DE DAAD van HETGESPREKVAN Ons eigen land. DINSDAG 2 OCTOBER 1934 HAARLEM'S DAGBLAD 7 SCHILDERKUNST EERE-TENTOONSTELLINC H. VAN STEENWIJCK in hef Frans Halsmuseum. Maandagmiddag werd voor een keur van vrienden en vereerders deze tentoonstelling met een toespraak van dr J. D. Bierens de Haan uit Aerdenhout geopend. Spreker wees op het jeugdig élan en den optimistischen le venskijk van dezen zeventigjarige, wien het thans gegeven is een belangrijk deel van zijn levenswerk te overzien. Zijn groote liefde voor de natuur heeft hem .jong gehouden, zoodat hij. met zijn grijze haren jonger van wezen gebleven is dan menig veertiger door wiens haren nog geen zilver loopt. De schil der zelf dankte met een kort woord het ge meentebestuur voor het afstaan van de zaal, de vele dames en heeren die in het eere-co- mité hadden willen zitting nemen en de ver dere aanwezigen die deze opening hadden wil len bijwonen. Deze tentoonstelling, zei hij ongeveer ver der, is voor mij nuttig en aangenaam tevens; gelukkig ben ik als ik zie wat ik heb kunnen bereiken en ook dat in mijn later en laatste werk de droom en het sprookje de plaats heb ben ingenomen, die zij steeds in mijn hart be zet hielden. De velen die mij tijdelijk mijn werk afstonden, ben ik zeer erkentelijk; de leege plaatsen aan hun wanden zullen, naar ik hoop. ze niet onaangenaam stemmen en evenzeer hoop ik dat ze naar den terugkeer van het afgestaan bezit verlangen zullen. Niet zonder ontroering las de schilder dit kleine speechje voor, waarna de thee werd rondge diend. Voor den catalogus heeft de heer Gratama een aardige inleiding geschreven, waarvan ik den aanhef afschrijf: ..Het zal zoowat een jaar of veertig geleden zijn, dat in de schil derklasse van Frits Jansen op de Haagse he Academie een slanke jonge man verscheen, met fijn krullend blond haar en smallen punt baard. Hij was veel ouder dan de andere leer lingen, om en bij de dertig jaar. Zonder iets te zeggen ging hij aan den arbeid, werkte in gespannen door ziende tusschen zijn oogha ren, de smalle lippen vast op elkaar geklemd, vormend een beeld van stugge, onverzette lijke werkkracht. Wat verlegen, wat schichtig verdween hij, zooals hij was gekomen, even groetend. „Toen hij in de klasse van Jansen kwam had hij al een heel leven van werken achter den rug. Na de Rijksacademie in Amsterdam te heb ben bezocht, tegelijk met Isaac Israëls en Hart Nibbrig. zag hij zich als decorateur ge plaatst in het Paleis van Volksvlijt onder Grootveld, later bij Prot in Frascati, waar menige coulisse door hem werd vervaardigd. Een studiebezoek aan Londen volgde, waarna de Haagsche Academie hem nog een korten tijd als leerling zagenz. Over het veel bewogen leven van dezen Haarlemschen schilder van dezen tijd, willen wij. naar aanleiding zijner expositie binnen kort nog wel wat meer vertellen. Over zijn tentoonstelling zelve alvast noteegren wij dat ze als ensemble den schilder in zijn veelzijdig heid zeer juist doet kennen, waardoor ook misschien te verklaren zal zijn, dat de waar deering van een en ander nog al uiteenloo- pend zal blijken. Onder de aanwezigen merkten wij de hee ren Buisman en Gratama, Mendlik en Boot, Lensse Lensselink en mevr. Dingemans als collega-artisten op, terwijl van het eere comité nog mevrouw Van Zeggelen, Dr. Jac. P. Thijsse en de heer J. L. Tadema gezien werden. Hiermee moge ik voorloopig vol staan. De'expositie blijft de geheele maand October geopend. J. H. DE BOIS. Een gebrandschilderd raam in de Nieuwe Kerk. haalt. Het groote figuratieve middenstuk van het raam zal meer dan levsnsgroot Johannes den Dooper voorstellen die de handeling ver richt. terwijl rond daaromheen in een achttal medaillons, die qua kleur geheel in de omrin gende ornamentiek zijn opgenomen, episoden uit Jezus' leven, vóór en na de Doop, zijn voor gesteld. Wanneer het raam eenmaal op de er voor bestemde plaats, achter de boven galerij, zal zijn opgesteld, zal men van uit de kerk zelve, slechts de hoofdvoorstelling in volle klaarheid kunnen bewonderen en het omrin gende als een vrij neutrale kleur-vulling on dergaan, die alleen door regelmatig geplaatste lic'ht-roode kleurvakjes verlevendigd wordt. Het geheel zal de functie hebben van een het licht doorlatend glastapijt, dat de aandacht stoort noch afleidt en nochtans de wand zijn kilte ontneemt. Een eerste idee, later weer losgelaten, voor den inhoud der voorstelling, schijnt geweest te zijn, in het raam een stuk der bouwgeschie denis der kerk zelf vast te leggen. Een ge schiedenis die zeker interessant genoeg en waar zelfs de naam van Jacob v. Campen mee verbonden is. Het zou niet onaardig zijn, zoo de aanstaande plaatsing van het hier bespro ken raam voor velen aanleiding werd, het in terieur der Nieuwe Kerk eens aandachtig te bekijken. Er zullen nog wel eenige Haarlem mers zijn die van haar slechts de vriendelijk- elegante toren bewonderend gedenken, zon der te weten dat bijvoorbeeld de geheel in tacte houten koepelbetimmering van binnen een der weinige nog overgebleven zolderingen van dien aard is. Een Haarlemsch schilder van beteekenis voor zijn dagen, Wijbrand Hen driks, maakte van dit interieur, honderd twin tig jaar geleden, een zuiver schilderijtje dat men in het Frans Halsmuseum vinden kan. De geest van Wybrand Hendriks waart nog rond in dit zuiver vierkant gebouw. Er is iets van de achttiende eeuw in dit interieur. Op Hendriks' schilderijtje gaat een stovenzetster rond en gestelt u den kerkeraad niet zonder lange pijpen voor. Het hier boven besproken raam zal, zonder rumoerigheid, het interieur weer eenigszins met onzen eigen tijd in con tact brengen. J. H. DE BOIS. FILMKUNST. Reeds geruimen tijd wijst een houten uit bouwsel aan den gevel van de Nieuwe Kerk, die naar de Groote Houtstraat gekeerd is, er op, dat daarachter iets in wording is. Men hoopt daar binnenkort een gebrandschilderd raam te kunnen plaatven waarvan het ont werp door de Haarlemsche glasschilders Pronk en Van Bommel gemaakt werd. Dit ontwerp, een vele meters hooge, zeer uitvoerige ge kleurde teeltening, op de reëele grootte .van het te maken raam, is voor belangstellenden gemakkelijk te bezichtigen, daar ze in 't inte rieur der kerk, achter den preekstoel,tegen den muur bevestigd werd en telkens een half uur vóór en na iederen dienst, door een handig aangebrachten schijnwerper, goed verlicht, te beschouwen valt. Een oude offerkist staat er onder, gereed om de bijdragen der kerkgan gers te ontvangen, want een raam van der gelijke afmeting kost. al wordt alles ook nog zoo zuing bekeken, veel geld en de uiterlijke soberheid van den protestantschen eeredienst wil aan een ontplooiing der kunsteinnigheid nog wel eens in den weg staan, die althans als bijkomstigheid aan haar lot overlaten. Doch er bestaat gegronde hoop dat het nog ontbrekende der aanmaakkosten gevonden zal worden en dit zeer merkwaardig Haarlemsch kerkgebouw een nuttige versiering rijker zal worden, dit het interieur aantrekkelijker ma ken zal zonder de soberheid van den geest, die er in heerschen moet, te schaden. Het blijft in gevallen als dit steeds dezelfde moeilijke opgaaf voor ontwerpers en opdracht gevers tezaam, iets te bereiken, dat onnoodige nuchterheid vermijdt zonder in de pracht- lievendheiic? eener rijke traditie verzeild te ra ken. Plet materiaal immers leent zich zoo ge makkelijk tot het scheppen van mysterieuse lich'tflonikering, zoet-,geheimzinnige droom werelden, in één woord: kathedraalstemming, terwijl men zich moet realiseeren dat dit alles hoe vol schoonheidsmogelijkheid overigens ook. juist hier niet gewenscht wordt Gebon den aan eenvoudigheid van voorstelling, een licht kleurengamma, een nuttigheidsfunctie bovendien, zijn de ontwerpers misschien ner gens voor zoo moeilijke opgaaf gesteld als juist in deze zoo eenvoudig lijkende opdrach ten. Den heeren Pronk en Van Bommel is dit best toevertrouwd, zij scheppen vermoed ik van uit hun eigen levenssfeer uit, en dus zuiver. De voorstelling is, na ampel beraad, ont leend aan het Nieuwe Testament, aan Mat- tbeus-evangelie waar deze in het derde hoofd stuk de doop van Jezus in den Jordaan ver ACHTERUITGANG DER DUITSCHE FILMINDUSTRIE. De filmcriticus van de „Morning Post" wijdt een uitvoerig artikel aan den ondergang van de Duitsche filmindustrie, die in de eerste plaats haar oorzaak vindt in de verdrijving der uitmuntende talenten van Joodschen oorsprong uit Duitschland, en in de tweede plaats aan de gevolgen van de nationaal- socialistische propaganda in de nieuwe Duit sche films. Zelfs het Duitsche publiek blijkt daar niet van gediend te zijn. Een film als „Het Liefdeleven van Hendrik VIII" liep in de Berlijnsche theaters driemaal 'zoolang als tot nog toe eenige nazi-l'ilm heeft geloopen. Het falen der Duitsche filmindustrie dwingt den Duitschen exploitant tot een grooteren import van buitenlandsche films, waarvan vele, meestal de beste door de „Rijks- filmkamer" niet worden toegelaten, omdat er acteurs van niet-Arische afstamming in mee spelen. STADSSCHOUWBURG. Abonnementsvoorsfelling. Nieuw Schouwtooneel KIJK DOOR DE RUITEN. em qihoMiei' ^mdmaan hd (Adv. Ingez. Med.) wasscher een dankbare rol heeft. Ezerman heeft heel den langen avond geboeid door zijn kostelijke typeering. zijn menschelijke humor en zijn onverbeterlijke dictie. Bij zijn rustige, ongeforceerde voordracht heeft men geen moeite, het gesprokene te verstaan. Ezerman is een meester in de elementairste en toch zoo zeldzaam toegepaste kunst van den tooneel- speler: de kunst van spreken. Hij maakt het banaalste gebaar interessant; hij weet een bon mot te plaatsen en zijn leuke voordracht geeft relief aan een overigens smakelooze of geestelooze claus. Openhartig gezegd, heeft de verschijning van Ezerman menig toeschouwer tegen het allerergste, wat iemand in den schouwburg kan overkomen, behoed. Een pittig figuurtje is ook Dogi Rugani, die de minder reëele rol van het uit de gevange nis ontslagen meisje zoo aannemelijk mogelijk trachtte te maken. Gemakkelijk is haar taak niet, vooral niet in het samenspel met Jacques Snoek als de door den oorlog getroubleerde jongeling, die door een simpele kus meer ge schokt werd dan door een naast hem inslaan de granaatsplinter. Lena Kley belichaamde met haar forsch en sterk aangezet spel weer een van de haar zoo goed liggende rollen als de oude ke.ukenmeid, die de verschrikkelijke gebeurtenis aan Me vrouw meende te moeten rapporteeren. zelfs al ging dit ten koste van den haar zoo dierbaren Jongenheer. Mevrouw Royaards heeft in dit stuk niet een bepaald prettige rol; vooral de slotscène zal haar vermoedelijk wel eenige artistieke zelf overwinning hebben gekost. Frits Bouwmees ter verpersoonlijkte de zonderlinge huisvader op ietwat matte wijze en gaf geen overtuigen den indruk omtrent deze figuur, gesteld dat deze zich tot een overtuigenden indruk leent. Vermoedelijk zal zijn tekst achter in de zaal niet altijd even goed hoorbaar geweest zijn. De verdere bezetting bestond uit Mies Ver steeg. als de dochter des huizes, Ferd. Kool bergen als de pooier en Ko van Dijk als de rechercheur. H. G. CANNEGIETER. En welk een exquise smaak ook in de costuums voor de dames ontworpen door Rie Cramer prachtig van kleur en lijn. Maar dit zou slechts bijkomstig zijn geweest, wanneer het fijne, lichte spel er niet volkomen bij gepast had. Welk een trouvaille, die twee groepen der drie mannen en drie vrouwen, ter weerszijden van het tooneel in de huizen, schilderijtjes op zich zelf. En was het ballet niet van een alles veroverende geestigheid, licht, bevallig en te gelijk sterk van komische werking door de tegenstelling van Sganarelle en de droombeel den? Een ballet, zoo fijn en voortreffelijk van uitvoering, dat wij aan Kurt Jooss moesten denken. En dan, welk een speelsche dartelheid en joyeuse lichtheid in het spel! Was dat niet be wonderenswaardig vooral wanneer men be denkt, dat dit bijna allen jonge krachten, ja, voor een deel zelfs debutanten waren. Boven allen ging Verkade uit, die zich zelf als acteur in zijn creatie van Sganarelle overtroffen heeft, zoo zelfs, dat ik dat een zijner meest geslaagde rollen durf noemen. Met welk een lenigheid, welk een zuiver komische verve zonder zelfs ook maar één oogenblik mal-kluchtig te wor den speelde hij dezen dwazen, verliefden zot. Actie en dictie vulden elkaar bij hem vol komen aan. Het was komisch spel van den eersten rang. In het ballet vooral heb ik hem bewonderd. Hoe geestig en verrukkelijk van gebaren was dat van Verkade! Het werkte oer- komisch door de tegenstelling en bleef toch al door voornaam. Prachtig van vondst was het slot, het neerstorten van Sganarelle en het wegsleepen van hem op de maat van de mu ziek. Het spel van alle anderen in detail te bespre ken, lijkt mij overbodig, omdat het een zoo voorbeeldig geheel was en dit alles toch het werk van den regisseur. Toch willen wij een uitzondering maken voor Adrienne Canivez, die als Isabelle een openbaring voor ons was. Ook vroeger heeft zij wel eens o.a. als Jeannine in De Man, die niet „neen" kon zeg gen getoond een bijzonder talent te zijn. maar van zoo groote charme, zoo frêle, dartel en van zoo teere nuance is zij vroeger toch nooit geweest. Het was zooals trouwens heel de voorstelling van een echt Fransche gra tie en lichtheid. Een hartelijk bravo voor dit spel! Ook Maryke van Tooren dient genoemd als geestige, bevallige soubrette, die ook aller aardigst wist te zingen. Arend Hauer was een zeer goede Valere, Bob Geraerds een karakter volle Ariste. Maar zoo zou ik er toch nog toe komen te detailleeren, wat mijn bedoeling niet was. Een groote, blijde verrassing was ook het dansen van Steffa Wine. Het zou mij niet ver wonderen, wanneer deze danseres een mooie toekomst tegemoet ging. Eindelijk eens een Hollandsche danseres, die „los van de aarde" weet te dansen, expressief, elegant, soepel en gracieus. De muziek van Alex de Jong behoorde vol komen bij deze voorstelling en hielp mede tot het verkrijgen van een zoo exquis geheel. Een voorstelling dus, die enkel vreugde gaf en bij het publiek een triomfaal succes had. Zij ver dient morgen een stampvolle zaal. Want nog maals, in deze Liefde-Lessen ziet men Verkade èn als regisseur èn als acteur op zijn best. J. B. SCHUIL. HET TOONEEL DE HACESPELERS. Liefde-Lessen van Molière. Het is voor een recensent wel eens moeilijk zijn oordeel uit te spreken, wanneer hij ver moedt. daarmee schade toe te brengen aan de belangen van eerlijk en hard werkende men- schen en bovendien anderen, die zich geamu seerd hebben, achteraf te ontnuchteren of te kwetsen. In zoo'n geval kan hij den last van zijn ambtsplicht verlichten door er zijn lezers aan te herinneren, dat hij slechts de persoon lijke meening van een enkelen toeschouwer weergeeft en dat er evenzeer bevoegde beoor deelaars zijn, die er anders over denken dan hij. Na de voorstelling van „Kijk door de ruiten" te Utrecht heeft de recensent van de Nieuwe Rotterdamsche Courant in dat gezaghebbende blad o.a. verklaard, dat dit stuk zijns inziens behoort tot Galsworthy's rijpste en gaafste werk en dat dit „werkelijk intens bekoorlijke werk in de hier onvolprezen regie en sugges tieve vertaling van Ko van Dijk een gave voor stelling heeft gekregen, waar vrijwel ieder dei- acteurs volledig was wie hij (zij) moest voor stellen". Een dergelijk oordeel moge meewegen bij hen, die er aan denken, een volgende vertoo ning van dit werk te gaan bijwonen, maar die zich door de minder gunstige bespreking van schrijver dezes misschien van dit plan zouden laten weerhouden. Ieder is vrij in zijn eigen meening en het publiek heeft het recht, door persoonlijke kennismaking met het besproken tooneelstuk voor zichzelf uit te maken, wie van de tegenstrijdige (fceoordeelaars gelijk heeft. Wat mij betreft, is deze avond een tegen valler geweest. Galsworthy is over 't algemeen gelukkiger met zijn romans dan met zijn too- neelwerk. Maar stukken als „Een van ons" en „De vlucht" hebben toch in elk geval sterker geboeid dan dit moralistische blijspel, waarbij de schrijver vergeten heeft, dat men voor het voetlicht een „drama" en geen „rema" ver wacht. Drama is afgeleid van een werkwoord, dat „doen, handelen" beteekent en niet van het werkwoord „praten". En hier wordt tot uit' den treure gepraat en de schaarsche hande lingen, welke den woordenstroom onderbreken, doen wel wat onbeholpen en kinderachtig aan. De zich dronken drinkende deftige dame, die met wartaal contra wartaal het geestelijk con flict oplost; de voor het meidenkamertje vas tende en harmonica-spelende idealist; de uit de lucht vallende pooier en de deus ex machina in den vorm van een rechercheur, het zijn allemaal even onechte, bedachte figuren, ge lijk ook de verschillende situaties dilettantisch samengeknutseld zijn en de dialoog karakter loos is door het schutterig weifelen tusschen klucht en satyre. tusschen malligheid en hu mor, tusschen ernst en luim. Zelfs de naam van den gevierden schrijver voorkomt niet, dat dit stuk een indruk van machteloosheid wekt. Er be ^an acteurs, die het tooneelstuk doen vergeten door hun tooneelspelen. Tot deze weldoeners der menschheid behoort Lau Ezer man, die trouwens als de filosofische glazen- Het was een joyeuse rentrée van Verkade, deze eerste opvoering van Liefde-Lessen van Molière. De zaal had voller kunnen zijn, maar dit was dan ook het eenige teleurstellende bil deze voorstelling van de Hagespelers. Wat het tooneel deze jaren gemist heeft, hebben allen, die gisteren bij deze opvoering tegen woordig waren, wel volkomen beseft. Wie zou in ons land behalve Verkade met bijna uit sluitend jonge krachten een zóó charmante, lichte, bekoorlijke voorstelling van een blij spel van Molière hebben kunnen geven, als Verkade. Wie er aan mocht twijfelen, dat Ver kade nog steeds onze meest kunstzinnige en begaafde regisseur is, hij ga Woensdag de tweede opvoering van Molière's Liefde-Lessen in den Schouwburg aan den Jansweg zien. Ik herinner mij niet één voorstelling van Mo lière zóó fijn, zoo speelsch en van een zoo aanbiddelijke gratie als die, welke Verkade ons gisteren heeft gebracht. Wij hebben, nu ongeveer 15 jaar geleden L'Eccle des Maris in een vertaling van den heer P. Lugt, door de Haarlemsche Tooneel- club zien opvoeren, maar twijfelden er toen aan, of dit blijspelletje nog belangrijk genoeg was om ooit weer door het beroepstooneel te worden gespeeld. Wij konden toen de voor stelling, hoe verdienstelijk ook voor dilettan ten, enkel waar-deeren uit historisch oogpunt. Maar zie nu, wat Verkade van zoo'n gevalle tje weet te maken! Men zit heel den avond met innig genoegen er naar te kijken, men geniet van zoo veel speelschheid, charme en fantasie. Het is waar, dat men van Molière in deze wel heel vrije bewerking soms weinij_ herkent; men zou zelfs kunnen spreken van Liefde lessen van Molière en Verkade, zooveel heeft Verkade er van zich zelf bij gevoegd, maar juist dit bewijst Verkade's voortreffe- 1 ijken kijk op het tooneel. Een opvoering van dit blijspelletje in klassieken Molière-stijl zou ons zeker niet meer geboeid hebben. Ver kade vulde het aan met zang en dans, bracht er zelfs heel handig een ballet in en welk een verrukkelijk geestig ballet werd dat waarvoor hem ook al weer met de noodige vrijheid Le Mariage Forcé tot model dien de. en zoo kregen wij een geheel, dat ook nu nog ons in blijde, vroolijke stemming kon brengen en dat eerder als gloed-niew dan ver ouderd aandeed. Men zou van een operette kunnen spreken, maar dan van zoo fijnen geest, zoo amusanten inhoud, zoo speelsch en van een zoo aritocratfsche allure, als de tegenwoordige operette ons nooit vermag te geven. Waarlijk, Verkade heeft zich me deze Molière-voorstelling een too ven aar van het tooneel getoond, zeker niet minder groot ja, zelfs grooter, want hij deed dit alles met jonge krachten dan een Reinhardt dit is in dergelijk werk. Waarneer Verkade deze vertooning te Parijs of Berlijn had gebracht, dan zou hij er zijn naam als geniaal regis seur gevestigd hebben. Wat hebben we genoten van de heerlijke regievondsten, waarvan deze voorstelling overvol is. Hoe volkomen in stijl in deze vertooning was reeds dadelijk het decor, dat pleintje in Parijs, met die aardige, teekenen- de tegenstelling, de huizen van Valère ei Ariste licht-teèr naar het rose toe. het huis van Sganarelle somber en donker als een ge vangenis. Hulde aan Arend Hauer voor dit ontwerpl Om hoogeveen. POLITIEHONDEN DRESSEERVEREENIGING „KENT U ZELF". Zondag hield bovengenoemde vereeniging wederom een zeer geslaagden onderlingen wedstrijd op haar terrein aan den Terrasweg te Santpoort. Ex- waren tal van mooie prijzen uitgeloofd door de leden; o.a. stelde Hotel „de Weijman" te Santpoort een plaquette met hondenkop be schikbaar. Keurmeesters waren de heeren A. van Rooien te Driehuis en M Giorgis te Haarlem, terwijl de heer J. Bosman te Haarlem als pakwerker fungeerde. Leider van den wedstrijd was de heer G. de Geus. De uitslagen zijn als volgt: Klasse A: 1. J. Boom te Haarlem behaalde met zijn hond 269 1/2 punt, waardoor hij voor dit jaar beslag wist te leggen op de^ Zilveren wisselbeker, uitgeloofd door Hotel „de Weij man", bovendien won hij de meergenoemde plaquette. 2. G. Vermeeren, te Haarlem 249 1/2 punt, won schilderstuk (asters). 3. J. Schollee te Santpoort 248 1/2 punt won klokje. 4. A. van Gulick te Santpoort 240 1/2 punt won borstel hanger. Klasse B; 1. G. Zeeuwe te Haarlem, behaal de 134 punten waardoor hij voor dit jaar be slag wist te leggen op den wisselprijs van den heer Switser te Haarlem, bovendien won hij een schilderstuk (hondenkop). 2. H Korthou- wer te Santpoort, behaalde 125 pnt. en won een stel aschbakjes. 3. J. Schippers te Sant poort behaalde 100 pnt. en won een fruitschaal. Klasse C: In klasse C. behaalden J. Cramer exx W. Overweg ieder een gelijk aantal punten, zoodat na loting de uitslag als volgt werd: 1. J. Cramer te Santpoort 36 pnt, legde be slag op den wisselbeker van O.B.K. voor dit jaar en won een vaas. 2. W. Overweg te Haar lem behaalde eveneens 36 pnt en won een schilderstuk (stilleven). In hotel „de Weijman" te Santpoort werd na afloop van den wedstrijd door den heer G. de Geus de uitslag bekend gemaakt, waarna de heer M. Giorgis de prijzen uitreikte. BAZAR IN HET REMONSTRANTENHUIS. Huishoudelijke artikelen en lekkernijen, kin derspeelgoed en gebreide goederen, boeken, kleedjes, schilderijen, kortom velerlei zaken zijn daar in het Remonstrantenhuis aan de Wilhelm in astraat 22 tentoongesteld. Velerlei zaken, die ongetwijfeld hun bestemming n,l, verkocht worden, wel zullen bereiken. Want wie een kijkje in de zaal genomen heeft en dank zij een ruime en doelmatige opstelling der artikelen daar een uitstekenden kijk op heeft gekregen, zal wel niet nalaten een keus te doen, temeer daar de prijzen matig zijn ge houden. De bazar is georganiseerd ten bate vaix de kerk- en armenkas. Een smakelijke stand is die der vruchten, een fleurige die der plantjes, een aardige die der artikelen, ge maakt door de kinderen van de Zondags school. Om half drie hedenmiddag zou de opening plaatsvinden. Vanavond zal een strijkje de bazar opvroolijken en een radiotoestel zal de bezoekers in de gelegenheid stellen de rede van de Prinses te volgen. Misschien is Drente wel dc meest misdeelde provincie van ons land, wat toeristische be langstelling aangaat. En die belangstelling, en dus de bekendheid in de andere provincies, hangt dan weer van de verschillende deelen af. Emmen en omgeving is vrij wat bekender dan b.v. Hoogeveen, en ik moet u eerlijk be kennen dat ik in de landschapsschoonheid van deze oude veenkolonie een zwaar hoofd had, toen ik er dezen zomer heen trok. Je denkt on willekeurig aan kilometerslange kanalen met huisjes aan weerszij, en verder niets dan wei land. Tenminste, zoo ging het mij. Nü is het anders, en hoe heerlijk rustig deze streek zon der toeristen ook is, ik waag het er toch op om er wat menschen heen te lokken, want het is er werkelijk schitterend. De burgemeester van een groote stad in ons zuiden is er onlangs ge weest en verklaarde na een rondrit door de omgeving, dat zijn provincie er niet bij halen kon. wat afwisseling in het landschap aan gaat. En dat is inderdaad ook het mooie. Want zóó ben je nog volop in het bosch- en wat voor bosch! veel coniferen, heerlijke heu vels die glad zijn van de dennenaalden. maar ook berken en eiken- en dan sta je opeens middenin een „esch", zoo'n heerlijk wijd ko renveld waar de schoven in rijen staan of de rog hoog is opgestapeld op wonderlijke rond- koppige bouwsels. Even verder zijn weilanden, zonder slooten. maar rondom door boomen omgeven, en vier linden of een eenzame sta tige beuk in het midden. Waar het bosch lich ter wordt, begint het te schemeren in paarsen schijn: de hei, eindeloos ver en golvend; hier en daar blinken zandverstuivingen irr de zon. Een patrijs vliegt voor de voeten op en lokt met schelle kreten den hond weg. De grauwe jongen zullen hier wel ergens vlak bij tusschen de stugge heiplanten zitten. En ergens anders weer zijn vennetjes, waar zonnedauw groeit en watervogels boven ons hoofd roepen. Wilde eenden vliegen voorbij; bij gindsche boerderij nestelen al veertig Jaar l:|.ig ooievaars we zien duidelijk een langpoot op het nest staan. De hond jaagt konijnen op en we hebben de grootste moeite om z*n jachtinstincten de baas te blijven. Die wonderlijk regelmatige ronde heuveltjes in de hei zyn tumuli, oude grafheuvels van vierduizend jaar of meer oud. Ook zonder dat we zoo'n tumulus afgraven kunnen we hier ge bruiksvoorwerpen uit den voortijd vinden: een kenner van de streek wijst u dadelijk de bosch paadjes, waar de steenen schrabbertjes en mesjes zóó voor het oprapen liggen voor wie ze te vinden weet. En bij afgravingen in de walletjes komt menige glad-gepolijste ha mer voor den dag. Hoogeveen is allang geen actieve veenkolonie meer; de oude wijken, de veenkanalen, dienen nog slechts als verbindingswegen voor het ver keer en vervoer te water. Ze zijn vaak schil derachtig begroeid en dichtgeslibd en er zijn van die heel oude gegraven watertjes, vooral aan den boschkant, die sterk aan de Vecht herinneren; zwaar geboomte hangt erover en waterlelies en plompen drijven op het zwarte water. Er zijn kronkelende dijken en wegen tusschen bosch, hei, akkers en wei door, waar prachtige witte ophaalbruggen over weer van die stille, kronkelig begroeide wijken voeren. De oude veenhuisjes van de arme veenboeren zijn bijna geheel verdwenen; de meeste boer derijen zien er goed uit. Een enkele plaggenhut komen we hier en daar nog tegen, maar die is niet eens meer bewoond. Uren en uren dwaal je hier rond en na 'n paar kilometer is het landschap weer tot-aal vei-schillend. Ik weet een plekje waar het is verklap ik nooit waar op een oppervlak van een paar honderd vierkante meter bosch. hei, korenvelden en een prachtig ven bijeen zijn en het ligt op geen tien meter van een grooten verkeersweg! Er zijn de nieuwe boerderijen van het Gro- ningsche type, de echte oude Drentsche hoe ven, laag gedoken in hun stroodaken, er is het kostelijke oude schooltje in Echten, het kasteel van dien naam in zijn dubbelen ring van grachten, er is Ruinen met zijn ouden toren, Pesse, Zuidwolde, Nieuweroord, het Holland sche Veld en hoe het meer mag heeten rond om Hoogeveen. De wegen zijn goed, en te voet, op de fiets of per auto is alles even mooi; te voet natuurlijk het allermooiste. Er is zooveel vrij toegankelijk: het z.g. Spaarbankbosch vlakbij, en de prachtige bosschen van Krembo verderaf. Dit is een land voor iedereen: voor die van wandelen houden en voor de fietsers, de liefhebbers van oudheden en botanica, al leen niet voor wie mondaine genoegens zoekt, want die ontbreken hier totaal en 's Zondags is de rust volkomen en ze wordt rigoureus ge handhaafd ook. De bevolking is gesloten, zoodra de vreem deling ze aanspreekt. De Drent is toch een zwijgzaam mensch, hij wikt en weegt z'n woor den. en voor wie niet uit de streek is moet het wel heel moeilijk zijn om toegang tot de men schen te krijgen. Maar ga eens met een ech ten Drent uit de buurt de boerderijen binnen en ge zult genieten van het dialect, van den drogen humor van deze menschen. die op groeien in voortdurenden harden arbeid, want de grond geeft wel vruchten, maar er moet voor gezwoegd worden! Misschien is het daar om, dat er hier van die prachtige karakter- koppen te vinden zijn, doorgroefd en gerim peld, gesloten als een bus en daarbij ongeloof lijk listig! Er zal in Drente nog wel veel meer moois te vinden zijn; maar ik herinner me niet, dat de streek om Emmen zoo'n indruk bij me ach terliet als die rond Hoogeveen, de oude veen kolonie van driehonderd jaar geleden. L. S. NAT. CHR. GEHEELONTHOUDERS- VEREENIGING. De afd. Haarlem van de Nat. Chr. Geheel- onthoudersvereeniging. eere-voorzitfcer Ds. A. J. Montijn, viert op 11 October a s. het 25- jarig bestaan van haar gebouw „Het Blauwe Kruis". Welwillende medewerking wordt ver leend door de Chr. Mondaccordeonclub D.S.V. directeur de heer H. Rabenbcrg. Ds. A. J. Montijn zal een gedachtenisrede uitspreken; de heer W. P. J. Overmeer zal het onderwerp „De N. C. G. O V. een zegen voor velen behandelen. Er zal verder een revue worden opgevoerd en aan eenige veteranen zullen insignes worden uitgereikt. AGENDA DINSDAG 2 OCTOBER Remonstrantenhuis, Wllhelminastraat 22: 2.305 uur en 7.3010 uur Bazar. Luxor Sound Theater: De Zwarte Kat. Van 7 uur af doorloopende voorstelling. Cinema Palace: Moeder en Kind. Op het tooneel: Lijs en Jol, acrobatie act, 7 en 9.15 u. Rembrandt Theater: Bleeke Bet, geprolon geerd. Op het tooneel: Fientje de la Mar. 7 en 9.15 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. WOENSDAG 3 OCTOBER Stadsschouwburg: Prof. Aichers Salzburger Marionetten Theater. 3 en S uur. Gem. Concertzaal: Openingsavond Kunst aan het Volk, Holl. Kamermuziek Vereeniging 8.15 uur. Schouwburg Jansweg: Hagespelers met Lief delessen van Molière. 8 15 uur. Remonstrantenhuis. Wilhelminastraat 22: 2.30—5 uur en 7.30—10 uur Bazar. Bioscoopvoorstellingen 's middags en d«

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 11