DE MAN, DIE DE TROEVEN HAD. In de Spanjaardslaan te Haarlem werd Maandag de bekende Veiligheids- laan van de K.N.A.C. geopend, waarvoor van de zijde der automobilisten veel belangstelling bestond De «Veiligheidslaan" te Haarlem. De commissaris der Koningin in Noord-Holland, jhr. mr. dr. A. Röell ontvangt den Veiligheidswimpel I.TdT.tft a;fp'.U.b|dd?, De. te Alphen aan de Maas. Een viertal zand- R,„ M.,t.nbro.k, die bij d. zw.m».d.triid.n t. M..gd.nbUr, .r„i, boekt.. Amsterdam ten stadhuize ontvangen molens diept de nieuwe rivier uit en schept de wanden weg gemet w'n ®en "«wijlende vacantie, welke Zij bij mevr Philipsen - Braun doorbrengt Kie Mastenbroek wandelend in den tuin met mevr. Philipsen en haar kind Ter gelegenheid van het 700-jarig bestaan van Harlingen zijn verschillende oude grachten in de stad versierd en oude poorten opgericht Dwars door Brussel. Deze traditioneele zwemwedstrijd werd Zondag gewonnen door den Nederlander van Hemsbergen (rechts) voor den Engelschman Pascoe (links) FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 7) Nadruk verboden. Opnieuw zweeg de bezoeker geruimen tijd. terwijl Bristew hem nauwkeurig gadesloeg. Withers was een Zuidelijk type, opgewonden, Impulsief, iemand, die op het standpunt staat, dat schieten de beste reactie is op een beleedlging of toegebracht nadeel. De lijnen rondom zijn mond verrieden egoisme en zelfingenomenheid. ..Natuurlijk", verbrak Bristew tenslotte het zwijgen, „bestond er een gezronde reden voor uw heimelijke reis naar Turnville?" i „Ja natuurlijk". „En welke was die?" r „Dn", meen.de Withers aarzelend, „ik praat daarover eigenlijk liever niet". Bristew w;erp Greenleaf een snellen blik ttoe. „Kijkt u eens", nam deze het gesprek over. „Ik heb tot taak den moordenaar op te spo ren en nu-. Bristew is me daarbij behulp zaam. Als de el'.endelirg, die uw vrouw van het leven heeft beroofd, achter slot en gren- fdel gebracht moet worden, moeten wij alles (weten. F.lke minuut, die verloren gaat. kan rechter het geheele onderzoek doen misluk- :ken. Daarom willen we zoo graag uw mede- deelingen hooren. Ik hoop dat u thans zul' begrijpen, hoe de situatie Is". „En hoe staat het met de kranten?" vroeg .Withers, die nog altijd niet o.vertuigd scheen te zijn. „Wat u vertelt, blihft geheel onder ons", gaf Bristew hem ten antwoord. „In de pers zal er niets van worden gepu bliceerd. We hebben uw inlichtingen uitslui tend in het belang van het onderzoek noo dig". „Ja enfin". Withers tond op en liep zwij gend het vertrek op en neer. Hij maakte den indruk, alsof hij overwoog, wat hij den bei den mannen zou meedeelen. „Zooals u wel begrijpen zult, heeren", her nam hij tenslotte, terwijl hij weer ging zit ten, „is dit een hevige slag voor mij. En wat ik u vertellen ga, zou ik veel liever voor mij houden. Maar dat schijnt niet mogelijk te zijn. Welnu, de waarheid is, dat ik hierheen ben gekomen, om met eigen oogen te zien. wat mijn vrouw met betrekking tot een ze kere aangelegenheid uitvoert". „Bedoelt u. dat u haar niet vertrouwde dat u jaloersch was?" bracht Bristew in het midden. „O, neen, dat niet", gaf Withers nadrukke lijk ten antwoord. „Dat liegt hij", dachten zijn beide onder vragers. ..Neen. dat in geen geval. In dat opzicht heb ik haar nooit gewantrouwd". „In welk opzicht dan wel?" Wantrouwen deed ik haar eigenlijk nooit", steunde Withers. „Maar wel dacht ik. dat men in financieel opzicht druk op haar uit oefende. Ik dacht dat niet alleen, ik was er van overtuigd. En ik geloof het nu ook stel lig". „Bedoelt u chantage?" vroeg Bristew. „Ja. juist", gaf Withers ten antwoord. „Iets dergelijks bedoel ik. Zoo iets is haar vroeger al tweemaal overkomen. Den eersten keer gebeurde het, toen zij met haar zuster een maand lang in Atlanta City was. We waren toen zoowat een jaar getrouwd. Daarna weer in Washington, twee jaar later, nu zoowat een jaar geleden, toen ze haar vader en haar zuster ging bezoeken. En beide keeren be gon het precies op dezelfde wijze, als het hiel de laatste twee maanden is begonnen". „Wat is hier begonnen?" drong Bristew aar.. „Toen ze weg ging, had ze te veel geld bij zioh, meer dan ze voor zich zelf kon noodig hebben. Eerst bewoog ze haar vader haar alles te geven, wat hij kon missen. Daarop schreef ze mij en vroeg mij onder een nietig voorwendsel haar zooveel mogelijk to stu ren. Ook beleende ze haar sieraden wel eens. Dat heeft ze ook de beide eerste malen ge daan, hoewel ik er nooit eenig definitief be wijs voor had. Toch was ik er van overtuigd. Voor zoover ik weet heeft ze dat hier nog niet gedaan. Maar als ze het niet heeft ge daan zou het den een of anderen dag toch gebeurd zijn". „Welke waarde vertegenwoordigden haar sieraden?" „Ik denk, dat ze zoo ongeveer 15000 dollar hebben gekost. Het zou haar dan ook niet moeilijk gevallen zijn om er 6000 a 7000 dol lar. misschien wel meer, op te krijgen". „Weet u zeker, dat ze zulk een hooge waar de bezaten?" „Ja. Haar vader had ze haar meerendeels gegeven vóór hij failliet ging Want hij ging verleden jaar herfst failliet, dat vergat ik u nog mee te deelen". „En wat nu deze chantage kwestie aangaat", hield Bristew op overredenden toon aan. „Wat was uw idee daaromtrent?" „De een of ander moet haar in zijn macht hebben gehad", antwoordde Withers, terwijl hij met trillende vingers een cigaret opstak. „Als hij geld noodig had, perste hij het haar af. Hij deed dat altijd, als zij van huis wee was. Voor zoover mij bekend, heeft hij het haar nooit in Atlanta moeilijk gemaakt". „Waaruit denkt u, dat zijn macht voort sproot?" „Ik denkbegon Withers. Toen hield hij op. „U kunt tegenover ons heel openhartig zijn", stelde Bristow hem gerust. ^Natuurlijk was ik van oordeel, dat het verband hield met een of andere gebeurte nis uit den tijd vóór ons huwelijk". .Jn welk opzicht?" „Dat wist ik niet en dat was juist, wat mij het meest zenuwachtig maakte'^ zuchtte Withers en het was duidelijk te zien. wat de man moest hebben uitgestaan. „Misschien was het wel eén onschuldige liefdesaffaire, een flirtation, waarbij brieven in het spel kwamen, waarvan zij mogelijkerwijze dacht, dat het mij verdriet zou doen, indien ik ze zou zien". „Niets anders?" „Dat ze zich aan iets onbehoorlijks zou hebben schuldig gemaakt, heb ik nimmer verondersteld". „U zei zooeven toch", bracht Bristew in het midden, „dat zij tweemaal haar sieraden heeft beleend. Hoe ging ze daarbij te werk? En op welke wijze verschafte zij zich het geld, dat noodig was om ze weer in te los sen". „Dat weet ik niet. Daar ben ik nooit ach ter kunnen komen". „Naar ik meen te mogen opmaken, bezat u de 6060 of 7000 dollar niet. die ze noodig had?" „Neen". „Maar waar haalde zij ze dan vandaan?" begon Bristew weer. „Ik ik dacht", aarzelde Withers, „dat haar vader haar misschien hielp en beide malen de sieraden voor haar heeft, ingelost". „Hebt u hem er ooit naar gevraagd?" „Ja, hij ontkende het. Maar toen zij ze beleende, was haar vader nog vermogend en zij was zijn lievelingskind. Nu bezit hij niets meer. Misschien heeft zij ze niet beleend, om dat ze wist. dat. er geen mogelijkheid zou zijn om ze ooit weer in te lossen". ..Mr. Withers", viel Bristew hem in de rede. „zegt u mij eens ronduit: weet u het zeker, dat uw vrouw haar sieraden beleende?" „Nu ja", meende de ander, „bekend heeft, zij het me nooit. Maar ik leidde het uit de omstandigheid af, dat ze beide malen gerui men tijd verdwenen waren. In geen geval bevonden ze zich in haar bezit; trouwens ze was ook niet in staat ze mij te laten zien" „Dat begrijp ik. En nu, mr. Withers, waf hebt u gisteren den heelen dag gedaan, na dat u hier bent gekomen?" „Ik begaf me naar het Brevord Hotel en_ liet me daar onder den naam Waring in schrijven. Nadat ik ontbeten had, ging ik regelrecht naar het pandjeshuis van Abra- hamson, het eenige pandjeshuis in de heele stad. Ik vertelde hem, dat ik op zoek was naar gestolen sieraden, die men waarschijn lijk bij hem zou trachten te beleenen. Hij' vond goed, dat ik op den loer zou blijven en ik verborg me achter de dikke gordijnen ach ter in den winkel. Behalve dat ik er een paar minuten tusschenuit ben getrokken om te gaan lunchen, ben ik er den heelen dag blij ven staan". „En hebt u iets verdachts kunnen ontdek ken?" „Ja", gaf Withers aarzelend ten antwoord. „Een man kwam op een gegeven oogenblik den winkel binnen en beleende er een ring, die mijn vrouw toebehoorde. De ring was met drie diamanten ingelegd; de waarde bedroeg' 150 dollar. Abra'namson gaf hem er echter maar 100 op". „Waarom maar zoo weinig?" „Ik had hem dit verzocht om hem het be wijs te leveren, dat- de man, die sieraden kwam beleenen. een dief was u begrijpt me wel. zoo iemand neemt met- elk bedrag genoegen". „En accepteerde hij de 100 dollars?" „Ja, dat deed hij". „En wat gebeurde er toen?" „Nadat hij den winkel had verlaten, heb ik hem een poos achtervolgd, maar verloor hem helaas uit het gezicht. Hij ging een wa renhuis binnen en ik bleef buiten wachten» tot hij er weer zou uitkomen. Hij liet zich echter niet meer zien. Natuurlijk had ik mij door een oude truc laten beet nemen, de ke rel had zich doodeenvoudig door een anderen uitgang uit de voeten gemaakt". „En", vroeg de hoofdcommissaris, die even als Withers in groote opwinding verkeerde ..hoe zag die man er uit?" (Wordt vervolgd)'

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 10