KeiAerwelieTmen
Vacantie- en Vredesbespiegelingen.
DONDERDAG 30 AUGUSTUS 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
8
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
Nr. 252: keurig slank-kleedende middag-
Japon van donkere zijde met een kraagje
van witte georgette. Benoodigd: 5 meter
zijde van 90 centimeter breed en 25 cM.
georgette. Prijs van dit patroon 50 cents.
Nr. 259: keurige kazak van wollen stof.
Deze kazak kan gemakkelijk uit een japon
van het vorig jaar gemaakt worden. Be
noodigd: 4 meter van 70 cM. breed. Prijs van
het patroon 50 cents.
Nr. 272: complét, bestaande uit mouwlooze
Japon en jasje. Benoodigd: 6.50 meter van 30
oM. breedte. Prijs van japon en jasje samen
80 ets. Het japonpatroon apart kost 50 ets.
en dat van het jasje 38 ets.
Nr. 275: keurig herfstcomplèt, bestaande
uit jurk en manteltje. Prijs van beide pa
tronen samen: 80 cents. Jurkpatroon apart
kost 50 ets. en dat van het manteltje 38 ets.
Benoodigd materiaal voor de japon: 3.50 mtr.
effen en 1.50 meter gebloemd. En voor het
jasje: 2 meter stof.
Deze beide patronen zijn tegen de aange
geven prijzen in alle maten verkrijgbaar bij
de „Afdeeling Knippatronen" van de Uit-
geversmaatschppij „De Mijlpaal", postbox
175 te Amsterdam.
Toezending zal geschieden na ontvangst
van het bedrag, dat kan worden voldaan per
postwissel; in postzegels of per postgiro:
41632.
Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht
bij bestelling niet alleen het nummer van het
verlangde patroon, maar tevens de gewensch-
te maat, d.w.z. boven-taille, heupwijdte enz.
op te geven. Gelieve verder naam en adres
duidelijk te vermelden. Men voorkomt daar
door onnoodige vertraging in de opsturing.
NAAR HET EINDE VAN
DEN ZOMER.
Eind Augustus de zomer loopt alweer op
een eind. en wie dat nog niet zoo voelt, moet
maar eens in deze laatste Augustusdagen
naar een van onze badplaatsen gaan, en de
algeheele uittocht zien van badgasten en hun
geheele hebben en houden van koffers, bed-
degoed, kisten linnengoed tot zelfs ledikan
ten aan toe. De scholen beginnen in de eerste
dagen van September weer, of zijn al begon
nen in de laatste week van Augustus, en alles
wat schoolgaande kinderen heeft, trekt naar
huis terug.
Nu zou men onwillekeurig denken, dat na
deze schoolvacanties de badplaatsen op
nieuw bevolkt zouden raken met ouderen,
omdat dit in omgekeerde volgorde ook altijd
het geval is: in Mei en vooral in Juni, vóór
het begin der vacanties. brengen vele ouderen,
die rustig uit willen zijn, hun vrije dagen
door.
Tooh wordt dit in September veel minder
gedaan, wat vreemd is. omdat juist heel vaak
aan het weer mooier, warmer en stiller is dan
m Mei en Juni.
Intusschen nemen velen dus afscheid van
het zomerfestijn in deze dagen, er wordt al
weer over warmer kleeding gedacht, de kachel
wordt met nieuwe belangstelling bekeken,
en voordat het een maand verder is, behoort
de zomer alweer tot verleden.
Dit is voor velen geen gemakkelijke tijd:
het afscheid van den zomer stemt niet vroo-
lijk en al maakt menigeen het zich niet dui
delijk bewust, toch beïnvloedt deze tijd zijn
humeur en zijn stemmingen.
De meeste kinderen hebben er weinig last
van: het nieuwe schooljaar biedt zooveel va
riatie, al dat gloednieuwe is voor het kind zoo
opwindend, bovendien kreeg hij zoo genoeg
van de vacantie op het laatst, dat de maand
September voor hem in de meeste gevallen
een prettig vooruitzicht is.
Maar voor de volwassenen is dat anders.
Zij weten dat vrijwel altijd hetzelfde werk
van het vorige jaar hen wacht, zij weten,
dat de winter een moeilijker tijd is dan de zo
mer, Zij gaan in den tegenwoordigen tijd
ook helaas maar al te vaak terug naar werk
zaamheden. die uiterst moeilijk zijn, die zon
der winst, of nog erger met verlies werken, of
zij komen terug in een betrekking waarbo
ven steeds het zwaard van Damocles: ont
slag, hangt.
In al die gevallen is het niet gemakkelijk
om weer met nieuwen moed aan den slag te
gaan. en dat er daardoor weieens een zeer
gedeprimeerde stemming heerscht in gezin
nen, die toch echt zorgeloos van hun vacantie
genoten hebben, is niet te verwonderen. Een
geheel nieuwe vacantie-omgeving doet alle
zorgen op den achtergrond geraken maar
straks bij het terugkomen blijken zij er toch
net weer zoo te zijn
Des te meer zal er nu verlangd worden
van de vrouw des huizes, die de stemming m
het gezin op peil moet zien te houden. De
kinderen die opgewonden met hun school
verhalen en nieuwe vriendjes en vriendinne
tjes thuiskomen irriteeren vader uitermate,
die daartegenover op de kinderen drukkend
werkt door de sfeer van zware zorgen die
hem omringt.
Daartusschen staat de vrouw en moeder
die meegebukt gaat onder de crisiszorgen,
maar die zich toch ook verheugt over al het
nieuwe en interessante dat haar kinderen
beleven.
Vóór alles is het noodig dat zij haar opge
wektheid en haar geduld bewaart: vader's
overprikkeldheid is weieens onredelijk en met
een opgewekt gezicht, kan zij heel wat recht
plooien: de verhalen van de kinderen zijn
weieens vervelend en overdreven, maar wat
geduld geeft haar toch de noodige belang
stelling.
Nu staat er natuurlijk tegenover, dat niet
alles van moeder alleen kan uitgaan, en dat
niet te vergen is, dat alle stemmingen van
vader en de kinderen maar onbeheerscht op
haar worden losgelaten, die ze dan maar met
Cranberries of Amerikaansclie veenbessen:
deze zijn verkrijgbaar bij handelaars in
fijne groenten en fruit en ook vaak in
comestibleszaken. Zij zijn zeer geschikt om
als compote bij gebraden gevogelte of wild
te worden gegeven; verder leenen zij zich
uitstekend tot het maken van gelei. Behan.
del ze voor compote als volgt: wasch de
vruchten, zet ze op met zooveel water, dat
ze juist onder staan en breng ze langzaam
aan de kook, zoodat zij niet. oarsten. Voeg
suiker naar smaak toe en laat de vruchten
zachtjes doorkoken, tot zij helderrood en
doorschijnend zijn. Presenteer de compote
koud. Ga voor de cranberrygelel als volgt
te werk: wasch de vruchten, zet ze op met
een bodempje water en kook ze snel tot
moes. Wrijf het vruchtensap met de suiker
zeef, meet het en neem per deciliter vocht
1 ons suiker. Kook het sap met de suiker
in een open pan in, totdat een druppel er
van in een kopje met koud water niet meer
uitloopt (dit heeft reeds vrij spoedig plaats).
Vul de goed met sodawater gereinigde jam.
potjes met de gelei en sluit de potjes stofvrij
af.
Koude visch in tomaten (4 personen)
ongeveer 3 ons koude gekookte visch, 2 groote
tomaten, 1 kleine komkommer, 1 kropje sla,
4 lepels mayonnaise, olie. azijn.
Schil de komkommer, snijd ze in dikke
plakken en verdeel deze in blokjes; laat deze
een paar uur .marineeren'' in een mengsel
van olie en azijn (per eetlepel olie twee
eetlepels azijn) en strooi er een weinig zout
over. Neem de visch van de graat, verdeel ze
in kleine stukjes en maak die met wat
mayonnaise tot een samenhangende massa.
Maak de sla schoon, sla ze goed droog uit en
schik ze in het midden van een ronde schotel
eerst het binnenste kleine kropje en daarom
heen in gelijke kransje de andere bladeren.
Dompel de tomaten een paar minuten in
kokend water, neem er het schilletje af en
snijd elke vrucht precies in aweeën; hol de
helften uit en schik ze op gelijke afstanden
van elkaar op de uitgespreide sla. Vul de to-
matenhelften met het vischmengsel en gar
neer de schotel verder met de komkommer
blikjes. Gebruik de „marinade" van de kom
kommer, benevens het uitgeholde vrucht-
vleesch van de tomaten, de volgende dag om
er rauwe sla mee aan te mengen.
een eeuwig-genoeglijk gezicht heeft te in-
casseeren. Een beetje medewerking moet er
zijn. en als die er niet is, mag zij met een
gerust geweten eens van den toren blazen,
opdat de andere leden van het gezin bemer
ken, dat er onder alle omstandigheden toch
met moeder rekening dient te worden ge
houden..
Maar die zoo noodzakelijke medewerking
ondervindt zij bijna altijd wanneer zij zelf
haar best doet om opgewekt en geduldig te
zijn. dat is nu eenmaal een wisselwerking.
En wanneer dan iedereen weer goed op
gang is, dan vallen alle moeilijkheden wel
mee: in dien tijd is het ook alweer herfst ge
worden en de vele genoegelijkheden van na
jaar en winter hebben den zomer met al zijn
feestelijke vacantiedagen op den achtergrond
doen geraken, waarvan alleen de herinnering
is gebleven. En die g?eft nog heel wat fleu
rigs aan het koude seizoen.
E. E. J.—P.
DE MODE IN ENGELAND.
In Parijs draagt men zwart, in Londen
rood en groen.
Niets verraadt treffender de mentaliteit van
een volk, dan de wijze, waarop het zich
kleedt. Het is dan ook niet te verwonderen,
dat rnen aan de oevers van de Theems een
andere stijl vindt dan aan de oevers van de
Seine.
Volksaard en schoonheidszin zijn nauw ver
want aan elkander. De EngeLsche. zooals zij
in de bekende earicaturen werd afgebeeld
met bespottelijk groote voeten en paardentan
den vindt men slechts heel zel
den; maar ook de mooie Engelsche vrouwen
zijn op zoo een bijzondere wijze gekleed, dat
men hen dadelijk in den goeden zin overi
gens herkent als Engelschen. In de geheele
wereld en vooral in Europa, gelijkt de vrou
wen kleeding op die der Parisiennes. Engeland
hoewel zoo dicht bij Parijs heeft zijn
eigen stijl bewaard.
Als men in de city van de Engelsohe hoofd
stad, in Hotel Ritz of in de lanen van Hyde-
spark eens rondkijkt, dan is men verrast door
de hartstochtelijke, voorliefde, die de Engel
sche voor helle, om niet te zeggen schelle
kleuren aan den dag legt. In Parijs draagt
men het liefst zwart, 's morgens, 's middags
en 's avonds; in Londen daarentegen houdt
men van scharlakenrood en smaragdgroen.
Is dat een bewuste of onbewuste aanpassing
aan de overheerschende kleuren van het En
gelsche landschap: groene weiden en kleurige
bloemen! of is het slechts een kokette reactie
op den Londenschen grauwen mist?
In tegenstelling met de geraffineerde een
voud van de Parïjsche mode, houdt men in
Engeland meer van romantische gewaden
uit zware stoffen met volants, veeren, Dloe-
mentoefjes, cape's lokken en parasols. De
voor de ontvangst ten hove voorgeschreven
etiquette oefent een besiissenden invloed uit
op de Engelsche mode en men kent de tra-
ditioneele opvattingen van koningin Mary,
die nog onlangs een paar vernietigende woor
den sprak over de traditie-loosheid der En
gelsche dames.
Elegance blijft in dit land het onbestreden
voorrecht van een „upper ten", die vasthoudt
aan de regels van het kleeden als aan de
oude tradities. In schouwburgen, in het Sa-
voy-hotel, in de Embassyclub, de sjiekste
dancings van Londen, wordt geen dame toe
gelaten, die een hooggesloten japon draagt
of een gewone hoed waar men nergens an
ders ter wereld aanstoot aan zou nemen.
De Engelsche schoonen, die daar verschij
nen zijn gehuld in brocaat, satijn, of zilver
lamé en behangen met juweelen; zij dansen
in de armen van volmaakte gentlemen, die
in hun rok geboren schijnen te zijn.
Bij de rennen van Ascot, waar het gebrui
kelijk is in de meest extravagante toiletten
te verschijnen, eischt de eerbied voor de aan
wezigheid van het koningspaar, dat men in
grand tenu komt ook als 't regent. Dan
trekt men een trenchcoat over de sleepjapon.
Ja, etiquette is nu eenmaal etiquette
HOE BEHANDELT MEN EEN
HEERENCOSTUUM?
Heel eenvoudig is het, als men slechts op
de kleinigheden let. die eigenlijk het heele
werk zijn. Het pak behoudt langeren tijd een
beter uitzien, als men het slechts goed op
hangt. De jas moet altijd met naar voren
gelegde mouwen, dichtgenoopt op den klee-
renhanger hangen: de broek komt in den
pantalonhanger. Het costuum moet na het
dragen voldoende gelucht worden en zooveel
mogelijk in de frissche lucht worden afge
borsteld. Vlekken kan men, mits dadelijk,
zelf behandelen. Weet men niet. waar ze van
afkomstig zijn, dan doet men beter het ver
wijderen ervan over te laten aan bekwame
vakmenschen, evenals het verven. Voor an
dere vlekken gebruikt men de volgende be
handelingen:
Bier- en eiervlekken worden verwijderd met
lauwwarme zeepspiritus. Vlekken van eigeel
verdwijnen door ze af te wrijven met lauw
warm water of water met azijn, nadat men
ze even zacht gemaakt heeft met glycerine.
Olie- en lakverfvlekken met een mengsel van
2 deelen salmiakgeest en een deel terpentijn
olie. Grondig nawrijven met glycerine -
houdende zeepspiritus. Wagensmeer: uit
wrijven.
Wil men het pak heelemaal eens opknap
pen, dan is het voldoende om het zorgvuldig
af te borstelen met lauwwarm water, waarin
wat geest van salmiak gedaan is. Inplaats
van den borstel kan men ook een lap stof van
het costuum gebruiken. Heel smerige plaat
sen behandelt men met galzeep. Het strijken
is een werkje, waarvoor men eenige ervaring
en handigheid moet hebben. In de eerste
plaats hebben we daarvoor een zwaar strijk
ijzer voor noodig, een breede strijkplank en
een stevig kussen. Dit is de volgorde, die men
in acht moet nemen: schouderdeelen, rug
tot aan de taille, bovenmouwen, ondermou
wen. rug. voorpand, en tenslotte kraag er
revers. De armgat-opening wordt aan den
binnenkant nog eens rond gestreken, opdat
de mouw beter valt. Bij het strijken van de
revers moet men er aan denken, dat er geen
pletvlekken ontstaan. Eerst strijkt men de
revers glad, dan buigt men ze rond met de
hand, zoolang ze nog vochtig zijn. De punt
van de revers en de schouderdeelen worden
licht met het strijkijzer op het kussentje ge
streken. Voor het ontglanzen legt men onder
de doek een natte wollen lap. Nooit droog
strijken en eerst in den goeden vorm leggen
Ook mag men het ijzer niet heen en weer
bewegen, zoolang de staf nog vochtig is. Var
plek tot plek gaan om de plooienvorming
te vermijden. De gestreken plekken klopt
men met een borstel voorzichtig af; de stoom
kan beter ontwijken en de haren richten
zich weer op. Het vest zal geen enkele huis
vrouw moeilijkheden opleveren. „Knieën"
in de pantalon verwijdert men door instrij
ken met vochtige doeken. Eerst dan legt men
de broek in de vouwen en worden deze er in
gestreken. Voor het dragen moet het pak
goed droog zijn.
De vacantie nadert haar einde en, voor zoo
ver zij niet pech hebben gehad met het weer,
of te veel van hun krachten gevergd, zijn jong
en oud weer opgefrischt, om hun taak te be
ginnen. Aanvankelijk is er nog de moeilijkheid
zeker traagheid te overwinnen, doch juist het
gevoel, dat iets is gewonnen aan kracht om
de vraagstukken onder de oogen te zien, doet
de meesten weer met nieuwen moed aan
vangen. Alleen de vrouw des huizes heeft nog
niet overal vacantie gehad, terwijl haar hulp
deze als haar recht aanvaardt. De huisvrouw
kent geen rechten dan die, zich altijd onder
alle omstandigheden op te offeren voor het
geheele gezin, dat het zelfs niet meer opmerkt
dat moeder zich een pretje of een japon ont
zegt, om de jeugd te laten genieten.
„Een vroolijke jeugd is een herinnering' voor
het geheele leven". En in den tijd van de
jeugdherbergen en het kampeeren kan de
jeugd immers eenvoudig genieten. Straks
komt de school weer met haar plichten en
is er gevaar, dat zij zich overwerken. Moeder
is immers al blij, dat de kinderen eruit zijn.
Dan heeft zij ook rust, wat zal zij dan nog
voor zichzelf vragen?
En moeder weckt, om in de wintervoorraden
te voorzien, en ze pakt koffers en rugzakken
en pick-nick-manden voor jong en oud, die
eruit trekken en wenscht ze allen goede reis
en veel plezier en stopt de kousen als ze thuis
komen. En in gedichten wordt ze verheerlijkt
en op den moederdag misschien met bloemen
of taarten geëerd, maar in de vacantie met
snel geschreven briefkaarten schadeloos ge
steld voor het gebrek aan ontspanning en
verandering van lucht. Voor haar is er geen
geld of tijd, of ze zou de anderen in den weg
staan bij groote tochten te voet of op de fiets.
Zij is niet sportief en ze is thuis noodig
Zoo gaat het niet in alle gezinnen, maar
toch nog in te vele families. Terecht brak in
de „Kampioen" toeriste een lans voor de huis
vrouw door te vragen voor haar eens een en
kelen keer de excursies te beperken. We zou
den deze gelegenheid gaarne aangrijpen, om
ook de andere zijde van het vraagstuk te be
zien, niet enkel in het belang van de huis
vrouw, al onderschatten we dit niet, maar in
dat van de kinderen zelf, van de maatschappij
te vragen, dat de vrouw des huizes zich iets
minder opoffert, van de jeugd iets meer
eischt
Algemeen klaagt men over zelfzucht, over
het stellen van eigen belang boven dat van
anderen, van de gemeenschap. We weten allen
dat we voor de groote maatschappij slechts
weinig vermogen, al zouden velen ook daar
iets meer gemeenschapszin kunnen toonen,
maar wel kan elk gezin, elke cel van de maat
schappij het hare doen om in eigen kring de
zelfzucht te beperken en rechtvaardigheid te
doen zegevieren. Want het geregeld offer van
de moeder kweekt zelfzucht bij de kinderen
en ondermijnt hun rechtvaardigheidszin.
We hoorden dezer dagen van een moeder,
wier vacantie door slecht weer en ziekte was
bedorven, dat de dochter er dagelijks met een
vriendin, die een auto had, op uitging, ter
wijl haar moeder ziek en zonder hulp thuis
lag. Ze kwam zelfs een uur te laat voor den
maaltijd, maar verwachtte natuurlijk toch nog
iets te vinden. Panne onderweg, daar kan je
niets aan doen!
We vroegen ons af, of die moeder niet zelf
een beetje schuld had. omdat ze niet jong
haar dochter had geleerd zich iets te ontzeg
gen en iets over te hebben voor haar ouders,
die haar altijd haar vrije ontplooiing hadden
gegund en haar persoonlijkheid hadden ge
ëerbiedigd, zooals hun beginselen het mee
brachten. Kon men van het verwende eenig
kind verwachten, dat zij in haar vacantie,
waarin ze immers ook afwisseling noodig had
om later weer frisch aan het werk te gaan,
eenig offer zou brengen omdat moeder haar
noodig had? Als ze jong had geleerd iets voor
anderen over te hebben misschien wel. Nu
meende zij, dat haar vrijheid haar toekwam
enals ze getrouwd was. zou moeder haar
immers ook niet als hulp kunnen gebruiken,
zoo redeneerde ze. Toch vond zij het vanzelf
spreken, dat zij haar maal, nu ze een uur te
laat thuis kwam, gereed vond. Hier lag het
aan de ouders om eens de consequenties van
de vrijheid en het egoïsme te laten zien en
haar eens de les te leeren, dat ieder oogst
wat hij zaait. Nu zal het leven zelf haar later
de les bieden, op een oogenblik, dat die bitter
hard voor haar is, en zij .verbitterd, niet zal
erkennen, dat zij krijgt wat zij verdient, of
wellicht haar ouders nog kwalijk nemen, dat
zij haar niet beter hebben voorbereid op de
onvermijdelijke slagen.
,.Ik wil haar niet van ons vervreemden, zij
zou met haar vriendin toch wel ergens zijn
gaan eten, als wij haar niets hadden gegeven"
meende haar moeder. Hierin was zeker wel
iets waar, men was al te ver, om op deze
manier te reageeren. doch de boosheid alleen
van den vader scheen toch wel een beetje
zwakke straf voor de jongere, die zoo grenze
loos egoïstisch de zorgen van haar moeder
misbruikte.
Het voorbeeld staat niet alleen. In geringer
of ruimer mate uit zich het euvel overal. Men
is geneigd te zeggen dat het komt omdat de
vrouw niet meer het voorbeeld van opoffering
geeft. We spreken hier juist van de gevallen
waar de moeder het wel doet. Het is altijd
onjuist en in strijd met de rechtvaardigheid
dat de eene groep wordt geëxploiteerd door
de andere. Als de meisjes en vrouwen weer ge
heel terug gezonden worden naar de huis
houdelijke taak, zal het egoisme niet uit de
wereld verdwijnen, de mannelijke helft zal het
monopolie ervan dan voor zich behouden. Om
het werkelijk te doen verdwijnen moeten de
moeders bij de opvoeding de hulp zoeken van
meisjes en jongens, van allen verlangen, dat
zij meewerken, om een uitgang mogelijk te
maken, waaraan allen kunnen deelnemen,
moeder zoowel als vader, jong en oud. Er be
hoeft niet altijd volkomen gelijkheid te zijn.
Men kan de kinderen best gewennen, dat de
een iets geniet zonder dat de andere jaloersch
behoort te zijn. Ook afgunst is een van de ge
volgen van zelfzucht, waaraan de wereld ten
onder gaat. Wel echter moet men ervoor wa
ken, dat niemand asschepoes is in het gezin,
dat het gevoel van ridderlijkheid en recht
vaardigheid en hulpvaardigheid in de verhou
dingen den boventoon heeft, dat allen samen
werken in het algemeen belang en dat ieder
er zijn eer in stelt de kleine gemeenschap
zoo goed mogelijk volgens zijn krachten
gaven te dienen.
De huisvrouw, die slavin van haar gezin is
en haar kinderen verwent, de moeder, die
haar jongens voortrekt boven de meisjes, ze
doen de gemeenschap kwaad en werken de
vredesgedachte tegen, hoe ze mogen ijveren
voor ontwapening. Moreele ontwapening be-
teekent niet enkel andere volken waardee-
ren, maar de wereld helpen verlossen van het
egoïsme en de afgunst, welke haar ten gronde
richten. En dan beginne men in eigen gezin.
EMMY J. B.
Er is al heel wat geschreven over het op
kamers wonen en het is nooit veel goeds ge
weest. Integendeel, het wordt meestal als
het toppunt van narigheid beschouwd. Daar
is de hospita met haar verhalen over kinde
ren en kindskinderen, over ooms en tantes,
neven en nichten die zoo goed getrouwd zijn
of die niet willen deugen. Daar zijn de por
tretten van die diverse familieleden die ze
bij voorkeur in de te verhuren kamer schijnt!
te hangen, misschien wel bij wijze van at
tentie. Daar zijn dan de kanten kleedjes en
loopers, de pluche stoelen en canapés mefc
kwasten en galon. Daar is al het smakelooze
en stoffige van zoo'n cliché pension-kamer.
Daarbij komt dan nog een slecht toebeheid,
eentonig menu. Voeg dan daarbij nog alle
aanmerkingen van beide kanten en de ruzies
die daar uit voort komen en je hebt het)
kamerleven beschreven zooals tallooze voo?
je dat gedaan hebben.
Vroeger waren het hoofdzakelijk de heereil
der schepping die op kamers gingen wonen,
tegenwoordig zijn er zeker even veel vrouwen
als mannen die een kamerleven leiden. En
velen van ons zijn in de gelegenheid geweest
te constateeren of het wonen op kamers wer
kelijk zoo troosteloos is als wordt voorge
steld.
Ik zou willen beginnen met te zeggen dat
niets heelemaal troosteloos is zoolang er nog
een beetje humor in ons leeft. Ik heb zelf
in een groote stad ettelijke pension-kamers
bewoond en ik heb geen enkele reden de lof
van die kamers te zingen. Je wordt werkelijk
dikwijls voor de meest wonderlijke feiten ge
plaatst, je wordt in de meest zonderlinge
situaties betrokken. In zoo'n huis waar ze
kamers verhuren komen allerlei menschen
bijeen, ieder met eigen eigenaardigheden en
eischen. Dat botst en dat wrijftEn dik
wijls is je rust ver te zoeken. Dat de smaak
van je hospita meestal niet de jouwe is èn
wat meubelen èn wat eten betreft, is ook al
niet te loochenen. Het zou al heel eenvoudig
zijn de zwartkijkers kortweg ongelijk te geven
te zeggen: het is heusch zoo erg niet, het
is allemaal veel mooier.
Nee, het kan heel erg zijn.
Maar het kan overal waar je woont heel
erg zijn. Het wonen en familie is ook niet
altijd ideaal. En van kamer kun je tenminste
altijd weer verandern
Als je nu eenmaal op het op kamers
wonen aangewezen bent, geeft 't niet veel,
altijd maar weer tegen elkaar te verkondi
gen dat 't zoo naar is. Alle vormen van
samenleven brengen hun moeilijkheden mee
Op kamers-wonenden gaan zich licht ver
beelden, dat andere vormen van samenleving
ideaal zijn, ze voelen zich daarom te kort
gedaan, misdeeld. Laten ze dan eens een
beetje verder kijken, laten ze zich eens op
de hoogte stellen van de moeilijkheden van
anders levende menschen. En laten ze niet
alles even zwaar nemen! U weet wel, dat de
Génestet heeft gezegd, dat poëzie overal
schuilt. Dat is met de humor ook zoo. Ik heb
de bet-overgrootvader of wat het was van
mijn hospita die maanden lang gestreng
boven mijn schrijftafel heeft gehangen nooit
een verwijt gemaakt voor zijn volkomen over
bodige en lachwekkende aanwezigheid. Maar
als je het met de pessimistische schrijvers
eens wilt zijn, kun je zoo iemand ook naar
geestig vinden.
Elke levensvorm is moeilijk. Het hangt er
maar van af hoe we tegenover die moeilijk
heden staan. BEP OTTEN.
HANDCEBORDUURDE LINGERIE.
Heel langzaam is bij ons vrouwen, na
de zakelijkheidsperiode, waarvan wij allen
min of meer bezeten waren, de zir. voor
mooie dingen weer ontwaakt. En dat uit zich
in alles. Niet alleen in de japonnen en man
tels; maar ook in het ondergoed.
We houden er weer van om met kant ge
garneerde of handgeborduurde dessous te
dragen. De lijn van het ondergoed is uiterst
eenvoudig en aangesloten. Iets nieuws zijn de
schouderbanden, die naar onderen toe bree
der worden en daar prachtig bewerkt zijn.
Dit breed uitloopen heeft het voordeel, dat
het bandje niet zoo snel omkrult.
Ook het nachthemd, dat weer teruggekomen
is in de gunst der dames, heeft een breede
pas van tule met borduursel en vormt op
die manier een gracieus kleedingstuk. dat
door iedereen met plezier gedragen zal wor-<
den.