paarsblauwe of fijn
gestreepte en geveerde Crocussen met mooi
Delftsch of Chïneesch blauw. Onze mooie
schoteltjes hebben onder deze cultuur totaal
niets te lijden ,dus u kunt het er gerust op
wagen!
L. S.
Tocht door de
Nico Treep aan het werk.
Nico Treep, de dirigent van het
A.V.R.O.-orkest.
Reeds gaven wij een bespreking van een
uitzending uit de Vara-studio. Hierin was
een eigenaardige bekoring, omdat men door
een glazen wand de uitzending zag, doch haar
door een luidspreker hoorde.
De heer Nico Treep, de Avro-dirigent ging
met ons naar het „Hof van Holland" te Hil
versum, in welks zaal de Avro haar groote
concertstudio heeft ingericht-
In het midden van de zaal was een groot
podium opgesteld, waarop de orkestleden
plaats namen. De ramen waren allen afge
sloten, teneinde het geluid van buiten te
weren; men werkte bij kunstlicht.
Twee roode lampen gingen aan. Een tik
van den dirigent op zijn lessenaar, allen zaten
gereed. De heer Treep verzette een schakelaar
het teeken voor den man in de controlekamer,
dat men begint. Direct daarop zette het orkest
in.
Als een solist optreedt heeft deze een mi
crofoon voor zich alleen.
Wij gingen in de pauze nog even een kijkje
nemen bij den technicus die heel genoeglijk
voor zijn toestelletjes met verschillende knop
pen zat en er aan draaide of het speelgoed
was en vond alles schijnbaar heel gewoon.
Het ziet er hier van buiten allemaal nog
al eenvoudig uit. zei Nico Treep, die ook nog
ever, kwam kijken, maar van binnen
Onderwij! staarde hij alweer op zijn horloge
nog drie minuten
Het is bij de radio werken op de klok. Men
is dat gewoon De verschillende programma-
nummers moeten ook precies, op de minuut,
op elkander aansluiten.
Een minuut voor den tijd stappen de men-
schen naar binnen, beklimmen het podium
en even later zwaait Nico Treep weer zijn
dirigeerstok en luisteren allen in de huiska
mers naar het concert, niet wetend, hoe twee
minuten te voren de mannen van de muziek
nog druk debatteerden over een grooten
voetbalwedstrijd of anderszins
In het studiogebouw van de Avro aan den
Ouden Engweg, geschieden de kleine uitzen
dingen.
In de kleine muziekstudio, welks wanden
dicht bekleed zijn met zware gordijnen, be
vonden zich reeds een zevental musici, die
het lunch-concert zouden verzorgen.
In de controlekamer van de studio waren
de omroeper en technici druk in de weer.
terwijl om twaalf uur de zwarte schijf lustig
draaide en d emuziek het luchtruim werd in-
geslingerd, klonk door andere luidsprekers in
het gebouwreeds het- eerste nummer van het
lunchconcert, dat nog even proef werd ge
speeld om. de juiste opstelling te verkrijgen.
ONZE LUCHTVAART.
Und wo man 's pacht, da ist
es interessant.
Overzicht van het vliegterrein Waalhaven bij Rotterdam.
Ik heb de wereld nu zoetjes aan van heel
wat kanten bekeken en altijd en overal din
gen gevonden, interessant genoeg om er van
te vertellen of over te schrijven. Maar nu ik
begin de luchtvaart en de wereld van boven
te bestudeeren nu komt er eiken dag een
verrassing, elk oogenblik een een heele nieu
we kijk op oude problemen. Ik bofte dan ook
weer. Viel er meteen met den neus middenin
en kwam den tweeden dag tot de verrassende
conclusie dat onze Nederlandsche luchtvaart
een groot deel van zijn succes te danken heeft
aan twee Haarlemsche jongens!
Immers mijn eerste idee. toen ik mij voor
de luchtvaart ging interesseeren was; zien dat
ik Fokker nog eens te spreken krijg. Het lukte
en warachies. hij wist nog, hoe wij samen
de bank op potiooden hadden gezet, om on
der de les ook nog onzen reislust te kunnen
botvieren
Twee dagen later zat ik bij Koolhoven, bij
Frits, die altijd de standjes kreeg, als hij
zijn lachen niet kon houden om ónze stre
ken. en die nu die prachtige sportvliegtuigjes
bouwt, die o a. door de Nationale Luchtvaart-
school worden gebruikt en daar tusschen door
zoo af en toe eens een paar taxitoestellen voor
4 of 6 personen voor de K.L.M
Twee vliegtuigbouwers uit mijn klas van
onze nooit volprezen Haarlemsche H.B.S.! Een
span, merkwaardig genoeg om hun geschie
denis even na te gaan.
Die van Fokker js o.a. door zijn boek: „De
Vliegende Hollander' bekend genoeg. Hoe hij
op zolder op keukenstoelen vloog, daarna in
Duitschland op zelfgebouwde machines zich
zelf vliegen leerde, altijd anders deed dan
anderen, steeds nieuwe richtingen zocht en
met eindeloos geduld en groote vindingrijk
heid eindelijk de ideale vliegmachine steeds
meer en meer benaderde.
In 1919 richte Fokker in Nederland zijn
fabriek op in de „Oude Hallen" van de E.L.T.A.
In 1920 verbouwt hij een oude transportma
chine en levert zijn eerste verkeersvliegtuig
aan de K. L. M. Ik geloof dat het nóg voor
de Sabena, de Belgische luchtvaart Mij vliegt.
En die F II van 1920 had reeds dezelfde ge-
lasehte stalen romp en de zelfde houten vrij-
dragende vleugel als de F 36 en bijna den
zelfden vorm ook.
Genie, geluk, vernuft, instinct, wat het is
weet ik niet, maar de eerste modellen zijn
meteen goed geweest en beter dan goed is
er toch eigenlijk niet. Door het beter dan
goed willen hebben is immers de heele wereld
in de malaise gekomen. De uiterlijken vorm is
veranderd. De stroomlijn moest over de vlieg
tuigen komen. Steeds meer comfort, meer be
schikbare vrije last werden gevraagd. De met
reuzenschreden vooruitgaande luchtvaart
vraagt steeds grooter en zwaardere machines.
Fokker bouwt ze. De K.L.M. heeft in hoofd
zaak Fokker-machines en de lijn naar Indië
is de mooiste denkbare reclame voor beide
Maar ook in Span ie gebruikt de burgerlucht
vaart uitsluitend Fokkers. En in Finland en
Zweden. Tsjechoslowakije en Zwitserland.
Waar eigenlijk niet? Weinig namen hebben
op het oogenblik zoo'n wereldvermaardheid
als die van Fokker, den Vliegenden Hollan
der. Jammer alleen dat hij ook oorlogs
vliegtuigen bouwt.
Franschen en Engelschen hebben jaren
lang passagiers en post te vervoeren in omge
bouwde militaire machines en daar ligt wel
een der verklaringen van het reuzen-succes
van de K. L M. dat zij met een schoone lei
beginnen kon en nemen wat ze noodig had.
Koolhoven begon reeds in 1910 in Soester-
berg met Hollandsche krachten Hollandsche
vliegtuigen te bouwen. Met Paschen 1911
vliegt hij zelf zijn „Heidevogel" voor, maar
zoekt al spoedig beter afzet in Engeland,
waar reeds in 1912 de Deperdussin-machihe
naar zijn ontwerpen gebouwd wordt. Na den
oorlog strijkt hij echter weer op Waalhaven
en werpt zich op een anderen tak.
Nadat hij in 1919 in Engeland de eerste
commercieele machine gebouwd had voor 'de
British Aerial C. Transport Co. zoch hij niet
het groote ernstige wereldverkeer, maar de
vlugge, sierlijke, vroolijk uitgelaten sportma-
chine; niet alleen voor acrobatiek hoor. Neen,
voor pleizierreisjes, slippertjes, voor genot- en
vrijheidszoekers; maar ook deftige sport-
coupeetjes, waarin je visites zou kunnen
gaan maken en af en toe een grootere lucht
taxi voor 4 tot 6 personen. Fijn. elegant werk
allemaal, maar ze staan hu« man, zelfs Vader
Tijd. Fokkers hebben tallooze records verwor
ven en wij hopen dat er dit jaar weer een dik
bijkomt.
De concurrentie is wel zeer zwaar in de
LondenMelbourne race, maar in de formule
die voor de handicap is opgesteld komen
verscheidene formules voor, zooals die door
andere machines niet licht overtroffen zullen
worden. Fokkers vliegend hotel is zoowat de
eenige werkelijke verkeersmachine die mee
doet en dat de K. L. M.. voor deze wedstrijd
heeft ingeschreven is toch allereerst omdat
straks een verkeer van post- en passagiers
naar Australië zal moeten ontstaan en het dus
gewenscht is dat Australië en de verdere we
reld bij deze gelegenheid zullen zien, wat
Nederlandsche verkeersvliegtuigen kunnen
presteeren.
Dat een renpaard vlugger loopt dan de dik
ke Brabanders voor de Heinekens bierkarren
weet iedereen, maar welke van de twee ver
richt den nuttigsten arbeid? En met die mo
gelijkheid van nuttigen arbeid verrichten
houdt de handicapwedstrijd voor Melbourne
wel degelijk rekening. Smirnoff houd je
taai!
Maar de Koolhovens zijn ook recordshou
ders.
De F.K. 31 (F.K. afkomstig van Frits Kool
hoven), brak in 1925 drie wereldsnelheidsre
cords.
In het zelfde paar verscheen de FK 33. als
eerste driemotorige toestel der K.L.M. de FK
41 wordt in Engeland onder License gebouwd
en vliegt in 1930 naar Australië; de FK. 40,
de Sedane. het taxitoestel of sportcoupeetje
heeft vooral in zijn nog meer verbeterden
vorm als PK 43 al menigeen doen genieten
op kleme rondvluchten enz., Wie kent het
Juffertje en de Krekel niet? Van Lear Black
kocht er een, natuurlijk met een speciale ca
bine.
Begrijpt ge dat ik graag mijn beide be
roemde vrienden opzoek voor een klets
praatje? Je loopt dan nog eens een goeden
raad op. Frits wil mij ook beroemd maken en
schrijft mij een fluweelen wambuis met zil
veren knoopen voor en een roomkleurige
auto met gouden sterren. Je kunt het licht
■probeeren. Ik probeer het in elk geval met de
vliegerij. Daar ben ik ook al mee begonnen.
In 1919 en 1921 heb ik al over ons geheele
Vaderland gevlogen en bezit een vergun
ning om gebruik te maken van onze marine
vliegtuigen voor mijn duinstudies. Een reeks
foto's was het resultaat. Van 't najaar hoop
ik een serie voor vergelijking te maken, vooral
wat betreft aangroei, afslag, verwaaien en
vastleggen van het stuwende "zand. Het ging
toen nog in Spijker toestellen met een start
snelheid van 80 en een maximum van 120 K.M.
per uur. In 1921 waren de eerste Fokkers er
al. Dat werd eigenlijk pas vliegen. Ik heb daar
de 1. 2, 6 en 7 nog gekend. En in 1929 in Indië
de zeshonderd en zooveel. In Holland konden
wij bijna op een kwaden wag Gilze-Rijen niet
vinden, waar we benzine moesten laden en
ploeterden terug naar Schiphol tegen een
Noordwester storm om met onze staart In de
Ringvaart te landen. In Indië vergiste mijn
bestuurder zich en cirkelde op 4500 M. boven
de Slamat in plaats van op 2500 M. boven den
Tjerimai. een honderd kilometer uit de rich
ting en wij kwamen op Andir terug met een
1 2 L. benzine in het resrvoir. Mc: een Dor-
nierwal bommenwerper verkende ik de ko
raalriffen in het Ooslgat van Soerabaja. Met
een der watervliegtuigjes van dc Java zwierde
:k over de stranden van Lombok. Toen kwam
een van de mooiste dagen van mijn leven;
met een der eerste K.N.I.L.M. vluchten over
de Duizend-Eilanden. Straat Soenda cn Su
matra's Ooerwoud naar Palembang. En in
1934? Wel ik heb al zoowat de helft der Euro-
peesche luchtlijnen bevlogen en dat is geen
kleinigheid. Een noodlandinkje in Spaansc'n-
Marokko.... op een vliegveld hoor; terugge-
iaagd naar Tunis door een cycloontje in de
Middellandsche Zee toen ik op weg was naar
Rome; gestrand in Londen en Berlijn omdat
die toestellen altijd vol zitten. Volgende week
Ierland, dan Finland. Polen. Athene. Istan
bul, Straks naar Indië. We vliegen. Wie vliegt
er mee?
Dr W G. N. VAN DER SLEEN.
GEMENGDE BERICHTEN
Frederik III, koning van Pruisen, bracht
door moeilijke vragen de geleerde mannen in
zijn koninkrijk dikwijls in verlegenheid. Eens
vroeg hij aan een professor in de scheikunde:
Vertelt u mij eens waarom een kristallen bo
kaal gevuld met champagne zuiverder klank
geeft dan wanneer hij mei Bourgonjer gevuld
is?" De leepe professor antwoordde; „Sire, de
geringe bezoldiging van ons professoren heeft
het mij tot heden onmogelijk gemaakt een
dergelijke proef te nemen".
Een zoon van Hendrik IV, koning van
Frankrijk, kwam eens te Noyen cn nam zijn
intrek in Hotel de drie Koningen. De oudste
zoon kwam Zijne Majesteit met een buiging
tegemoet en vroeg vergunning zich voor te
mogen stellen. „Ik ben de oudste zoon van de
drie Koningen, 't Zal me een hooge eer zijn U
te mogen bedienen".
„Wat!" riep de Prin. uit. „U mij bedienen?
En ik ben maar de oudste zoon van één ko
ning".