De opstand in Spanje. Artikel 289 strafrecht Iets nieuws op jachtgebied In de nabijheid van Basing- stoke (Engwerd dezer dagen een groote jachtpartij gehouden. De meute werd naar de plaats van bestem- «ning overgebracht in een open wagen welke met netten was afgedekt Een overzicht van het Albert-Kanaal in België ter hoogte van Lanaye, dat binnenkort door Koning Leopold III geopend zal worden De opstand in Spanje. - De centrale garage der autobusdiensten te Barcelona wordt door soldaten bewaakt FEUILLETON Oorspronkelijke Recherche Roman. door J. CHR. TETENBURG. inspecteur van politie te Utrecht. 7) Veel last scheen ze er niet van te hebben, want op zeer kalme wijze ving ze de andere I acrobaten in haar veilige armen. Als het zwe- vende rek dan met zijn dubbelen last twee- •maal heen en weer gezwaaid had, liet ze haar I partner weer los, die met een anderhalve j salto weer een eind viel en daar opnieuw door een der andere dames werd opgevangen. Even later gaf Nah-Iidra nog een solo-nummer, waarbij haar tijgerachtige behendigheid in j het klimmen en springen prachtig tot haar i recht kwam. Het was inderdaad een schitterend nummer en het was dan ook niet te verwonderen, dat het publiek in een storm van applaus los barstte, dat minutenlang aanhield en nog voortduurde, toen het vijftal reeds lang ach- i ter de reusachtige portieres was verdwenen. Nog eenmaal kwamen de dames buigend 1 dankende terug om zich daarna voorgoed achter de gordijnen terug te trekken. De bedienden renden binnen om de springplan ken weg te nemen, terwijl de clowns de lach spieren van het publiek in beweging brachten. „Kom mee, we moeten haar niet uit het oog verliezen" zeide Lietsen, van Everdingen aan zijn mouw trekkende. Deze gehoorzaam de dadelijk en een minuut later stond het speurende tweetal weer buiten. „Het is nu van groot belang om na te gaan waar ze zoo dadelijk heengaat", was het advies van den inspecteur en beide mannen posteerden zich in de schaduw bij den artis- tenuitgang. Lang behoefden ze niet te wach ten, want weldra verscheen Nah-Indra en eenn tweetal meisjes, benevens twee heeren en namen in een auto plaats. Vlug sprongen Lietsen en zijn helper in een anderen auto, die door bemiddeling van den chef der centrale recherche van 's Toren bosch. beschikbaar was gesteld en door een van diens rechercheurs bestuurd werd en be gonnen voorzichtig de achtervolging. Na een rit van ongeveer twintig minuten door vrij drukke straten, stopte de auto bij een klein landhuisje, dat tusschen groote moderne hui zenblokken aan een breede laan stond en tot op dat moment klaarblijkelijk aan de sloo- pershamers van den modernen tijd was ont snapt. Het was aan alle kanten door een aar dig aangelegaen tuin omgeven. In den voortuin stond een bordje met opschrift „Pension". Vier der inzittenden stapten er uit en gin gen door het hek over het tegelpad het huis binnen, terwijl de man, die er in gebleven was den auto achterom reed en in een kleine ga rage plaatste. Ook hij verdween daarop in de woning Lietsen en van Everdingen sprongen uit den auto en de inspecteur rende direct den tuin in en verschool zich tusschen de struiken aan de achterzijde van het huis, zoodanig dat hij den geheelen achtergevel goed kon overzien. Van Everdingen posteerde zich achter een groote ribesstruik en kon zoo de voorzijde in 't oog houden. De chauffeur-rechercheur bleef met den auto op eenigen afstand wachten om zoo noodig de achtervolging weer te beginnen. Het doel van de Politie was. om te weten te komen, wie van het gezelschap in het huis thuis hoorden en waarheen zich eventueel de anderen zouden begeven om vervolgens meer omtrent hen te weten te komen, zonder dat ze zouden bemerken, dat ze werden bespion- neer d. De zijkanten van de woning konden zonder bewaking blijven, omdat de tuin daar grens de aan de hooge blinde muren der huizen blokken. Bovendien was er niet te vreezen, dat de bewoners voorzorgen zouden nemen. Ze wisten immers totaal niet dat ze gevolgd werden! Uit de bovenramen klonk weldra jazz- gratmniophoonmuziek en aan het gejoel en het geschreeuw was duidelijk te hooren, dat men zich daar boven best amuseerde. De uren verstreken, maar niemand verliet het huis. Om drie uur 's nachts hield de mu ziek op, de lichten doofden, het eene na het andere en weldra was het huis in diepe rust. Naar alle waarschijnlijkheid waren de beide mannen, evenals de vrouwen, pensiongasten. Overdag zou men dus wel gelegenheid heb ben een onderzoek naar hun identiteit in te stellen. Na nog tot half zes gewacht te hebben bracht de rechercheur-bestuurder den In specteur en zijn helper naar hun hotel en keerde zelf naar het hoofdbureau terug. HOOFDSTUK VI. EEN TESTAMENT. Lietsen besloot nog enkele dagen in 's To renbosch te blijven, om de nasporingen naar het heden en verleden van Nah-Indra en haar kameraden voort te kunnen zetten. Den heelen dag, na dien van hun nachte lijke inspectie, waren hij en Van Everdingen op pad, ieder in gezelschap van een recher cheur der plaatselijke centrale recherche, die op de meest bereidwillige wijze assistentie verleenden en den weg wezen naar verschil lende officieele en onofficieele informatie bureau*. Tenslotte hadden ze 's avonds in hun ho tel terugkeerende, de volgende gegevens om trent Nah-Iidra verzameld: Haar ware naam was Lena Anderts en ze was te Stocken op 6 Maart 1900 geboren. Haar levenswijze was gedurende den tijd dat ze thans in 's Torenbosch woonde, nu niet direct bijzonder ingetogen te noemen. Zij had in dien tijd met verschillende „minnaars" samengewoond. Het was echter niet meer na te gaan. wie dit geweest waren. Overigens was bij haar van een bijzonder misdadigen aanleg nimmer iets gebleken. Beroovingen of dergelijke waren haar niet ten laste gelegd geworden. Ook de Politie van haar voorlaatste verblijfplaats wist niets positief misdadigs van haar te vermelden. Haar ouders waren reeds geruimen tijd te voren overleden en broers of zusters had ze nimmer gehad. Ook verder waren geen fami lieleden van haar bekend. Zoo had dus Lietsens ontdekking, achteraf beschouwd, slechts zeer weinig effect gesor teerd. want al stond nu wel vast, dat de vrouw op de kamer van den zwerver geweest moest zijn (bovendien wees daar de valse he naam Annie Leenderts, die als het ware een omzetting van haar werkelijken naam was. ook nog op), er was nog op geen stukken na aan te toonen, dat dit iets met het ongeluk te maken had, vooral ook omdat eenig motief ontbrak. Heelemaal zonder resultaat was de dag ech ter zijns inziens niet verloopen. 's Middags had hij zich namelijk begeven naar het De partement van Justitie te 's Torenbosch, alwaar hij gevraagd had, voor hem het Cen traal Testaments Register na te slaan of een uiterste wilsbeschikking bestond van Johan nes Anthonius Janssen, geboren te Aeker- hout, 1 Augustus 1873. Hierop kreeg hij een ontkennend ant woord. Wel wist men hem te vertellen, dat er een testament was gemaakt door Johannes An thonius Janssen, geboren te Bouwkerken, 3 Februari 1874, zonder beroep en wonende Bechsteinlaan 25 te 's Torenbosch, dat door dezen circa 3 jaar tevoren was opgesteld. De betrokken ambtenaar kan voorts nog mededeelen, dat het een geheim testament, was, dat berustte bij den notaris G. P. J. Sierstra, kanthoorhoudende Mandenkade 20 te 's Torenbosch. Natuurlijk stond de inhoud van het testa ment niet in dit register en al ware dit het geval geweest, zoo zou zelfs aan de Politie onder deze omstandigheden, geen mededee- ling daarvan worden gedaan. Daar het geheede geval op uiterst losse schroeven stond had de inspecteur terstond van een verhoor van den Notaris afgezien. Deze wist immers evenmin den inhoud van dit geheime testament, dat slechts geopend kan worden door den Kantonrechter! Omdat zoowel de voornamen, als de leeftijd van dezen persoon klopten met die van den verongelukte en Nah-Indra eveneens in deze i stad verbleef, bracht -hij nog een bezoek aan het groote rijke heerenhuis op no. 25 in de Bechstednlaan. Op zijn herhaald schellen deed eindelijk een ongeveer 50-jarigen man open, waarop on derstaand gesprek volgde, dat van de zijde van den inspecteur op uiterst beleefden en van die van den ander op zeer norschen toon werd gevoerd: „Wat mot u?" „Woont hier de heer Janssen?" „Ja, en wat zou dat?" „Ik ben van de Politie en zou meneer Janssen graag een oogenfolik willen spreken". „Meneer Janssen is niet thuis en komt voor loopig niet thuis". „Wanneer verwacht u hem dan weer te rug?" „Weet ik niet. Over een paar maanden of over een paar jaar. Hij is drie maanden ge leden op reis gegaan". „Kunt u mij dan ook zeggen, waar ik hers, ■wel kan vinden?" „Nee, ik weet het zelf niet. En al wist Ik het, dan zou ik het nog niet zeggen!" „Met wien heb ik dan de eer op het mo ment te spreken?" „Met zijn huisbewaarder". „Maar dan weet u toch wel waarheen hij gereisd is?" „Nee, dat heb ik al gezegd. Ik weet er niks van." „Als hij terug komt. wilt u hem dan dit kaartje geven en hem vragen of hij mij wil berichten?" .Dat kan me niet schelen. Dat wil ik wel doen, maar ik zeg u van te voren, dat h!j er zich toch niks van aantrekt!" ,Dan dank ik u bij voorbaat voor uw, moeite. Goeden middag!" 1 .(Wordt vervolgd^ De voetbalwedstrijd Denemarken Duitschland, welke Zondag te Kopenhagen door het Duitsche elftal gewonnen werd, had de belangstelling van tienduizenden De Nederlandsche deelnemers aan het In ternationaal concours hippique te Weenen, die zulke fraaie prestaties leverden Het saluut op den sluitingsdag van het ruiterfeest Kolonel Rescoe Turner arriveerde Maandag met zijn vliegtuig op het vliegveld te Heston ter voorbereiding van de Melbourne race, welke 20 October a s. aanvangt Martin Lindsay de leider van de Engelsche poolexpeditie, welke een gevaarlijken slede- tocht van 1 150 mijl in het Noordpoolgebied met succes heeft afgelegd Het door A. C. Sommer ge schilderd portret van Arnold Voor den .Zesdaagicha" in het R A l-gebouw te Amsterdam zijn da voorbereidingen reeds Spoel, die 26 December as. zijn 75sten verjaardag hoopt begonnen. - De baan wordt opgebouwd te vieren

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1934 | | pagina 9