WEEKABONNEMENTEN 5 DANSSCHOOL NIEUWE GRACHT 98 Aanvang der lessen Het zinken van de Spaarnestroom. Bakenesserkerk is gerestaureerd. postgirodienst VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1934 H A A R E E M'S DAGBLAD Het Gymnasiaal en Middel baar Onderwijs en de wet. Lezing van Dr. De Groot. In een enthousiast en overtuigend voor gedragen rede heeft dr. W. F. de Groot, di recteur van de Dalton H. B. S. in Den Haag. Donderdagavond in de H.B.S. A aan de Zijl vest gesproken over „De Wet en de Vernieu wing van het Middelbaar en Gymnasiaal On derwijs" tijdens de tentoonstelling „Het Mid delbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs en de veranderende Maatschappij". Spr. betoogde, dat het Nederlandsoh On derwijs. dat wat betreft de resultaten aan de spits staat van alle onderwijs, iwat onom wonden wordt verklaard door buitenlandscim autoriteiten, die een studie van ons onderwijs hebben gemaaktdie vooraanstaande plaats voor onderwijs en opvoeding slechts kunnen behouden, wanneer de leeraren het conserva tisme afzweren. De critiek, die hij er op uil- oefent, heeft de bedoeling ieder opmerkzaam te maken op het gevaar voor verstarring. Spr wil de leeraren toeroepen: weest geen vakge leerde. ziet uw vak in het verband met de to taliteit der opvoeding, bevrijdt u van vak- chauvinisme, bezint u op de vraag, wat gij beoogt met uw enderwijs! Zijn critiek moet niet beschouwd worden als een geringschat ting van het onderwijs, de methoden en de leeraren. Maar het wordt tijd de bake_ns te verzetten en te letten op den afgrond, die er gaapt tusschen het nieuwe paedagogisch in zicht en de praktijk van het onderwijs. Er zijn drie eischen, waarvan in het klassi kale onderwijs weinig sprake is: dat zijn differentieering, d.i. dat er meer rekening wordt gehouden met de individueele aanleg en belangstelling van den leerling, voorts dat er opvoeding is tot grootere intellectueele zelf standigheid (want de leeraar stelt zich teveel tusschen den leerling en het onderwerp), en tenslotte de karaktervorming, dat echter geen leervak is. De vormers zijn zelfstandig optreden en handelen. De school heeft de voorwaarde, dat dit binnen haar muren mo gelijk ls. Door de wet en de Kon. Besluiten wordt dit niet uitgesloten. Globaal wordt daarin slechts aangegeven, wat op school gedoceerd moet worden, en de wet is geenszins verant woordelijk voor de dikke leerboeken. De wet geving Ls soepel, wat blijkt uit het feit. dat hoewel in de wet met geen woord gerept wordt van het Lyceum dit instituut toch bloeit. Maarde mentaliteit en de geest der lee^ren wordt beheerscht door een bedenke lijk vakchauvinisme, dat de grond is van alle kwaad. De leeraren moeten een broederschap vormen, die als gemeenschappelijke taak heeft de opvoeding en vorming der jonge menschen. In het nieuwe Kon. Besluit wordt een einde gemaakt aan de „memoriseerarbeid op korten termijn", omdat voor aardrijkskunde, geschie denis en staathuishoudkunde geen eindexa men wordt afgenomen, als de prestaties in de laatste tijden beneden een bepaalden grens zijn gebleven. De leerlingen kunnen dan in die vakken met plezier werken, al kleven daar evenzeer en juist daar nadeelen aan, omdat, de leerling, die in zulk een vak geen examen hoeft te doen, en in het laatste jaar slechts bezeten is door het probleem: slagen, daar misschien minder belang bij zal hebben. Ook letterkunde wordt niet meer gevraagd, wat volgens spr., een groote zegen is, daar nu aan het systeem van excerpten maken en het na bauwen van anderer meenirig over letterkun dige stroomingen een einde gemaakt is. Spr. denkt zich het volgende leerplan in, waarbij hij uitgaat van deze verdeeling in schooltypen, nl. gymnasium, H.B.S. B me*, wis en natuurkunde en H.B.S., de maatschap- pijschool. Er moeten zijn kernvakken, de vakken, die de school karakteriseeren. dus oude talen voor gymnasia, enz. Daarbij komen hoofdvakken, waaraan geen leerling zich kan onttrekken zooals Nederlandsch..en de moderne talen, en. maar dan anders geregeld dan nu licha melijke opvoeding. Voorts keuzevakken, waar uit de leerling een keuze moet doen (bijv. uit breiding der kernvakken) en facultatieve vakken, waaruit de leerling en keuze kan doen. en alleen te doceren als er ge schikte leerkrachten voor zijn te vin den. De differentieering is hiermede ver klaard. Door de invoering van kern- en keuzevak ken wordt de zelfstandigheid al bevorderd. Uitvoerig besprak dr. de Groot hier het ar- beidsonderwijs, waaraan het gevaar kleeft dat de leerling het idee krijgt, dat hij niet genoeg leert. Dit moreele effect, ook al is het idee niet juist, mag niet worden onder schat. Bovendien is het leiden van het klassegespjrek" moeilijk, terwijl er gevaar bestaat voor ..doorredeneeren". De Daltonmethode voert veel zelfstandig heid in. Het voornaamste beginsel hiervan is vrijheid om te studeeren overeenkomstig de geaardheid, dus de vrijheid tot zelfwerkzaam heid. Dit schept de Daltonmethode door op-/ heffing van een gedeelte van het klassikale onderwijs, door gedurende enkele uren gele genheid te geven tot vrije studie. In aard en wezen keert zich de Daltonmethode tegen overdreven memoriseeren. Zij verlangt van den leeraar. dat hij zijn domineerende plaats opgeeft. Praktisch kan elke HB.S. in een Dal toninstituut worden veranderd. Maar.... alle leeraren moeten er aan meedoen, om dat zij allen beschikbaar moeten zijn in de „vrije uren". Wel moeten er uitgebreide leer lingen-bibliotheken zijn. Spr. heeft zeer gunstige resultaten gehad met het Dalton onderwijs. De karaktervorming wordt reeds bevorderd als de leerling zelfstandigheid heeft. In de Daltonuren bestaat er op school een groote gemeenschap. Die uren zijn bij uitstek ge schikt den leerlingen te leeren subjectieve neigingen te onderdrukken en zelftucht te leeren. De leerling ontwikkelt zich van individu tot persoon. Spr. besloot met te zeggen, dat de wet. zoo als bleek, geenerlei belemmeringen in den weg legt. Het wordt hoog tijd aan den slag te gaan, De groote doorbraak moet echter komen van de jongeren. Na afloop van deze rede stelden sommige aanwezigen eenige vragen, die door dr. de Groot werden beantwoord. Drs. Gorter, die een welkomstwoord had gesproken, sloot de bijeenkomst met een har telijk woord van dank aan den spreker. ARROND. RECHTBANK. H KWEKKEBOOM RESTAURATIE ST. BAVO. Op de Rijksbegrooting. hoofdstuk VI (On derwijs. K. en W.) is een bedrag van f 2500 uitgetrokken voor voltooiing van de restau ratie der St. Bavokerk te Haarlem. Donderdag heeft terechtgestaan de gewezen machinist van de op 12 Juni onder de Deen- sche kust gezonken stoomtrawler „De Spaarnestroom". welke machinist ervan ver dacht werd genoemd vaartuig opzettelijk te hebben doen zinken. Getuigen waren de gebroeders Dekker, respectievelijk schipper en stuurman op de trawler, waarvan zij eigenaar waren. Stuur man Dekker verklaarde, dat de machinist kwam vertellen, dat er een defect aan de ma chine was, waarop de schipper had gezegd, dat ze moest gerepareerd worden. Later kwam de machinist vertellen dat het schip zonk. en getuige zag ook, dat er water in het schip stroomde. Getuige weet niet hoe het gegaan is. Pres.: Weet u wat verdachte gezegd heeft? Getuige weet het niet. Heeft u gezegd, dat het schip maar moest zinken? Getuige heeft daar ook niet over ge sproken. Voorts blijkt uit zijn verklaring dat het schip in 1932 gekocht was voor 16.500 en bij Blom en Van der Aa verzekerd voor 20.000. In October 1933 heeft de verzekering aan de eigenaren 5000 uitbetaald, doch getuige be weert. dat hij en zijn broer ieder slechts 1700 ontvangen hebben; verdachte had, vol gens getuige, geen geld ontvangen. Het schip zou tengevolge van het openzet ten van een buitenboordkraan zijn gezonken en verdachte zou die kraan hebben openge draaid, maar getuige zegt, dat hij verdachte daartoe geen last heeft gegeven. De volgende getuige, schipper Dekker, ver klaarde ook, dat hij. toen er water in het schip kwam, niet wist, hoe dat kwam en zeer zeker niet, dat verdachte een kraan had open gezet: hij meende dat er een gat in het schip was gekomen. Tevoren was er een machine defect ontstaan en getuige was van meening dat de machinist het had kunnen herstellen, maar deze bleek daartoe niet in staat. Pres.: Waarom nam u een onbekwamen machinist? Get.: Ik heb hem niet genomen; hij is me gestuurd door den Christelijken Bond. Ook deze getuige ontkent elke opdracht tot of me dewerking aan het tot zinken brengen van het schip te hebben gegeven. De heer Metzelaar, getuige a décharge, ver klaarde, dat een schip niet kan zinken alleen door het openzetten van de bedoelde kraan: wel als de machine kapot is. Wanneer, zooals getuige verklaart, de kraan een halven slag wordt opengezet, volgt, bij een defecte machi ne, ook geen spoedig zinken en blijft er zelfs tijd genoeg over om de kraan weer dicht te draaien. Verdachte verklaarde, dat er een machine defect ontstond, dat volgens hem te herstel len was, maar de machinist sloeg den boel stuk en toen was er geen repareeren meer aan. De machinist zou toen tegen verdachte gezegd hebben: zet de kraan open. „Waarom heb je het gedaan?" vroeg de pre sident. Verdachte: Ik dorst niet te weigeren. Pres.: waarom niet? Verd.: Omdat ze dan later zouden zeggen dat ik niet wilde werken. Pres.: Was je geld beloofd? Verd.: Neen. maar wel had de machinist be loofd, dat ik op een andere schuit, de Rijn stroom zou komen. Voorts zei verdachte, dat de heer P. te IJmuiden, van wien het schip door gebroeders Dekker was gekocht, gezegd zou hebben, dat bij een onderzoek voor den Raad van de Scheepvaart gezegd moest wor den dat er een gat in den bodem was gesla gen. Verdachte beweerde ook niet, dat gebroe ders Dekker hem hadden gelast het schip te doen zinken of dat zij er te voren op gezin speeld hebben en hij was van meening dat alleen tengevolge van het openzetten van de kraan voorzcover zulks door hem was ge schied, het schip niet zou zijn gezonken doch wel drijvende gebleven zou zijn tot de kust bereikt was; hij veronderstelde dat Kuiper, de machinist de kraan verder heeft opengezet cn dat daardoor veel water binnen kon stroo men, omdat van binnen de machine was ont redderd. Hij had bij het openzetten van de kraan niet de bedoeling het schip te doen zin ken; bovendien wist hij niet dat het schip verzekerd was en bij hem zat dus niet de be doeling voor de eigenaars van het schip te bevoordeelen en zichzelf evenmin; hij had slechts gehoorzaamd aan het bevel van zijn chef. De president vroeg nog of er geen ontplof fing op het schip is geweest, nadat de beman ning het verlaten had. waarop verdachte antwoordde, dat dit inderdaad het geval is geweest; de ontploffing geschiedde waar carbid was. De Officier van justitie requisitoir nemen de. zei, dat wel nooit het volle licht zal schij nen over het vergaan van de Spaarnestroom. De gebroeders Dekker houden zich geheel van den domme evenals de machinist: de eenige, die is gaan praten, is verdaehte, doch het is niet te zeggen in hoeverre hij waarheid spreekt. Vast staat echter wel, dat het schip tot zinken is gebracht. Het was een oude schuit, die voor veel geld verkocht was en nog voor meer verzekerd. De eigenaren had den er financieel belang bij dat ze verging en de verzekering dan betaalde. Bewezen achtte spreker ook. dat verdachte de hand heeft gehad in het tot zinken brengen van het schip, maar het is niet aan te nemen, dat hij dit eigener beweging heeft gedaan. Ei- moeten dus meer schuldigen zijn. waarmee de Officier bij zijn eisch rekening wil houden; verdachte moet niet te zwaar gestraft wor den. De eisch luidde: een jaar gevangenis straf. De verdediger Mr. A. Beets, was van oor deel, dal niet in de eerste plaats verdachte in de beklaagdenbank moest zitten: er zijn er, die meer schuldig zijn dan hij. Voorts achtte pleiter niet bewezen, dat verdachte het schip tot zinken had gebracht; door anderen moe ten handelingen verricht zijn, welke het zin ken ten gevolge hadden. Bovendien beoogde verdachte geen voordeel voor zich of voor anderen, zoodat van winstbejag niet gespro ken kan worden. Op grond hiervan vroeg pleiter vrijspraak. Uitspraak in al deze zaken op 4 October. FLESSCHENTREKKERIJ. Indertijd was het een winstgevend en tot op zekere hoogte ongevaarlijk bedrijf om goederen te koopen en niet- te betalen; den benadeelden stond geen ander rechtsmiddel ten dienste, dan een civiel proces, wat meer schade dan voordeel opleverde, want de lies- 1 OCTOBER a.«. Vraagt prospectus en DANSCOURANT. Spreekuur van 7 tot 10 uur 'savonds. (Adv. Ingez. Med.) schentrekkers, zooals die „kooplieden" in den volksmond genoemd werden, droegen zorg, dat op hen niets te verhalen viel Een berucht lid van dat flesschentrekkers- gilde was ook een zeker persoon uit de ge meente Velsen. Herhaaldelijk werd in de dag bladen tegen de praktijken van dat heer ge waarschuwd, maar toch slaagde hij er tel kens weer in, leveranciers te bewegen hem goederen te leveren. Eenige jaren geleden heeft men echter aan het wetboek van strafrecht een artikel toege voegd, waarbij het als bedrijf „koopen en niet betalen" werd strafbaar gesteld en daar door werd voor een goed deel een einde aan de flesschentrekkerij gemaakt, want heeren fles- schentrekkers hadden er een broertje aan dood de gevangenis in te gaan. Niettemin probeerde de man uit Velsen het nog wel eens of hij tusschen de mazen kon doorkruipen en hij liet het bedrijf niet geheel varen. Nu moest hij echter ondervinden, dat de mazen van het net klein waren, want hij had zich voor flesschentrekkerij voor de recht bank te verantwoorden, Uit het getuigenverhoor bleek, dat hij bij een koopman te Nijmegen een pak thee, bij een fabrikant te Kuilenburg 500 sigaren en bij iemand te Heerlen een partij corsetten had besteld, dit alles was hem geleverd, maar be taling kwam niet, behalve van de corsetten. Van die partij had hij er zes gehouden en die waren later betaald. De verdachte stelde zich aan als iemand, die aan geheugenverlies lijdt; hij wist van die bestellingen niets af en hij had de bestel- kaarten met zijn „firmanaam" ook niet ge schreven; hij zei niet te kunnen schrijven. Toen de sigaren ter sprake kwamen; vroeg Mr. Raedt, de rechter, of verdachte altijd zijn si garen bij 500 tegelijk kocht; verdachte zei, dat hij niet rookte. Zijn geheugenzwakte ging zoo ver, dat hij den majoor der rijksveldwacht. die hem verhoord had, niet herkende, hij had den majoor nooit gezien, beweerde hij. De officier liet zich door de zwakzinnigheid niet verteederen, hij herinnerde er aan, hoe slecht verdachte bekend stond en was van oor deel, dat nu de wet de flesschentrekkers straf baar stelt, een strenge straf voor dezen vete raan in het vak op haar plaats is. waarom een jaar gevangenisstraf wei-d geëischt. WONINGBOUW ZONDER VERGUNNING TE ZANDVOORT Indertijd is er reeds melding van gemaakt, dat een bouwer te Zandvoort met den bouw van een woning was begonnen zonder de ver- eischte vergunning van B. en W. Toen hem dit door den gemeenteopzïchter verboden werd begaf hij zich naar wethouder Siegers, die toen mondeling permissie gaf om met den bouw door te gaan. maar de politie maakte proces verbaal op en de bouwer werd door den kan tonrechter veroordeeld tot f 150 boete. Van dit vonnis kwam hij in appèl en Donderdag dien de de zaak voor de rechtbank. Als getuigen werden gehoord de heer Vreman, opzichter. Zwiers, architect, Paap. uitvoerder en Siegers, wethouder. De heer Zwiers verklaarde, dat het in Zandvoort niet ongebruikelijk was. dat er bij den bouw van woningen van de bepalin gen der bouwvergunningen werd afgeweken, hetgeen de heer Siegers niet beaamde. De heer Paap verklaarde, dat vóór het ver- leenen der vergunning met den bouw was be gonnen, maar dat op last van den opzichter, den heer Hollenberg. gestopt moest worden. Getuige is toen naar den wethouder, den heer Siegers gegaan en deze heeft gezegd, dat met den bouw voortgegaan kon worden. De heer Siegers erkende dit, hij wist dat de bouwer vergunning had aangevraagd en deze vergunning zou hem ook verleend wor den, omdat hij, getuige, ervoor was. terwijl hij er eveneens van overtuigd was, dat de an dere wethouder, de heer Molenaar, toestem ming zou geven; zij vormden de meerderheid in het college van B. en W. zoodat de vergun ning verzekerd was, ook al zou de burgemees ter er tegen zijn. De president merkt op. dat de heer Siegers alleen zeker kan zijn van zijn eigen stem, niet van die van den heer Mole naar. zoodat zijn beslissing praematuur was en bovendien: één, zelfs twee wethouders vor men nog niet het college van B. en W„ zoodat de heer Siegers geen toestemming tot den bouw had mogen geven en kunnen geven. De Officier van Justitie wil wel aannemen, dat de bouwer aan de autoriteit van den heer Siegers geloofde, maar hij wist toch, dat er vergunning moest zijn van B. en W. en die was er niet, zoodat hij strafbaar is, al is de heer Siegers moreel aansprakelijk voor die over treding. De officier vraagt bevestiging van het vonnis. Wat geschonden werd, is hersteld. Eenige maanden geleden schreven wij over de restauratie van de Bakenesserkerk. Nu de kerk bijna gereed is gekomen zijn de histori sche bijzonderheden en de wijze waarop men de restauratie heeft uitgevoerd, wel van be- teekenis. De Bakenesserkerk is vermoedelijk in het midden van de 13de eeuw door Graaf Willem II als zijn huiskapel bij het Graves teen ge sticht De kapel, toen O. L. V. kapel had een anderen vorm dan thans, welke is niet meer na te gaan. De meening als zou de Noordbeuk langs de Vrouwesteeg geheel uit het begin der 17de eeuw dateeren is foutief gebleken, om dat achter de tegenwoordig in deze steeg zichtbare 17de eeuwsche steenen oud muur werk is gevonden en raamvormen zijn aange troffen. die er op wijzen dat de Noordmuur van ouderen datum is dan de 17de eeuw. In 1577 werd de kerk voor den hervormden eeredienst bestemd. Na deze verandering van bestemming zal de Noordgevel veranderd en aangevuld zijn met de poorten in Oost- en Noordgevel. De inrichting met een preekstoel, de 3 gebeeldhouwde tochtportalen en de eiken lambrizeering, stammen blijkens de Renais sance vormen en een jaartal 1620 in den preekstoelook uit het begin van de 17e eeuw. Sindsdien zijn geen belangrijke sommen aan onderhoud en vernieuwing besteed. Al leen de bekapping en het houten gewelf op de Zuidbeuk is in het einder van de 18de eeuw gedeeltelijk vernieuwd. De kosterij omstreeks 1620 tegen de kerk gebouwd, verkeerde in 1929 in zeer bouwvaili- gen staat, terwijl de kerk aan de zijde van de kosterij ernstige verzakkingen vertoonde. De algemeene staat waarin de kerk verkeerde, maakte een algeheele grondige herziening noodzakelijk. In Juni 1930 werd met restauratie van de kosterij aangevangen. Na gedeeltelijke stoo ping van de kosterij werd de Westmuur van de kerk bereikbaar en kon een onderzoek in gesteld worden naar de verzakkingsoorzaker. van de kerk. De verzakking bleek een gevolg te zijn van een totaal verrotte fundeering zoodat onmiddellijk ingrijpen geboden was. Het Westelijk zakkende gedeelte van de kerk is in 1930 na overleg met het Rijksbureau voor de Monumentenzorg onmiddellijk ondervan gen door het maken van een 5 Meter diepe betonfundeering. Subsidie van Rijkswege werd voor deze werkzaamheden toegezegd. Ook Provinciaal en Gemeentebestuur zegden gel- deliiken steun toe. Ter uitvoering van deze werkzaamheden was het. noodzakelijk het gebruik van de kerk tijdelijk te staken. Het resultaat, van verdere onderzoekingen was van dien aard. dat, een algeheel restaura tieplan werd opgemaakt. In deze restauratie werd ook het interieur betrokken, in de eer- Betaling Abonnementsgeld per Vv jj verzoeken onzen abonnés diegewoon zijn per postgiro hun abonnementsgeld te vol doen vriendelijk, dit niet uit te stellen tot het nieuwe kwartaal is aangevangen.Zij besparen zichzelf daardoor den last van het aanbieden der kwitanties en ons de moeite van het incasseeren. DE ADMINISTRATIE. ste plaats omdat de staat, waarin dat in deni loop der jaren was komen te verkeeren, vrij bedroevend was. In de tweede plaats omdat de opstelling der zitplaatsen Noord-Zuid (zoodat het auditorium naar do sterk met. ramen door broken zuidgevel keek) foutief was. Bij de uitvoering bleken de woggebouwdö gedeelten van de kap zoo Plecht te zijn. dat het een wonder is. dat deze is blijven staan. De kolommen in de kerk waren met een dikke witsellaag bekleed, gescheurd en ontzet, evenals de buitenmuren, de ramen waren lek, baksteen en natuursteen verweerd, de afdek king van steunbeeren van het koor geheel verdwenen. Van de goten had men in de 13da eeuw bij de kapherstelling maar wat gemaakt. De houten vloer in de kerk (van den oorspron- kelijken zerkenvloer was maar een enkel stuk meer te vinden) was grootendeels vermolmd, de eiken wandbetlmmering voor de onderste helft vergaan. Van het stergewelf in het bo- venportaal was nog slechts een klein frag ment over. weggestopt achter een in de 18de eeuw gemaakt zoldertje. Het gebouw vertoont thans een geheel an der beeld. Door het torenportaal binnengaand ontwaart men thans een nieuw stergewelf, steunende op 4 gebeeldhouwde figuren die onder dikke witsellagen zijn uitgepeld. De vloer bestaat uit oude zerken Als men de zuidbeuk binnen komt door een oude gesne den eiken deur blijkt de preekstoel thans op gesteld te zijn in de as daarvan, zoodat de kerk. zooals oorpronkelijk het geval was in de lengte-richting besproken wordt. Een rij forsche kolommen van afwisselende lagen bak. en bergsteen geven het interieur een prachtig aanzien. De banken zijn in ver band met de andere wijze van bespreken van plaats veranderd. Bovendien is een uit de voormalige Janskerk afkomstige regeerings- bank in de Noordbeuk geplaatst Door de ko peren lichtkronen uit de Janskerk met del aanwezige verhangen kronen te vereenigen, is voor bijzondere gelegenheden de oude, stemmige kaarsverlichting mogelijk. Boven dien is een verlichting met electrische schijn werpers voor gewoon gebruik geïnstalleerd. Het oude orgel Is vereenigd met dat uit de Janskerk en geheel omgebouwd cn van elec trische aandrijving voorzien. Het. fraaie Lod. XV orgelfront uit de Janskerk omsluit het eri vormt met den preekstoel en doophek een groote groep aan den Westkant van het In- ter ieur. Tegen de Zuidzijde van de kerk is een stook- gebouwtje geplaatst, van waaruit de kerk met heete lucht verwarmd wordt. Het verwar mingssysteem kan 's zomers ook als ventila- tiestelsel dienen. De kerk die ongeveer 650 plaatsen heeft wordt 27 September weer in gebruik genomen. Bijeenkomst ,Kerk en Vrede". Ds. J. M. Leendertz over „Oorlog en rassen vraagstuk". Donderdagavond zijn in het Remonstran tenhuis aan de Wilhelminastraat de bijeen komsten van „Kerk en Vrede" weer begonnen. Voor deze eerste bijeenkomst trad de voor zitter, Ds. J. M. Leendertz, als spreker op over het onderwerp: „Oorlog en rassenvraagstuk". Nadat de predikant eenige verzen I Corin- the 12 had voorgelezen en in gebed was voor gegaan. ontwikkelde hij de volgende drie stel lingen: 1. De rassentegenstellingen 2ijn er. Zij spelen een rol in het huidige volkeren leven en werken als prikkels tot den oorlog. 2. De rassentegenstellingen, die er zijn, te vergrooten door het aannemen van een su- perioriteitshouding of door de theorie te ver kondigen. dat bepaalde rassen de roeping hebben, andere rassen te overheerschen. brengt de toekomst der menschheïd in het grootste gevaar. 3. Als Christenen hebben wij de roeping, den weg te banen tot verzoening der rassen. De rassentegenstellingen zijn er. aldus spreker; we hebben die te aanvaarden als een van God gegeven werkelijkheid. Er be staat overal een geweldige verscheidenheid. In onze eigen omgeving is al te zien. hoe ver schillend men van temperament Ls. Reeds op school begint het; de eenc school staat vaak vijandig tegenover de andere. Hier reeds kleine verschillen, die tot geweldige conflic ten kunnen leiden. Men kan dus begrijpen hoe groot de diepgaande conflicten van de verschillende rassen zijn. Groot is het aantal ras-verschillen. Vooral voelt men dit wanneer men als eenling woont en leeft te midden van een ander ras. Dat heeft o.a. ook Schweitzer ondervonden.. Waar menschen van verschil lende rassen samenleven, komen altijd moei lijkheden en conflicten voor. Men heeft eigenlijk nog nooit een middel gevonden, dat precies de scheidingslijn tus schen de verschillende rassen aangeeft. De meest sprekende scheidingslijn acht men de kleur der rassen; er zijn blanke, roode. bruine, gele en zwarte rassen. Maar er zijn er natuur lijk nog veel meer, dan de kleuren aangeven. Bestaat niet het blanke ras weer uit verschil lenden rassen? Wanneer elk ras afzonderlijk leeft, dan bestaan de verschillen wel. maar dan komen zij niet tot uiting. Sinds het blanke ras zeven achtste van de wereld be- dienen uiterlijk Dinsdagsavonds betaald té zijn. daar de bezorgers op Woensdag afre kenen. DE ADMINISTRATIE. heerscht. is dat anders geworden. Het was een daad van moed van de Europe anen. om de oceanen over te steken en in vreemde landen koloniën te stichten. Die ge weldige stroom van Europeesche expansie heeft echter een even grooten tegenstroom verwekt. Dat is eeuwenlang een onderzeesche tegenstroom geweest, die nu in de laatste 25 jaren al meer naar boven komt en zich in allerlei vormen van ras-verbittering uit. De eerbied van de gekleurde rassen tegenover het blanke ras is vooral ook door den wereld oorlog belangrijk gedaald. Hierdoor ontston den de eischen: Afrika voor de Afrikanen, Azië voor de Aziaten, enz. Behalve de economische kwesties werken ook andere elementen mee. om den rassen haat te doen voortduren, zooals bijv. nationa liteitsgevoel. superioriteitswaan en vechtlust. Wanneer de volkeren elkaar verstonden, zouden de kwesties gemakkelijk tot oplossing kunnen worden gebracht. De rastegenstellin gen zijn op het oogenblik de teere plekken in deze wereld. Het gevoel van een kleurling, altijd en over al achteraf te worden gezet, werkt natuurlijk ontzettend door. Spreker noemde eenige staaltjes om te laten begrijpen, hoe groot daarvoor de angst van den kleurling is. Als hij in een hotel of in een postkantoor langer moet wachten, dan de blanken, dan krijgt hij dadelijk het gevoel, achteraf gezet te wor den. Het Christelijk ideaal is. dat het eene volk zich niet boven het andere mag verheffen. Het is als het menschelijk lichaam, dat uit zooveel verschillende deelen bestaat. Elk deel doet zijn eigen werk: het eene kan zich niet boven het andere verheffen. Ze vormen te zamen het lichaam. Men moet zich voelen als een deel van het geheel. Er is één God boven alles en allen. Hij is de grondslag voor de eenheid. Als men denkt aan een Duitschen. Engelschen of an deren God. dat laat men den almachtigen God los. Wanneer iemand, aldus eindigde Ds. Leendertz. de verheerlijking van een ras op den voorgrond stelt, dan werkt hij mee tot ontreddeling van de gansche samenleving. Na de pauze had een gedachtenwisseling I plaats.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9