VOND Scandinaafsche samenwerking. BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD Radiostudio's. TWEE HAARLEMSCHE JONGENS ALS VLIEGTUIGBOUWERS. ZATERDAG 25 AUGUSTUS 1934 H A A R L E M'S DAGBLAD 7 De goede verstandhouding is niet gebaseerd op verdragen, maar spruit voort uit verwantschap tusschen DenenNoren en Zweden. :(Van onzen correspondent) Stockholm, 19 Augustus. Een groote Stockholmsche bioscoop be weert in de advertenties, dat dit de eenige bioscoop in Scandinavië is, die een continen taal karakter draagt, een Deensche mode zaak bericht de chëntèle. dat de laatste nou- veauté's van het continent zoo juist ontvan gen zijn, en de trein, die 's morgens en 's avonds van Oslo Ostbanestasjon naar Gothenburg, MalmÖ en Tralleborg vertrekt om in laatst genoemd havenstadje gedeeltelijk op de veer boot naar Duitschland gerangeerd te worden, heet gewoonlijk „kontinentaltoget", de trein naar het continent. Men praat hier in het Noorden over het continent, over Europa zelfs, alsof men daar eigenlijk niet bij hoort. Maar de overtocht van het Scandinaafsche eindsta tion Tralleborg naar het Duitsche Sasznitz moge dan slechts vier uur duren, een vlieg tocht tusschen ontbijt en lunch moge de Scandinaviërs van Kopenhagen of Malmö uit een flink eind in West- of Midden-Europa in brengen, toch zit men hier veilig ver van de groote centra der Eurcpeesche politiek, toch krijgt men soms in Denemarken in Noorwe gen, in Zweden sterk den indruk in een apart wereldje te leven, in het eigene rustige, aan natuurschoon zoo rijke en relatief welvaren de Scandinavië, van waaruit men kalm, ge- interesseerd kan letten op al hetgeen daar in het eigenlijk Europa gebeurt, waar men des- gewenscht ook rustig de oogen kan sluiten voor al de onverkwikkelijke dingen, die daar bezuiden den 55sten breedtegraad voorvallen. Er zijn een jaar of zeventig geleden plan nen geweest om van Scandinavië maar één koninkrijk te maken, de grondwet voor het rijk der drie broedervolken lag in Kopenha gen gereed en Zweden's Carl XV voelde er veel voor heerscher over een land van ruim 800.000 vierkante kilometer te worden, maar zijn minister van buitenlandsche zaken, Louis de Geer verklaarde nadrukkelijk, dat er van de plannen tot stichting van een groot Ncorsche Rijk nimmer iets komen kon Daar mee waren de plannen van de baan, en voor goed omdat men al spoedig begon in te zien. dat ondanks alle overeenkomst tusschen De nen. Noren en Zweden de verschillen toch te groot waren om een ware staatkundige een- heid mcgelijk te doen zijn. Er .is sedert dien veel gepraat over Scandinavisme. er zijn veel diners gehouden waaraan men bij Deensche Aquavit en Noorsch bier en Zweedsche punch •elkaar toedronk en schooné speeches hield over het Scandinaafsche saamhoorigheidsge- voel en de hoop uitsprak op steeds verdere verbetering van de Scandinaafsche samen werking, maar een eenheid zijn de Scandi naafsche landen feitelijk eerst geworden in Augustus 1914. toen de drie landen besloten neutraal te blijven. En het feit, dat anen in Zweden weerstand wist te bieden aan de vrij krachtige actie van bepaalde groepen om zich aan de zijde van Duitschland in den strijd te mengen teneinde een eventueelen Russisohen aanval af te kunnen weren en het naar on afhankelijkheid strevende Finland van het Russische juk te bevrijden voorkwam verbre king van die eenheid en droeg er ongetwijfeld veel toe bij. dat de Denen, de Noren en de Zweden zich als Scandinaviërs steeds meer verwant begonnen te voelen. Er zijn tusschen Kopenhagen, Oslo Stock holm vele verdragen gesloten, waardoor men elkaar wederzijdsche voorrechten verzekerde en waardoor beslechting van eventueele con flicten met behulp van leger en vloot uitge sloten werd. Maar belangrijker is, dat men ook zonder tractaten een oorlog tusschen Scandi naafsche landen ondenkbaar acht, dat de goede verstandhouding niét op verdragen en plechtige verklaringen van ministers geba seerd is. maar voortspruit juist uit dat gevoel van verwantschap. Van veel beteekenis is het natuurlijk, dat de Scandinaafsche talen nauw aan elkaar verwant zijn, dat elke eenigszins ontwikkelde Deen. Noor of Zweed tenminste de beide andere talen kan lezen en ze na eeni ge oefening, desnoods met behulp van de ra dio. al vrij spoedig ook kan verstaan. Zoo zijn er verschillende inter-Scandinaafsche tijd schriften, die de artikelen dus in Deensch.- Ncorsch of Zweedsch publïceeren, zoo nemen vakbladen artikelen van schrijvers uit de beide andere landen onvertaald op. zoo worden er inter-Scandinaafsche conferenties en cursus sen gehouden waar de Deensche. Ncorsche en Zweedsche deelnemers allen hun eigen taal spreken zonder dat het tot een hopelooze ver warring komt. Voorts is het van belang, dat de drie landen dezelfde staatsorde hebben, dat oeconomisch? en maatschappelijke toe standen vaak van gelijken aard zijn, zoodat men in het eene Scandinaafsche land- ge makkelijk gedragingen en gedachten van een ander Scandinaafsch volk kan begrijpen. Onder dergelijke bijzonder gunstige omstan digheden móet internationale samenwerking wel zeer vruchtbaar zijn. samenwerking op cultureel gebied uiteraard in de eerste plaats, maar toch ook samenwerking op politiek en oeconomisch terrein, al leiden daai-bii belan gentegenstellingen soms tot eenige wrijving. Zoo heeft, het veeteeltland Denemarken an dere belangen bij den export van bij voorbeeld boter dan Zweden, dat tot zijn voornaamste uitvoerartikelen producten rekent die Dene marken in het geheel niet voortbrengt, zooals ijzererts en verscheidene producten der Norr- landsche boschindustrieën. Maar dat, om nu bij den uitvoer te blijven, samenwerking mo gelijk is. hebben de onderhandelingen over de nieuwe handelsverdragen met Groot-Brittan- nië bewezen, waarbij de Scandinaafsche gede legeerden betrekkelijk sterk stonden tegenover den grooten afnemer doordat zij te Londen voortdurend voeling met elkaar hielden. Een tweede tastbaar resultaat van de samenwer king is het onlangs gestichte hotuvr achten- kartel voor de vaart on Oostzee en Witte Zee, dat weliswaar thans ook reederiien uit andere landen omvat, maar toch eerst na langdurige voorbereidende besprekingen van de Scandi naafsche belanghebbenden tut stand is ge komen. Ten opzichte van de groote internationale vraagstukken hebben de regeeringen van de Scandinaafsche landen, zooals genoegzaam bekend verondersteld mag worden, practisch altijd één lijn getrokken, zoowel te Genève als elders. Dit kan, omdat staatsorde en po litieke constellatie in de drie landen vrijwel dezelfde zijn. omdat Scandinavië in verschil lende opzichten een wereldje op zichzelf is. Maar ook ten aanzien van de binnenlandsche politiek houdt men contact met elkaar, ten gevolge van het feit, dat niet zelden tegelij kertijd in de drie landen soortgelijke proble men om een oplossing vragen en zoo komt het herhaaldelijk voor, dat de regeering in het eene land bij het treffen van maatrege- len op sociaal of oeconomisch gebied het voorbeeld van een der beide andere landen volgt of dat men op een departement bij 't uitwerken van een wetsvoorstel een wet be treffende hetzelfde onderwerp uit een ander Scandinaafsch land raadpleegt om die meer of minder vrij na te kunnen volgen. Zoo in de zomermaanden wordt het meest over Scandinaafsche samenwerking en Scan dinavisme gesproken. Dan houden vakvereeni gingen, pacifistische organisaties, religieuse bonden en wetenschappelijke genootschappen hun Scandinaafsche conferenties, bespreekt men onderling den stand van zaken in de verschillende landen, worden ideeën uitgewis seld en plannen gemaakt voor gemeenschap pelijke actie. Toch schijnt het, dat dezen zo mer bijzonder veel aandacht aan nauwere sa menwerking tusschen de drie Noorsche lan- derr besteed wo rdt, dat de gemeenschappe lijke problemen opvallend vaak ter sprake komen. De Zweedsche minister van buiten landsche zaken, Sandlc heeft kort geleden besprekingen met zijn Noorsche en Deensche collega's aangekondigd, besprekingen, die ver moedelijk van veel belang kunnen zijn en die voornamelijk uitbreiding van de handelspo litieke samenwerking zullen betreffen, al voelt men vooralsnog in het door liberalen ge regeerde Noorwegen, waar de socialisten on danks hun verrassende stembusoverwinning in October van het vorigs jaar nog geen ge legenheid kregen de regeeringsverantwoorde- lijkheid over te nemen, weinig voor experi menten. die eerder of later tot Planwirtschaft zouden kunnen leiden. Voorts wordt er nu hier ter stede een vergadering gehouden van het Noorsche comité voor samenwerking van de arbeidersbeweging, waarin de sociaal democratische partijen en vakorganisaties van Denemarken. Finland. IJsland en Zweden ver tegenwoordigd zijn. Tegelijkertijd hebben ver tegenwoordigers van de, tot voor kort com munistisch georiëteerde. socialistische Noor sche Abeiderspartij en van de althans in Mei nog onder communistischen invloed staan de Noorsche vakbeweging gelegenheid gehad om met de socialistische leiders van partij en vakbond uit de andere Scandinaafsche lan den over samenwerking te onderhandelen. Wel bleek men het in vrijwel alle opzichten nu eens te zijn. en men zal voortaan dan ook belangrijke politieke, «economische en sociale problemen gemeenschappelijk bespreken, maar van organisatorische samenwerking kan niets komen voor de Noorsche organisaties zich bij de sociaal-democratische Internatio nalen hebben aangesloten en daarover is nog niets met zekerheid bekend. Het ligt voor de hand te vér onderstellen, dat het aanhalen der banden tusschen Dene marken en Noorwegen en Zweden het gevolg is van de gebeurtenissen in Midden-Eurcpa. die de democraten in het Noorden ongetwijfeld tot nieuwe activiteit aangezet hebben. Men soreekt dan ook wel van Ncod-Scandinavisme. Men wordt naar elkaar tcegedrongen, men zoekt zijn kracht in samenwerking. Maar te vens begint men te beseffen, dat men de taak heeft te trachten de eigen ideeën uit te dragen, dat men zich niet on mag sluiten binnen de Scandinaafsche grenzen. En een der eerste, voorloopige. resultaten hiervan is, dat men probeeren zal de Scandinaafsche Vclkshooge- school te Genève om te vormen tot een In ternationale Volksuniversiteit in de Volken- bondsstad. C. G. B. CROCUSSEN OP WATER. Ja werkelijk het is geen drukfout: Crocus- sen op water is het onderwerp van ons praatje vandaag. En om nu te voorkomen dat al te ijverige bjoemeniiefhebsters maar vast haar Hyacinthen-glazen zouden gaan vullen met Crocussen. beschrijven we hierbij de manier, waarop we ze kunnen behande len. Ais de droge, wortel- en looflooze Crocus- bollen tegen het einde van den zomer bij de bollenhandelaars voor de verzending klaar Uggen, dan hebben zij een dosis voedsel en groei-reserve in hun binnenste opgehoop: waar zij het volgend jaar gemakkelijk van ;ot bloei kunnen komen. M.a.w.: ook zonder vcedzamen grond, in dor zand desnoods, kan een goed ontwikkelde Crocus-boi bloemen voortbrengen. Nu is van die eigenschap al meer profijt getrokken, namelijk door de bolletjes op water en grint te zetten in de ronde glazen kommen, waarin we de laatste jaren ook zooveel Hyacinthen en Trosnarcisjes zien. Het grint hield <Je bollen rechtop en 't water hielp de wortels aan vocht, want dat hebben ze noodig. Maar overigens.... alle kracht om tot bloeien te komen kwam uit de bol zelf. Nu is er nog een methode, eenvoudiger dan die van grint en water, en dat is de manier waar we het vandaag over hebben willen, 't Is de ideale kamercultuur voor iedere Hol- landsche huisvrouw, die niet van geknoei met aarde of grint in de kamer houdt en boven dien een uitkomst voor degenen, die geen tuin bezitten om grint uit te putten. Zoo in September begin October zetten we op een niet te plat schoteltje, bakje of bord- een stelletje goede groote Crocusbollen dicht I bijeen. Denkt u eraan, dat gele Crocussen niet deugen voor deze cultuur. Die behooren I tot een heel andere soort, De bolletjes moeten elkander raken. Als ze allemaal netjes op het bord liggen, neus naar boven, gieten we voorzichtig wat leiding water op den schotel, zóó dat de onderzijde van de bolletjes in het water staat. Dan zet ten we het bord voorzichtig weg in een pik donkere, koele, juist vorstvrije kast of kelder en zorgen van tijd tot tijd voor aanvulling van het water. Na een paar weken komen de wortels te voorschijn; zij breiden zich uit. vormen weldra één net van witte draden, zoodat alle bollen stevig onderling verbonden zijn en dus later nooit topzwaar worden en omslaan. Nu drinken de boden veel; en dus moeten we dagelijks het water bijvullen en als we dat éénmaal vergeten en de zaak staat droog, dan mislukt de heele cultuur en dat zou jammer zijn! Als de neuzen 79 cM. lang zijn en de bloemknoppen goed zichtbaar, mag het schoteltje in de vensterbank gezet worden Licht en koel is het beste, want de zon, voorai op het zuiden, verdampt gemakkelijk in een paar uur al het water en dan komen de bollen natuurlijk niet uit! Om dus dergelijke teleurstellingen te voorkomen, kunnen we onze Crocussen veiliger op een minder warm plaatsje zetten. Na den bloei hebben de bolletjes natuurlijk alle reserve-krachten opgebruikt en zijn dus waardeloos geworden. Er zijn allerlei mooie combinaties te ver zinnen van zuiverwitte, paarsblauwe of fijn gestreepte en geveerde Crocussen met mooi Delftsch of Chïneesch blauw. Onze mooie schoteltjes hebben onder deze cultuur totaal niets te lijden ,dus u kunt het er gerust op wagen! L. S. Tocht door de Nico Treep aan het werk. Nico Treep, de dirigent van het A.V.R.O.-orkest. Reeds gaven wij een bespreking van een uitzending uit de Vara-studio. Hierin was een eigenaardige bekoring, omdat men door een glazen wand de uitzending zag, doch haar door een luidspreker hoorde. De heer Nico Treep, de Avro-dirigent ging met ons naar het „Hof van Holland" te Hil versum, in welks zaal de Avro haar groote concertstudio heeft ingericht- In het midden van de zaal was een groot podium opgesteld, waarop de orkestleden plaats namen. De ramen waren allen afge sloten, teneinde het geluid van buiten te weren; men werkte bij kunstlicht. Twee roode lampen gingen aan. Een tik van den dirigent op zijn lessenaar, allen zaten gereed. De heer Treep verzette een schakelaar het teeken voor den man in de controlekamer, dat men begint. Direct daarop zette het orkest in. Als een solist optreedt heeft deze een mi crofoon voor zich alleen. Wij gingen in de pauze nog even een kijkje nemen bij den technicus die heel genoeglijk voor zijn toestelletjes met verschillende knop pen zat en er aan draaide of het speelgoed was en vond alles schijnbaar heel gewoon. Het ziet er hier van buiten allemaal nog al eenvoudig uit. zei Nico Treep, die ook nog ever, kwam kijken, maar van binnen Onderwij! staarde hij alweer op zijn horloge nog drie minuten Het is bij de radio werken op de klok. Men is dat gewoon De verschillende programma- nummers moeten ook precies, op de minuut, op elkander aansluiten. Een minuut voor den tijd stappen de men- schen naar binnen, beklimmen het podium en even later zwaait Nico Treep weer zijn dirigeerstok en luisteren allen in de huiska mers naar het concert, niet wetend, hoe twee minuten te voren de mannen van de muziek nog druk debatteerden over een grooten voetbalwedstrijd of anderszins In het studiogebouw van de Avro aan den Ouden Engweg, geschieden de kleine uitzen dingen. In de kleine muziekstudio, welks wanden dicht bekleed zijn met zware gordijnen, be vonden zich reeds een zevental musici, die het lunch-concert zouden verzorgen. In de controlekamer van de studio waren de omroeper en technici druk in de weer. terwijl om twaalf uur de zwarte schijf lustig draaide en d emuziek het luchtruim werd in- geslingerd, klonk door andere luidsprekers in het gebouwreeds het- eerste nummer van het lunchconcert, dat nog even proef werd ge speeld om. de juiste opstelling te verkrijgen. ONZE LUCHTVAART. Und wo man 's pacht, da ist es interessant. Overzicht van het vliegterrein Waalhaven bij Rotterdam. Ik heb de wereld nu zoetjes aan van heel wat kanten bekeken en altijd en overal din gen gevonden, interessant genoeg om er van te vertellen of over te schrijven. Maar nu ik begin de luchtvaart en de wereld van boven te bestudeeren nu komt er eiken dag een verrassing, elk oogenblik een een heele nieu we kijk op oude problemen. Ik bofte dan ook weer. Viel er meteen met den neus middenin en kwam den tweeden dag tot de verrassende conclusie dat onze Nederlandsche luchtvaart een groot deel van zijn succes te danken heeft aan twee Haarlemsche jongens! Immers mijn eerste idee. toen ik mij voor de luchtvaart ging interesseeren was; zien dat ik Fokker nog eens te spreken krijg. Het lukte en warachies. hij wist nog, hoe wij samen de bank op potiooden hadden gezet, om on der de les ook nog onzen reislust te kunnen botvieren Twee dagen later zat ik bij Koolhoven, bij Frits, die altijd de standjes kreeg, als hij zijn lachen niet kon houden om ónze stre ken. en die nu die prachtige sportvliegtuigjes bouwt, die o a. door de Nationale Luchtvaart- school worden gebruikt en daar tusschen door zoo af en toe eens een paar taxitoestellen voor 4 of 6 personen voor de K.L.M Twee vliegtuigbouwers uit mijn klas van onze nooit volprezen Haarlemsche H.B.S.! Een span, merkwaardig genoeg om hun geschie denis even na te gaan. Die van Fokker js o.a. door zijn boek: „De Vliegende Hollander' bekend genoeg. Hoe hij op zolder op keukenstoelen vloog, daarna in Duitschland op zelfgebouwde machines zich zelf vliegen leerde, altijd anders deed dan anderen, steeds nieuwe richtingen zocht en met eindeloos geduld en groote vindingrijk heid eindelijk de ideale vliegmachine steeds meer en meer benaderde. In 1919 richte Fokker in Nederland zijn fabriek op in de „Oude Hallen" van de E.L.T.A. In 1920 verbouwt hij een oude transportma chine en levert zijn eerste verkeersvliegtuig aan de K. L. M. Ik geloof dat het nóg voor de Sabena, de Belgische luchtvaart Mij vliegt. En die F II van 1920 had reeds dezelfde ge- lasehte stalen romp en de zelfde houten vrij- dragende vleugel als de F 36 en bijna den zelfden vorm ook. Genie, geluk, vernuft, instinct, wat het is weet ik niet, maar de eerste modellen zijn meteen goed geweest en beter dan goed is er toch eigenlijk niet. Door het beter dan goed willen hebben is immers de heele wereld in de malaise gekomen. De uiterlijken vorm is veranderd. De stroomlijn moest over de vlieg tuigen komen. Steeds meer comfort, meer be schikbare vrije last werden gevraagd. De met reuzenschreden vooruitgaande luchtvaart vraagt steeds grooter en zwaardere machines. Fokker bouwt ze. De K.L.M. heeft in hoofd zaak Fokker-machines en de lijn naar Indië is de mooiste denkbare reclame voor beide Maar ook in Span ie gebruikt de burgerlucht vaart uitsluitend Fokkers. En in Finland en Zweden. Tsjechoslowakije en Zwitserland. Waar eigenlijk niet? Weinig namen hebben op het oogenblik zoo'n wereldvermaardheid als die van Fokker, den Vliegenden Hollan der. Jammer alleen dat hij ook oorlogs vliegtuigen bouwt. Franschen en Engelschen hebben jaren lang passagiers en post te vervoeren in omge bouwde militaire machines en daar ligt wel een der verklaringen van het reuzen-succes van de K. L M. dat zij met een schoone lei beginnen kon en nemen wat ze noodig had. Koolhoven begon reeds in 1910 in Soester- berg met Hollandsche krachten Hollandsche vliegtuigen te bouwen. Met Paschen 1911 vliegt hij zelf zijn „Heidevogel" voor, maar zoekt al spoedig beter afzet in Engeland, waar reeds in 1912 de Deperdussin-machihe naar zijn ontwerpen gebouwd wordt. Na den oorlog strijkt hij echter weer op Waalhaven en werpt zich op een anderen tak. Nadat hij in 1919 in Engeland de eerste commercieele machine gebouwd had voor 'de British Aerial C. Transport Co. zoch hij niet het groote ernstige wereldverkeer, maar de vlugge, sierlijke, vroolijk uitgelaten sportma- chine; niet alleen voor acrobatiek hoor. Neen, voor pleizierreisjes, slippertjes, voor genot- en vrijheidszoekers; maar ook deftige sport- coupeetjes, waarin je visites zou kunnen gaan maken en af en toe een grootere lucht taxi voor 4 tot 6 personen. Fijn. elegant werk allemaal, maar ze staan hu« man, zelfs Vader Tijd. Fokkers hebben tallooze records verwor ven en wij hopen dat er dit jaar weer een dik bijkomt. De concurrentie is wel zeer zwaar in de LondenMelbourne race, maar in de formule die voor de handicap is opgesteld komen verscheidene formules voor, zooals die door andere machines niet licht overtroffen zullen worden. Fokkers vliegend hotel is zoowat de eenige werkelijke verkeersmachine die mee doet en dat de K. L. M.. voor deze wedstrijd heeft ingeschreven is toch allereerst omdat straks een verkeer van post- en passagiers naar Australië zal moeten ontstaan en het dus gewenscht is dat Australië en de verdere we reld bij deze gelegenheid zullen zien, wat Nederlandsche verkeersvliegtuigen kunnen presteeren. Dat een renpaard vlugger loopt dan de dik ke Brabanders voor de Heinekens bierkarren weet iedereen, maar welke van de twee ver richt den nuttigsten arbeid? En met die mo gelijkheid van nuttigen arbeid verrichten houdt de handicapwedstrijd voor Melbourne wel degelijk rekening. Smirnoff houd je taai! Maar de Koolhovens zijn ook recordshou ders. De F.K. 31 (F.K. afkomstig van Frits Kool hoven), brak in 1925 drie wereldsnelheidsre cords. In het zelfde paar verscheen de FK 33. als eerste driemotorige toestel der K.L.M. de FK 41 wordt in Engeland onder License gebouwd en vliegt in 1930 naar Australië; de FK. 40, de Sedane. het taxitoestel of sportcoupeetje heeft vooral in zijn nog meer verbeterden vorm als PK 43 al menigeen doen genieten op kleme rondvluchten enz., Wie kent het Juffertje en de Krekel niet? Van Lear Black kocht er een, natuurlijk met een speciale ca bine. Begrijpt ge dat ik graag mijn beide be roemde vrienden opzoek voor een klets praatje? Je loopt dan nog eens een goeden raad op. Frits wil mij ook beroemd maken en schrijft mij een fluweelen wambuis met zil veren knoopen voor en een roomkleurige auto met gouden sterren. Je kunt het licht ■probeeren. Ik probeer het in elk geval met de vliegerij. Daar ben ik ook al mee begonnen. In 1919 en 1921 heb ik al over ons geheele Vaderland gevlogen en bezit een vergun ning om gebruik te maken van onze marine vliegtuigen voor mijn duinstudies. Een reeks foto's was het resultaat. Van 't najaar hoop ik een serie voor vergelijking te maken, vooral wat betreft aangroei, afslag, verwaaien en vastleggen van het stuwende "zand. Het ging toen nog in Spijker toestellen met een start snelheid van 80 en een maximum van 120 K.M. per uur. In 1921 waren de eerste Fokkers er al. Dat werd eigenlijk pas vliegen. Ik heb daar de 1. 2, 6 en 7 nog gekend. En in 1929 in Indië de zeshonderd en zooveel. In Holland konden wij bijna op een kwaden wag Gilze-Rijen niet vinden, waar we benzine moesten laden en ploeterden terug naar Schiphol tegen een Noordwester storm om met onze staart In de Ringvaart te landen. In Indië vergiste mijn bestuurder zich en cirkelde op 4500 M. boven de Slamat in plaats van op 2500 M. boven den Tjerimai. een honderd kilometer uit de rich ting en wij kwamen op Andir terug met een 1 2 L. benzine in het resrvoir. Mc: een Dor- nierwal bommenwerper verkende ik de ko raalriffen in het Ooslgat van Soerabaja. Met een der watervliegtuigjes van dc Java zwierde :k over de stranden van Lombok. Toen kwam een van de mooiste dagen van mijn leven; met een der eerste K.N.I.L.M. vluchten over de Duizend-Eilanden. Straat Soenda cn Su matra's Ooerwoud naar Palembang. En in 1934? Wel ik heb al zoowat de helft der Euro- peesche luchtlijnen bevlogen en dat is geen kleinigheid. Een noodlandinkje in Spaansc'n- Marokko.... op een vliegveld hoor; terugge- iaagd naar Tunis door een cycloontje in de Middellandsche Zee toen ik op weg was naar Rome; gestrand in Londen en Berlijn omdat die toestellen altijd vol zitten. Volgende week Ierland, dan Finland. Polen. Athene. Istan bul, Straks naar Indië. We vliegen. Wie vliegt er mee? Dr W G. N. VAN DER SLEEN. GEMENGDE BERICHTEN Frederik III, koning van Pruisen, bracht door moeilijke vragen de geleerde mannen in zijn koninkrijk dikwijls in verlegenheid. Eens vroeg hij aan een professor in de scheikunde: Vertelt u mij eens waarom een kristallen bo kaal gevuld met champagne zuiverder klank geeft dan wanneer hij mei Bourgonjer gevuld is?" De leepe professor antwoordde; „Sire, de geringe bezoldiging van ons professoren heeft het mij tot heden onmogelijk gemaakt een dergelijke proef te nemen". Een zoon van Hendrik IV, koning van Frankrijk, kwam eens te Noyen cn nam zijn intrek in Hotel de drie Koningen. De oudste zoon kwam Zijne Majesteit met een buiging tegemoet en vroeg vergunning zich voor te mogen stellen. „Ik ben de oudste zoon van de drie Koningen, 't Zal me een hooge eer zijn U te mogen bedienen". „Wat!" riep de Prin. uit. „U mij bedienen? En ik ben maar de oudste zoon van één ko ning".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 11