KeiAerwelieTmen Vacantie- en Vredesbespiegelingen. DONDERDAG 30 AUGUSTUS 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 8 ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. Nr. 252: keurig slank-kleedende middag- Japon van donkere zijde met een kraagje van witte georgette. Benoodigd: 5 meter zijde van 90 centimeter breed en 25 cM. georgette. Prijs van dit patroon 50 cents. Nr. 259: keurige kazak van wollen stof. Deze kazak kan gemakkelijk uit een japon van het vorig jaar gemaakt worden. Be noodigd: 4 meter van 70 cM. breed. Prijs van het patroon 50 cents. Nr. 272: complét, bestaande uit mouwlooze Japon en jasje. Benoodigd: 6.50 meter van 30 oM. breedte. Prijs van japon en jasje samen 80 ets. Het japonpatroon apart kost 50 ets. en dat van het jasje 38 ets. Nr. 275: keurig herfstcomplèt, bestaande uit jurk en manteltje. Prijs van beide pa tronen samen: 80 cents. Jurkpatroon apart kost 50 ets. en dat van het manteltje 38 ets. Benoodigd materiaal voor de japon: 3.50 mtr. effen en 1.50 meter gebloemd. En voor het jasje: 2 meter stof. Deze beide patronen zijn tegen de aange geven prijzen in alle maten verkrijgbaar bij de „Afdeeling Knippatronen" van de Uit- geversmaatschppij „De Mijlpaal", postbox 175 te Amsterdam. Toezending zal geschieden na ontvangst van het bedrag, dat kan worden voldaan per postwissel; in postzegels of per postgiro: 41632. Den lezeressen wordt vriendelijk verzocht bij bestelling niet alleen het nummer van het verlangde patroon, maar tevens de gewensch- te maat, d.w.z. boven-taille, heupwijdte enz. op te geven. Gelieve verder naam en adres duidelijk te vermelden. Men voorkomt daar door onnoodige vertraging in de opsturing. NAAR HET EINDE VAN DEN ZOMER. Eind Augustus de zomer loopt alweer op een eind. en wie dat nog niet zoo voelt, moet maar eens in deze laatste Augustusdagen naar een van onze badplaatsen gaan, en de algeheele uittocht zien van badgasten en hun geheele hebben en houden van koffers, bed- degoed, kisten linnengoed tot zelfs ledikan ten aan toe. De scholen beginnen in de eerste dagen van September weer, of zijn al begon nen in de laatste week van Augustus, en alles wat schoolgaande kinderen heeft, trekt naar huis terug. Nu zou men onwillekeurig denken, dat na deze schoolvacanties de badplaatsen op nieuw bevolkt zouden raken met ouderen, omdat dit in omgekeerde volgorde ook altijd het geval is: in Mei en vooral in Juni, vóór het begin der vacanties. brengen vele ouderen, die rustig uit willen zijn, hun vrije dagen door. Tooh wordt dit in September veel minder gedaan, wat vreemd is. omdat juist heel vaak aan het weer mooier, warmer en stiller is dan m Mei en Juni. Intusschen nemen velen dus afscheid van het zomerfestijn in deze dagen, er wordt al weer over warmer kleeding gedacht, de kachel wordt met nieuwe belangstelling bekeken, en voordat het een maand verder is, behoort de zomer alweer tot verleden. Dit is voor velen geen gemakkelijke tijd: het afscheid van den zomer stemt niet vroo- lijk en al maakt menigeen het zich niet dui delijk bewust, toch beïnvloedt deze tijd zijn humeur en zijn stemmingen. De meeste kinderen hebben er weinig last van: het nieuwe schooljaar biedt zooveel va riatie, al dat gloednieuwe is voor het kind zoo opwindend, bovendien kreeg hij zoo genoeg van de vacantie op het laatst, dat de maand September voor hem in de meeste gevallen een prettig vooruitzicht is. Maar voor de volwassenen is dat anders. Zij weten dat vrijwel altijd hetzelfde werk van het vorige jaar hen wacht, zij weten, dat de winter een moeilijker tijd is dan de zo mer, Zij gaan in den tegenwoordigen tijd ook helaas maar al te vaak terug naar werk zaamheden. die uiterst moeilijk zijn, die zon der winst, of nog erger met verlies werken, of zij komen terug in een betrekking waarbo ven steeds het zwaard van Damocles: ont slag, hangt. In al die gevallen is het niet gemakkelijk om weer met nieuwen moed aan den slag te gaan. en dat er daardoor weieens een zeer gedeprimeerde stemming heerscht in gezin nen, die toch echt zorgeloos van hun vacantie genoten hebben, is niet te verwonderen. Een geheel nieuwe vacantie-omgeving doet alle zorgen op den achtergrond geraken maar straks bij het terugkomen blijken zij er toch net weer zoo te zijn Des te meer zal er nu verlangd worden van de vrouw des huizes, die de stemming m het gezin op peil moet zien te houden. De kinderen die opgewonden met hun school verhalen en nieuwe vriendjes en vriendinne tjes thuiskomen irriteeren vader uitermate, die daartegenover op de kinderen drukkend werkt door de sfeer van zware zorgen die hem omringt. Daartusschen staat de vrouw en moeder die meegebukt gaat onder de crisiszorgen, maar die zich toch ook verheugt over al het nieuwe en interessante dat haar kinderen beleven. Vóór alles is het noodig dat zij haar opge wektheid en haar geduld bewaart: vader's overprikkeldheid is weieens onredelijk en met een opgewekt gezicht, kan zij heel wat recht plooien: de verhalen van de kinderen zijn weieens vervelend en overdreven, maar wat geduld geeft haar toch de noodige belang stelling. Nu staat er natuurlijk tegenover, dat niet alles van moeder alleen kan uitgaan, en dat niet te vergen is, dat alle stemmingen van vader en de kinderen maar onbeheerscht op haar worden losgelaten, die ze dan maar met Cranberries of Amerikaansclie veenbessen: deze zijn verkrijgbaar bij handelaars in fijne groenten en fruit en ook vaak in comestibleszaken. Zij zijn zeer geschikt om als compote bij gebraden gevogelte of wild te worden gegeven; verder leenen zij zich uitstekend tot het maken van gelei. Behan. del ze voor compote als volgt: wasch de vruchten, zet ze op met zooveel water, dat ze juist onder staan en breng ze langzaam aan de kook, zoodat zij niet. oarsten. Voeg suiker naar smaak toe en laat de vruchten zachtjes doorkoken, tot zij helderrood en doorschijnend zijn. Presenteer de compote koud. Ga voor de cranberrygelel als volgt te werk: wasch de vruchten, zet ze op met een bodempje water en kook ze snel tot moes. Wrijf het vruchtensap met de suiker zeef, meet het en neem per deciliter vocht 1 ons suiker. Kook het sap met de suiker in een open pan in, totdat een druppel er van in een kopje met koud water niet meer uitloopt (dit heeft reeds vrij spoedig plaats). Vul de goed met sodawater gereinigde jam. potjes met de gelei en sluit de potjes stofvrij af. Koude visch in tomaten (4 personen) ongeveer 3 ons koude gekookte visch, 2 groote tomaten, 1 kleine komkommer, 1 kropje sla, 4 lepels mayonnaise, olie. azijn. Schil de komkommer, snijd ze in dikke plakken en verdeel deze in blokjes; laat deze een paar uur .marineeren'' in een mengsel van olie en azijn (per eetlepel olie twee eetlepels azijn) en strooi er een weinig zout over. Neem de visch van de graat, verdeel ze in kleine stukjes en maak die met wat mayonnaise tot een samenhangende massa. Maak de sla schoon, sla ze goed droog uit en schik ze in het midden van een ronde schotel eerst het binnenste kleine kropje en daarom heen in gelijke kransje de andere bladeren. Dompel de tomaten een paar minuten in kokend water, neem er het schilletje af en snijd elke vrucht precies in aweeën; hol de helften uit en schik ze op gelijke afstanden van elkaar op de uitgespreide sla. Vul de to- matenhelften met het vischmengsel en gar neer de schotel verder met de komkommer blikjes. Gebruik de „marinade" van de kom kommer, benevens het uitgeholde vrucht- vleesch van de tomaten, de volgende dag om er rauwe sla mee aan te mengen. een eeuwig-genoeglijk gezicht heeft te in- casseeren. Een beetje medewerking moet er zijn. en als die er niet is, mag zij met een gerust geweten eens van den toren blazen, opdat de andere leden van het gezin bemer ken, dat er onder alle omstandigheden toch met moeder rekening dient te worden ge houden.. Maar die zoo noodzakelijke medewerking ondervindt zij bijna altijd wanneer zij zelf haar best doet om opgewekt en geduldig te zijn. dat is nu eenmaal een wisselwerking. En wanneer dan iedereen weer goed op gang is, dan vallen alle moeilijkheden wel mee: in dien tijd is het ook alweer herfst ge worden en de vele genoegelijkheden van na jaar en winter hebben den zomer met al zijn feestelijke vacantiedagen op den achtergrond doen geraken, waarvan alleen de herinnering is gebleven. En die g?eft nog heel wat fleu rigs aan het koude seizoen. E. E. J.—P. DE MODE IN ENGELAND. In Parijs draagt men zwart, in Londen rood en groen. Niets verraadt treffender de mentaliteit van een volk, dan de wijze, waarop het zich kleedt. Het is dan ook niet te verwonderen, dat rnen aan de oevers van de Theems een andere stijl vindt dan aan de oevers van de Seine. Volksaard en schoonheidszin zijn nauw ver want aan elkander. De EngeLsche. zooals zij in de bekende earicaturen werd afgebeeld met bespottelijk groote voeten en paardentan den vindt men slechts heel zel den; maar ook de mooie Engelsche vrouwen zijn op zoo een bijzondere wijze gekleed, dat men hen dadelijk in den goeden zin overi gens herkent als Engelschen. In de geheele wereld en vooral in Europa, gelijkt de vrou wen kleeding op die der Parisiennes. Engeland hoewel zoo dicht bij Parijs heeft zijn eigen stijl bewaard. Als men in de city van de Engelsohe hoofd stad, in Hotel Ritz of in de lanen van Hyde- spark eens rondkijkt, dan is men verrast door de hartstochtelijke, voorliefde, die de Engel sche voor helle, om niet te zeggen schelle kleuren aan den dag legt. In Parijs draagt men het liefst zwart, 's morgens, 's middags en 's avonds; in Londen daarentegen houdt men van scharlakenrood en smaragdgroen. Is dat een bewuste of onbewuste aanpassing aan de overheerschende kleuren van het En gelsche landschap: groene weiden en kleurige bloemen! of is het slechts een kokette reactie op den Londenschen grauwen mist? In tegenstelling met de geraffineerde een voud van de Parïjsche mode, houdt men in Engeland meer van romantische gewaden uit zware stoffen met volants, veeren, Dloe- mentoefjes, cape's lokken en parasols. De voor de ontvangst ten hove voorgeschreven etiquette oefent een besiissenden invloed uit op de Engelsche mode en men kent de tra- ditioneele opvattingen van koningin Mary, die nog onlangs een paar vernietigende woor den sprak over de traditie-loosheid der En gelsche dames. Elegance blijft in dit land het onbestreden voorrecht van een „upper ten", die vasthoudt aan de regels van het kleeden als aan de oude tradities. In schouwburgen, in het Sa- voy-hotel, in de Embassyclub, de sjiekste dancings van Londen, wordt geen dame toe gelaten, die een hooggesloten japon draagt of een gewone hoed waar men nergens an ders ter wereld aanstoot aan zou nemen. De Engelsche schoonen, die daar verschij nen zijn gehuld in brocaat, satijn, of zilver lamé en behangen met juweelen; zij dansen in de armen van volmaakte gentlemen, die in hun rok geboren schijnen te zijn. Bij de rennen van Ascot, waar het gebrui kelijk is in de meest extravagante toiletten te verschijnen, eischt de eerbied voor de aan wezigheid van het koningspaar, dat men in grand tenu komt ook als 't regent. Dan trekt men een trenchcoat over de sleepjapon. Ja, etiquette is nu eenmaal etiquette HOE BEHANDELT MEN EEN HEERENCOSTUUM? Heel eenvoudig is het, als men slechts op de kleinigheden let. die eigenlijk het heele werk zijn. Het pak behoudt langeren tijd een beter uitzien, als men het slechts goed op hangt. De jas moet altijd met naar voren gelegde mouwen, dichtgenoopt op den klee- renhanger hangen: de broek komt in den pantalonhanger. Het costuum moet na het dragen voldoende gelucht worden en zooveel mogelijk in de frissche lucht worden afge borsteld. Vlekken kan men, mits dadelijk, zelf behandelen. Weet men niet. waar ze van afkomstig zijn, dan doet men beter het ver wijderen ervan over te laten aan bekwame vakmenschen, evenals het verven. Voor an dere vlekken gebruikt men de volgende be handelingen: Bier- en eiervlekken worden verwijderd met lauwwarme zeepspiritus. Vlekken van eigeel verdwijnen door ze af te wrijven met lauw warm water of water met azijn, nadat men ze even zacht gemaakt heeft met glycerine. Olie- en lakverfvlekken met een mengsel van 2 deelen salmiakgeest en een deel terpentijn olie. Grondig nawrijven met glycerine - houdende zeepspiritus. Wagensmeer: uit wrijven. Wil men het pak heelemaal eens opknap pen, dan is het voldoende om het zorgvuldig af te borstelen met lauwwarm water, waarin wat geest van salmiak gedaan is. Inplaats van den borstel kan men ook een lap stof van het costuum gebruiken. Heel smerige plaat sen behandelt men met galzeep. Het strijken is een werkje, waarvoor men eenige ervaring en handigheid moet hebben. In de eerste plaats hebben we daarvoor een zwaar strijk ijzer voor noodig, een breede strijkplank en een stevig kussen. Dit is de volgorde, die men in acht moet nemen: schouderdeelen, rug tot aan de taille, bovenmouwen, ondermou wen. rug. voorpand, en tenslotte kraag er revers. De armgat-opening wordt aan den binnenkant nog eens rond gestreken, opdat de mouw beter valt. Bij het strijken van de revers moet men er aan denken, dat er geen pletvlekken ontstaan. Eerst strijkt men de revers glad, dan buigt men ze rond met de hand, zoolang ze nog vochtig zijn. De punt van de revers en de schouderdeelen worden licht met het strijkijzer op het kussentje ge streken. Voor het ontglanzen legt men onder de doek een natte wollen lap. Nooit droog strijken en eerst in den goeden vorm leggen Ook mag men het ijzer niet heen en weer bewegen, zoolang de staf nog vochtig is. Var plek tot plek gaan om de plooienvorming te vermijden. De gestreken plekken klopt men met een borstel voorzichtig af; de stoom kan beter ontwijken en de haren richten zich weer op. Het vest zal geen enkele huis vrouw moeilijkheden opleveren. „Knieën" in de pantalon verwijdert men door instrij ken met vochtige doeken. Eerst dan legt men de broek in de vouwen en worden deze er in gestreken. Voor het dragen moet het pak goed droog zijn. De vacantie nadert haar einde en, voor zoo ver zij niet pech hebben gehad met het weer, of te veel van hun krachten gevergd, zijn jong en oud weer opgefrischt, om hun taak te be ginnen. Aanvankelijk is er nog de moeilijkheid zeker traagheid te overwinnen, doch juist het gevoel, dat iets is gewonnen aan kracht om de vraagstukken onder de oogen te zien, doet de meesten weer met nieuwen moed aan vangen. Alleen de vrouw des huizes heeft nog niet overal vacantie gehad, terwijl haar hulp deze als haar recht aanvaardt. De huisvrouw kent geen rechten dan die, zich altijd onder alle omstandigheden op te offeren voor het geheele gezin, dat het zelfs niet meer opmerkt dat moeder zich een pretje of een japon ont zegt, om de jeugd te laten genieten. „Een vroolijke jeugd is een herinnering' voor het geheele leven". En in den tijd van de jeugdherbergen en het kampeeren kan de jeugd immers eenvoudig genieten. Straks komt de school weer met haar plichten en is er gevaar, dat zij zich overwerken. Moeder is immers al blij, dat de kinderen eruit zijn. Dan heeft zij ook rust, wat zal zij dan nog voor zichzelf vragen? En moeder weckt, om in de wintervoorraden te voorzien, en ze pakt koffers en rugzakken en pick-nick-manden voor jong en oud, die eruit trekken en wenscht ze allen goede reis en veel plezier en stopt de kousen als ze thuis komen. En in gedichten wordt ze verheerlijkt en op den moederdag misschien met bloemen of taarten geëerd, maar in de vacantie met snel geschreven briefkaarten schadeloos ge steld voor het gebrek aan ontspanning en verandering van lucht. Voor haar is er geen geld of tijd, of ze zou de anderen in den weg staan bij groote tochten te voet of op de fiets. Zij is niet sportief en ze is thuis noodig Zoo gaat het niet in alle gezinnen, maar toch nog in te vele families. Terecht brak in de „Kampioen" toeriste een lans voor de huis vrouw door te vragen voor haar eens een en kelen keer de excursies te beperken. We zou den deze gelegenheid gaarne aangrijpen, om ook de andere zijde van het vraagstuk te be zien, niet enkel in het belang van de huis vrouw, al onderschatten we dit niet, maar in dat van de kinderen zelf, van de maatschappij te vragen, dat de vrouw des huizes zich iets minder opoffert, van de jeugd iets meer eischt Algemeen klaagt men over zelfzucht, over het stellen van eigen belang boven dat van anderen, van de gemeenschap. We weten allen dat we voor de groote maatschappij slechts weinig vermogen, al zouden velen ook daar iets meer gemeenschapszin kunnen toonen, maar wel kan elk gezin, elke cel van de maat schappij het hare doen om in eigen kring de zelfzucht te beperken en rechtvaardigheid te doen zegevieren. Want het geregeld offer van de moeder kweekt zelfzucht bij de kinderen en ondermijnt hun rechtvaardigheidszin. We hoorden dezer dagen van een moeder, wier vacantie door slecht weer en ziekte was bedorven, dat de dochter er dagelijks met een vriendin, die een auto had, op uitging, ter wijl haar moeder ziek en zonder hulp thuis lag. Ze kwam zelfs een uur te laat voor den maaltijd, maar verwachtte natuurlijk toch nog iets te vinden. Panne onderweg, daar kan je niets aan doen! We vroegen ons af, of die moeder niet zelf een beetje schuld had. omdat ze niet jong haar dochter had geleerd zich iets te ontzeg gen en iets over te hebben voor haar ouders, die haar altijd haar vrije ontplooiing hadden gegund en haar persoonlijkheid hadden ge ëerbiedigd, zooals hun beginselen het mee brachten. Kon men van het verwende eenig kind verwachten, dat zij in haar vacantie, waarin ze immers ook afwisseling noodig had om later weer frisch aan het werk te gaan, eenig offer zou brengen omdat moeder haar noodig had? Als ze jong had geleerd iets voor anderen over te hebben misschien wel. Nu meende zij, dat haar vrijheid haar toekwam enals ze getrouwd was. zou moeder haar immers ook niet als hulp kunnen gebruiken, zoo redeneerde ze. Toch vond zij het vanzelf spreken, dat zij haar maal, nu ze een uur te laat thuis kwam, gereed vond. Hier lag het aan de ouders om eens de consequenties van de vrijheid en het egoïsme te laten zien en haar eens de les te leeren, dat ieder oogst wat hij zaait. Nu zal het leven zelf haar later de les bieden, op een oogenblik, dat die bitter hard voor haar is, en zij .verbitterd, niet zal erkennen, dat zij krijgt wat zij verdient, of wellicht haar ouders nog kwalijk nemen, dat zij haar niet beter hebben voorbereid op de onvermijdelijke slagen. ,.Ik wil haar niet van ons vervreemden, zij zou met haar vriendin toch wel ergens zijn gaan eten, als wij haar niets hadden gegeven" meende haar moeder. Hierin was zeker wel iets waar, men was al te ver, om op deze manier te reageeren. doch de boosheid alleen van den vader scheen toch wel een beetje zwakke straf voor de jongere, die zoo grenze loos egoïstisch de zorgen van haar moeder misbruikte. Het voorbeeld staat niet alleen. In geringer of ruimer mate uit zich het euvel overal. Men is geneigd te zeggen dat het komt omdat de vrouw niet meer het voorbeeld van opoffering geeft. We spreken hier juist van de gevallen waar de moeder het wel doet. Het is altijd onjuist en in strijd met de rechtvaardigheid dat de eene groep wordt geëxploiteerd door de andere. Als de meisjes en vrouwen weer ge heel terug gezonden worden naar de huis houdelijke taak, zal het egoisme niet uit de wereld verdwijnen, de mannelijke helft zal het monopolie ervan dan voor zich behouden. Om het werkelijk te doen verdwijnen moeten de moeders bij de opvoeding de hulp zoeken van meisjes en jongens, van allen verlangen, dat zij meewerken, om een uitgang mogelijk te maken, waaraan allen kunnen deelnemen, moeder zoowel als vader, jong en oud. Er be hoeft niet altijd volkomen gelijkheid te zijn. Men kan de kinderen best gewennen, dat de een iets geniet zonder dat de andere jaloersch behoort te zijn. Ook afgunst is een van de ge volgen van zelfzucht, waaraan de wereld ten onder gaat. Wel echter moet men ervoor wa ken, dat niemand asschepoes is in het gezin, dat het gevoel van ridderlijkheid en recht vaardigheid en hulpvaardigheid in de verhou dingen den boventoon heeft, dat allen samen werken in het algemeen belang en dat ieder er zijn eer in stelt de kleine gemeenschap zoo goed mogelijk volgens zijn krachten gaven te dienen. De huisvrouw, die slavin van haar gezin is en haar kinderen verwent, de moeder, die haar jongens voortrekt boven de meisjes, ze doen de gemeenschap kwaad en werken de vredesgedachte tegen, hoe ze mogen ijveren voor ontwapening. Moreele ontwapening be- teekent niet enkel andere volken waardee- ren, maar de wereld helpen verlossen van het egoïsme en de afgunst, welke haar ten gronde richten. En dan beginne men in eigen gezin. EMMY J. B. Er is al heel wat geschreven over het op kamers wonen en het is nooit veel goeds ge weest. Integendeel, het wordt meestal als het toppunt van narigheid beschouwd. Daar is de hospita met haar verhalen over kinde ren en kindskinderen, over ooms en tantes, neven en nichten die zoo goed getrouwd zijn of die niet willen deugen. Daar zijn de por tretten van die diverse familieleden die ze bij voorkeur in de te verhuren kamer schijnt! te hangen, misschien wel bij wijze van at tentie. Daar zijn dan de kanten kleedjes en loopers, de pluche stoelen en canapés mefc kwasten en galon. Daar is al het smakelooze en stoffige van zoo'n cliché pension-kamer. Daarbij komt dan nog een slecht toebeheid, eentonig menu. Voeg dan daarbij nog alle aanmerkingen van beide kanten en de ruzies die daar uit voort komen en je hebt het) kamerleven beschreven zooals tallooze voo? je dat gedaan hebben. Vroeger waren het hoofdzakelijk de heereil der schepping die op kamers gingen wonen, tegenwoordig zijn er zeker even veel vrouwen als mannen die een kamerleven leiden. En velen van ons zijn in de gelegenheid geweest te constateeren of het wonen op kamers wer kelijk zoo troosteloos is als wordt voorge steld. Ik zou willen beginnen met te zeggen dat niets heelemaal troosteloos is zoolang er nog een beetje humor in ons leeft. Ik heb zelf in een groote stad ettelijke pension-kamers bewoond en ik heb geen enkele reden de lof van die kamers te zingen. Je wordt werkelijk dikwijls voor de meest wonderlijke feiten ge plaatst, je wordt in de meest zonderlinge situaties betrokken. In zoo'n huis waar ze kamers verhuren komen allerlei menschen bijeen, ieder met eigen eigenaardigheden en eischen. Dat botst en dat wrijftEn dik wijls is je rust ver te zoeken. Dat de smaak van je hospita meestal niet de jouwe is èn wat meubelen èn wat eten betreft, is ook al niet te loochenen. Het zou al heel eenvoudig zijn de zwartkijkers kortweg ongelijk te geven te zeggen: het is heusch zoo erg niet, het is allemaal veel mooier. Nee, het kan heel erg zijn. Maar het kan overal waar je woont heel erg zijn. Het wonen en familie is ook niet altijd ideaal. En van kamer kun je tenminste altijd weer verandern Als je nu eenmaal op het op kamers wonen aangewezen bent, geeft 't niet veel, altijd maar weer tegen elkaar te verkondi gen dat 't zoo naar is. Alle vormen van samenleven brengen hun moeilijkheden mee Op kamers-wonenden gaan zich licht ver beelden, dat andere vormen van samenleving ideaal zijn, ze voelen zich daarom te kort gedaan, misdeeld. Laten ze dan eens een beetje verder kijken, laten ze zich eens op de hoogte stellen van de moeilijkheden van anders levende menschen. En laten ze niet alles even zwaar nemen! U weet wel, dat de Génestet heeft gezegd, dat poëzie overal schuilt. Dat is met de humor ook zoo. Ik heb de bet-overgrootvader of wat het was van mijn hospita die maanden lang gestreng boven mijn schrijftafel heeft gehangen nooit een verwijt gemaakt voor zijn volkomen over bodige en lachwekkende aanwezigheid. Maar als je het met de pessimistische schrijvers eens wilt zijn, kun je zoo iemand ook naar geestig vinden. Elke levensvorm is moeilijk. Het hangt er maar van af hoe we tegenover die moeilijk heden staan. BEP OTTEN. HANDCEBORDUURDE LINGERIE. Heel langzaam is bij ons vrouwen, na de zakelijkheidsperiode, waarvan wij allen min of meer bezeten waren, de zir. voor mooie dingen weer ontwaakt. En dat uit zich in alles. Niet alleen in de japonnen en man tels; maar ook in het ondergoed. We houden er weer van om met kant ge garneerde of handgeborduurde dessous te dragen. De lijn van het ondergoed is uiterst eenvoudig en aangesloten. Iets nieuws zijn de schouderbanden, die naar onderen toe bree der worden en daar prachtig bewerkt zijn. Dit breed uitloopen heeft het voordeel, dat het bandje niet zoo snel omkrult. Ook het nachthemd, dat weer teruggekomen is in de gunst der dames, heeft een breede pas van tule met borduursel en vormt op die manier een gracieus kleedingstuk. dat door iedereen met plezier gedragen zal wor-< den.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 12