Het nieuwe Douglas-vliegtuig
gearriveerd.
DE MAN, DIE DE
TROEVEN HAD.
De „Stierop" van de Alkmaar Packet, die tijdens de Amato dienst doet als De aankomst van Prins George van Engeland uil Parijs op het vliegveld Croydon. De Prins verlaat
drijvend restaurant het toestel, waarmede hij de vlucht van Parijs naar Engeland maakte
Op het vliegveld Waalhaven te Rotterdam
b aangekomen de nieuwe K.L M Douglas
machine, die waarschijnlijk aan de Melbourne
race zal deelnemen
Een frlsch bad als welkome afleiding bij de
sportwedstrijden welke door de leerlingen
.«an het opleidingsschip .Warspite" werden
gehouden
De Nederlandsche athleten die aan de Europeesche kampioen
schappen te Turijn hebben deelgenomen, zijn Donderdagavond in
het Amsterdamsche Stadion gehuldigd
Overzicht van de hal op den dag voor de opening van de Amato te
Amsterdam
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
22)
Braceway stond op. ..Heel goed. Raddy".
-zei hij vriendelijk. „Je bent een beste jongen.
Hier is je dollar".
„Danfk je wel, hoor, baas! Je bent een
goeie
,.En hier is nog een dollar, als je je mond
dicht kunt houden, tot ik je zeg, dat je hem
open mag doen".
Raddy gaf de verzekering, dat hij stom zou
blijven, tot lang na het jongste gericht.
Toen het negertje weg was. stond Braceway
,aan het venster en hoewel hij de straat in
keek, zagen zijn oogen niets van wat daar
omging. Hij overdacht de feiten of moge
lijke feiten en hij begon de kamer met groo-
'te. snelle schreden heen en weer te loopen
Zijn wangen waren verhit; zijn oogen, hard
en schitterend, knipperden.
Welke reden, welk motief
Plotseling bleef hij midden in de kamer
stil staan en staarde voor zich uit; zijn adem
haling ging snel, terwijl hij nadacht over het
idee, dat hem ineens werd ingegeven. Dat
moest het zijn. Hij had het gevonden! Voor
de eerste maal voelde hij zich zeker van zich
zelf, hij had nu de overtuiging, dat hij de
zaak goed vatte.
Sommige vrienden van Braceway lachten
hem wel eens uit. omdat hij. als hij er zeker
van was een of ander crimineel raadsel te
hebben opgelost, altijd met een wandelstok
liep. Dat beteekende, dat een schuldige op het
jpunt stond gearresteerd te worden. Hij ging
nu naar den hoek, waar zijn schrijfbureau
stond en nam den wandelstok op. dien hij
vastgebonden aan zijn valies had meege
bracht, naar Turmville. Hij liet het stokje in
zijn hand ronddraaien. Zijn gedachten gin
gen terug naar het onderhoud, dat hij en
Bristew dien morgen met Fulton hadden ge
had. wiens doogroefde gezicht hem duide
lijk voor den geest stond. En hij herinnerde
zich wat de oude man van zijn dochter ge
zegd had.
Braceway's oogen namen een zachtere uit
drukking aan. Hij hoefde nu niet langer te
tobben. De oude man kon zich wreken. Hij
zette zijn hoed op en nam zich voor om in de
stad te gaan lunchen, maar eerst zou hij
naar het station gaan om Withers en Fulton
goeden dag te zeggen. Zooals hij wel ver
wacht had. vond hij beide mannen veel te
vroeg voor den trein. Zij stonden al op het
perron. Braceway merkte op, dat de vader
kalmer en beheerschter was dan de ander.
Withers was zenuwachtig, ongedurig en
scheen het onmogelijk te vinden, stil te blij
ven staan.
Hij trok Braceway terzijde.
,,Ik heb je iets te zeggen, Brace", zei hij
zachtjes en met een bevende stem. „Ik wilde
het je niet zeggen om om harentwille. Ik
dacht, dat het maar noodeloos gepraat en
schandaal zou geven. Maar je loopt het vuur
uit je sloffen voor mij en je hebt het recht
alles te weten!"
„Tob maar niet, George", stelde Braceway
hem gerust. „Alles zal wel uitkomen. Praat
maar niet als je er geen lust in hebt".
..Ik wil het je toch zeggen", sprak Withers
haastig. ..Ik was gisteravond vlak voor het
huis tot, tot na eenen. Je weet, dat ik je ver
teld heb, dat ik op de stoep stond aan den
overkant, van den weg en naar het hotel te
rugkeerde, toen Campbell naar huis was ge
gaan. Dat was niet heelemaal juist. Ik wacht
te, omdat Enid de lichten in de woonkamer
niet uitdeed. Dat kwam mij vreemd voor. En
toen viel ik in slaap. Dat lijkt vreemd, maar
het gebeurde toch. Toen ik weer wakker
werd, waren de lichten in de woonkamer nog
aan. Ik keek op mijn horloge en hoewel ik
niet heel goed kon zien, meende ik dat het
na eenen was. Ik moet minstens een half uur
hebben geslapen. Ik had een beroerden nacht
in den trein doorgebracht, zie je en een af
schuwelijken dag en.
„Zeker, zeker, dat is te begrijpen", zoo
troostte Braceway hem.
„En zag je iets. George?"
..Ja, ik zag wel degelijk iets", en hij wor
stelde met zijn woorden.
„Toen ik opkeek, zag ik het silhouet van
een man tegen het gele venstergordijn. Het
was na een uur in den morgen en daar was
een man.
Zijn stem stokte. Braceway zag hem on
rustig aan.
„Het silhouet was heel duidelijk. Het was
zóó scherp, dat ik zien kon dat hij een pet
droeg. Ik kon er de klep van zien, weet je,
een lange klep. Het was een goed gebouwd
man met breede schouders. Toen ik opstond,
gingen de lichten uit. Ik stak de straat over.
Ik geloof niet, dat ik hard liep. Het regende.
Ik was van plan hem te dooden. Dat was mijn
eenige gedachte".
Het werd drukker op het perron en Wi
thers vervolgde:
„Hij deed, wat ik had verwacht. Hij kwam
zonder gerucht te maken de stoep af. Ik
hoorde hem zelfs de deur niet dicht doen.
Ik kan niet zeggen, dat ik hem gezien heb.
Het was pikdonker en ik voelde, waar hij was.
Ik voelde al zijn bewegingen. Toen hij de on
derste trede bereikte, greep ik hem maar-
slaan kon ik niet. Het was te donker. Ik stak
mijn handen uit naar zijn keel, maar ik was
te laag en greep hem bij zijn middel. Hij had
een regenjas aan. Dat voelde ik aan de stof.
Terwijl ik met hem worstelde, pakte hij mij
bij de keel. Hij was een groote, sterke kerel,
heel wat sterker dan ik. Wij stonden zoo een
paar seconden of minuten dat weet ik niet
meer. Ik kon niets doen. Hij drukte mijn
keel zoo sterk dicht, dat ik dacht, dat mijn
hoofd zou barsten. Toen hij merkte, dat hij
gewonnen had, gaf hij mij een duw, waar
door ik het pad een pas of tien afstrompel-
de. Hij wachtte niet om te zien. wat ik deed
Hij liep weg. Dat is te zeggen, ik geloof, dat
hij wegliep. Ik hoorde noch zag hem terug,
hij was opeens verdwenen".
Braceway keek op zijn horloge. Het was
vijf minuten voor het vertrek van den trein.
„En wat deed je toen?"
„Niets".
„Waar ging je toen heen? Wat dacht je?
Vooruit George, haast je! Ik wil dit allemaal
weten, eer je vertrekt".
„Ja", zei Withers met een brok in zijn
keel. „Ik vond natuurlijk ook, dat je dit be
hoorde te weten. Ik ik stond daar een
oogenblik in den regen, verbijsterd, snakkend
naar adem. Ik was eerst van plan om naar
binnen te gaan om het met Enid uit te vech
ten. Maar ik deed dat niet. Ik geloof, dat ik
dacht, dat als ik het deed. ik me zelf niet zou
kunnen beheerschen. Ik had er geen flauw
idee van, dat er iets met haar gebeurd was.
dat haar iets kwaads was overkomen, bedoel
ik. Daarom ging ik naar het hotel terug. Mijn
plan was later op den dag naar haar toe te
gaan".
„Zeg mij even", vroeg Braceway ongedul
dig: „droeg die man een baard?"
„Dat geloof ik wel, Ik heb er den heelen dag
over nagedacht. Ik geloof het wel, maar ze
ker ben ik er niet van".
„Maar je ?ag toch het scherpe silhouet, den
omtrek van zijn hoofd en bovenlijf".
„Ja. misschien had hij een baard, ik weet
het niet zeker. Hij was zwaar gebouwd, met
een korten, dikken hals".
„En toen je met hem worstelde, kwam je
toen niet dicht bij zijn gezicht?"
„Ja. maar hij was langer dan ik ik weet
het niet, ik kan het mij niet herinneren.
Maar ik geloof wel, dat hij een baard had".
De conducteur begon te roepen: „instap
pen!"
Zij zochten een coupé.
„Ik zou je dit alles niet verteld hebben als
het niet was. dat er zich iets zou kunnen voor
doen,' waar je last mee zoudt krijgen", legde
Wither uit, nog altijd fluisterend. „Je zou
me later verwijten, dat ik niet openhartiger
tegen je geweest was".
Hij had zijn voet al op de treeplank. De
conducteur stond op het punt het portier te
sluiten.
..Wat bedoel je?" beet Braceway hem toe,
terwijl hij hem aan zijn mouw vasthield.
„In die worsteling", zei Withers nauwelijks
hoorbaar, liet ik mijn horloge vallen, geloof
ik, of ik verloor het. Iemand moet het opge
raapt hebben, weet je".
Waarom
De trein zette zich Sn beweging. De con
ducteur nam Withers bij den arm en duwde
hem de coupé in.
HOOFDSTUK 16.
Een boodschap van juffrouw Fulton.
Het was even na drieën, toen Greenleaf en
Lawrence Bristew hun „feestmaaltijd" ein
digden en op de veranda van no. 9 gingen
zitten.
„De zaak is nu wel afgeloopen", begon
Greenleaf, ..maar ik heb bericht ontvangen
van het laboratorium. Het telegraphisch
rapport luidt: niets onder de nagels van me
juffrouw Fulton; deeltjes van de huid van
een blanke onder die van Perry. Dus net wat
je hebt gedacht!"
Bristew lachte vergenoegd, zijn oogen plot
seling oplichtend. „Het is toch belangrijk,
dat we het hebben. Het is het eenige directe
bewijs, dat wij kunnen leveren, dat de ne
ger mevrouw Withers heeft aangevallen".
Hij lachte weer. „Laat mij het telegram
eens zien".
„Het was een goed-ldee van je", zei Green
leaf verheugd, terwijl ihij hem het papier,
overhandigde.
Bristew las het en gaf het hem terug.
(Wordt vervolgd).