Letteren en SCuni
LODEWIJK VAN DEYSSEL.
LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN.
Het nieuwe filmseizoen
WOENSDAG 12 SEPTEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
9
ADR1AAN LOOSJES.
Mejuffrouw Maria Helena de Haan. dochter
van den bekenden Utrechtschen uitgever, is in
de Nederlandsche Letteren gepromoveerd op
een proefschrift, dat zij aan den Haarlem-
schen schrijver wijdde en dat door haar vader
op buitengewoon keurig verzorgde wijze werd
uitgegeven.
Voor de nagedachtenis van artisten als
Adriaan Loosjes is het gelukkig dat er aan
vier, vijf Nederlandsche universiteiten geregeld
behoefte aan proefschriften bestaat? dewijl
daar steeds in de letteren gestudeerd wordt
en een behoorlijke studie steeds door een be
hoorlijk proefschrift pleegt afgesloten te woi-
den. Aan de behoorlijkheid van dit proef
schrift ontbreekt niets. Het is meer dan dai.
Het is, dunkt mij. een superbe proefschrift,
dat aan wetenschappelijke grondigheid, aan
volledigheid, aan helderheid en overzichtelijk
heid der behandelde stoffe niets te wenschen
overig laat.
De schrijfster is haar voorwerp volkomen
meesteres. Iets anders is het of Adriaan Loos
jes al die inspaning nog waard is. De man die
Maurits Lijnslager in het leven riep en dit
leven naast dat van Hillegonda Buisman be
schreef was misschien in zijn tijd niet onbe
langrijk, maar die tijd was het wel. Onbelang
rijk, en dus vol zotte opgeblazenheid zonder
esprit. Althans in het meerendeel der schrif
turen, die er in verschijnen. Toch valt het
moeilijk aan te nemen dat die schrijvende
lieden van toen in hun dagelij ksch leven zoo
raar deden, als de tijdsgeschriften willen doen
gelooven. Als op de eerste vergadering van het
genootschap „Oefening in wetenschappen",
na Loosjes' dood gehouden, één der aanwezigen
uitroept: „de boom der lieflijkheid is uit ons
midden weggerukt, terwijl de leden elkaar
lang met tranen in de oogen zwijgend aan
zagen",, dan wordt het ons aangaande de op
rechtheid dier manifestatie, hoe wodern-cor-
poratief die ook zijn mag, bang te moede,
om van haar manlijkheid maar te zwijgen.
Wanneer die leden zich niet „oefenden in
wetenschappen" zullen het wel niet allen zulke
sentimenteele praatjesmakers geweest zijn en
het is misschien voor een volgend proefschrift
schrijver weggelegd, eens inquisitorisch die
heeren onder handen te nemen ten opzichte
van het verband tusschen hun leven en hun
schriften. Allicht zullen dan nog vreemdsoor -
tiger feiten aan het licht komen dan de door
mej. de Haan aan Busken Huet ontleende bij
zondere karaktertrek van Loosjes. dat dezi
zoo zeer op varkenscarbonaden en worst ge
steld was. Voor een boom der lieflijkheid een
alleszins curieus voedsel, inderdaad.
Adriaan Loosjes verschijnt ons in dit boek
juit zooals hij is een verdienste der schrijf
ster overigensals „de" representant van het
wetenschappelijk en artistiek dilettantisme van
zijn tijd. Een vergaarbak van kennis en kun
digheden, een rustelooze ijver daarvan mede te
deelen aan anderen, steeds in de weer die
anderen ..op te bouwen". Droog als gort, ver
velend als een lantarenpaal en volkomen ge
speend van iets wat naar geest zweemt of
naar oorspronkelijkheid. Er is in hem niets
„wat hij niet helpen kan', alles is wil- en
maakwerk. Door alles heen een braaf man,
met een benijdenswaardige activiteit. Eminen-
ter als maatschappelijk werker dan als kun
stenaar, eer artisan dan artist, in ieder geval
.Verdient hij het monument, hem door mej.
de Haan opgericht? Laten wij die vraag liever
onbeantwoord. Dat een monument geworden
is wat als bewijs van zelfstandige studie be
doeld wasis ter meerdere glorie van mej.
de Haan grif te erkennen. Zij heeft hem in
niets tekort gedaan, hem alles gegeven, waar
hij recht op had. Littertuur-historisch en
wetenschappelijk is aan Loosjes volle recht
wedervaren. Aesthetisch doen hij en zijn tijd
mij immer aan hazepeper zonder haas den
ken: veel schijn, doch weinig wezen; veel goede
wil bij weinig potentie.
P. Hilarion Thans. Minder
broeder. Vertellen. J. J. Romen
en Zonen Roermond.
Of het nu Roomsche geestelijken zijn, of
bakkers of grondbezitters denk aan Streu-
veis en Buysse de Vlamingen zijn geboren
vertellers. Zij hebben geen ellenlange keurig
verzorgde inleiding noodig, zonder welke een
Holiandsch verhaal niet au serieux genomen
wordtmet een brok dialoog ploffen zij ge
moedelijk direct in de situatie. De rest komt
vanzelf. Pater Hilarion die met zijn vriend
Poteau (in het gewone leven E. H. Maréchal)
in de oorlogsjaren als aalmoezenier te velde
heeft gestaan, gaat na de armistice met hem
een reis naar Frankrijk maken, naar 't Zuiden
via Parijs, om Lisieux, Lourdes. Toulouse
Aries en Marseille te bezoeken. Ze hebben
daar overal besognes, hier een brief afgeven,
daar de groetenisse van makkers brengen, hier
een kathedraal bezoeken, ginds een bedevaart
meemaken. En dat alles met een verloopen
Belgisch soldatenpaspoort, heel weinig geld op
zak en enkele aanbevelingen. En daar gaan ze
dan. Een paar gezellige makkers die overal, en
dat niet alleen om het roode kruisje op de
uniform, welkom zijn. Hoe genoegelijk ondeu
gend kan pater Hilarion vertellen van Poteau's
onschuldige schelmsheid. Zoo nu en dan wordi
het verhaal onderbroken door 'n ernstig woord
en ook dat klinkt niet lijmerig of plichtmatig.
Wij vergeten bij de lezing geen oogenblik dat
de schrijver geestelijke os en niet in de eerste
plaats litterair artist, maar de eerste treedt
niet op den voorgrond ten koste van den
tweede, hoe bescheiden diens aanspraken ook
zijn mogen. Een en ander maakt dit „vertel
len" voor een ieder genietbaar, al zal uit de
aard van de zaak een enkel hoofdstuk, een
enkele episode voor den katholieken lezer ge
schreven zijn. Door het geheel loopt een draad
van hartelijk leven en gevoelige schranderheid
die een ieder waardeeren kan, omdat ze echt
en niet kunstmatig gekweekt schijnt. Het
boekje is met een aantal lang niet onver
dienstelijke zwartjes (schijnbaar galvano's
naar houtsneden) door een ander geestelijke,
Rumoldus Daniëls, geïllustreerd.
J. H. DE BOIS.
NIEUWE UITGAVEN.
De Schoone Jacht van Arthur
van SchendeT.
In de Wereldbibliotheek is uitgekomen de
vierde druk van den bundel: De 3choone
Jacht en andere verhalen, van Arthur van
Schendel met houtsneden van Jan Poortenaar.
IN LUXOR.
Als gewoonlijk hebben wij bij den overgang
van het zomer- naar het winterseizoen onze
theaterdirecteuren eens gepolst naar hun
plannen voor de naaste toekomst. Het eerst
kwamen wij bij den heer Hartman, de ex
ploitant van het Luxortheater, waarvan hij
tevens eigenaar is.
De heer Hartman en zijn echtgenoote
leiden samen het bedrijf en volgen daarbij
een stelselmatige arbeidsverdeeiing. De man
is de specialiteit voor het zakelijke gedeelte,
de vrouw arrangeert het programma. Aldus
werd de heer Hartman onze voorlichter in
zake de exploitatie, mevrouw inzake hetgeen
er zal worden vertoond.
De directeur van Luxor staat ondanks de
crisis geenszins pessimistisch tegenover de
kansen van het bioscoopbedrijf. Het publiek
dat op het overige gebied van de amusements
kunst ietwat terughoudend is geworden, blijft
de bioscoop trouw. En er is niet de minste
reden om te veronderstellen, dat dit binnen
afzienbaren tijd zal veranderen.
Want men is, naar de heer Hartman op
merkte, met de film nog lang niet toe aan
het punt, waarop alles vieux jeu schijnt te
zijn geworden en het publiek het „nu wel
gelooft". De filmkunst is nog amper gebo
ren en bij haar verrassend snelle ontwikke
ling biedt ze telkens wat nieuws. Zelfs al zou
men voorloopig op het thans gebruikelijke
procédé van de geluidsfilm aangewezen blij
ven, dan nog brengt elk jaar ons een nieuw
genre. En in dat genre is afwisseling genoeg,
zoodat het publiek zich nooit behoeft te ver
velen.
Dat de heer Hartman de eerstvolgende toe
komst van het bioscoopbedrijf veilig acht,
blijkt wel uit de plannen om zijn onderne
ming opnieuw uit te breiden. Heeft hij kort
geleden ter gelegenheid van zijn jubileum het
interieur van het Luxor-theater gemoderni
seerd, in het begin van November hoopt hij
een nieuwe bioscoop te openen en wel in zijn
oude stad Leiden, waar hij het bekende ge
bouw Concordia in de Steenstraat bij de Bees
tenmarkt heeft aangekocht, dat men bezig is
"met bekwamen spoed om te tooveren tot het.
Lido-theater. Het wordt een bioscoop met 650
zitplaatsen en het interieur zal evenais het
Luxor-theater van marmer en mahoniehout
worden vervaardigd, indirect verlicht en voor
zien zijn van koude en warme lucht-installa-
tie. In de hal zal de fontein spuiten, waar
aan het theater zijn naam ontleent.
Het Luxor-theater zal inmiddels op den
ouden voet blijven geëxploiteerd. De doorloo-
pende avondvoorstelling is een vooruitgang-
gebleken, welke het publiek zeer op prijs
stelt.
Wat nu het winterprogramma betreft, hier
omtrent deelde mevrouw Hartman ons het
volgende mede.
In het komend seizoen zal de Metro Goldwyn
het tienjarig bestaan vieren en te. dezer ge
legenheid zal men een jubiieumproductie ver-
toonen, waarvan ook de bezoekers van Luxor
kunnen profiteeren. De directie van dit thea
ter heeft van deze belangrijke werken het
vertooningsrecht bekomen. Er behooren o.a.
toe de nieuwe Greta Garbo-film „Koningin
Christina", welke geregisseerd is door Rouben
Mamoulian en waarin behalve de groote film
diva o.a. ook John Gilbert en Lewis Stone
zullen meespelen.
Verder brengt deze reeks bijv. Eskimo, het
bekende werk van W. S. van Dijk, vervaar-
(Adv. Ingez. Med.)
digd naar het boek van den Deenschen schrij
ver Peter Freucken, die in deze film tevens
een hoofdrol vervult. De bezetting van de
overige rollen bestaat hoofdzakelijk uit Es
kimo's. die, hoewel ze nog nooit voor de ca
mera hadden geposeerd, en misschien wel juist
daardoor, een verrukkelijk beeld van primitief
leven te genieten geven.
Van Van Dijk staan verder nog drie andere
films op het program van Luxor. n.l. Laughing
Boy (De lachende knaap) met Ramon
Novarro in de hoofdrol, het Melodrama Man
hattan met Clark Gable, Myrna Loy en Wil
liam Powell en De Magere Man, waarin be
halve de twee laatstgenoemde acteurs ook
Maureen O'Sullivan optreedt.
Dan komen Het vroolijke Weeuwtje, een
nieuwe creatie van Maurice Chevalier en
Jeanette MacDonald onder regie van Ernst Lu-
bitsch, Mannen in 't wit, naar het ook hier
te lande reeds met zooveel succes vertoonde
tooneelstuk bewerkt door Richard Bqleslavs-
ky met Clark Gable en Myrna Loy in de hoofd
rollen, De Kat en de Viool van William K.
Howard met nogmaals Ramon Novarro, dit
maal- geassisteerd door Jeanette MacDonald.
In deze film. waarvan het laatste gedeelte
gekleurd is, komen aardige liedjes voor als:
„The night was made for love".
Joan Crawford verschijnt ten tooneele in
Sadie Mac Kee, geregisseerd door Clarence
Brown, Jean Harlow in De blonde Sensatie van
Victor Fleming en Geboren om te worden ge
kust van Jack Conway.
Liefhebbers van grootsch opgezette „shows"
zuilen hun hart kunnen ophalen aan De film
ster met Bing Crosby en Marion Davies onder
regie van Raoul Walsh en aan Hollywood Par
ty, waarin het volledige personeel van de-
Metro optreedt en men Greta Garbo met Lau
rel en Hardy samen kan zien werken in één
en dezelfde film. Voor de liefhebbers van
„thrillers" zorgt Jack Conway met Viva Villa,
waarin Wallace Beery een van zijn prachtig
ste creaties levert.
Als bizondere attractie zal Luxor nog aan
bieden de Fransche „Jantjes '-film: Le~Chant
du Marin van Carmine Gallone, een juweel
tje van Fransche filmkunst met Albert Pré-
jean in de hoofdrol. In deze film is het, dat
onze landgenoot Willy Castello voor het eerst
op het doek is verschenen.
De bijprograms zullen behalve Flip the
Frog, Micky Mouse en Oswald, het vroolijke
konijn ook weer oude bekenden als Oharly
Chase, Thelma Todd en Zanu Pitts en The
Taxi-boys in nieuwe creaties doen verssclnjiish.
H. G. OANNEGIETER.
VEREENICINC VOOR HUISVROUWEN.
VOORDRACHT-MATINEE
Ben Royaards en Georgette Hagedoorn.
DE FRANS HALSBIOSCOOP.
Maandag is een begin gemaakt met de werk
zaamheden voor den bouw van de Frans Hals-
bioscoop aan den Schoterweg tegenover het
Frans Halsplein.
De bouw zal met grooten spoed worden
uitgevoerd.
De Vereeniging voor Huisvrouwen had het
nieuwe scizcen moeilijk beter kunnen inzet
ten dan met een voordracht-matinee van den
heer en mevrouw Royaards- -Hagedoorn. Ben
Royaards en Georgette Hagedoorn nemen een
vooraanstaande plaats in onder de jonge
krachten van het tooneel, maar als voor
drachtkunstenaars hoorden wij hen gistermid
dag voor het eerst. Dit debuut te Haarlem was
voor hen beiden een zeer groot succes. Na de
zen middag durf ik deze twee jonge artisten
ook op dit terrein een mooie toekomst voor
spellen.
Ben Royaards en Georgette Hagedoorn vul
len elkander op een programma door het ver
schil van hun talent zeer gelukkig aan; hij
is voornamelijk aangelegd voor het lyrische,
zij voor het lichtere ln artistieken zin vol
strekt niet mindere genre Hoe verschillend
van aanleg, beiden boeiden zij in even sterke
mate, voornamelijk door den eenvoud, de zui
verheid en de innigheid van hun voordracht.
Ben Royaards koketteert geen moment met
zijn tcch zeer mooi geluid. Hij zoekt zijn ef
fect niet zooals vele voordrachtkunstenaars
doen in overdreven stemuitzetting of holle
klink-klank van woorden, waar de ziel geheel
buiten blijft. Zijn voordracht is intelligent,
maar tegelijk van groote innigheid. Hij dwingt
tot luisteren, doordat hij er zelf geheel en al
„in" is. Zijn voordracht van Eeatrvs was een
voudig. zuiver en vroom, ..door kinderen te
verstaan", zooals de dichter zelf het uitdrukt.
Zelfs door een vrouw heb ik Beatrys zelden
inniger en teerder gehoord.
Ook in de fragmenten uit Gorter's Mei wist
Ben Royaards te treffen door dat waarachtige
en zuivere van zijn voordracht En Het Veer
van Nijhoff was ook door de schoonheid
van het gedicht een prachtig slot. Een
kleine opmerking. Een enkele maal daalt de
stem aan het eind van een regel te veel. door
dat Royaards blijkbaar niet altijd genoeg op
adem spreekt. Maar overigens heb ik hem in
zijn voordracht ook om d? plastiek, welke hij
aan het woord zonder eenige nadrukkelijk
heid weet te geven, ten zeerste bewonderd.
Georgette Hagedoorn begon met het be
kende sprookj'e van "Andersen ..De Nachtegaal"
en dit was van voordracht kortweg een mees
terstukje. Zij vertelde het. alsof zij voor een
zaal vol kinderen stond, in een sublieme ver
teltrant. Het klonk dood-eenvoudig en ge
woon. maar hoe geestig was het van intona
tie, hoe prachtig van de tail leering. Het was
aldoor heel licht, sepelsch bijna, zonder dat
tooh iets verloren ging van den dieperen zin
van dit fijne sprookje. Zonder bijna een ge
baar,, was haar voordracht aldoor levendig en
Op 22 September 70 jaar.
Haarlem en omgeving kunnen er prat op
gaan de twee belangrijkste Nederlandsche lit
teratuur-beoordeelaars van den nieuweren
tijd tot verblijf gediend te hebben: Busken
Huët en Van Deyssel beiden hebben geduren
de een bepaalde periode in hun leven naar de
Damiaatjes kunnen luisteren of cp een wan
deling door Den Hout of in het Bloemendaal-
sche bosch hunne gedachten kunnen samen
vatten over het vernuft en de schoonheid van
de letterkundige kunst van hun tijd.
Zoo voor den onstuimigen Huet het Haar-
lemsohe bedrijf wellicht wel eens gekneld mag
hebben, van Van Deyssel die zich hier ves
tigde, toen de middaghoogte van zijn leven
reeds bereikt was, mogen wij aannemen dat
hij zich aan het Spaarnewel gevoelt. Hij heeft
der stad en een aantal harer inwoners in een
deel van zijn later werk een grazieuse lof toe
gezongen, waarmede beide tevreden kunnen
zijn en het is slechts aan de ingeboren Hol
lar dsche schuwheid voor iedere persoonsver-
eering te wijten, zoo hij zich als gewoon, onop
gemerkt burger door Hout. en Barteljoris-
straat bewegen kan, zonder van links en van
rechts eerbiedig begroet te werden. Het is op
merkelijk dat men in Holland een beroemd
heid zijn kan en toch in het dagelijksch leven
meneer X blijven. Er is veel vóór te zeggen
al mist het de warmte, die van een lokale ge
negenheid. die openbaar blijkt, uitgaat. Die
trof mij toen ik, jaren geleden, eens in Karls
ruhe wandelend, den ouden professor Hans
Tohma, den meest Duitschen der Duitsche
schilders zag aankomen en opmerkte, hoe deze
door oud en jong met eerbied bejegend werd.
Dat konden niet allen persoonlijke kennissen
van den kunstenaar zijn, maar was wel dege
lijk een wlllen-uiting-geven van respect voor
een medeburger, die een ornament voor zijn
stad was. Als Lorenz, is thans Van Deyssel een
ornament van Haarlem en het schijnt op
komst dat men hem dat ondubbelzinnig wil
laten blijken.
Voor de Nederlandsche letteren is hij meer
dan een ornament, veeleer de verpersoonlij
king zelve. Zonder hem zou de literaire cul
tuur van ons land vandaag den dag een ander
gezicht hebben, al is de kracht gevende storm
die iedere revolutie vergezelt, thans geluwd en
bouwen jongeren nu rustig voort op de grond
slagen indertijd onder zijn leiding in ruste-
loozen strijd gelegd. Meer dan zijn bentge-
nooten was Van Deyssel de strijdersnatuur
wiens felle afbraak de goe-gemeente wakker
er> wiens hartstochtelijke bewonde
ring de jeugd veroverde. De getemoerde ironie
van een Huet en de hartstochtelijkheid van
een Van Deyssel zijn, ieder in eigen tijd, niet
aan bestrijding ontkomen, doch van beiden
bleef de invloed, tot vandaag, op alles wat in
Holland over literatuur gedacht en geschre
ven wordt, bestaan. Onmerkbaar vaak aan de
oppervlakte, doch daarom niet minder er in
door gedron gen
Evenals Huet zal vermoedelijk Van Deyssel
in de historie als oordeel-veller. censor en
criticus eer zijn hoqge plaats behouden dan
als romancier. Van een boek als Huefs Lide-
wvde evenals van Thijm's Liefde is de wer
king gedoofd, de beteekenis achterhaald.
Maar zelfs de jeugd van dezen, technisch
oververzadigden tijd zal beide mannen nog
wel willen accepteeren als de krachtige mo
toren van het geestesleven en den schoon
heidszin hunner dagen.
Van Deyssel is dan bovendien, meer dan
Huet ooit kon zijn, de artist. Toen de liberale
dominé. die Huet geweest was, met zijn scherp
zinnigen kop de zelfgenoegzame bekrom
penheid in het denken zijner tijdgenooten had
afgestraf, bleef voor den van huis uit katho-
K. J, L. Alberdingk Thyim,
Heken Van Deyssel de bestrijding van den
schablone-achtigen en labberlottigen vorm
waai-in dat denken zich uitte, voorbehouden.
Hij wordt in Holland de schepper der woord
kunst de vernieuwer, de zuiveraar van het in
strument waarvan denkers en dichters zich
bedienen, de taal. Juist in deze dagen komt
het van pas. op de niet aan te randen ver
diensten van een artist als Van Deyssel te
mogen wijzen, nu het wederom van meer be
lang geacht schijnt te worden of een woord
met één of met twee e's gesohreven staat, dan
wel de zin en de klank van dat woord onfeil
baar juist datgene doen. wat zij doen moeten.
Zooals een Romeinsch veldheer zijn legioe
nen in de hand hield, zoo is Van Deyssel heer
en meester over zijn woorden Wie wel eens
het voorrecht gehad heeft hem. onvoorbereid
en in gewonen tafelkout, een anecdote, een
gebeurtenis, een herinnering te hooren ver
tellen, weet dat en bewondert het. Het diner
kan copieus geweest en het uur in den avond
gevorderd zijn, niets kar. verhinderen dat de
luiste woorden od de juiste plaats komen, dat
'edere zin loopt zooals die lootten moet en dat
met een bewonderenswaardige muzikaliteit de
orater lederen klank het juiste timbre ver-
lee*nt. Het is voor een journalist om van te
watertanden en eer. artistiek genot od zich
zelf. Nog te bewonderenswaardiger wijl deze.
met zijn bcroepsflair voor die dingen, gemak
kelijk constateert dat hier geen -wei-geoutil
leerde phrasenfabriek in werking te zien is.
doch een prachtice. natuurlijke begaafdheid
zich uit. die. ongehinderd door wat can ook.
onder alle omstandigheden den haar eigen
orecieusen vorm a'.s van zelf aanneemt. Haar
lem telt onder zijn inwoners weinig groote
kunstenaars: Van Deyssel. tellend voor drie.
vergoedt dat gemis in belangrijke mate. Hem
thans huldigend, huldigen wij eenigszins onze
eigen stad.
Wanneer ln het voorafgaande de fl-uur van
Huet te veel in de bespreking betrekken
mocht zijn, dan zijn daarvoor twee motieven
geweest. Over den levenden tijdgenoot iets
nieuws te vertellen, leek ondoenlijk. Zijn feest
aan te grijpen als een gelegenheid op een
belangrijken voorganger die weinig meer gele
zen wordt, te wijzen, daarentegen aantrek
kelijk. Want, nietwaar, ieder lezer weet nu
wel dat Van Deyssel eigenlijk K. J. L. Alber
dingk Thijm heet. dat zijn vader de bekende
Amsterdamsche piofessor in de Aesthetica
was. wiens leven hij beschreef (waarvoor hij
het pseudonym A. J. bezigde) dat hij zelf een
der groote mannen van De Nieuwe Gids ge
weest is en later eigen tnd schriften redigeer
de en nog steeds 'met K'oos) redigeert. Wat
misschien niet ieder lezer weet. is dat de
naam Van Deyssel niets met de rivier w?,ar-
-.an Deventer list, te maken heeft, maar een
herinnering is aan het gehucht Deyssel
West falen, sta moord der fomii:e.
Den grooten kunstenaar, hulde!
J. H, DE BOIS.
suggestief, dank zij ook haar sterk expressief
gezichtje. Ik heb dit. sprookje lier'na aide ma
len hooren vertellen o.a door Wüilner
maar nooit zoo fijn-gevoelig en geestig als
door Georgette Hagedoorn.
In D? Rattenvanger van Hamcln van An-
tonie Denker en "n Bof van Top Naeff is zij
niet tot een zelfde hoogte gestegen als in het
sprookje, al was er eveneens ln die voor
drachten. waarin cok de actrice '.ach kon ge
ven. zeer veel. dat tot bewonderirg dwong. Ik
kan mij De Rattenvanger van H.rmeln nog
sterker van beelding. neg suaves'lever vooral
voorstellen, al waren er dan ook Ir. de voor
dracht zeer geestige details o.a. in het ko
mische effect van den angst van den burger
vader en al was het slot heel teer en ge
voelig. In 'n Bef zag en hoorde :k meer 'n
meisje dan "n jongen en ik meen, dat het ko
mische hier ook nog we! Iets sterker kan wor
den aangezet. Maar het is een groote deugd,
dat Georgette Hagedoorn ook in het kemi-
sc-he van zoo'n voordracht als 'r. Bat' altijd da
kunstenares van groote distinctie blijft.
Onze Stadsschouwburg was op d:zer. mid
dag stampvol en het succes, zoowel voor Geor
gette Hagedoorn als voor Ben Royaards was
buitengewoon groot. Het pub'lek heeft da
twee jonge artisten aan het slot. teen bloe
men werden aangeboden, staande eer. warme
en langdurige ovatie gebracht, een huldiging
waarbij :k mij van gar.scher harte heb aan
gesloten
J. B. SCHUIL.
NIEUWE KINDERBOEKEN.
Als Wies en Fritsjc groot zijn
door Riet van Buren. Uitg.
Gebr. Kluitman Alkmaar.
Velen zijn van oordeel en steken deze'
meening niet onder stoelen of banken -dab
't Nederlandsche kind van heden erg venvendi
wordt. Dit. Is zeker waar op het gebied van
kinderboeken. Er is een periode geweest, dat
onze kinderliteratuur, als men dezen wijd-
schen naam mag gebruiken, arm was aan'
nieuwe uitgaven van goede kwaliteit, maar de
laatste jaren schijnt het haast niet op te
kunnen. Nu komen Gebr. Kluitman weer in de
serie Vertel- en Prentenboeken met een speci
men. dat nog ver boven het gemiddelde van
den -toch al hoogen vorm van dezen tijd staat.
Als Wiesje en Fritsjc groot zijn is een vertel
selboek op rijm en Riet van Buren heeft niet
alleen een toon getroffen, die de kleuters
aantrekt, zij kan vlot en zuiver van maat
rijmen ook. zonder het. gewrongene. dat de
minder bedreven gelegerheidsdier.aren enJ
dienaressen der lichte Muze vaak kenmerkt.
Daarbij kemt dan nog dat Greta Bosch van
Drakestein het geheel met een vaardige .tee-
kenstift op overvloedige wijze heeft, geïllus
treerd. Voor scholiertjes van de eerste tot de
vierde klas. misschien zelfs nog hooger zal dit
beek een kostelijke verrassing zijn. Dat is
niet slechts een vermoeden, wij hebben het
op de proef gesteld.
HET FRANS HALSMUSEUM IN 1933.
Aan het verslag van den toestand van het
Frans Halsmuseum der gemeente Haarlem
over het jaar 1933 is het volgende ontleend.
Verschillende schenkingen vielen het mu
seum ten deel. terwijl het ook enkele kunst
werken in bruikleen mocht ontvangen.
Het schilderij van Frans Hals, ..De Smokke
laar", werd door do firma D. Katz. te Diemen
weer opgevraagd; de pogingen om dit prach
tige werk voor het museum te verwerven zijn
niet geslaagd, wat zeer te betreuren valt.
Verschillende tentoonstellingen werden in
de expositiezaal gehouden en er werden weer
tal van rondgangen door het museum ge
maakt.
Over het algemeen verkeerden de voorwer
pen der verzamelingen ln goeden staat; een
aantal schilderijen werd schoongemaakt en,
waar dit noodig was, gerestaureerd, terwijl ook
andere voorwerpen, indien hiertoe aanleiding
bestond, werden hersteld.
De inventarissen werden bijgehouden.
De kunstgeschiedenisbibliotheek werd we
derom door schenkingen en aankoop uitge
breid.
Voor verzekering werd zorg gedragen.
GEORG HENSCHEL OVERLEDEN.
Op zijn landgoed Aviomore in Schotland is
de bekende zanger, componist en dirigent
Georg Henschel op 84-Jarigen leeftijd over
leden.
Herschel is vele malen in ons land opge
treden met liederen-avonden, welke hij teza
men met zijn vrouw Lillian Bailey gaf. Op zijn
tachtigsten verjaardag vormden de talrijke
gelukwenschen. welke hem uit Nederland be
reikten een schoor, bewijs, hoezeer men hier
den verdienstelijken zanger waardeerde.
Henschel werd in Breslau geboren, Hij liet
zich in 1890 als Engelschman naturaliseeren,
nadat hij eerst in Amerika als dirigent was
opgetreden en zich daarna te Londen als or
kestleider er. zangleeraar had gevestigd.
De Brifsche regeering verhief hem in 1914-
in den adelstand.
AGENDA
Heden:
WOENSDAG 12 SEPTEMEER
(PrinsenhofGemeenteraadsvergadering.
1.30 uur.
Circus Amanda Roberti, Kinderhuissingel
bij den Zijlweg, 3 en 8 uur.
Rembrandt Theater: „Popje". Op het too
neel: Frankly's four Dancing Ladles. 2.30, 7
en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Voorbvluchtigen".
In het voorprogramma. Laurel en Ilardy.
2.30 en verder doorloopende voorstelling van
T uur af.
Palace, Cinema en Variété: „Spionnen aan
het werk". Op het tooneel: Dumas, Holiandsch
humorist, 2.30, 7 en 9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
DONDERDAG 13 SEPTEMBER
Stadsschouwburg: Rubber. 8.15 uur.
Circus Amanda Roberti, Kinderhuissingel
bij den Zijlweg. 8 uur.
Bioscoopvoorstellingen,