DE DAAD van
HETGESPREKVAN
Ons eigen land.
DINSDAG 2 OCTOBER 1934
HAARLEM'S DAGBLAD
7
SCHILDERKUNST
EERE-TENTOONSTELLINC
H. VAN STEENWIJCK
in hef Frans Halsmuseum.
Maandagmiddag werd voor een keur van
vrienden en vereerders deze tentoonstelling
met een toespraak van dr J. D. Bierens de
Haan uit Aerdenhout geopend. Spreker wees
op het jeugdig élan en den optimistischen le
venskijk van dezen zeventigjarige, wien het
thans gegeven is een belangrijk deel van zijn
levenswerk te overzien. Zijn groote liefde
voor de natuur heeft hem .jong gehouden,
zoodat hij. met zijn grijze haren jonger van
wezen gebleven is dan menig veertiger door
wiens haren nog geen zilver loopt. De schil
der zelf dankte met een kort woord het ge
meentebestuur voor het afstaan van de zaal,
de vele dames en heeren die in het eere-co-
mité hadden willen zitting nemen en de ver
dere aanwezigen die deze opening hadden wil
len bijwonen.
Deze tentoonstelling, zei hij ongeveer ver
der, is voor mij nuttig en aangenaam tevens;
gelukkig ben ik als ik zie wat ik heb kunnen
bereiken en ook dat in mijn later en laatste
werk de droom en het sprookje de plaats heb
ben ingenomen, die zij steeds in mijn hart be
zet hielden. De velen die mij tijdelijk mijn
werk afstonden, ben ik zeer erkentelijk; de
leege plaatsen aan hun wanden zullen, naar
ik hoop. ze niet onaangenaam stemmen en
evenzeer hoop ik dat ze naar den terugkeer van
het afgestaan bezit verlangen zullen. Niet
zonder ontroering las de schilder dit kleine
speechje voor, waarna de thee werd rondge
diend.
Voor den catalogus heeft de heer Gratama
een aardige inleiding geschreven, waarvan ik
den aanhef afschrijf: ..Het zal zoowat een
jaar of veertig geleden zijn, dat in de schil
derklasse van Frits Jansen op de Haagse he
Academie een slanke jonge man verscheen,
met fijn krullend blond haar en smallen punt
baard. Hij was veel ouder dan de andere leer
lingen, om en bij de dertig jaar. Zonder iets
te zeggen ging hij aan den arbeid, werkte in
gespannen door ziende tusschen zijn oogha
ren, de smalle lippen vast op elkaar geklemd,
vormend een beeld van stugge, onverzette
lijke werkkracht. Wat verlegen, wat schichtig
verdween hij, zooals hij was gekomen, even
groetend.
„Toen hij in de klasse van Jansen kwam had hij
al een heel leven van werken achter den rug.
Na de Rijksacademie in Amsterdam te heb
ben bezocht, tegelijk met Isaac Israëls en
Hart Nibbrig. zag hij zich als decorateur ge
plaatst in het Paleis van Volksvlijt onder
Grootveld, later bij Prot in Frascati, waar
menige coulisse door hem werd vervaardigd.
Een studiebezoek aan Londen volgde, waarna
de Haagsche Academie hem nog een korten
tijd als leerling zagenz.
Over het veel bewogen leven van dezen
Haarlemschen schilder van dezen tijd, willen
wij. naar aanleiding zijner expositie binnen
kort nog wel wat meer vertellen. Over zijn
tentoonstelling zelve alvast noteegren wij dat ze
als ensemble den schilder in zijn veelzijdig
heid zeer juist doet kennen, waardoor ook
misschien te verklaren zal zijn, dat de waar
deering van een en ander nog al uiteenloo-
pend zal blijken.
Onder de aanwezigen merkten wij de hee
ren Buisman en Gratama, Mendlik en Boot,
Lensse Lensselink en mevr. Dingemans als
collega-artisten op, terwijl van het eere
comité nog mevrouw Van Zeggelen, Dr. Jac.
P. Thijsse en de heer J. L. Tadema gezien
werden. Hiermee moge ik voorloopig vol
staan. De'expositie blijft de geheele maand
October geopend.
J. H. DE BOIS.
Een gebrandschilderd raam
in de Nieuwe Kerk.
haalt. Het groote figuratieve middenstuk van
het raam zal meer dan levsnsgroot Johannes
den Dooper voorstellen die de handeling ver
richt. terwijl rond daaromheen in een achttal
medaillons, die qua kleur geheel in de omrin
gende ornamentiek zijn opgenomen, episoden
uit Jezus' leven, vóór en na de Doop, zijn voor
gesteld. Wanneer het raam eenmaal op de er
voor bestemde plaats, achter de boven galerij,
zal zijn opgesteld, zal men van uit de kerk
zelve, slechts de hoofdvoorstelling in volle
klaarheid kunnen bewonderen en het omrin
gende als een vrij neutrale kleur-vulling on
dergaan, die alleen door regelmatig geplaatste
lic'ht-roode kleurvakjes verlevendigd wordt.
Het geheel zal de functie hebben van een het
licht doorlatend glastapijt, dat de aandacht
stoort noch afleidt en nochtans de wand zijn
kilte ontneemt.
Een eerste idee, later weer losgelaten, voor
den inhoud der voorstelling, schijnt geweest
te zijn, in het raam een stuk der bouwgeschie
denis der kerk zelf vast te leggen. Een ge
schiedenis die zeker interessant genoeg en
waar zelfs de naam van Jacob v. Campen mee
verbonden is. Het zou niet onaardig zijn, zoo
de aanstaande plaatsing van het hier bespro
ken raam voor velen aanleiding werd, het in
terieur der Nieuwe Kerk eens aandachtig te
bekijken. Er zullen nog wel eenige Haarlem
mers zijn die van haar slechts de vriendelijk-
elegante toren bewonderend gedenken, zon
der te weten dat bijvoorbeeld de geheel in
tacte houten koepelbetimmering van binnen
een der weinige nog overgebleven zolderingen
van dien aard is. Een Haarlemsch schilder
van beteekenis voor zijn dagen, Wijbrand Hen
driks, maakte van dit interieur, honderd twin
tig jaar geleden, een zuiver schilderijtje dat
men in het Frans Halsmuseum vinden kan.
De geest van Wybrand Hendriks waart nog
rond in dit zuiver vierkant gebouw. Er is iets
van de achttiende eeuw in dit interieur. Op
Hendriks' schilderijtje gaat een stovenzetster
rond en gestelt u den kerkeraad niet zonder
lange pijpen voor. Het hier boven besproken
raam zal, zonder rumoerigheid, het interieur
weer eenigszins met onzen eigen tijd in con
tact brengen.
J. H. DE BOIS.
FILMKUNST.
Reeds geruimen tijd wijst een houten uit
bouwsel aan den gevel van de Nieuwe Kerk,
die naar de Groote Houtstraat gekeerd is, er
op, dat daarachter iets in wording is. Men
hoopt daar binnenkort een gebrandschilderd
raam te kunnen plaatven waarvan het ont
werp door de Haarlemsche glasschilders Pronk
en Van Bommel gemaakt werd. Dit ontwerp,
een vele meters hooge, zeer uitvoerige ge
kleurde teeltening, op de reëele grootte .van
het te maken raam, is voor belangstellenden
gemakkelijk te bezichtigen, daar ze in 't inte
rieur der kerk, achter den preekstoel,tegen den
muur bevestigd werd en telkens een half uur
vóór en na iederen dienst, door een handig
aangebrachten schijnwerper, goed verlicht, te
beschouwen valt. Een oude offerkist staat er
onder, gereed om de bijdragen der kerkgan
gers te ontvangen, want een raam van der
gelijke afmeting kost. al wordt alles ook nog
zoo zuing bekeken, veel geld en de uiterlijke
soberheid van den protestantschen eeredienst
wil aan een ontplooiing der kunsteinnigheid
nog wel eens in den weg staan, die althans
als bijkomstigheid aan haar lot overlaten.
Doch er bestaat gegronde hoop dat het nog
ontbrekende der aanmaakkosten gevonden zal
worden en dit zeer merkwaardig Haarlemsch
kerkgebouw een nuttige versiering rijker zal
worden, dit het interieur aantrekkelijker ma
ken zal zonder de soberheid van den geest,
die er in heerschen moet, te schaden.
Het blijft in gevallen als dit steeds dezelfde
moeilijke opgaaf voor ontwerpers en opdracht
gevers tezaam, iets te bereiken, dat onnoodige
nuchterheid vermijdt zonder in de pracht-
lievendheiic? eener rijke traditie verzeild te ra
ken. Plet materiaal immers leent zich zoo ge
makkelijk tot het scheppen van mysterieuse
lich'tflonikering, zoet-,geheimzinnige droom
werelden, in één woord: kathedraalstemming,
terwijl men zich moet realiseeren dat dit alles
hoe vol schoonheidsmogelijkheid overigens
ook. juist hier niet gewenscht wordt Gebon
den aan eenvoudigheid van voorstelling, een
licht kleurengamma, een nuttigheidsfunctie
bovendien, zijn de ontwerpers misschien ner
gens voor zoo moeilijke opgaaf gesteld als
juist in deze zoo eenvoudig lijkende opdrach
ten. Den heeren Pronk en Van Bommel is dit
best toevertrouwd, zij scheppen vermoed ik
van uit hun eigen levenssfeer uit, en dus
zuiver.
De voorstelling is, na ampel beraad, ont
leend aan het Nieuwe Testament, aan Mat-
tbeus-evangelie waar deze in het derde hoofd
stuk de doop van Jezus in den Jordaan ver
ACHTERUITGANG DER DUITSCHE
FILMINDUSTRIE.
De filmcriticus van de „Morning Post" wijdt
een uitvoerig artikel aan den ondergang van
de Duitsche filmindustrie, die in de eerste
plaats haar oorzaak vindt in de verdrijving
der uitmuntende talenten van Joodschen
oorsprong uit Duitschland, en in de tweede
plaats aan de gevolgen van de nationaal-
socialistische propaganda in de nieuwe Duit
sche films. Zelfs het Duitsche publiek blijkt
daar niet van gediend te zijn. Een film als
„Het Liefdeleven van Hendrik VIII" liep in
de Berlijnsche theaters driemaal 'zoolang als
tot nog toe eenige nazi-l'ilm heeft geloopen.
Het falen der Duitsche filmindustrie dwingt
den Duitschen exploitant tot een grooteren
import van buitenlandsche films, waarvan
vele, meestal de beste door de „Rijks-
filmkamer" niet worden toegelaten, omdat er
acteurs van niet-Arische afstamming in mee
spelen.
STADSSCHOUWBURG.
Abonnementsvoorsfelling.
Nieuw Schouwtooneel
KIJK DOOR DE RUITEN.
em qihoMiei'
^mdmaan hd
(Adv. Ingez. Med.)
wasscher een dankbare rol heeft. Ezerman
heeft heel den langen avond geboeid door zijn
kostelijke typeering. zijn menschelijke humor
en zijn onverbeterlijke dictie. Bij zijn rustige,
ongeforceerde voordracht heeft men geen
moeite, het gesprokene te verstaan. Ezerman is
een meester in de elementairste en toch zoo
zeldzaam toegepaste kunst van den tooneel-
speler: de kunst van spreken. Hij maakt het
banaalste gebaar interessant; hij weet een
bon mot te plaatsen en zijn leuke voordracht
geeft relief aan een overigens smakelooze of
geestelooze claus. Openhartig gezegd, heeft de
verschijning van Ezerman menig toeschouwer
tegen het allerergste, wat iemand in den
schouwburg kan overkomen, behoed.
Een pittig figuurtje is ook Dogi Rugani, die
de minder reëele rol van het uit de gevange
nis ontslagen meisje zoo aannemelijk mogelijk
trachtte te maken. Gemakkelijk is haar taak
niet, vooral niet in het samenspel met Jacques
Snoek als de door den oorlog getroubleerde
jongeling, die door een simpele kus meer ge
schokt werd dan door een naast hem inslaan
de granaatsplinter.
Lena Kley belichaamde met haar forsch en
sterk aangezet spel weer een van de haar zoo
goed liggende rollen als de oude ke.ukenmeid,
die de verschrikkelijke gebeurtenis aan Me
vrouw meende te moeten rapporteeren. zelfs al
ging dit ten koste van den haar zoo dierbaren
Jongenheer.
Mevrouw Royaards heeft in dit stuk niet een
bepaald prettige rol; vooral de slotscène zal
haar vermoedelijk wel eenige artistieke zelf
overwinning hebben gekost. Frits Bouwmees
ter verpersoonlijkte de zonderlinge huisvader
op ietwat matte wijze en gaf geen overtuigen
den indruk omtrent deze figuur, gesteld dat
deze zich tot een overtuigenden indruk leent.
Vermoedelijk zal zijn tekst achter in de zaal
niet altijd even goed hoorbaar geweest zijn.
De verdere bezetting bestond uit Mies Ver
steeg. als de dochter des huizes, Ferd. Kool
bergen als de pooier en Ko van Dijk als de
rechercheur.
H. G. CANNEGIETER.
En welk een exquise smaak ook in de costuums
voor de dames ontworpen door Rie Cramer
prachtig van kleur en lijn. Maar dit zou
slechts bijkomstig zijn geweest, wanneer het
fijne, lichte spel er niet volkomen bij gepast
had. Welk een trouvaille, die twee groepen der
drie mannen en drie vrouwen, ter weerszijden
van het tooneel in de huizen, schilderijtjes op
zich zelf. En was het ballet niet van een alles
veroverende geestigheid, licht, bevallig en te
gelijk sterk van komische werking door de
tegenstelling van Sganarelle en de droombeel
den? Een ballet, zoo fijn en voortreffelijk van
uitvoering, dat wij aan Kurt Jooss moesten
denken.
En dan, welk een speelsche dartelheid en
joyeuse lichtheid in het spel! Was dat niet be
wonderenswaardig vooral wanneer men be
denkt, dat dit bijna allen jonge krachten, ja,
voor een deel zelfs debutanten waren. Boven
allen ging Verkade uit, die zich zelf als acteur
in zijn creatie van Sganarelle overtroffen heeft,
zoo zelfs, dat ik dat een zijner meest geslaagde
rollen durf noemen. Met welk een lenigheid,
welk een zuiver komische verve zonder zelfs
ook maar één oogenblik mal-kluchtig te wor
den speelde hij dezen dwazen, verliefden
zot. Actie en dictie vulden elkaar bij hem vol
komen aan. Het was komisch spel van den
eersten rang. In het ballet vooral heb ik hem
bewonderd. Hoe geestig en verrukkelijk van
gebaren was dat van Verkade! Het werkte oer-
komisch door de tegenstelling en bleef toch al
door voornaam. Prachtig van vondst was het
slot, het neerstorten van Sganarelle en het
wegsleepen van hem op de maat van de mu
ziek.
Het spel van alle anderen in detail te bespre
ken, lijkt mij overbodig, omdat het een zoo
voorbeeldig geheel was en dit alles toch het
werk van den regisseur. Toch willen wij een
uitzondering maken voor Adrienne Canivez,
die als Isabelle een openbaring voor ons was.
Ook vroeger heeft zij wel eens o.a. als
Jeannine in De Man, die niet „neen" kon zeg
gen getoond een bijzonder talent te zijn.
maar van zoo groote charme, zoo frêle, dartel
en van zoo teere nuance is zij vroeger toch
nooit geweest. Het was zooals trouwens heel
de voorstelling van een echt Fransche gra
tie en lichtheid. Een hartelijk bravo voor dit
spel! Ook Maryke van Tooren dient genoemd
als geestige, bevallige soubrette, die ook aller
aardigst wist te zingen. Arend Hauer was een
zeer goede Valere, Bob Geraerds een karakter
volle Ariste. Maar zoo zou ik er toch nog toe
komen te detailleeren, wat mijn bedoeling niet
was.
Een groote, blijde verrassing was ook het
dansen van Steffa Wine. Het zou mij niet ver
wonderen, wanneer deze danseres een mooie
toekomst tegemoet ging. Eindelijk eens een
Hollandsche danseres, die „los van de aarde"
weet te dansen, expressief, elegant, soepel en
gracieus.
De muziek van Alex de Jong behoorde vol
komen bij deze voorstelling en hielp mede tot
het verkrijgen van een zoo exquis geheel. Een
voorstelling dus, die enkel vreugde gaf en bij
het publiek een triomfaal succes had. Zij ver
dient morgen een stampvolle zaal. Want nog
maals, in deze Liefde-Lessen ziet men Verkade
èn als regisseur èn als acteur op zijn best.
J. B. SCHUIL.
HET TOONEEL
DE HACESPELERS.
Liefde-Lessen van Molière.
Het is voor een recensent wel eens moeilijk
zijn oordeel uit te spreken, wanneer hij ver
moedt. daarmee schade toe te brengen aan de
belangen van eerlijk en hard werkende men-
schen en bovendien anderen, die zich geamu
seerd hebben, achteraf te ontnuchteren of te
kwetsen. In zoo'n geval kan hij den last van
zijn ambtsplicht verlichten door er zijn lezers
aan te herinneren, dat hij slechts de persoon
lijke meening van een enkelen toeschouwer
weergeeft en dat er evenzeer bevoegde beoor
deelaars zijn, die er anders over denken dan
hij.
Na de voorstelling van „Kijk door de ruiten"
te Utrecht heeft de recensent van de Nieuwe
Rotterdamsche Courant in dat gezaghebbende
blad o.a. verklaard, dat dit stuk zijns inziens
behoort tot Galsworthy's rijpste en gaafste
werk en dat dit „werkelijk intens bekoorlijke
werk in de hier onvolprezen regie en sugges
tieve vertaling van Ko van Dijk een gave voor
stelling heeft gekregen, waar vrijwel ieder dei-
acteurs volledig was wie hij (zij) moest voor
stellen".
Een dergelijk oordeel moge meewegen bij
hen, die er aan denken, een volgende vertoo
ning van dit werk te gaan bijwonen, maar die
zich door de minder gunstige bespreking van
schrijver dezes misschien van dit plan zouden
laten weerhouden. Ieder is vrij in zijn eigen
meening en het publiek heeft het recht, door
persoonlijke kennismaking met het besproken
tooneelstuk voor zichzelf uit te maken, wie
van de tegenstrijdige (fceoordeelaars gelijk
heeft.
Wat mij betreft, is deze avond een tegen
valler geweest. Galsworthy is over 't algemeen
gelukkiger met zijn romans dan met zijn too-
neelwerk. Maar stukken als „Een van ons" en
„De vlucht" hebben toch in elk geval sterker
geboeid dan dit moralistische blijspel, waarbij
de schrijver vergeten heeft, dat men voor het
voetlicht een „drama" en geen „rema" ver
wacht. Drama is afgeleid van een werkwoord,
dat „doen, handelen" beteekent en niet van
het werkwoord „praten". En hier wordt tot uit'
den treure gepraat en de schaarsche hande
lingen, welke den woordenstroom onderbreken,
doen wel wat onbeholpen en kinderachtig aan.
De zich dronken drinkende deftige dame, die
met wartaal contra wartaal het geestelijk con
flict oplost; de voor het meidenkamertje vas
tende en harmonica-spelende idealist; de uit
de lucht vallende pooier en de deus ex machina
in den vorm van een rechercheur, het zijn
allemaal even onechte, bedachte figuren, ge
lijk ook de verschillende situaties dilettantisch
samengeknutseld zijn en de dialoog karakter
loos is door het schutterig weifelen tusschen
klucht en satyre. tusschen malligheid en hu
mor, tusschen ernst en luim. Zelfs de naam
van den gevierden schrijver voorkomt niet,
dat dit stuk een indruk van machteloosheid
wekt.
Er be ^an acteurs, die het tooneelstuk doen
vergeten door hun tooneelspelen. Tot deze
weldoeners der menschheid behoort Lau Ezer
man, die trouwens als de filosofische glazen-
Het was een joyeuse rentrée van Verkade,
deze eerste opvoering van Liefde-Lessen van
Molière. De zaal had voller kunnen zijn, maar
dit was dan ook het eenige teleurstellende bil
deze voorstelling van de Hagespelers. Wat
het tooneel deze jaren gemist heeft, hebben
allen, die gisteren bij deze opvoering tegen
woordig waren, wel volkomen beseft. Wie zou
in ons land behalve Verkade met bijna uit
sluitend jonge krachten een zóó charmante,
lichte, bekoorlijke voorstelling van een blij
spel van Molière hebben kunnen geven, als
Verkade. Wie er aan mocht twijfelen, dat Ver
kade nog steeds onze meest kunstzinnige en
begaafde regisseur is, hij ga Woensdag de
tweede opvoering van Molière's Liefde-Lessen
in den Schouwburg aan den Jansweg zien.
Ik herinner mij niet één voorstelling van Mo
lière zóó fijn, zoo speelsch en van een zoo
aanbiddelijke gratie als die, welke Verkade
ons gisteren heeft gebracht.
Wij hebben, nu ongeveer 15 jaar geleden
L'Eccle des Maris in een vertaling van den
heer P. Lugt, door de Haarlemsche Tooneel-
club zien opvoeren, maar twijfelden er toen
aan, of dit blijspelletje nog belangrijk genoeg
was om ooit weer door het beroepstooneel te
worden gespeeld. Wij konden toen de voor
stelling, hoe verdienstelijk ook voor dilettan
ten, enkel waar-deeren uit historisch oogpunt.
Maar zie nu, wat Verkade van zoo'n gevalle
tje weet te maken! Men zit heel den avond
met innig genoegen er naar te kijken, men
geniet van zoo veel speelschheid, charme en
fantasie. Het is waar, dat men van Molière in
deze wel heel vrije bewerking soms weinij_
herkent; men zou zelfs kunnen spreken van
Liefde lessen van Molière en Verkade, zooveel
heeft Verkade er van zich zelf bij gevoegd,
maar juist dit bewijst Verkade's voortreffe-
1 ijken kijk op het tooneel. Een opvoering van
dit blijspelletje in klassieken Molière-stijl
zou ons zeker niet meer geboeid hebben. Ver
kade vulde het aan met zang en dans, bracht
er zelfs heel handig een ballet in en welk
een verrukkelijk geestig ballet werd dat
waarvoor hem ook al weer met de noodige
vrijheid Le Mariage Forcé tot model dien
de. en zoo kregen wij een geheel, dat ook nu
nog ons in blijde, vroolijke stemming kon
brengen en dat eerder als gloed-niew dan ver
ouderd aandeed. Men zou van een operette
kunnen spreken, maar dan van zoo fijnen
geest, zoo amusanten inhoud, zoo speelsch
en van een zoo aritocratfsche allure, als
de tegenwoordige operette ons nooit vermag
te geven. Waarlijk, Verkade heeft zich me
deze Molière-voorstelling een too ven aar van
het tooneel getoond, zeker niet minder groot
ja, zelfs grooter, want hij deed dit alles met
jonge krachten dan een Reinhardt dit is
in dergelijk werk. Waarneer Verkade deze
vertooning te Parijs of Berlijn had gebracht,
dan zou hij er zijn naam als geniaal regis
seur gevestigd hebben.
Wat hebben we genoten van de heerlijke
regievondsten, waarvan deze voorstelling
overvol is. Hoe volkomen in stijl in deze
vertooning was reeds dadelijk het decor, dat
pleintje in Parijs, met die aardige, teekenen-
de tegenstelling, de huizen van Valère ei
Ariste licht-teèr naar het rose toe. het huis
van Sganarelle somber en donker als een ge
vangenis.
Hulde aan Arend Hauer voor dit ontwerpl
Om hoogeveen.
POLITIEHONDEN DRESSEERVEREENIGING
„KENT U ZELF".
Zondag hield bovengenoemde vereeniging
wederom een zeer geslaagden onderlingen
wedstrijd op haar terrein aan den Terrasweg
te Santpoort.
Ex- waren tal van mooie prijzen uitgeloofd
door de leden; o.a. stelde Hotel „de Weijman"
te Santpoort een plaquette met hondenkop be
schikbaar.
Keurmeesters waren de heeren A. van Rooien
te Driehuis en M Giorgis te Haarlem, terwijl
de heer J. Bosman te Haarlem als pakwerker
fungeerde. Leider van den wedstrijd was de
heer G. de Geus.
De uitslagen zijn als volgt:
Klasse A: 1. J. Boom te Haarlem behaalde
met zijn hond 269 1/2 punt, waardoor hij voor
dit jaar beslag wist te leggen op de^ Zilveren
wisselbeker, uitgeloofd door Hotel „de Weij
man", bovendien won hij de meergenoemde
plaquette. 2. G. Vermeeren, te Haarlem 249 1/2
punt, won schilderstuk (asters). 3. J. Schollee
te Santpoort 248 1/2 punt won klokje. 4. A. van
Gulick te Santpoort 240 1/2 punt won borstel
hanger.
Klasse B; 1. G. Zeeuwe te Haarlem, behaal
de 134 punten waardoor hij voor dit jaar be
slag wist te leggen op den wisselprijs van den
heer Switser te Haarlem, bovendien won hij
een schilderstuk (hondenkop). 2. H Korthou-
wer te Santpoort, behaalde 125 pnt. en won
een stel aschbakjes. 3. J. Schippers te Sant
poort behaalde 100 pnt. en won een fruitschaal.
Klasse C: In klasse C. behaalden J. Cramer
exx W. Overweg ieder een gelijk aantal punten,
zoodat na loting de uitslag als volgt werd:
1. J. Cramer te Santpoort 36 pnt, legde be
slag op den wisselbeker van O.B.K. voor dit
jaar en won een vaas. 2. W. Overweg te Haar
lem behaalde eveneens 36 pnt en won een
schilderstuk (stilleven).
In hotel „de Weijman" te Santpoort werd
na afloop van den wedstrijd door den heer G.
de Geus de uitslag bekend gemaakt, waarna de
heer M. Giorgis de prijzen uitreikte.
BAZAR IN HET REMONSTRANTENHUIS.
Huishoudelijke artikelen en lekkernijen, kin
derspeelgoed en gebreide goederen, boeken,
kleedjes, schilderijen, kortom velerlei zaken
zijn daar in het Remonstrantenhuis aan de
Wilhelm in astraat 22 tentoongesteld. Velerlei
zaken, die ongetwijfeld hun bestemming n,l,
verkocht worden, wel zullen bereiken. Want
wie een kijkje in de zaal genomen heeft en
dank zij een ruime en doelmatige opstelling
der artikelen daar een uitstekenden kijk op
heeft gekregen, zal wel niet nalaten een keus
te doen, temeer daar de prijzen matig zijn ge
houden. De bazar is georganiseerd ten bate
vaix de kerk- en armenkas. Een smakelijke
stand is die der vruchten, een fleurige die der
plantjes, een aardige die der artikelen, ge
maakt door de kinderen van de Zondags
school.
Om half drie hedenmiddag zou de opening
plaatsvinden. Vanavond zal een strijkje de
bazar opvroolijken en een radiotoestel zal de
bezoekers in de gelegenheid stellen de rede
van de Prinses te volgen.
Misschien is Drente wel dc meest misdeelde
provincie van ons land, wat toeristische be
langstelling aangaat. En die belangstelling, en
dus de bekendheid in de andere provincies,
hangt dan weer van de verschillende deelen
af. Emmen en omgeving is vrij wat bekender
dan b.v. Hoogeveen, en ik moet u eerlijk be
kennen dat ik in de landschapsschoonheid van
deze oude veenkolonie een zwaar hoofd had,
toen ik er dezen zomer heen trok. Je denkt on
willekeurig aan kilometerslange kanalen met
huisjes aan weerszij, en verder niets dan wei
land. Tenminste, zoo ging het mij. Nü is het
anders, en hoe heerlijk rustig deze streek zon
der toeristen ook is, ik waag het er toch op om
er wat menschen heen te lokken, want het is
er werkelijk schitterend. De burgemeester van
een groote stad in ons zuiden is er onlangs ge
weest en verklaarde na een rondrit door de
omgeving, dat zijn provincie er niet bij halen
kon. wat afwisseling in het landschap aan
gaat. En dat is inderdaad ook het mooie.
Want zóó ben je nog volop in het bosch- en
wat voor bosch! veel coniferen, heerlijke heu
vels die glad zijn van de dennenaalden. maar
ook berken en eiken- en dan sta je opeens
middenin een „esch", zoo'n heerlijk wijd ko
renveld waar de schoven in rijen staan of de
rog hoog is opgestapeld op wonderlijke rond-
koppige bouwsels. Even verder zijn weilanden,
zonder slooten. maar rondom door boomen
omgeven, en vier linden of een eenzame sta
tige beuk in het midden. Waar het bosch lich
ter wordt, begint het te schemeren in paarsen
schijn: de hei, eindeloos ver en golvend; hier
en daar blinken zandverstuivingen irr de zon.
Een patrijs vliegt voor de voeten op en lokt
met schelle kreten den hond weg. De grauwe
jongen zullen hier wel ergens vlak bij tusschen
de stugge heiplanten zitten. En ergens anders
weer zijn vennetjes, waar zonnedauw groeit en
watervogels boven ons hoofd roepen. Wilde
eenden vliegen voorbij; bij gindsche boerderij
nestelen al veertig Jaar l:|.ig ooievaars we
zien duidelijk een langpoot op het nest staan.
De hond jaagt konijnen op en we hebben de
grootste moeite om z*n jachtinstincten de baas
te blijven.
Die wonderlijk regelmatige ronde heuveltjes
in de hei zyn tumuli, oude grafheuvels van
vierduizend jaar of meer oud. Ook zonder dat
we zoo'n tumulus afgraven kunnen we hier ge
bruiksvoorwerpen uit den voortijd vinden: een
kenner van de streek wijst u dadelijk de bosch
paadjes, waar de steenen schrabbertjes en
mesjes zóó voor het oprapen liggen voor
wie ze te vinden weet. En bij afgravingen in
de walletjes komt menige glad-gepolijste ha
mer voor den dag.
Hoogeveen is allang geen actieve veenkolonie
meer; de oude wijken, de veenkanalen, dienen
nog slechts als verbindingswegen voor het ver
keer en vervoer te water. Ze zijn vaak schil
derachtig begroeid en dichtgeslibd en er zijn
van die heel oude gegraven watertjes, vooral
aan den boschkant, die sterk aan de Vecht
herinneren; zwaar geboomte hangt erover en
waterlelies en plompen drijven op het zwarte
water. Er zijn kronkelende dijken en wegen
tusschen bosch, hei, akkers en wei door, waar
prachtige witte ophaalbruggen over weer van
die stille, kronkelig begroeide wijken voeren.
De oude veenhuisjes van de arme veenboeren
zijn bijna geheel verdwenen; de meeste boer
derijen zien er goed uit. Een enkele plaggenhut
komen we hier en daar nog tegen, maar die is
niet eens meer bewoond.
Uren en uren dwaal je hier rond en na 'n
paar kilometer is het landschap weer tot-aal
vei-schillend. Ik weet een plekje waar het
is verklap ik nooit waar op een oppervlak
van een paar honderd vierkante meter bosch.
hei, korenvelden en een prachtig ven bijeen
zijn en het ligt op geen tien meter van een
grooten verkeersweg!
Er zijn de nieuwe boerderijen van het Gro-
ningsche type, de echte oude Drentsche hoe
ven, laag gedoken in hun stroodaken, er is het
kostelijke oude schooltje in Echten, het kasteel
van dien naam in zijn dubbelen ring van
grachten, er is Ruinen met zijn ouden toren,
Pesse, Zuidwolde, Nieuweroord, het Holland
sche Veld en hoe het meer mag heeten rond
om Hoogeveen. De wegen zijn goed, en te voet,
op de fiets of per auto is alles even mooi; te
voet natuurlijk het allermooiste. Er is zooveel
vrij toegankelijk: het z.g. Spaarbankbosch
vlakbij, en de prachtige bosschen van Krembo
verderaf. Dit is een land voor iedereen: voor
die van wandelen houden en voor de fietsers,
de liefhebbers van oudheden en botanica, al
leen niet voor wie mondaine genoegens zoekt,
want die ontbreken hier totaal en 's Zondags
is de rust volkomen en ze wordt rigoureus ge
handhaafd ook.
De bevolking is gesloten, zoodra de vreem
deling ze aanspreekt. De Drent is toch een
zwijgzaam mensch, hij wikt en weegt z'n woor
den. en voor wie niet uit de streek is moet het
wel heel moeilijk zijn om toegang tot de men
schen te krijgen. Maar ga eens met een ech
ten Drent uit de buurt de boerderijen binnen
en ge zult genieten van het dialect, van den
drogen humor van deze menschen. die op
groeien in voortdurenden harden arbeid, want
de grond geeft wel vruchten, maar er moet
voor gezwoegd worden! Misschien is het daar
om, dat er hier van die prachtige karakter-
koppen te vinden zijn, doorgroefd en gerim
peld, gesloten als een bus en daarbij ongeloof
lijk listig!
Er zal in Drente nog wel veel meer moois te
vinden zijn; maar ik herinner me niet, dat de
streek om Emmen zoo'n indruk bij me ach
terliet als die rond Hoogeveen, de oude veen
kolonie van driehonderd jaar geleden.
L. S.
NAT. CHR. GEHEELONTHOUDERS-
VEREENIGING.
De afd. Haarlem van de Nat. Chr. Geheel-
onthoudersvereeniging. eere-voorzitfcer Ds. A.
J. Montijn, viert op 11 October a s. het 25-
jarig bestaan van haar gebouw „Het Blauwe
Kruis". Welwillende medewerking wordt ver
leend door de Chr. Mondaccordeonclub D.S.V.
directeur de heer H. Rabenbcrg.
Ds. A. J. Montijn zal een gedachtenisrede
uitspreken; de heer W. P. J. Overmeer zal het
onderwerp „De N. C. G. O V. een zegen voor
velen behandelen. Er zal verder een revue
worden opgevoerd en aan eenige veteranen
zullen insignes worden uitgereikt.
AGENDA
DINSDAG 2 OCTOBER
Remonstrantenhuis, Wllhelminastraat 22:
2.305 uur en 7.3010 uur Bazar.
Luxor Sound Theater: De Zwarte Kat.
Van 7 uur af doorloopende voorstelling.
Cinema Palace: Moeder en Kind. Op het
tooneel: Lijs en Jol, acrobatie act, 7 en 9.15 u.
Rembrandt Theater: Bleeke Bet, geprolon
geerd. Op het tooneel: Fientje de la Mar.
7 en 9.15 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
WOENSDAG 3 OCTOBER
Stadsschouwburg: Prof. Aichers Salzburger
Marionetten Theater. 3 en S uur.
Gem. Concertzaal: Openingsavond Kunst
aan het Volk, Holl. Kamermuziek Vereeniging
8.15 uur.
Schouwburg Jansweg: Hagespelers met Lief
delessen van Molière. 8 15 uur.
Remonstrantenhuis. Wilhelminastraat 22:
2.30—5 uur en 7.30—10 uur Bazar.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en d«