WEEKABONNEMENTEN
5
DANSSCHOOL
NIEUWE GRACHT 98
Aanvang der lessen
Het zinken van de
Spaarnestroom.
Bakenesserkerk is gerestaureerd.
postgirodienst
VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1934
H A A R E E M'S DAGBLAD
Het Gymnasiaal en Middel
baar Onderwijs en de wet.
Lezing van Dr. De Groot.
In een enthousiast en overtuigend voor
gedragen rede heeft dr. W. F. de Groot, di
recteur van de Dalton H. B. S. in Den Haag.
Donderdagavond in de H.B.S. A aan de Zijl
vest gesproken over „De Wet en de Vernieu
wing van het Middelbaar en Gymnasiaal On
derwijs" tijdens de tentoonstelling „Het Mid
delbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs
en de veranderende Maatschappij".
Spr. betoogde, dat het Nederlandsoh On
derwijs. dat wat betreft de resultaten aan de
spits staat van alle onderwijs, iwat onom
wonden wordt verklaard door buitenlandscim
autoriteiten, die een studie van ons onderwijs
hebben gemaaktdie vooraanstaande plaats
voor onderwijs en opvoeding slechts kunnen
behouden, wanneer de leeraren het conserva
tisme afzweren. De critiek, die hij er op uil-
oefent, heeft de bedoeling ieder opmerkzaam
te maken op het gevaar voor verstarring. Spr
wil de leeraren toeroepen: weest geen vakge
leerde. ziet uw vak in het verband met de to
taliteit der opvoeding, bevrijdt u van vak-
chauvinisme, bezint u op de vraag, wat gij
beoogt met uw enderwijs! Zijn critiek moet
niet beschouwd worden als een geringschat
ting van het onderwijs, de methoden en de
leeraren. Maar het wordt tijd de bake_ns te
verzetten en te letten op den afgrond, die er
gaapt tusschen het nieuwe paedagogisch in
zicht en de praktijk van het onderwijs.
Er zijn drie eischen, waarvan in het klassi
kale onderwijs weinig sprake is: dat zijn
differentieering, d.i. dat er meer rekening
wordt gehouden met de individueele aanleg en
belangstelling van den leerling, voorts dat er
opvoeding is tot grootere intellectueele zelf
standigheid (want de leeraar stelt zich teveel
tusschen den leerling en het onderwerp), en
tenslotte de karaktervorming, dat echter
geen leervak is. De vormers zijn zelfstandig
optreden en handelen. De school heeft de
voorwaarde, dat dit binnen haar muren mo
gelijk ls.
Door de wet en de Kon. Besluiten wordt
dit niet uitgesloten. Globaal wordt daarin
slechts aangegeven, wat op school gedoceerd
moet worden, en de wet is geenszins verant
woordelijk voor de dikke leerboeken. De wet
geving Ls soepel, wat blijkt uit het feit. dat
hoewel in de wet met geen woord gerept
wordt van het Lyceum dit instituut toch
bloeit. Maarde mentaliteit en de geest der
lee^ren wordt beheerscht door een bedenke
lijk vakchauvinisme, dat de grond is van alle
kwaad. De leeraren moeten een broederschap
vormen, die als gemeenschappelijke taak
heeft de opvoeding en vorming der jonge
menschen.
In het nieuwe Kon. Besluit wordt een einde
gemaakt aan de „memoriseerarbeid op korten
termijn", omdat voor aardrijkskunde, geschie
denis en staathuishoudkunde geen eindexa
men wordt afgenomen, als de prestaties in de
laatste tijden beneden een bepaalden grens
zijn gebleven. De leerlingen kunnen dan in die
vakken met plezier werken, al kleven daar
evenzeer en juist daar nadeelen aan, omdat,
de leerling, die in zulk een vak geen examen
hoeft te doen, en in het laatste jaar slechts
bezeten is door het probleem: slagen, daar
misschien minder belang bij zal hebben. Ook
letterkunde wordt niet meer gevraagd, wat
volgens spr., een groote zegen is, daar nu aan
het systeem van excerpten maken en het na
bauwen van anderer meenirig over letterkun
dige stroomingen een einde gemaakt is.
Spr. denkt zich het volgende leerplan in,
waarbij hij uitgaat van deze verdeeling in
schooltypen, nl. gymnasium, H.B.S. B me*,
wis en natuurkunde en H.B.S., de maatschap-
pijschool.
Er moeten zijn kernvakken, de vakken, die
de school karakteriseeren. dus oude talen voor
gymnasia, enz. Daarbij komen hoofdvakken,
waaraan geen leerling zich kan onttrekken
zooals Nederlandsch..en de moderne talen, en.
maar dan anders geregeld dan nu licha
melijke opvoeding. Voorts keuzevakken, waar
uit de leerling een keuze moet doen (bijv. uit
breiding der kernvakken) en facultatieve
vakken, waaruit de leerling en keuze kan
doen. en alleen te doceren als er ge
schikte leerkrachten voor zijn te vin
den. De differentieering is hiermede ver
klaard.
Door de invoering van kern- en keuzevak
ken wordt de zelfstandigheid al bevorderd.
Uitvoerig besprak dr. de Groot hier het ar-
beidsonderwijs, waaraan het gevaar kleeft
dat de leerling het idee krijgt, dat hij niet
genoeg leert. Dit moreele effect, ook al is
het idee niet juist, mag niet worden onder
schat. Bovendien is het leiden van het
klassegespjrek" moeilijk, terwijl er gevaar
bestaat voor ..doorredeneeren".
De Daltonmethode voert veel zelfstandig
heid in. Het voornaamste beginsel hiervan is
vrijheid om te studeeren overeenkomstig de
geaardheid, dus de vrijheid tot zelfwerkzaam
heid. Dit schept de Daltonmethode door op-/
heffing van een gedeelte van het klassikale
onderwijs, door gedurende enkele uren gele
genheid te geven tot vrije studie. In aard en
wezen keert zich de Daltonmethode tegen
overdreven memoriseeren. Zij verlangt van
den leeraar. dat hij zijn domineerende plaats
opgeeft. Praktisch kan elke HB.S. in een Dal
toninstituut worden veranderd. Maar....
alle leeraren moeten er aan meedoen, om
dat zij allen beschikbaar moeten zijn in de
„vrije uren". Wel moeten er uitgebreide leer
lingen-bibliotheken zijn. Spr. heeft zeer
gunstige resultaten gehad met het Dalton
onderwijs.
De karaktervorming wordt reeds bevorderd
als de leerling zelfstandigheid heeft. In de
Daltonuren bestaat er op school een groote
gemeenschap. Die uren zijn bij uitstek ge
schikt den leerlingen te leeren subjectieve
neigingen te onderdrukken en zelftucht te
leeren. De leerling ontwikkelt zich
van individu tot persoon.
Spr. besloot met te zeggen, dat de wet. zoo
als bleek, geenerlei belemmeringen in den weg
legt. Het wordt hoog tijd aan den slag te
gaan, De groote doorbraak moet echter komen
van de jongeren.
Na afloop van deze rede stelden sommige
aanwezigen eenige vragen, die door dr. de
Groot werden beantwoord.
Drs. Gorter, die een welkomstwoord had
gesproken, sloot de bijeenkomst met een har
telijk woord van dank aan den spreker.
ARROND. RECHTBANK.
H KWEKKEBOOM
RESTAURATIE ST. BAVO.
Op de Rijksbegrooting. hoofdstuk VI (On
derwijs. K. en W.) is een bedrag van f 2500
uitgetrokken voor voltooiing van de restau
ratie der St. Bavokerk te Haarlem.
Donderdag heeft terechtgestaan de gewezen
machinist van de op 12 Juni onder de Deen-
sche kust gezonken stoomtrawler „De
Spaarnestroom". welke machinist ervan ver
dacht werd genoemd vaartuig opzettelijk te
hebben doen zinken.
Getuigen waren de gebroeders Dekker,
respectievelijk schipper en stuurman op de
trawler, waarvan zij eigenaar waren. Stuur
man Dekker verklaarde, dat de machinist
kwam vertellen, dat er een defect aan de ma
chine was, waarop de schipper had gezegd,
dat ze moest gerepareerd worden. Later kwam
de machinist vertellen dat het schip zonk. en
getuige zag ook, dat er water in het schip
stroomde. Getuige weet niet hoe het gegaan is.
Pres.: Weet u wat verdachte gezegd heeft?
Getuige weet het niet.
Heeft u gezegd, dat het schip maar moest
zinken? Getuige heeft daar ook niet over ge
sproken.
Voorts blijkt uit zijn verklaring dat het
schip in 1932 gekocht was voor 16.500 en bij
Blom en Van der Aa verzekerd voor 20.000.
In October 1933 heeft de verzekering aan de
eigenaren 5000 uitbetaald, doch getuige be
weert. dat hij en zijn broer ieder slechts
1700 ontvangen hebben; verdachte had, vol
gens getuige, geen geld ontvangen.
Het schip zou tengevolge van het openzet
ten van een buitenboordkraan zijn gezonken
en verdachte zou die kraan hebben openge
draaid, maar getuige zegt, dat hij verdachte
daartoe geen last heeft gegeven.
De volgende getuige, schipper Dekker, ver
klaarde ook, dat hij. toen er water in het
schip kwam, niet wist, hoe dat kwam en zeer
zeker niet, dat verdachte een kraan had open
gezet: hij meende dat er een gat in het schip
was gekomen. Tevoren was er een machine
defect ontstaan en getuige was van meening
dat de machinist het had kunnen herstellen,
maar deze bleek daartoe niet in staat.
Pres.: Waarom nam u een onbekwamen
machinist?
Get.: Ik heb hem niet genomen; hij is me
gestuurd door den Christelijken Bond. Ook
deze getuige ontkent elke opdracht tot of me
dewerking aan het tot zinken brengen van
het schip te hebben gegeven.
De heer Metzelaar, getuige a décharge, ver
klaarde, dat een schip niet kan zinken alleen
door het openzetten van de bedoelde kraan:
wel als de machine kapot is. Wanneer, zooals
getuige verklaart, de kraan een halven slag
wordt opengezet, volgt, bij een defecte machi
ne, ook geen spoedig zinken en blijft er zelfs
tijd genoeg over om de kraan weer dicht te
draaien.
Verdachte verklaarde, dat er een machine
defect ontstond, dat volgens hem te herstel
len was, maar de machinist sloeg den boel
stuk en toen was er geen repareeren meer
aan. De machinist zou toen tegen verdachte
gezegd hebben: zet de kraan open.
„Waarom heb je het gedaan?" vroeg de pre
sident.
Verdachte: Ik dorst niet te weigeren.
Pres.: waarom niet?
Verd.: Omdat ze dan later zouden zeggen
dat ik niet wilde werken.
Pres.: Was je geld beloofd?
Verd.: Neen. maar wel had de machinist be
loofd, dat ik op een andere schuit, de Rijn
stroom zou komen. Voorts zei verdachte, dat
de heer P. te IJmuiden, van wien het schip
door gebroeders Dekker was gekocht, gezegd
zou hebben, dat bij een onderzoek voor den
Raad van de Scheepvaart gezegd moest wor
den dat er een gat in den bodem was gesla
gen.
Verdachte beweerde ook niet, dat gebroe
ders Dekker hem hadden gelast het schip te
doen zinken of dat zij er te voren op gezin
speeld hebben en hij was van meening dat
alleen tengevolge van het openzetten van de
kraan voorzcover zulks door hem was ge
schied, het schip niet zou zijn gezonken doch
wel drijvende gebleven zou zijn tot de kust
bereikt was; hij veronderstelde dat Kuiper, de
machinist de kraan verder heeft opengezet
cn dat daardoor veel water binnen kon stroo
men, omdat van binnen de machine was ont
redderd. Hij had bij het openzetten van de
kraan niet de bedoeling het schip te doen zin
ken; bovendien wist hij niet dat het schip
verzekerd was en bij hem zat dus niet de be
doeling voor de eigenaars van het schip te
bevoordeelen en zichzelf evenmin; hij had
slechts gehoorzaamd aan het bevel van zijn
chef.
De president vroeg nog of er geen ontplof
fing op het schip is geweest, nadat de beman
ning het verlaten had. waarop verdachte
antwoordde, dat dit inderdaad het geval is
geweest; de ontploffing geschiedde waar carbid
was.
De Officier van justitie requisitoir nemen
de. zei, dat wel nooit het volle licht zal schij
nen over het vergaan van de Spaarnestroom.
De gebroeders Dekker houden zich geheel van
den domme evenals de machinist: de eenige,
die is gaan praten, is verdaehte, doch het is
niet te zeggen in hoeverre hij waarheid
spreekt. Vast staat echter wel, dat het schip
tot zinken is gebracht. Het was een oude
schuit, die voor veel geld verkocht was en
nog voor meer verzekerd. De eigenaren had
den er financieel belang bij dat ze verging
en de verzekering dan betaalde. Bewezen
achtte spreker ook. dat verdachte de hand
heeft gehad in het tot zinken brengen van
het schip, maar het is niet aan te nemen, dat
hij dit eigener beweging heeft gedaan. Ei-
moeten dus meer schuldigen zijn. waarmee
de Officier bij zijn eisch rekening wil houden;
verdachte moet niet te zwaar gestraft wor
den. De eisch luidde: een jaar gevangenis
straf.
De verdediger Mr. A. Beets, was van oor
deel, dal niet in de eerste plaats verdachte in
de beklaagdenbank moest zitten: er zijn er,
die meer schuldig zijn dan hij. Voorts achtte
pleiter niet bewezen, dat verdachte het schip
tot zinken had gebracht; door anderen moe
ten handelingen verricht zijn, welke het zin
ken ten gevolge hadden. Bovendien beoogde
verdachte geen voordeel voor zich of voor
anderen, zoodat van winstbejag niet gespro
ken kan worden. Op grond hiervan vroeg
pleiter vrijspraak.
Uitspraak in al deze zaken op 4 October.
FLESSCHENTREKKERIJ.
Indertijd was het een winstgevend en tot
op zekere hoogte ongevaarlijk bedrijf om
goederen te koopen en niet- te betalen; den
benadeelden stond geen ander rechtsmiddel
ten dienste, dan een civiel proces, wat meer
schade dan voordeel opleverde, want de lies-
1 OCTOBER a.«.
Vraagt prospectus en DANSCOURANT.
Spreekuur van 7 tot 10 uur 'savonds.
(Adv. Ingez. Med.)
schentrekkers, zooals die „kooplieden" in den
volksmond genoemd werden, droegen zorg, dat
op hen niets te verhalen viel
Een berucht lid van dat flesschentrekkers-
gilde was ook een zeker persoon uit de ge
meente Velsen. Herhaaldelijk werd in de dag
bladen tegen de praktijken van dat heer ge
waarschuwd, maar toch slaagde hij er tel
kens weer in, leveranciers te bewegen hem
goederen te leveren.
Eenige jaren geleden heeft men echter aan
het wetboek van strafrecht een artikel toege
voegd, waarbij het als bedrijf „koopen en
niet betalen" werd strafbaar gesteld en daar
door werd voor een goed deel een einde aan de
flesschentrekkerij gemaakt, want heeren fles-
schentrekkers hadden er een broertje aan dood
de gevangenis in te gaan.
Niettemin probeerde de man uit Velsen het
nog wel eens of hij tusschen de mazen kon
doorkruipen en hij liet het bedrijf niet geheel
varen. Nu moest hij echter ondervinden, dat
de mazen van het net klein waren, want hij
had zich voor flesschentrekkerij voor de recht
bank te verantwoorden,
Uit het getuigenverhoor bleek, dat hij bij
een koopman te Nijmegen een pak thee, bij
een fabrikant te Kuilenburg 500 sigaren en bij
iemand te Heerlen een partij corsetten had
besteld, dit alles was hem geleverd, maar be
taling kwam niet, behalve van de corsetten.
Van die partij had hij er zes gehouden en
die waren later betaald.
De verdachte stelde zich aan als iemand,
die aan geheugenverlies lijdt; hij wist van die
bestellingen niets af en hij had de bestel-
kaarten met zijn „firmanaam" ook niet ge
schreven; hij zei niet te kunnen schrijven.
Toen de sigaren ter sprake kwamen; vroeg Mr.
Raedt, de rechter, of verdachte altijd zijn si
garen bij 500 tegelijk kocht; verdachte zei, dat
hij niet rookte. Zijn geheugenzwakte ging zoo
ver, dat hij den majoor der rijksveldwacht.
die hem verhoord had, niet herkende, hij had
den majoor nooit gezien, beweerde hij.
De officier liet zich door de zwakzinnigheid
niet verteederen, hij herinnerde er aan, hoe
slecht verdachte bekend stond en was van oor
deel, dat nu de wet de flesschentrekkers straf
baar stelt, een strenge straf voor dezen vete
raan in het vak op haar plaats is. waarom een
jaar gevangenisstraf wei-d geëischt.
WONINGBOUW ZONDER VERGUNNING
TE ZANDVOORT
Indertijd is er reeds melding van gemaakt,
dat een bouwer te Zandvoort met den bouw
van een woning was begonnen zonder de ver-
eischte vergunning van B. en W. Toen hem
dit door den gemeenteopzïchter verboden werd
begaf hij zich naar wethouder Siegers, die toen
mondeling permissie gaf om met den bouw
door te gaan. maar de politie maakte proces
verbaal op en de bouwer werd door den kan
tonrechter veroordeeld tot f 150 boete. Van dit
vonnis kwam hij in appèl en Donderdag dien
de de zaak voor de rechtbank. Als getuigen
werden gehoord de heer Vreman, opzichter.
Zwiers, architect, Paap. uitvoerder en Siegers,
wethouder. De heer Zwiers verklaarde, dat het
in Zandvoort niet ongebruikelijk was. dat er
bij den bouw van woningen van de bepalin
gen der bouwvergunningen werd afgeweken,
hetgeen de heer Siegers niet beaamde.
De heer Paap verklaarde, dat vóór het ver-
leenen der vergunning met den bouw was be
gonnen, maar dat op last van den opzichter,
den heer Hollenberg. gestopt moest worden.
Getuige is toen naar den wethouder, den heer
Siegers gegaan en deze heeft gezegd, dat met
den bouw voortgegaan kon worden.
De heer Siegers erkende dit, hij wist dat
de bouwer vergunning had aangevraagd en
deze vergunning zou hem ook verleend wor
den, omdat hij, getuige, ervoor was. terwijl
hij er eveneens van overtuigd was, dat de an
dere wethouder, de heer Molenaar, toestem
ming zou geven; zij vormden de meerderheid
in het college van B. en W. zoodat de vergun
ning verzekerd was, ook al zou de burgemees
ter er tegen zijn. De president merkt op. dat
de heer Siegers alleen zeker kan zijn van zijn
eigen stem, niet van die van den heer Mole
naar. zoodat zijn beslissing praematuur was
en bovendien: één, zelfs twee wethouders vor
men nog niet het college van B. en W„ zoodat
de heer Siegers geen toestemming tot den
bouw had mogen geven en kunnen geven.
De Officier van Justitie wil wel aannemen,
dat de bouwer aan de autoriteit van den heer
Siegers geloofde, maar hij wist toch, dat er
vergunning moest zijn van B. en W. en die was
er niet, zoodat hij strafbaar is, al is de heer
Siegers moreel aansprakelijk voor die over
treding. De officier vraagt bevestiging van het
vonnis.
Wat geschonden werd, is hersteld.
Eenige maanden geleden schreven wij over
de restauratie van de Bakenesserkerk. Nu de
kerk bijna gereed is gekomen zijn de histori
sche bijzonderheden en de wijze waarop men
de restauratie heeft uitgevoerd, wel van be-
teekenis.
De Bakenesserkerk is vermoedelijk in het
midden van de 13de eeuw door Graaf Willem
II als zijn huiskapel bij het Graves teen ge
sticht De kapel, toen O. L. V. kapel had een
anderen vorm dan thans, welke is niet meer
na te gaan. De meening als zou de Noordbeuk
langs de Vrouwesteeg geheel uit het begin der
17de eeuw dateeren is foutief gebleken, om
dat achter de tegenwoordig in deze steeg
zichtbare 17de eeuwsche steenen oud muur
werk is gevonden en raamvormen zijn aange
troffen. die er op wijzen dat de Noordmuur
van ouderen datum is dan de 17de eeuw.
In 1577 werd de kerk voor den hervormden
eeredienst bestemd. Na deze verandering van
bestemming zal de Noordgevel veranderd en
aangevuld zijn met de poorten in Oost- en
Noordgevel. De inrichting met een preekstoel,
de 3 gebeeldhouwde tochtportalen en de eiken
lambrizeering, stammen blijkens de Renais
sance vormen en een jaartal 1620 in den
preekstoelook uit het begin van de 17e eeuw.
Sindsdien zijn geen belangrijke sommen
aan onderhoud en vernieuwing besteed. Al
leen de bekapping en het houten gewelf op
de Zuidbeuk is in het einder van de 18de eeuw
gedeeltelijk vernieuwd.
De kosterij omstreeks 1620 tegen de kerk
gebouwd, verkeerde in 1929 in zeer bouwvaili-
gen staat, terwijl de kerk aan de zijde van de
kosterij ernstige verzakkingen vertoonde. De
algemeene staat waarin de kerk verkeerde,
maakte een algeheele grondige herziening
noodzakelijk.
In Juni 1930 werd met restauratie van de
kosterij aangevangen. Na gedeeltelijke stoo
ping van de kosterij werd de Westmuur van
de kerk bereikbaar en kon een onderzoek in
gesteld worden naar de verzakkingsoorzaker.
van de kerk. De verzakking bleek een gevolg
te zijn van een totaal verrotte fundeering
zoodat onmiddellijk ingrijpen geboden was.
Het Westelijk zakkende gedeelte van de kerk
is in 1930 na overleg met het Rijksbureau voor
de Monumentenzorg onmiddellijk ondervan
gen door het maken van een 5 Meter diepe
betonfundeering. Subsidie van Rijkswege werd
voor deze werkzaamheden toegezegd. Ook
Provinciaal en Gemeentebestuur zegden gel-
deliiken steun toe.
Ter uitvoering van deze werkzaamheden
was het. noodzakelijk het gebruik van de kerk
tijdelijk te staken.
Het resultaat, van verdere onderzoekingen
was van dien aard. dat, een algeheel restaura
tieplan werd opgemaakt. In deze restauratie
werd ook het interieur betrokken, in de eer-
Betaling Abonnementsgeld
per
Vv jj verzoeken onzen abonnés
diegewoon zijn per postgiro
hun abonnementsgeld te vol
doen vriendelijk, dit niet uit
te stellen tot het nieuwe
kwartaal is aangevangen.Zij
besparen zichzelf daardoor
den last van het aanbieden
der kwitanties en ons de
moeite van het incasseeren.
DE ADMINISTRATIE.
ste plaats omdat de staat, waarin dat in deni
loop der jaren was komen te verkeeren, vrij
bedroevend was. In de tweede plaats omdat de
opstelling der zitplaatsen Noord-Zuid (zoodat
het auditorium naar do sterk met. ramen door
broken zuidgevel keek) foutief was.
Bij de uitvoering bleken de woggebouwdö
gedeelten van de kap zoo Plecht te zijn. dat
het een wonder is. dat deze is blijven staan.
De kolommen in de kerk waren met een
dikke witsellaag bekleed, gescheurd en ontzet,
evenals de buitenmuren, de ramen waren lek,
baksteen en natuursteen verweerd, de afdek
king van steunbeeren van het koor geheel
verdwenen. Van de goten had men in de 13da
eeuw bij de kapherstelling maar wat gemaakt.
De houten vloer in de kerk (van den oorspron-
kelijken zerkenvloer was maar een enkel stuk
meer te vinden) was grootendeels vermolmd,
de eiken wandbetlmmering voor de onderste
helft vergaan. Van het stergewelf in het bo-
venportaal was nog slechts een klein frag
ment over. weggestopt achter een in de 18de
eeuw gemaakt zoldertje.
Het gebouw vertoont thans een geheel an
der beeld. Door het torenportaal binnengaand
ontwaart men thans een nieuw stergewelf,
steunende op 4 gebeeldhouwde figuren die
onder dikke witsellagen zijn uitgepeld. De
vloer bestaat uit oude zerken Als men de
zuidbeuk binnen komt door een oude gesne
den eiken deur blijkt de preekstoel thans op
gesteld te zijn in de as daarvan, zoodat de
kerk. zooals oorpronkelijk het geval was in de
lengte-richting besproken wordt.
Een rij forsche kolommen van afwisselende
lagen bak. en bergsteen geven het interieur
een prachtig aanzien. De banken zijn in ver
band met de andere wijze van bespreken van
plaats veranderd. Bovendien is een uit de
voormalige Janskerk afkomstige regeerings-
bank in de Noordbeuk geplaatst Door de ko
peren lichtkronen uit de Janskerk met del
aanwezige verhangen kronen te vereenigen,
is voor bijzondere gelegenheden de oude,
stemmige kaarsverlichting mogelijk. Boven
dien is een verlichting met electrische schijn
werpers voor gewoon gebruik geïnstalleerd.
Het oude orgel Is vereenigd met dat uit de
Janskerk en geheel omgebouwd cn van elec
trische aandrijving voorzien. Het. fraaie Lod.
XV orgelfront uit de Janskerk omsluit het eri
vormt met den preekstoel en doophek een
groote groep aan den Westkant van het In-
ter ieur.
Tegen de Zuidzijde van de kerk is een stook-
gebouwtje geplaatst, van waaruit de kerk met
heete lucht verwarmd wordt. Het verwar
mingssysteem kan 's zomers ook als ventila-
tiestelsel dienen.
De kerk die ongeveer 650 plaatsen heeft
wordt 27 September weer in gebruik genomen.
Bijeenkomst ,Kerk en Vrede".
Ds. J. M. Leendertz over „Oorlog en rassen
vraagstuk".
Donderdagavond zijn in het Remonstran
tenhuis aan de Wilhelminastraat de bijeen
komsten van „Kerk en Vrede" weer begonnen.
Voor deze eerste bijeenkomst trad de voor
zitter, Ds. J. M. Leendertz, als spreker op over
het onderwerp: „Oorlog en rassenvraagstuk".
Nadat de predikant eenige verzen I Corin-
the 12 had voorgelezen en in gebed was voor
gegaan. ontwikkelde hij de volgende drie stel
lingen:
1. De rassentegenstellingen 2ijn er. Zij
spelen een rol in het huidige volkeren leven
en werken als prikkels tot den oorlog.
2. De rassentegenstellingen, die er zijn, te
vergrooten door het aannemen van een su-
perioriteitshouding of door de theorie te ver
kondigen. dat bepaalde rassen de roeping
hebben, andere rassen te overheerschen.
brengt de toekomst der menschheïd in het
grootste gevaar.
3. Als Christenen hebben wij de roeping,
den weg te banen tot verzoening der rassen.
De rassentegenstellingen zijn er. aldus
spreker; we hebben die te aanvaarden als
een van God gegeven werkelijkheid. Er be
staat overal een geweldige verscheidenheid. In
onze eigen omgeving is al te zien. hoe ver
schillend men van temperament Ls. Reeds op
school begint het; de eenc school staat vaak
vijandig tegenover de andere. Hier reeds
kleine verschillen, die tot geweldige conflic
ten kunnen leiden. Men kan dus begrijpen
hoe groot de diepgaande conflicten van de
verschillende rassen zijn. Groot is het aantal
ras-verschillen. Vooral voelt men dit wanneer
men als eenling woont en leeft te midden van
een ander ras. Dat heeft o.a. ook Schweitzer
ondervonden.. Waar menschen van verschil
lende rassen samenleven, komen altijd moei
lijkheden en conflicten voor.
Men heeft eigenlijk nog nooit een middel
gevonden, dat precies de scheidingslijn tus
schen de verschillende rassen aangeeft. De
meest sprekende scheidingslijn acht men de
kleur der rassen; er zijn blanke, roode. bruine,
gele en zwarte rassen. Maar er zijn er natuur
lijk nog veel meer, dan de kleuren aangeven.
Bestaat niet het blanke ras weer uit verschil
lenden rassen? Wanneer elk ras afzonderlijk
leeft, dan bestaan de verschillen wel. maar
dan komen zij niet tot uiting. Sinds het
blanke ras zeven achtste van de wereld be-
dienen uiterlijk Dinsdagsavonds betaald té
zijn. daar de bezorgers op Woensdag afre
kenen.
DE ADMINISTRATIE.
heerscht. is dat anders geworden. Het was
een daad van moed van de Europe
anen. om de oceanen over te steken en in
vreemde landen koloniën te stichten. Die ge
weldige stroom van Europeesche expansie
heeft echter een even grooten tegenstroom
verwekt. Dat is eeuwenlang een onderzeesche
tegenstroom geweest, die nu in de laatste 25
jaren al meer naar boven komt en zich in
allerlei vormen van ras-verbittering uit. De
eerbied van de gekleurde rassen tegenover
het blanke ras is vooral ook door den wereld
oorlog belangrijk gedaald. Hierdoor ontston
den de eischen: Afrika voor de Afrikanen,
Azië voor de Aziaten, enz.
Behalve de economische kwesties werken
ook andere elementen mee. om den rassen
haat te doen voortduren, zooals bijv. nationa
liteitsgevoel. superioriteitswaan en vechtlust.
Wanneer de volkeren elkaar verstonden,
zouden de kwesties gemakkelijk tot oplossing
kunnen worden gebracht. De rastegenstellin
gen zijn op het oogenblik de teere plekken
in deze wereld.
Het gevoel van een kleurling, altijd en over
al achteraf te worden gezet, werkt natuurlijk
ontzettend door. Spreker noemde eenige
staaltjes om te laten begrijpen, hoe groot
daarvoor de angst van den kleurling is. Als
hij in een hotel of in een postkantoor langer
moet wachten, dan de blanken, dan krijgt
hij dadelijk het gevoel, achteraf gezet te wor
den.
Het Christelijk ideaal is. dat het eene volk
zich niet boven het andere mag verheffen.
Het is als het menschelijk lichaam, dat uit
zooveel verschillende deelen bestaat. Elk
deel doet zijn eigen werk: het eene kan zich
niet boven het andere verheffen. Ze vormen
te zamen het lichaam.
Men moet zich voelen als een deel van het
geheel. Er is één God boven alles en allen.
Hij is de grondslag voor de eenheid. Als men
denkt aan een Duitschen. Engelschen of an
deren God. dat laat men den almachtigen
God los. Wanneer iemand, aldus eindigde Ds.
Leendertz. de verheerlijking van een ras op
den voorgrond stelt, dan werkt hij mee tot
ontreddeling van de gansche samenleving.
Na de pauze had een gedachtenwisseling
I plaats.