Een fabrieksmeisje
dat romans schreef.
15 OCTOBER
S.J.ANTHRACIET 15/20
VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
8
LETTEREN EN KUNST
Oostenrijksche regee
ring brengt luidsprekers
aan op dorpspleintjes.
Moissi laat weer van zich hooren.
(Van onzen Weenschen correspondent.)
Moissi in Oedipus.
De wereldberoemde Weensche tooneelspe-
der Alexander Moissi, die ook reeds ver
schillende malen in ons land is opgetreden,
is thans, na langen tijd afwezig te zijn ge
weest en den zomer gedeeltelijk in het Zui
den van Frankrijk en gedeeltelijk in Italië te
hebben doorgebracht, in de Oostenrijksche
hoofdstad teruggekeerd. Hij is onmiddellijk
aan het werk getrokken om met den regisseur
Heinrich Schnitzler, een zoon van den be
kenden Weenschen schrijver en dichter Artur
Schnitzler, voorbereidingen te treffen voor de
opvoeringen van Oedipus in de bewerking van
Hugo Hofmann van Hofmannsthal, die in het
Deutsches Volkstheater zullen zijn. Moissi zal
niet lang te Weenen kunnen blijven, want
reeds van den 3en November" af zal hij gedu
rende eenigen tijd in het Teatro Argentina
te Rome moeten optreden, waar hij o.a. in
Hamlet, Der lebende Leichnam en Jedermann
in het Italiaansch zal spelen.
Hij zal den Weeners echter tijdens zijn kor
te oponthoud iets heel bijzonders laten zien
en wel een gloednieuw stuk van Luigi Piran
dello, dat deze meester speciaal voor hem ge
schreven heeft. Moissi heeft Pirandello dezen
zomer in Viareggio ontmoet. Pirandello ver
telde hem toen. dat hij zijn nieuwe stuk in
hoofdtrekken klaar had en dat daarin een
hoofdrol voorkwam, bij het schrijven waarvan
hij voortdurend aan Moissi gedacht had. Hij
las Moissi een paar belangrijke gedeelten
voor, die den acteur uitstekend bevielen.
De hoofdpersoon in het stuk is een man op
rijperen leeftijd, een aristocraat, in wiens
zieleleven alle dingen, die vroeger gebeurd
zijn, opeens weer een belangrijke rol gaan
spelen. Hij heeft in zijn jeugd per ongeluk
door het werpen van een steen een jongen
gedood, zoodat hij eigenlijk zonder zijn eigen
schuld een misdaad begaan heeft. Hij heeft
zijn besten vriend bedrogen, doodslag en echt
breuk doemen voor zij nu geestesoog op en be
ïnvloeden nu zijn verdere leven. Het stuk
brengt slechts vijf personen op de planken:
twee vrouwen en drie mannen.
Pirandello wilde Moissi de hoofdrol zoowel
ln het Italiaansch als in de Duitsche taal la
ten vertolken en de twee spraken er nu over,
wie het geschiktst zou zijn om het stuk, dat
in het Italiaansch „Non si sa come" heet en
dat in het Duitsch den naam „Man weiss
nicht wie" zal dragente vertalen. Moissi had
het gevoel, dat Stefan Zweig, die in zijn eigen
werken vaak soortgelijke psychologische pro
blemen behandeld heeft, ey voor in aanmer
king zou kunnen komen. Zij stuurden daar
om een telegram aan Zweig, die zich onmid
dellijk bereid verklaarde. De vertaling zal
dezer dagen gereed zijn. Waarschijnlijk zal
het stuk reeds in October met Moissi in de
hoofdrol voor de eerste keer in het Deutsches
Volkstheater te Weenen gespeeld worden. Dit
zal dan de Duitsche première zijn. Pirandello
heeft beloofd naar Weenen te kamen en deze
voorstelling bij te wonen.
Ook te Rome zal Moissi aan de première van
Pirandello's stuk medewerken.
En verder zal hij in Oedipus optreden, welk
werk op het oogenblik door Otto Schanzer,
een broer van den huldigen Italiaanschen mi
nister Schanzer, in het Italiaansch vertaald
wordt. In het voorjaar keert Moissi dan
naar Weenen terug. Daarna zal hij een tour
nee met een Italiaanschen troep naar Frank
rijk, Spanje en Zuid-Amerika maken.
Als anderen slapen
Het heeft in literaire kringen in Hongarije
heel veel opzien gebaard, dat de Koloman-
Mikszath-prijs voor letterkunde, die elk jaar
wordt uitgedeeld, ditmaal door een geheel on
bekend meisje van twintig jaar gewonnen
werd, dat als arbeidster in een textielfabriek
te Boedapest werkzaam was. De gelukkige
winnares. Martha Gergely geheelten, woonde
vroeger met haar ouders in een provincie
stad. Toen de ouders, die vroeger in goeden
doen geweest waren, tengevolge van de tijds
omstandigheden verarmd waren, zag de
dochter zich genoodzaakt op de een of andere
manier wat geld te gaan verdienen. Zij kreeg
een betrekking op het kantoor van een mo
dezaak. Na afloop van haar dagelijksche be
zigheden ging zij naar huis, waar zij dan ge
dichten schreef. De winkel floreerde niet al te
best en Martha Gergely werd ontslagen. Zij
had welgestelde bloedverwanten in Boeda
pest, maar zij wilde deze niet lastig vallen en
zij trok daarom op achttienjarigen leeftijd op
haar eentje naar Boedapest om te trachten
daar een betrekking te vinden. Zij had wat
geld bijeen gespaard, waarvan zij, wanneer
zij het heel bescheiden aanlegde, een paar
weken zou kunnen leven. Op een zekeren dag
zocht zij den schrijver Karinthy op, die haar
wel bij het zoeken naar een betrekking wilde
helpen. Hij gaf haar een aanbevelingsbrief
mee voor de directie van een textielfabriek.
Daar zeide men haar echter, dat er geen
plaats voor een kantoormeisje vrij was. Zij
kon wel een betrekking als arbeidster krijgen
en zoodoende kreeg zij een plaats achter het
weefgetouw. Na een paar maanden verdiende
zij 20 a 30 pengö in de week. Later kon zij
ook op het kantoor werken, maar zij had
zich zoo aan haar nieuwe positie gewend,
en zij kon zoo goed met de andere weefsters
opschieten, dat zij liever aan de weefstoel
bleef werken. Af en toe had zij al wat geld
aan haar ouders kunnen sturen ook.
Zij werkte nu al twee jaren in de fabriek en
sliep met vier andere fabrieksmeisjes in een
kamertje in een tehuis voor arbeidsters.
Wanneer zij moe van den arbeids van den dag
des avonds met de andere meisjes naar bed
was gegaan, spraken de vijf nog lang met
elkaar, en als haar kamergenooten eindelijk
in slaap gevallen waren, stond Martha Ger
gely langzaam en voorzichtig op. draaide een
lampje aan en begon aai haar roman te wer
ken. waarmede zij nu den grooten prijs ge
wonnen heeft. Vaak werkte zij tot dat de
morgenschemering aanbak. Dan sl:ep zij
een uur of twee en daarop moest zii weg
naar de fabriek. Wanneer zij overdag aan
haar weefstoel zat, spon zij in haar geest al
weer de draden van haar verhaal, zocals zij
dat des avonds en des nachts zou voortzetten.
Natuurlijk kc«n het niet verborgen blijven,
dat zij iederen nacht aan het schrijven was.
Haar vriendinnen VToegen haar eens voor te
lezen wat zij daar geschreven had en Martha
deed dit. De meisjes vonden veel van haar
eigen gevoelens in Martha's werk terug. Het
duurde niet lang of de roman die den naam
„De slakkenschoonmakers" kreeg, was ge
reed.
Martha vertelde, toen zij haar prijs gewon'
nen had aan een journalist, dat zij er den
heelen tijd absoluut zeker van geweest was,
dat zij den prijs zou en moest behalen.
Zij heeft de fabriek verlaten en is naar
haar ouders te Pécs (Fünfkirchen) terugge
keerd. En nu schrijft zij voortdurend. Novellen
en gedichten, en kleine verhalen, die zij in
tal van couranten en tijdschriften geplaatst
krijgt. En bovendien is zij weer bezig aan
een tweeden roman.
Politiek voor allen.
Enkele vertegenwoordigers van de Oosten
rijksche regeering hebben tezamen met de
directie van de Ravag, de Oostenrijksche
radio-omroepmaatschappij, besloten maat
gelen te treffen, opdat ook zij, die tehuis
geen radiotoestel bezitten, in staat zullen zijn
naar de uitzendingen van de Ravag te luiste
ren, en wel speciaal voor de tegenwoordig
zoo veelvuldig uitgezonden berichten en me-
dedeelingen van de regeering en van den Hei-
matdienst en redevoeringen van leden en
vertegenwoordigers van de regeering en hooge
autoriteiten. Men wil nu luisterlokalen op
richten en ook in steden en dorpen luidspre
kers in de open lucht laten aanbrengen. Als
luisterlokalen konden raadhuizen, schoolge
bouwen, gymnastiekzalen en gendarmerieka
zernes ingericht worden. En verder wil men
voornamelijk in de dorpen en gehuchten luid
sprekers op de pleinen en veldjes voor de
kerken aanbrengen, opdat de bewoners zich
daar meestal op Zon -en feestdagen na af
loop van de kerkdiensten verzamelen om er
een tijdje bijeen te blijven. Men kan nu tel
kens een beknopt politiek overzicht van de
gebeurtenissen van de week laten hooren. Uit
een ander gezichtspunt dan dat van andere
buitenlandsche zenders.
Het inrichten van deze gelegenheden zal
op drie- a vierhonderd schillingen per stuk
somen te staan. Men wil met ongeveer drie
duizend installaties beginnen. Zoodat deze
aardigheid ook een aardig sommetje gelds zal
kosten
W. M. BEKAAR.
FILMKUNST.
REMBRANDT THEATER.
BLEEKE BET.
Bleeke Bet is de tweede productie uit een
reeks, waarvan De Jantjes het eerste voort
brengsel is geweest. Inmiddels heeft zich de
pasgeboren Nederlandsche filmindustrie
reeds zoo uitgebreid, dat er nieuwe genres
zijn ontstaan, welke met deze verfilmde
„volksstukken" niets meer gemeen hebben.
Nederland heeft door het succes, dat Gerard
Rutten met zijn Dood Water te Venetië be
haalde, een internationalen naam op het ge
bied der filmkunst gevestigd.
Wij mogen Bleeke Bet en de Jantjes, die tot
gangmakers gediend hebben, als probeersel
in een tot nog toe volmaakt ongebruikelijke
industrie geen al te strenge maatstaven aan
leggen. Hun grootste verdienste is, dat zij
eerstelingen zijn van een nieuw merk Neder-
landsch fabrikaat en dat zij het publiek heb
ben getrokken, dat toch om te beginnen
noodzakelijk is om een filmindustrie op de
been te houden.
Ook Bleeke Bet zal het. als-De Jantjes, weer
doen. De bioscopen kunnen op uiverkochte
zalen rekenen. Want niet alleen is het voor de
getrouwen van Bouber's tooneel een welaan
gename emotie, hun helden en heldinnen nog
maals te aanschouwen, en thans in een kader
dat hun veel ruimer armslag geeft en hun
nog realistischer entourage verschaft dan
Bouber's toch reeds zoo aan de werkelijke
Jordaan-omgeving geconformeerde tooneel-
requisieten. Ook dat deel van het publiek,
dat door een te spoedige herhaling van derge
lijke Jordaan-romantiek op minder aange
name wijze geprikkeld wordt, zal echter af
komen op de verlokking, bekende tooneel-
figuren als filmacteurs te kunnen zien op
treden eh na te gaan. hoe zij het er in deze
nieuwe functie afbrengen.
Vermoedelijk zal het, nu de Nederlandsche
filmindustrie zich uit haar eerste windselen
heeft losgemaakt en zich alzijdig is gaan ont
plooien, met het „volksstuk"-genre wel uit
zijn. Wij verwachten geen derde proef, en
zouden deze ook met eenige vrees tegemoet
zien, omdat er In de serie geen climax zich
openbaart. Bleeke Bet dunkt ons zelfs een
graadje minder dan De Jantjes.
Het kan zijn, dat de gelijksoortigheid de
schuld van dit oordeel is, daar De Jantjes als
iets toen nog geheel nieuws een frisscheren
indruk gemaakt heeft. Hoe dit zij, Bleeke
Bet doet ons denken aan een nabootsing van
De Jantjes en een beetje slappe nabootsing.
De inzet, evenals die van De Jantjes een
waaier van schilderachtige stadsgezichten,
doet minder speelsch en ook technisch min
der zorgvuldig geconstrueerd aan, al zijn er
aardige tafereeltjes opgenomen In het slot,
waar de porder zijn klanten wekt en we ken
nis maken met het groentenwinkeltje, waar
het drama zich verder zal afspelen.
Voor afwisseling is gezorgd door het inlas-
schen van de vergadering van de zangver-
eeniging, als welker voorzitter Willem van
Cappellen een zeer goede beurt maakt. Ook
de repetitie onder leiding van Sylvain Poons
als het IJsco-mannetje Sally, is een grappige
onderbreking, en we hebben dezen bedrijvigen
man op den achtergrond in zijn vreugde om
het welslagen van zijn bemiddeling als postil
jon d'amour en zijn extase bij de wederver
schijning van den doodgewaanden matroos
om zijn teer-komische momenten ook thans
weer gewaardeerd, hoewel we hem als film
figuur sterker vonden als de orgeldraaier uit
De Jantjes.
De Interieur-scènes in het winkeltje, waar
Aaf Bouber als Bleeke Bet met Cor Hermus
als Van Zanten en Johan Elsensohn als haar
man haar intrigues voorbereidt en waar de
onstuimige uitbarsingen van de be'de meisjes
Jans (Jopie Koopman) en Ka (Fientje de la
Mar) plaats vinden, getuige van meer tech
nische beheersching dan de vermoedelijk op
Réné Clair geïnspireerde straatscènes, waar
bij de massa, welke deze Jordaan-heibeltjes
begeleidt, wel wat compact en te strak ge
drild figureert.
De vervaardigers beleven veel succes van
de smijtscène, waarbij Elsensohn. Hesters.
Aaf Bouber en Fientje de la Mar zich voor
treffelijke leerlingen van Laurel en Hardy
toonen. Aardig is het tafereeltje, waarbij
Fientje met de haar eigen kalme schalksch-
heid de kast uithaalt en den inventaris aan
haar meesteres overhandigt, als waren ze aan
de schoonmaakt en niet als Kenau's op de
wallen eener belegerde veste. Trouwens Tinus
en Ko zijn in deze dronkemansscènes ook
heel goed op dreef.
In Johan Heesters heeft men een flinke en
knappe zeeman, die op de film een aardig
effect maakt. Ook Fientje de la Mar is zoo
wel als chanteuse als in haar functie van
actrice een boeiende filmfiguur. Eveneens be
schikt Jopie Koopman over hoedanigheden,
welke haar een loopbaan in de studio in 't
vooruitzicht stellen, al bemerkt men in scènes
als 't wachten op de brug nog een gemis aan
routine. Vooral van haar week en plastisch
kopje zal een regisseur op den duur iets zeer
bizonders kunnen maken.
Op het tooneel speelt het Haarlemsche
salon-orkest onder leiding van Kapelmeester
Stoffer lichte muziek, en daar het filmnieuws
zich ditmaal tot de productie van Polygoon-
beperkt, hebben wij deze week in Rembrandt
een zuiver Hollandsch program.
Uit heit Journaal incemen wij de opening
van de Staten-Generaal.
H. G. CANNEGIETER.
Gem. Bureau Lichamelijke
Opvoeding.
De zwemproeven.
Het afleggen van de proef tot het verkrijgen
van het gemeentelijk diploma als geoefend
zwemmer (ster* neemt steeds meer toe.
Nadat Woensdag j.l. weer door een 60-tal
deelnemers (sters) aan de proef was voldaan,
bleek, dat van 15 Juni j.l. af. dus in drie maan
den, door 1005 personen het diploma was be
haald. Dit aantal wijst er op, dat het onderdeel
lesgeven ten zeerste door het personeel wordt
behartigd en met groot succes. Bij het afnemen
der proeven op Woensdag j 1. was de jongste
deelneemster Ansje v. d. Vossen 7 jaar en de
oudste deelnemer de heer J. H. van Wijk 59
jaar oud.
Sedert de oprichting van den gemeentelijken
dienst voor Lichamelijke Opvoeding zijn in
totaal uitgereikt 7404 diploma's.
TOON EEL VER. „HERMAN HEIJERMANS"
De tooneelvereeniging „Herman Heijermans"
begint op Woensdag 26 September haar win
terseizoen. Opgevoerd zal worden het tooneel-
werk „Ora et Labora (Bid en Werk), spel van
het land in 3 bedrijven door Herman "Heyer-
mans.
De heer J. M. Peeters heeft de regie. De op
voering heeft plaats in den Schouwburg Jans-
weg.
ZANGAVOND IN BETHESDA SAREPTA.
Dinsdagavond gaf het mannenkoor E.M.
(Electr. Materieel C.W.S. Haarlem) een zang
avond in de kerkzaal van Bethesda Sarepta
aan de Hazepaterslaan met medewerking van
het dubbel mannenkwartet Aurora. Het werd
voor beide ensembles een groot succes: men
vond een aandachtig en dankbaar gehoor.
Aan het einde van den avond dankte de
hoofdzuster directe uren en zangers ook na
mens alle patiënten voor den schoonen zang
hun ten gehoore gebracht.
AANVANG SEIZOEN 1934-35
Spreekuur dagelijks v
Schagchelstraat 29
in 2 5 en 7 9 u.
Telefoon 10806
(Adv. Inge?. Med.)
(Adv. Ingez. Med.)
RECTIFICATIE.
In het verslag „Onbevoegd uitoefenen der
geneeskunde" voorkomende onder de Uitspra
ken der Arrondissements Rechtbank is een
storende zetfout geslopen, waardoor de betee-
kenis van het vonnis geheel tegengesteld ge
worden is, dan oorspronkelijk werd bedoeld.
De zin; ,.De rechtbank bevestigde het von
nis wat betreft de nietiging enz." moet luiden:
bevestigde het vonnis behalve wat be
treft de vernietiging der in beslag genomen
goederen".
ZENDINGSFEEST BROEDERGEMEENTE
De Evangelische Broedergemeente alhier
hoopt op Zondage 23 September a.s. in haar
kerkgebouw Parklaan 34 haar jaaxlijksch
Zendingsfeest te vieren. In den ochtenddienst
om 10 1 '2 uur zal zendeling -T. F. Mittemeijer
van Suriname de feestrede houden.
Des avonds 7 1/2 uur zal de nieuwe Suri-
name-film worden vertoond. De diensten zul
len in de Hollandsche taal gehouden worden.
SYNAGOGEDIENSTEN.
Ned. Isr. Gemeente.
Sabbath:
Vrijdagavonddienst bij den Ingang van den
Sabbath te 6.30 uur.
Ochtenddienst te 8 uur.
Middagdienst te 1.30 uur.
Avonddienst te 7.40 uur.
Zondag:
Ochtenddienst te 7.30 uur.
Middagdienist te 1.30 uur.
Loofhuttenfeest
Zondagavond bij den Ingang te 7.15 uur.
Ochtenddiensten te 8 uur.
Middagdiensten te 2 uur.
Avonddiensten bij het invallen van nacht.
Middendagen;
Ochtenddienst te 7 uur.
Middag- en avonddiensten te 6.30 uur.
Talmoed Thora:
Sabbath te 12.30 uur in het Gemeentege
bouw. Lange Wijgaardstraat 14.
Alle diensten vinden plaats ter Synagoge,
Lange Begijnestraat 11.
MASSAGE EN HEILGYMNASTIEK.
Men schrijft ons:
Nog steeds is het vak massage en heil
gymnastiek niet wettelijk geregeld. De Ned.
Ver. voor Massage, Heilgymnastiek en Sport
massage heeft daarom besloten een bijzondere
bijeenkomst uit te schrijven op 27 September
in gebouw Bellevue, Marnixstraat Amsterdam,
waar o.a. door den heer G. J. van Ellinkhuizen
een lezing zal worden gehouden over de nood
zakelijkheid van een wettelijke regeling van
massage en heilgymnastiek.
VERNIETIGING ONGEBRUIKTE GOUDEN
VOORWERPEN.
Maatregel van den Minister.
De minister van Financiën heeft gunstig be
schikt op een adres waarin verzocht werd een
tijdelijken maatregel te willen treffen' op den
voet van de ministerieels resolutie vaai 29
Augustus 1914, met betrekking tot stempeling
van gouden en zilveren werken, zonder voor
afgaande heffing van waarborgbelasting, tot
een gewiohtshoeveelheid, welke overeenkomt
met de ter vernietiging aan te bieden onver
koopbare gouden en zilveren werken.
Thans zal gedurende het tijdvak van 15
September tot 15 October 1934 op de kantoren
van waarborg voor werkmeesters de gelegen
heid open gesteld worden ongebruikte gouden
en zilveren werken ter vernietiging aan te
bieden ten einde daarvoor meer gangbare in-
landsehe werken te vervaardigen. Voorts wordt
door den minister bepaald, dat gedurende de
maanden September, October, November en
December 1934 werkmeesters, die hiervan ge
bruik gemaakt hebben, zonder voorafgaande
heffing van belasting nieuw vervaardigde gou
den en zilveren werken ter stempeling kun
nen aanbieden, voor zoover 9'10 der netto
;oud of zilvergewichtseenheid van de door
hen ter vernietiging aangeboden werken niet
wordt oversohreden.
Van deze regeling zullen worden buitenge
sloten zij die gouden en zilveren werken ter
vernietiging aanbieden, waarvan blijkt, dat
zij niet ongebruikt zijn. Deze regeling vervalt
met 1 Januari 1935.
Tot 30 Sept. f 1,40 per H.L.
HOENDERDOS - Kinderhuiisinjel 2
TELEFOON 11979
(Adv. Ingez. Med.)
INGEZONDEN
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich r.iet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst of niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven.
Een scène uit de Nederlandsche geluidsfilm „Bleeke Bet". Staande van links naar
rechts: Aaf Bouber (Bleeke Bet), Goocheme Sally (Sylvain Poons), Corrie Vonk,
Fientje de la Mar en Jopie Koopmans.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Terug te bekomen bij: P. Schuitetnaker,
Haarlemimerlieidestraat 38 rd., boek; C. v. d.
Kroft, Lombokstraat 31, boek; J. v. d. Ilorst,
Gasthuisstraat 3 rd., ceintuur; Bureau van
Politie, Smedestraat, idem; A. v. Ruiven, Pa
viljoenslaan 13. duif; J. Schellingerhout,
Deckérstraat 24, hoed; S. Portegies, Lange
Boogaardstraat 20, jas; R. Deene, Leidsche-
vaart 19 zw., kat; Kennel Fauna, vriesche
Varkensmarkt, 4 katten; J. B. Beelen, Spaarn-
wouderstraat 4, muilkorf; Den Hertog, Java-
straat 26. muts; W. v. Drommel, Amsterdam-
schevaart 74. oorbel: Kleur, Patrimomhimstr.
19 a. portemonnaie m. i.; Dijkshoorn. Velzer-
straat 5. rijwielbelastingplaatje. Rees, Lan-
gendiikstraat 2. rijwielpcmo: Vogd, Zwaluw
straat 44, rozenkrans; Cru ij ff. Bloemertsteeg
1 c, schoenen; C. Zonneveld. Amsterdamsche-
vaart 126, sleutel: J. Bos. Soendaplein 2,
taschje m. i.: A. v. Huizen, Samarangstraat 29.
kindertaschje; Hoomans, Emmalaan 12, vul-
nen; Kauling, Soaarnwouderstraat 122. zak
doek: H. Hein, Harmenjansweg 12, zak m. i.:
Knibbe, Jan v. Walréstraat 13. zak m. i.;
Baay. Maarten van Heemskerkstraat 60 zw.,
autoped; H. de Graaf. Hofdiikrle'ri 34, cein
tuur: J. v. Leeuwen. Dubbelebuurt 13 rd.. ge
wicht: J. Schuitmaker. J v. Govenstraat 36.
halsketting: P. Vergers. 2e Vooruitgangstraat
32, hamer: Roode. Piilslaan 122. kindefklee-
•en: Nijverheidsschool. TeMerc'estrnat 109.
oortemonneie m. i.: B. Karskens, Groote
Houtstraat 120, portemonnaie m. i.; A. v. Iïa-
mersveld, A. L. Dyserinckstraat 13, oortemon-
naie m. i.: P Glejisteen. Gewerst.raat 42. 2
riemen: E. Fenger, Kru'stochtstr. 59. taschie:
V. Veen, Zijlstraat, Zijlstraat 19, vulpotlood;
J. F. Cooseweex, Oostvest 14, vulpenhouder.
De oud-gepensionneerde
militairen.
Hooggeachte heer hoofdredacteur,
Door mij is kennis genomen van het Voor-
loopig Verslag van de Memorie van Antwoord
op het Wetsontwerp tot verhooging der uit-
keeringen aan oud-gepensionneerde militai
ren van Zee- en Landmacht. Het blijkt, dat
het volstrekt niet noodig is om te behooren
tot deze groep misdeelde landgenooten, om
na kennisneming van den inhoud van de Me
morie van Antwoord, hierover ernstige cri-
tiek te uiten.
Uit het Voorloopig Verslag blijkt zeer dui
delijk, wat het gros der Kamerleden wil, nl.
geen „steun" of verbetering daarvan, doch
verbetering van de pensioenen. Op verschil
lende gronden gaat het Voorloopig Verslag
sterk in tegen „verhooging" van de uitkeerin-
gen, zooals het wetontwerp die aangeeft, ook
reeds omdat zich dan nog meer gevallen
zullen voordoen, waarbij een soldaat meer
pensioen ontvangt dan een adjudant-onder-
officier. Ja, er rijst bij hen groote twijfel, of
de ran gsverhouding in het Leger zich niet
verzet tegen het voorstel der Regeering.
Er staat in het Voorloopig Verslag nog veel
meer van belang, maar beknoptheid noopt
mij tot slechts deze enkele aanduiding. Bij de
kennisneming van de M. v. A. ontwaart men,
dat deze Memorie zich op zijpaden begeeft en
de feiten in het V. V. zooveel mogelijk
ontwijkt.
Zoo wordt b.v. op de vraag, of het rang
verschil dn het leger zich niet verzet tegen
het voorstel van de regeering, in 't geheel
geen antwoord gegeven, wat, vooral voor een
minister van Defensie toch wel overwe
ging waard is.
Voorts wordt ontkend, dat ooit eenige toe
zegging is gedaan tot opheffing langs de ge-
heele lijn van de verschillen tusschen de pen
sioenen van de oud-gepensionneerde militai
ren en de oud-gepensionneerde burgeramb
tenaren. Blijkens het gestelde op blz. 308 van
de Handelingen der Eerste Kamer van 16 Fe
bruari 1934 erkende de minister van De
fensie echter het volgende: „dat de finan-
cieele toestand van de o.g. militairen on
gunstig afsteekt bij den geldelijken toestand
van andere gepensionneerden en dat er dus
aan gedacht kan worden om een verschil in
behandeling weg te nemen."
En hoe Z. E. zich uitliet over de broedende
kip, die men niet moet verontrusten (door
de Kamerleden Suring, J. J. C. van Dijk,
van Rappard ea. was een warm pleidooi ge
houden voor de gelijkstelling van oud-gep.
militairen met oud-gep. burgerambtenaren)
zal ik kortheidshalve maar niet in zijn geheel
herhalen. Maar het slot daarvan was: „dat
de zaak in bespreking is en daarom aan de
Kamer werd gevraagd de resultaten van het
onderzoek en de besprekingen met eenig
vertrouwen af te wachten."
Dan wordt nog gezegd, in de M. v. A., dat
bij een algemeene verhooging, dit ook ten
goede zou komen aan tal van oud-gepen-
sionneerden, die 't niet noodig hebben. Wat
worden deze misdeelden toch voor vol aan
gezien! De massa is immers oud, dus zon
der nevenverdiensten en kapitalen hebben
deze toch zeker niet kunnen vergaren!!
Het hooge millioenenbedrag voorts, dat in
de M. v. A. staat vermeld, heeft geen zin; dit
heeft met de onderwerpelijke aangelegenheid
niets te maken. Voor de verbetering van de
pensioenen der o.g. militairen (de gevraagde
gelijkstelling met de oud-gep. burgerambte
naren) is slechts een bescheiden bedrag noo
dig, zooals meerdere Kamerleden betoogden,
vooral omdat een ingetrokken bedrag voor
toeslag daaraan ten goede komt, het aantal
door overlijden dagelijks vermindert en het
bestaan al spoedig geheel zal ophouden.
Voorts zegt de regeering, dat een verhoo
ging van alle oude militaire pensioenen neer
komt op een correctie van reeds jaren gele
den buiten werking gestelde wetten. Maar....
op grond waarvan onvangen de o. g. dan pen
sioen? En bovendien, als het hier door de re
geering beweerde ontoelaatbaar zou zijn, hoe
is het dan mogelijk, dat b.v. de o.g. van het
Indische Leger op 60-jarigen leeftijd in pen
sioen geheel of gedeeltelijk zijn gelijkgesteld
met de pensioenen van de nieuw gepension
neerden? En hoe is dit te rijmen met de we
duwen van onderwijzers, die bij de gelijk
stelling van het onderwijs, allen in den pen
sioenwet zijn opgenomen?
De Regeering betreurt het ten zeerste dat
bij verscheidene leden het wetsontwerp tot
verhooging van den bijslag groote teleurstel
ling heeft gewekt. Zou het geen daad van
wijs beleid en ook rechtvaardigheid zijn ge
weest; zoo de regeering uit de M. v. A. had
doen blijken, die teleurstelling te willen weg
nemen?'Dat het verlangen ter tegemoetko
ming echter niet groot is, blijkt wel hieruit,
dat zij ook ^fwijst het voorstel, om bij het
verleenen bij bijslag niet meer in mindering
te brengen gezinsinkomsten en ouderdoms
rente op 65-jarigen leeftijd.
Nogmaals, men behoeft geen belangheb
bende te zijn om over dit alles ernstige cri-
tiek uit te spreken. De oud-gepensionneerde
militairen, hoezeer zij het cok billijk en
rechtvaardig achten, vroegen geen gelijkstel
ling nog met de nieuw-gepensionneerde col
lega's. omdat zij, als goede en trouwe staats
burgers beseften, hoe moeilijk dit zou zijn
voor de regeering in de huidige economische
omstandigheden, zij vroegen slechts gelijk
stelling met de oud-gep. burgerambtenaren,
hetgeen ook volgens de Kamerleden van al
lerlei riohting mogelijk is om de kosten.
Nu komt de regeering echter met een abso
luut onbevredigende „verhooging" van steun
en handhaaft deze ook voor de oud-gep.
militairen zoo bitter aangevoelde steunre
geling, instede van een algemeene rechtvaar
dige verhooging.
Moge de regeering alsnog door de Kamer
vertuigd. haar standpunt herzien. Duizenden
oud, getrouwe, door zorg gekwelde dienaren
van zee- en landmacht wachten in span
ning op hun verder lot.
U, mijnheer de hoofdredacteur, hartelijk
dank voor de opname.
Hoogachtend,
I. J.