Opbouw der wereldtentoonstelling te Brussel. De nieuwe brug aan den Moerdijk in wording. DE MAN, DIE DE TROEVEN HAD. Wet Grand Palais voor de wereldtentoonstelling te Brussel nadert zijn voltooiing. De werkzaamheden voor den bouw der groote verkeersbrug aan den Moerdijk, waardoor een nieuwe belangrijke ver* Het gevaarte is ongeveer 130 meter lang en 32 meter hoog betering in het verkeer tusschen Noord en Zuid tot stand komt. Een overzicht bij het maken der pijlerputten Een kijkje bij de werkzaamheden aan de spoorbaan in Amsterdam (Oost) De deelnemers aan het Internationaal Luchtvaartcongres hebben Woensdag een bezoek aan Schiphol gebracht Polen lijdt opnieuw door overstroomingen. Door hevige regens zijn verschillende rivieren opnieuw buiten haar oevers getreden. Zeventien stadjes en tachtig dorpen zijn door het water overstroomd Tientallen huizen zijn ingestort. De bewoners moesten ijlings vluchten met achterlating van het grootste gedeelte van hun have en goed De internationale zesdaagsche voor motorrijders. Eenige deelnemers op het moeilijk parcours van de Kesselbergstrasse De beruchte Teersdijk tusschen Nijmegen en Grave wordt omgelegd. Een der fiets paden is reeds opengesteld FEUILLETON Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 9) Nadruk verboden. „Juist", gaf Bristew hem op vriendelijken toon ten antwoord. ..Als ik op het hoofdbu reau was. zou ik het zelf wel doen. Het is heusch beter, dat jij het doet en het niet aan den een of anderen nonchalanten onderge schikte overlaat. En bewaar het vuil, dat je uit zijn nagels haalt. Doe je het?" „Nu goed", stemde Greenleaf met tegenzin toe. „Als je denkt, dat het noodig is". „Zeker, ik reken er dus op. Nog iets. Zou je niet een van je mannen. Jenkins b.v. er op uit kunnen sturen om dien kerel met den 'gouden tand op te sporen? Je herinnert ie het signalement, dat Withers van hem gaf" „Ja, daaraan heb ik al gedacht". „Goed. Als hij zich niet in een van de ho tels heeft laten inschrijven, laat dan de lijs- jfcen van "de pensions eens nagaan" ,.Ik zal Jenkins er direct op uit sturen" antwoordde Greenleaf. „Goed hoor. Om vier uur ben je toch weer hij me?" „Neen, het zal wel een uur of vijf worder. Dr. Braley vroeg me. tot zoqlang te willen Vachten. Hij achtte het noodzakeliik. dat miss Fulton een uurtje extra slaap zou krij gen. Bristew scheen nog iets in het midden te willen brengen: hij hield zijn woorden ech ter in en hing den haak weer op het toestel In tusschen was Mattie de kamer binnen gekomen om de tafel af te nemen. U«Loop e^ns even. naar no, 6", gelastte 3i'is- tew haar „en vraag mevrouw Allen of zij zoo spoedig mogelijk hierheen wil komen. Maar zeg er bij, dat de dokter me heeft verboden uit huis te gaan en dat de opwinding van vanochtend me toch al erg heeft aangegre pen". Een kwartier later was mevrouw Allen er al. Bristew ontving haar in de voorkamer en na zich te hebben voorgesteld, verontschul digde hij zich, dat hij niet naar haar toe had kunnen komen. Zij begreep zijn beweegrede nen volkomen. Mevrouw Allen was een dame van om streeks veertig jaar, met een wat mager en afgetobd gezicht en al veel grijs in haar ove rigens bruin haar. Toch zag men duidelijk, dat zij een vrouw van beschaving en intel ligentie was. „Ik zou graag willen", begon Bristew, na dat hij haar had uitgelegd, in welk opzicht hij met de moordaffaire had te maken, „da* u mij eens het een en ander met betrekking tot de twee zusters vertelt. Ik hoorde van ochtend, dat ze goede kennissen van u wa ren". „Intiem zijn we nu juist niet- geweest" antwoordde mevrouw Allen met haar zachte aangename stem. ..maar wel kenden mevrouw Withers en ik elkaar vrij goed. Ze kwam nog al eens bij me aanloopen en ik ging ook dik wijls naar haar toe". „Kent u miss Fulton goed?" „O neen. Zooals u weet. ligt ze meestal te bed: ze is trouwens ook niet erg spraakzaam. Ze is heel anders dan mevrouw Withers lang niet zoo lief en'aantrekkelijk, meer in zichzelf gekeerd". „Mevrouw Withers had een vroolijken aard nietwaar?" „Zij maakte wel tenminste dien indruk, maar soms zag ik duidelijk, dat er iets was. dat haar drukte". „Zoo", merkte Bristew op, wiens belang stelling nu wakker werd. „Dat wilde ikv juist weten". Mevrouw Allen zweeg eenige oogenblikken 'Toen hernam zij: ,,Ik geloo_f niet^ dat zij ooit voor iemand of iets bang was. Dat was ze niet". „Vertelde ze wel eens iets, waaruit u kon opmaken, dat zij zich ongelukkig voelde?" „Op een keer, toen ik bij haar binnen liep. zat ze in de voorkamer in een fauteuil harts tochtelijk te snikken. Terwijl ik probeerde haar te troosten, zei zij: „het leven is zoo moeilijk, het is zoo moeilijk je een doorn uit het lichaam te rukken, als hij er eenmaal in zit. O. als men toch nog eens alles kon over doen!" Ik vroeg haar, of ik haar kon hel pen. maar ze zei. dat dat onmogelijk was „Dat kan niemand", snikte zij met haar hoofd op mijn schouder. Ik zal den strijd alleen moeten strijden!" „En tot welke gevolgtrekking bent u toen gekomen, mevrouw", vroeg Bristew vol be langstelling. „Ik had het gevoel, alsof er iets in haar leven was, dat ze moest verbergen en zij zich bezorgd maakte, dat haar man het eens te weten zou komen". „Juist. En nu iets anders: hoe is uw opinie over miss Fulton?" „O. zij heeft een slecht humeur en is on geduldig. Ze klaagt onophoudelijk en appré- cieerde het heelemaal niet wat mevrouw Wi thers voor haar deed. Trouwens niemand houdt eigenlijk van haar. Ik geloof stellig, dat ieder, die met de twee zusters in aanra king kwam, zich er over verwonderde, dat een lief iemand als mevrouw Withers er zoo'n onaangename zuster op na hield". Wat mevrouw Allen vertelde, was be halve dat mevrouw Withers schijnbaar het een of ander voorval uit haar leven verbor gen moest houden voor den moord zelf van weinig belang: Bristew bleef eenige oogen blikken in gedachten verzonken zitten. „Ik heb juffrouw Fulton nooit gezien", zei- de hij toen. „behalve vanochtend even. Zou het mogelijk kunnen zijn geweest, dat iemand de twee zusiers verwarde?" „O, neen", gaf mevrouw Allen met nadruk ten antwoord. „Hoewel de twee zusters on geveer van dezelfde grootte waren, was me vrouw Withers lang zoo mager niet als haar zuster. Verder had zij zwart haar, terwijl miss Fulton een blondine is". Nadat mevrouw Allen was vertrokken, nam Bristew een van zijn notitieboeken uit de kast en plakte er de knipsels in. die hij dien och tend aan het lezen was, toen het gegil van „Moord" weerklonken had. Negen jaar achtereen had hij moordzaken en de door moordenaars toegepaste methoden bestudeerd. Vaak genoeg had men hem er om uitgelachen, maar nu was hij meer dar. ooit tevreden over zijn studies. Opnieuw voelde hij zich gestreeld door de achting, die hij voortaan in Hurmville zou genieten, omdat Greenleaf zijn assistentie had ingeroepen. Juist toen hij een paar minuten óver vij ven zijn notitieboek weer sloot, kwam Green leaf binnen. Henry Morley", begon de hoofdcommissa ris onmiddellijk, „is kassier bij een bankin stelling in Washington, de „Anderson Natio nal Bank". „En kassiers", merkte Bristew onmiddel lijk op, „hebben somtijds geld noodig om het gat te stoppen, dat zij hebben gemaakt. loer. zij geld uit hun kas „leenden". Hoe ben je daarachter gekomen?" „Hij vertelde het me zelf. toen ik hém van middag in no. 5 sprak, nadat ik van je was weggegaan". „Was hij er dan nog altijd?" „Ja. Naar het schijnt, heeft miss Fulton eerst geweigerd hem te ontvangen. Toen ze er eindelijk in toestemde, was hij maar voor een paar minuten bij haar. Hij scheen erg opgewonden, toen hij weg ging". „Ik heb je ook nog iets te vertellen", on derbrak Bristew hem. „Morley moet verkla ren. wat hij vannacht heeft uitgespookt. Hij zeide ons immers, dat hij den trein van mid dernacht had gemist en toen naar het Bre- vord Hotel was gegaan. Nu, hij heeft zich pas na twee uur in den ochtend in het hotel laten inschrijven!" „Hoe weet je dat?" vroeg Greenleaf hem verbaasd. r - „O, ik heb straks het hotel opgebeld en van den portier de verlangde inlichtingen ver kregen". „Nou, dat is me wat moois", meende Green leaf, stom van verbazing. „Ik denk. dat we dat jongmensch een tijdje zullen vasthouden" „Dat spreekt". „Een oogenblikje", hield Bristew hem te gen. „Ik heb een voorgevoel, dat miss Fulton ons belangrijke mededeelingen zal kunnen doen. Misschien verstrekt ze ons die wel niet onmiddellijk en zonder omwegen, maar we krijgen het er wel uit. En daarom, laten we onze hoofden koel houden. Vooral niet het idee hebben, dat we voor een onoplosbaar raadsel staan. Zooals je weet, heb ik vroeger in New-York. Chicago en Cincinnati gewoond. In de laatste acht jaar heb ik door het be- studeeren van soortgelijke gevallen heel wat geleerd. En ik ben tot de slotsom gekomen, dat een misdadiger dan de grootste kans heeft om aan zijn gerechte straf te ontkomen als de autoriteiten het hoofd verliezen en achter een zaak veel meer gaan zoeken dan er in werkelijkheid in zit". „Dat is heel mooi gezegd en ik zal trachten je raad op te volgen", meende de hoofdcom missaris. „Maar aan moordzaken ben ik niel gewoon". „Tusschen twee haakjes", merkte Bristew op terwijl zij zich naar de deur begaven ..hoe zit het nu met die twee knoopen. die w< gevonden hebben?" „Ze hoorden aan Perry", gaf Greenlea) hem ten antwoord. „Dat staat vast". De twee middelste knoopen bleken name lijk aan zijn kiel te ontbreken. En wat meel zegt, een der knoopen en wel die waaraaS nog een stukje goed zat. paste precies in hel gat, dat in de kiel was gekomen, toen dl knoop er af werd gerukt". „Welke knoop was dat?" „De eerste die jij op no. 5 hebt gevon den". (Wordt vervolgd)^

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9